Wijziging Ontheffingenbesluit en -beleid Verkeersbesluit Maasvlakte 2015

De directeur van het cluster Stadsontwikkeling,

 

gelet op:

 

  • Wegenverkeerswet 1994 (Wvw), onder meer artikel 149 lid 1 sub d, of zoals nadien gewijzigd;

  • Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV ’90), onder meer artikel 87 of zoals nadien gewijzigd;

  • Regeling tot uitvoering van de hoofdstukken II en VI van de Wegenverkeerswet 1994 (Regeling voertuigen) of zoals nadien gewijzigd;

  • Besluit Administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) of zoals nadien gewijzigd;

  • Overeenkomst Luchtkwaliteit Maasvlakte 2, d.d. 22 mei 2008;

  • Addendum Overeenkomst Luchtkwaliteit Maasvlakte 2, d.d. 15 maart 2012;

  • Tweede Addendum Overeenkomst Luchtkwaliteit Maasvlakte 2, 8 oktober 2013;

  • Wegverkeersbesluit Maasvlakte Euro VI 2014, d.d. 22 mei 2012 of zoals nadien gewijzigd (verkeersbesluit);

  • Ontheffingenbesluit en -beleid Verkeersbesluit Maasvlakte 2015 (Gemeenteblad 2015, nummer 160);

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016 (MVMR) en het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de algemeen directeur 2016 (BOOO) (Gemeenteblad 2016, nummer 12), zoals nadien gewijzigd);

besluit vast te stellen:

 

Wijziging Ontheffingenbesluit en –beleid Verkeersbesluit Maasvlakte 2015 (Ontheffingenbesluit 2015)

Artikel I

Het Ontheffingenbesluit en –beleid Verkeersbesluit Maasvlakte 2015 wordt als volgt gewijzigd.

 

A

 

Artikel 5 komt als volgt te luiden:

Artikel 5

Langdurige ontheffingen

Het college kan op aanvraag en onder de navolgende voorwaarden en beperkingen langdurig ontheffing verlenen aan eigenaren/gebruikers van vrachtauto’s indien de eigenaar van de vrachtauto aantoonbaar vast werk heeft in de (zonaal uitgevoerde) geslotenverklaring voor vrachtauto’s, respectievelijk het verkeersteken C7 als genoemd in het verkeersbesluit én het werk waarvoor de vrachtauto dient te worden ingezet niet heeft aangenomen na de ingangsdatum van dit Ontheffingenbesluit 2015 én aantoont dat specifiek tijdelijke bedrijfseconomische omstandigheden dit noodzakelijk maken.

  • 1.

    Langdurige ontheffingen onder dit artikel kunnen op aanvraag worden verleend tot en met uiterlijk 31 december 2019, met als geldende einddatum 31 december 2019.

  • 2.

    Per 1 januari 2020 komt deze mogelijkheid voor een langdurige ontheffing te vervallen en worden aanvragen voor deze langdurige ontheffing niet meer in behandeling genomen.

  • 3.

    Bij de afweging tot het verlenen van een langdurige ontheffing als bedoeld onder dit artikel speelt onder meer een rol:

    • a.

      het aantal transporten dat aantoonbaar moet worden uitgevoerd is groter dan 12 keer per jaar per kenteken in het eigen wagenpark;

    • b.

      de mate van ritverlies indien het werk niet met de desbetreffende vrachtauto uitgevoerd kan worden (waarbij 10% ritverlies of minder als acceptabel maatschappelijk risico wordt gezien);

    • c.

      de mate waarin binnen het eigen wagenpark voldoende vrachtwagens zijn die voldoen aan de toegangscriteria om de transporten te kunnen uitvoeren;

    • d.

      de investeringsruimte om een nieuwe vrachtwagen aan te schaffen;

    • e.

      de mate waarin er financiële mogelijkheden zijn om aan de toegangseisen te voldoen;

    • f.

      dat het werk vóór het ingaan van deze beleidsregels is aangenomen.

De hiernavolgende documenten dienen te worden toegevoegd waaruit het bovenstaande blijkt:

  • a.

    Een overzicht van de ritten naar de Maasvlakte. Bij voorkeur een overzicht van de periode waarvoor een beroep wordt gedaan op de hardheidsclausule.

  • b.

    Totaal aantal vrachtauto’s in het wagenpark voor de periode waarvoor een beroep wordt gedaan op de hardheidsclausule.

  • c.

    Aantal vrachtauto’s in het wagenpark dat wel voldoet aan de toegangseisen, voor de periode waarvoor een beroep wordt gedaan op de hardheidsclausule.

  • d.

    De drie laatste volledig financiële jaarverslagen inclusief balans, verlies- en winstrekening en de toelichtingen hierop, waarvan de meest recente jaarverslag niet ouder mag zijn dan 18 maanden.

B

 

Artikel 6, eerste lid komt als volgt te luiden:

Hardheidsclausule ontheffingen

  • 1.

    Voor zover er sprake is van onvoorziene omstandigheden met onevenredige gevolgen voor belanghebbende kan voor de duur van telkens maximaal 52 opeenvolgde kalenderweken, mits het werk waarvoor de vrachtauto dient te worden ingezet niet is aangenomen na de ingangsdatum van dit Ontheffingenbesluit 2015, op aanvraag ontheffing worden verleend van de (zonaal uitgevoerde) geslotenverklaring voor vrachtauto’s, respectievelijk het verkeersteken C7 als genoemd in het verkeersbesluit.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na publicatie ervan in het Gemeenteblad.

 

Aldus vastgesteld te Rotterdam op 29 april 2019.

Namens het college van Burgemeester en Wethouders,

De directeur van het cluster Stadsontwikkeling

H.M. van Bockxmeer

Toelichting

De EuroVI-zone Maasvlakte en het ‘Besluit ontheffingen Verkeersbesluit Maasvlakte EuroVI 2014’ zijn vanaf 1 januari 2014 van kracht. In het Ontheffingenbesluit en –beleid Verkeersbesluit Maasvlakte 2015 (Ontheffingenbesluit 2015) is in artikel 5 de ontheffing ‘Langdurige ontheffing’ opgenomen. Deze ontheffing is bedoeld als een tijdelijke, incidentele maatregel om bedrijven tegemoet te komen die vanaf ingang van het verkeersbesluit niet tijdig konden investeren in een EuroVI-vrachtauto. Deze tijdelijkheid blijkt bijvoorbeeld uit de voorwaarden die aan een verlening worden gesteld:

  • Het werk waarvoor de vrachtauto wordt ingezet is niet aangenomen na 4 november 2015.

  • Er sprake is van specifieke tijdelijke bedrijfseconomische omstandigheden.

Het college van B en W van gemeente Rotterdam is van oordeel dat vijf jaar na het van kracht worden van de EuroVI-zone en het genoemde Besluit, bedrijven voldoende tijd hebben gehad om te investeren in nieuw materieel. Het college heeft dan ook besloten om deze langdurige ontheffing te beëindigen.

 

Voor het moment en de wijze waarop de langdurige ontheffing wordt beëindigd is aansluiting gezocht bij het verkeersbesluit EuroVI-zone. Het verkeersbesluit stelt een geslotenverklaring in voor vrachtauto’s, uitgezonderd:

  • EuroVI-vrachtauto’s, óf

  • vrachtauto’s die niet ouder zijn dan zever jaar én van vóór 2013.

De tweede bepaling houdt in dat vanaf 1 januari 2020 geen vrachtauto’s meer zonder EuroVI-motor de Maasvlakte mogen oprijden. Dat is dan ook een logisch moment om te voorkomen dat vanaf 1 januari 2020 nog oudere vrachtauto’s met een langdurige ontheffing de Maasvlakte oprijden.

 

Het afschaffen van deze langdurige ontheffing gebeurt op een zo zorgvuldig mogelijke wijze. De einddatum van alle verleende langdurige ontheffingen op basis van de nieuwe ontheffingsaanvragen wordt derhalve op 31 december 2019 gezet. Om bedrijven in de gelegenheid te stellen zich voor te bereiden op het verdwijnen van deze ontheffingsgrond, wordt tevens de maximale duur van 26 weken voor deze ontheffing geschrapt.

 

De langdurige ontheffing loopt in 2019 vanaf de gewenste ingangsdatum tot en met uiterlijk 31 december 2019.

 

Reeds verleende ontheffingen blijven in stand met de daarop aangegeven einddatum.

 

Tegelijk met het beëindigen van de langdurige ontheffing wordt de maximale tijdsduur van de hardheidsclausule opgerekt naar één jaar. Hiermee kan de gemeente flexibeler aanvragen op grond van de hardheidsclausule beoordelen en wordt de tijdsduur gelijk aan de tijdsduur voor de hardheidsclausules Milieuzone Rotterdam en Vrachtautoverbod ’s-Gravendijkwal.

 

Tegelijk met het publiceren van het nieuwe beleid wordt de ontheffingsapplicatie OVV aangepast.

Niet eens met deze beslissing?

Dan kunt u, of een andere belanghebbende, een bezwaarschrift indienen. Dit moet binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit. U stuurt het bezwaarschrift naar:

Het college van burgemeester en wethouders,

t.a.v. de Algemene Bezwaarschriftencommissie,

Postbus 1011, 3000 BA te ROTTERDAM,

faxnummer Algemene Bezwaarschriftencommissie: (010) 267 63 00.

 

In het bezwaarschrift moet in ieder geval staan:

  • .

    uw naam, adres en handtekening;

  • .

    uw telefoonnummer, zodat contact met u opgenomen kan worden om samen met u te bespreken wat de beste aanpak van uw bezwaarschrift is;

  • .

    de datum waarop u bezwaar maakt;

  • .

    een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt;

  • .

    de reden(en) van uw bezwaar.

U wordt verzocht tevens een kopie van dit besluit mee te zenden.

 

U kunt uw bezwaarschrift ook digitaal indienen via internet op Rotterdam.nl/pdc: bezwaar indienen, m.b.v. het webformulier (zie “mijn loket”). Hiervoor is nodig een DigiD-code, of voor bedrijven een E herkenning, die kan worden aangevraagd via digid.nl, resp. eherkenning.nl. U kunt het bezwaarschrift niet op een andere digitale wijze, bijvoorbeeld per e-mail, indienen. Zie ook rechtspraak.nl.

 

Dit gemeenteblad 2019, nummer 53, is uitgegeven op 30 april 2019 en ligt op dins-, woens- endonderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven