Gemeenteblad van Oegstgeest
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oegstgeest | Gemeenteblad 2019, 109313 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oegstgeest | Gemeenteblad 2019, 109313 | Verordeningen |
Bijlagen bij de Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs Oegstgeest 2007 voor het kalenderjaar 2019
I Aanduiding van de voorziening
Dit betreft een voorziening in natura. Scholen met anderstalige leerlingen en/of leerlingen met een vve-indicatie kunnen in aanmerking komen voor extra begeleiding van deze leerlingen voor het verwerven van de Nederlandse taal door een aangestelde taalondersteuner. De taalondersteuner heeft een dienstverband bij het OPOO, maar is werkzaam voor alle basisscholen in de gemeente.
Niet van toepassing, gezien de permanente aard van deze voorziening.
Basisscholen kunnen gedurende het schooljaar (nieuwe) anderstalige leerlingen aanmelden bij de taalondersteuner voor advisering en begeleiding.
IV Criteria voor het toekennen van een voorziening
Voor deze voorziening komen in aanmerking door het rijk bekostigde scholen voor basis-onderwijs. Aangemelde anderstalige/vve leerlingen worden getoetst op achterstanden in de beheersing van de Nederlandse taal ten opzichte van leeftijdsgenoten. Op basis van de uitkomsten van de toets, overleg met de school én de roostertechnische mogelijkheden, komt de leerling c.q. school in aanmerking voor deze voorziening.
De toekenning van de ondersteuning vindt plaats op basis van de criteria in de Prioriteitennotie (bijlage 1A).
De gemeenteraad stelt jaarlijks in de gemeentebegroting het maximaal beschikbare bedrag vast. Het subsidieplafond voor 2019 is vastgesteld op de salariskosten voor maximaal 0,5832 fte t.b.v. een taalondersteuner. In de begroting is een budget van € 42.600,- hiervoor opgenomen.
De gemeente fungeert als opdrachtgever voor het OPOO voor de uitvoering van het lokaal beleid taalondersteuning. Het OPOO is als opdrachtnemer de feitelijke werkgever voor de taalondersteuner. De taalondersteuner dient in het bezit te zijn van een onderwijsbevoegdheid. Eventuele voorstellen met betrekking tot (wijziging van) het inhoudelijke kader worden met de scholen besproken.
Aan het begin van het uitvoeringsjaar wordt ten behoeve van de salariskosten een voorschot aan het OPOO uitgekeerd. Op basis van de verantwoording (zie hieronder) vindt definitieve afrekening en eventuele verrekening met de bevoorschotting plaats.
Bijlage 1 A Prioriteitennotitie Ondersteuning Anderstaligen
De taalondersteuning is en blijft een aanvullende voorziening op de reguliere zorg binnen de basisscholen. De totale formatie voor de taalondersteuning is vastgesteld op 0,5832 fte.
De verdeling van het aantal uren ondersteuning over de scholen wordt bepaald door het aantal aangemelde leerlingen en de mate van de taalachterstand. Dit betekent dat bij aanmeldingen niet alleen per school prioriteiten worden gesteld, maar dat ook tussen scholen keuzes moeten worden gemaakt. Van de scholen wordt op dit punt solidariteit verwacht.
In verband met het groeiende aantal anderstalige kinderen en de druk die dit zet op de taalondersteuning, is de prioritering per 2019 aangescherpt. Waar mogelijk zal de taalondersteuner binnen scholen en eventueel tussen scholen (die dicht bij elkaar liggen) leerlingen in groepjes clusteren, waarbij leerlingen uit een lagere categorie tijdelijk kunnen aanhaken.
De IB-er van de basisschool meldt een leerling aan die al op de basisschool zit.
SKO meldt anderstalige kinderen tijdig aan vanuit de voorschoolse educatie (VVE), die bijna naar de basisschool gaan. Vóór plaatsing vindt overleg met de IB-er van de (toekomstige) school plaats.
Na aanmelding bepaalt de taalondersteuner of het kind voldoet aan de voorwaarde (1) en of een kind op basis van prioriteit (2) en het rooster geplaatst wordt in de taalondersteuning.
Indien kinderen nieuw op school zijn wordt rekening gehouden met een gewenningsperiode.
Gedurende het hele schooljaar kunnen kinderen worden geplaatst.
Ondersteuning in een voorgaand schooljaar geeft geen garantie op uren in een volgend schooljaar.
*Kinderen die bij aanmelding naar verwachting hoger scoren, op basis van kennis en ervaring van de taalondersteuner, worden niet getoetst door de taalondersteuner.
Tijdens het schooljaar wordt er één keer, schriftelijk, gerapporteerd aan de IB-er en de leerkracht van het kind. In het laatste rapport worden ook de toets resultaten opgenomen.
I Aanduiding van de voorziening
Zorgbepaling. Voor de omschrijving wat onder zorgbepaling wordt verstaan wordt verwezen naar bijlage 2a. Het opgestelde kader is in december 2018 met de schooldirecties besproken.
III Periode waarvoor de voorziening wordt toegekend
Toekenning in natura per kalenderjaar. De gemeente geeft een beschikking af voor het afnemen van zorgbepaling bij één of meer schoolbegeleidingsdiensten. Voor 2019 is dit Stichting Onderwijs Advies (verder: OA).
IV Criteria voor toekenning van de voorziening
Voor deze voorziening komen in aanmerking door het rijk bekostigde scholen voor basis-onderwijs.
De gemeenteraad stelt jaarlijks in de gemeentebegroting het maximaal beschikbare bedrag vast. Het subsidieplafond voor zorgbepaling 2019 is vastgesteld op € 40.000,- (dit is € 18.032,- minder dan in 2018).
Dit bedrag wordt volledig en naar rato verdeeld onder de scholen; in tegenstelling tot voorgaande jaren gaat er geen budget naar de bovenschoolse buffer, aangezien deze nog voldoende gevuld is vanuit eerdere jaren.
Per 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs ingevoerd. Scholen blijven verantwoordelijk voor de inzet en bekostiging van diagnostiek voor het bepalen en bieden van inzet van extra (onderwijs) ondersteuning. De gemeente Oegstgeest onderstreept het belang van goede diagnostiek. Als aanvulling op de rijksmiddelen voor passend onderwijs stelt de gemeente daarom uren zorgbepaling beschikbaar. Het aantal door de gemeente ingekochte uren t.b.v. zorgbepaling wordt naar rato van het aantal leerlingen op de basisscholen verdeeld, op basis van het aantal leerlingen op 1 oktober van het voorafgaande jaar.
Een bovenschoolse buffer blijft bij OA gereserveerd voor scholen die (onvoorzien) uren tekort komen. Scholen kunnen hier gemotiveerd een beroep op doen bij OA. Wanneer meerdere scholen een beroep op de bovenschoolse buffer doen, krijgt Het DOK voorrang. Dit vanwege het feit dat het een sterk groeiende school betreft, die benadeeld wordt doordat de verdeling van de budgetten gebaseerd wordt op leerlingaantallen op peildatum 1 oktober 2018.
De verdeling op basis van bovenstaande en het vastgestelde subsidieplafond (zie onder ‘VI Subsidieplafond’ hieronder) ziet er als volgt uit:
Uren (afgerond en op basis van uur tarief OA voor advies 201 9 = € 103 ,-) |
Uren (afgerond en op basis van uur tarief OA voor leerling-onderzoek 201 9 = € 8 7 ) |
|||
Scholen die aan het eind van het jaar budget overhouden, mogen dit tot een bedrag van € 5.000,- meenemen naar het volgende jaar (om fluctuaties in gebruik op te vangen). Alles boven de € 5.000,- wordt overgeheveld naar de bovenschoolse buffer, zodat het ten goede kan komen aan scholen die het nodig hebben. Wanneer de bovenschoolse buffer boven de € 5.000,- komt, wordt het bedrag erboven herverdeeld over de scholen.
Vanuit psychologische/pedagogische benadering:
Kort adviesgesprek (geen trajectbegeleiding) ter versterking van IB'er in de afstemming/ samenwerking met de ouders en leerkrachten. Hoe ondersteun je de leerkracht zodat de leerkracht aansluit bij de onderwijsbehoefte van de leerling. Hoe maak je ouders deelgenoot, hoe ben je transparant in de stappen die je neemt.
4 ONDERSTEUNING VAN OUDERS EN LEERKRACHTEN
Vanuit een systemische benadering met de IB'er, leerkracht én ouders.
5 AANSLUITEN BIJ ONDERSTEUNINGTEAM
OA sluit op verzoek van school aan bij OT's waarin zij meedenkt over de onderwijszorgbehoefte van een of meerdere leerlingen.
De leerlingonderzoekers en onderwijszorgadviseurs werken vanuit een integrale visie: Welke leerlingondersteuning heeft dit kind in deze school op dit moment nodig om tot optimaal leren te komen?
Het organiseren/uitvoeren van ondersteuning aan leerlingen (na de zorgbepaling) wordt beschouwd als een verantwoordelijkheid voor de school in het kader van passend onderwijs, evenals coaching/nascholing van een leerkracht of team omdat deze onvoldoende functioneert of de deskundigheid te kort schiet. Wanneer de zorg bepaald is en er aanvullende ondersteuning, cq. coaching en/of nascholing nodig is, financiert de school dit vanuit eigen middelen.
p.s. Vergoede zorg sociaal emotionele of gedragsmatige ontwikkeling
wordt, na goedkeuring door de verzekering, vergoedt vanuit de basis GGZ en valt dus niet onder of gaat niet af van de door de Gemeente Oegstgeest beschikbare subsidiegelden voor zorgbepaling. Deze vergoede zorg is voor kinderen en jongeren die ondersteuning nodig hebben bij hun sociaal-emotionele of gedragsmatige ontwikkeling. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan:
Bijlage 3 Preventieve logopedie in de schoolse periode
I Aanduiding van de voorziening
Preventieve logopedie in de schoolse periode
De inzet van uren is bedoeld voor logopedische screening bij 5-jarige kleuters (bij voorkeur individueel), advisering en nader onderzoek, zo nodig doorverwijzing van leer-lingen naar een vrijgevestigde logopedist voor langdurige behandeling, controles/monitoring bij leerlingen uit groep 1 t/m 8 op verzoek van school en ouders en voorlichting aan ouders en professionals.
III Periode waarvoor de voorziening wordt toegekend
Toekenning in natura per kalenderjaar. De gemeente geeft voor het totale subsidiebedrag een beschikking af voor het afnemen van logopedie in de schoolse periode bij één of meer aanbieders. Voor 2019 is dit Stichting Onderwijs Advies (OA).
IV Criteria voor toekenning van een voorziening
Voor deze voorziening komen in aanmerking door het rijk bekostigde scholen voor basis-onderwijs.
De gemeenteraad stelt jaarlijks in de gemeentebegroting het totale beschikbare budget ten behoeve van logopedie vast. Het budget wordt vervolgens verdeeld over de schoolse en voorschoolse periode. Het subsidieplafond voor de schoolse periode wordt voor 2019 vastgesteld op € 37.260,-. Dit is net als in 2018 minder dan de jaren ervoor i.v.m. verschuiving van inzet van uren naar de voorschoolse periode in het kader van vroegtijdige preventie. Aanvullend in 2019 is dat de gemeente preventieve logopedie (observaties en advies) in de voorschoolse periode inzet bij álle kinderopvangorganisaties in Oegstgeest en uren t.b.v. VVE-groepen worden uitgebreid.
Het budget voor schoolse logopedie wordt volledig en naar rato verdeeld onder de scholen; in tegenstelling tot voorgaande jaren gaat er geen budget naar de bovenschoolse buffer.
Voor de basisscholen met één vestiging geldt een vaste voet van 30 uur per kalenderjaar en voor scholen met twee vestigingen een vaste voet van 45 uur per kalenderjaar (in 2018 40 uur). De variabele uren worden naar rato verdeeld op basis van het aantal 4- en 5-jarigen op 1 oktober 2018 (de activiteit ‘preventieve logopedie’ betreft vooral screening van kleuters en de leeftijdsopbouw van de diverse scholen verschilt nogal).
De verdeling op basis van bovenstaande en het vastgestelde subsidieplafond ziet er als volgt uit:
Het uurtarief van € 69,00 in 2019 is gelijk aan dat van 2018.
Bijlage 4 Gemeentelijk vakonderwijs
I Aanduiding van de voorziening
De gemeente Oegstgeest stelt aanvullende middelen beschikbaar ter bevordering van de kwaliteit van het onderwijs in lichamelijke opvoeding en het muziekonderwijs voor de groepen 3 tot en met 8.
De gemeente verzendt vóór 1 mei 2019 aanvraagformulieren naar de scholen. De aanvragen dienen vóór 1 juni 2019 door de scholen bij de gemeente te zijn ingediend. Peildatum is de situatie per 1 februari 2019.
Voor deze voorziening komen in aanmerking door het rijk bekostigde scholen voor basisonderwijs en speciaal onderwijs.
Basisscholen komen in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten voor het bewegingsonderwijs als de leerlingen van de groep 3 tot en met 8 van de school ten minste één keer per week (minimaal 40 minuten) bewegingsonderwijs krijgen van een speciaal hiertoe opgeleide vakleerkracht (Alo of post-hbo vakbekwaamheid bewegingsonderwijs). Indien één of meer groepen geen bewegingsonderwijs van een vakleerkracht ontvangen, kan dit naar rato van de tegemoetkoming worden afgetrokken. Peildatum is 1 februari van het betreffende kalenderjaar.
Wanneer een school niet voldoet aan de criteria voor bewegingsonderwijs en dus niet (geheel) in aanmerking komt voor de subsidie, mag een aanvraag worden ingediend voor inzet van gelden voor ‘nat’ bewegingsonderwijs bij Optisport Poelmeer. De gemeente vergoedt 50% van de werkelijke kosten tot het maximale subsidiebedrag (zie tabel).
Basisscholen komen in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten voor het muziekonderwijs als zij kunnen aantonen dat (een deel van de) leerlingen van groep 3 tot en met groep 8 muziekles ontvangen van een daartoe bevoegde muziekdocent of dat nascholing van het onderwijsteam plaatsvindt door een bevoegd vakdocent. Deze kan aangesteld zijn bij het schoolbestuur, maar dit kan ook een contract met bijvoorbeeld BplusC zijn. De gemeentelijke vergoeding is niet hoger dan de werkelijk gemaakte kosten door de school.
Het totale beschikbare bedrag wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld, door vaststelling van de gemeentebegroting. Voor het jaar 2019 is in totaal begroot € 66.456,- (hetzelfde als in 2018).
Van het bedrag van € 66.456,- is 60% beschikbaar voor bewegingsonderwijs = € 39.874,-. Het totaal aantal leerlingen op 1-10-2018 was: 2.834, dus € 14,07 per leerling (was € 14,18).
Van dit bedrag is 40% beschikbaar voor muziekonderwijs = € 26.582,-. Het aantal leerlingen op 1-10-2018 was: 2.834, dus € 9,38 per leerling (was € 9,45).
Voor bewegingsonderwijs en muziekonderwijs zijn apart bedragen per leerling vastgesteld (zie onder ‘V Subsidieplafond’). De vergoeding per school per kalenderjaar bedraagt maximaal het vastgestelde bedrag per leerling voor deze voorziening, vermenigvuldigd met het aantal leerlingen op 1 oktober van het voorafgaande jaar. De gemeente stelt de subsidie vast bij tijdige ontvangst van de aanvraag en keert deze uiterlijk vóór 1 augustus 2019 uit.
De verdeling op basis van bovenstaande en het vastgestelde subsidieplafond ziet er als volgt uit:
Bijlage 5 Natuur- en milieueducatie
I Aanduiding van de voorziening
Lesprojecten, excursies en lesmaterialen op het gebied van natuur- en milieueducatie die het Milieu Educatie Centrum Oegstgeest (verder: MEC) aanbiedt aan basisscholen en speciaal onderwijs.
III Periode waarvoor de voorziening wordt toegekend
Toekenning in natura per kalenderjaar. De gemeente geeft voor het totale subsidiebedrag een beschikking af aan het MEC.
IV Criteria voor het toekennen van een voorziening
Voor deze voorziening komen in aanmerking door het rijk bekostigde scholen voor basis-onderwijs en speciaal onderwijs.
De gemeenteraad stelt jaarlijks in de gemeentebegroting het maximaal beschikbare bedrag vast. Het totale subsidieplafond voor het MEC is voor 2019 vastgesteld op € 7.400,-. De activiteiten in het kader van de voorziening ‘Natuur- en Milieueducatie’ voor de basisscholen, maken hier onderdeel vanuit. Het richtbedrag voor de scholen is € 500,- per school.
Bijlage 6 Voorziening haalbaarheidsonderzoek
I Aanduiding van de voorziening
Voorziening haalbaarheidsonderzoek
Dit betreft een onderzoek naar de mogelijkheden om te komen tot het realiseren van één van de volgende voorzieningen huisvesting onderwijs:
III Periode waarvoor de voorziening wordt toegekend
De voorziening wordt toegekend voor het kalenderjaar waarop het vastgestelde programma voorzieningen huisvesting onderwijs van toepassing is.
IV Criteria voor toekenning van de voorziening
Aanspraak op deze voorziening ontstaat op het moment dat het voornemen bestaat te komen tot het realiseren van een uitbreidingsgebied of een herstructurering van een wijk, waarbij onderzoek moet uitwijzen of één van de onder I genoemde voorzieningen moet worden gerealiseerd. Het onderzoek moet uitwijzen:
De kosten maken onderdeel uit van de totale kosten van de planontwikkeling en worden per afzonderlijk krediet beschikbaar gesteld. Er geldt geen bekostigingsplafond.
Na het afronden van de werkzaamheden wordt door het bevoegd gezag of het college inzicht gegeven in de gemaakte kosten. Daarbij wordt vermeld of tot de kosten ook behoren de kosten van het maken van een (schets)ontwerp voor de te realiseren accommodatie. Wordt besloten het project te realiseren conform het in het projectplan opgenomen (schets)ontwerp, dan worden de kosten van het maken van het (schets)ontwerp in mindering gebracht op investeringsbedrag dat voor het realiseren van deze voorziening is opgenomen in het programma voorzieningen huisvesting onderwijs.
In de situatie dat een nieuwbouwwijk wordt gerealiseerd of een herstructurering van een wijk plaatsvindt, wordt over het algemeen eerst een onderzoek ingesteld met vragen als:
Dit betekent dat er in principe een haalbaarheidsonderzoek plaatsvindt naar de noodzaak en omvang van de voorzieningen in het gebied, zonder dat er zekerheid bestaat of er een voorziening moet worden gerealiseerd.
Is vervolgens de conclusie dat er een voorziening wordt gerealiseerd, dan kan het betreffende bevoegd gezag een aanvraag indienen voor het bekostigen van de voorziening.
De kosten van het haalbaarheidsonderzoek komen volledig voor rekening van de gemeente, tenzij er gedurende het onderzoek kosten zijn gemaakt die een relatie hebben met de ontwikkeling van het bouwplan. Zijn het aanwijsbare kosten, dan worden deze kosten betrokken bij het beschikbaar stellen van het investeringsbedrag op het moment dat de voorziening in het programma is opgenomen. Dit bedrag wordt dan in mindering gebracht op het bedrag dat het bevoegd gezag ontvangt voor het realiseren van de investering. Deze kosten zijn in principe vergelijkbaar met het voorbereidingskrediet, waarvan sprake is in artikel 3 van de ‘verordening voorzieningen huisvesting onderwijs’.
Bijlage 7 Voorzieningen lokaal bewegingsonderwijs
I Aanduiding van de voorziening
Voorzieningen lokaal bewegingsonderwijs
Het betreft onderhoud of aanpassing van een lokaal voor bewegingsonderwijs.
De aanvraag voor het bekostigen van de voorziening moet uiterlijk vóór 1 februari van het jaar voorafgaande aan het jaar van bekostiging bij het college worden ingediend. Bij de aanvraag moeten worden overgelegd:
III Periode waarvoor de voorziening wordt toegekend
De voorziening wordt toegekend voor het jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag is ingediend. Is het niet mogelijk om de voorziening in het toegekende jaar te realiseren, dan moet het bevoegd gezag voor 1 september van het toegekende jaar bij het college een gemotiveerd verzoek indienen om uitstel van de uitvoering van de voorziening. Het college beslist voor 1 november daaropvolgend.
IV Criteria voor toekenning van de voorziening
Voor deze voorziening komt in aanmerking het bevoegd gezag van een school of neven-vestiging voor:
speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, dat juridisch eigenaar is van een school voor basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs die zich bevindt op het grondgebied van de gemeente en juridisch eigenaar is van een lokaal bewegingsonderwijs dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente.
De noodzaak van de voorziening:
‘ingebruikneming’ blijkt uit het feit dat het desbetreffende gebouw niet voldoet aan de inrichtingseisen voor lokalen bewegingsonderwijs voor het basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs en het geschikt maken van het gebouw met redelijke kosten, dit ter beoordeling van het college, te verwezenlijken is;
Bovenstaande voorzieningen komen voor bekostiging in aanmerking als op basis van een prognose, die voldoet aan de in bijlage II van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Oegstgeest 2015 gestelde vereisten, het gebouw nog ten minste vier jaar voor het bewegingsonderwijs noodzakelijk is, tenzij er een andere, goedkopere, voorziening mogelijk is. Dit ter beoordeling van het college.
Voor deze voorziening wordt geen subsidieplafond gehanteerd. Het geld kan worden onttrokken aan de ‘Voorziening onderhoud gymnastieklokalen’ in de gemeentebegroting.
VI Wijze waarop de voorziening wordt toegekend
Als gevolg van de wetswijziging per 1 januari 2015 vervalt de zorgplicht voor de gemeente voor het bekostigen van onderhoud en aanpassen lokalen bewegingsonderwijs. Desondanks blijft de gemeente verantwoordelijk voor het vaststellen van de vergoeding voor onderhoud en aanpassen van de lokalen bewegingsonderwijs, maar nu als onderdeel van de vergoeding materiële instandhouding (artikel 136 Wpo en artikel 130 Wec).
Voor het vaststellen van de hoogte van het bedrag van de bekostiging bestaan twee mogelijkheden:
het handhaven van de huidige procedure, waardoor de bekostiging van onderhoud en aanpassen van niet-gemeentelijke lokalen voor bewegingsonderwijs niet afhankelijk is van het aantal klokuren gebruik, maar op een gelijke wijze plaatsvindt als het onderhoud en aanpassen van gemeentelijke lokalen voor bewegingsonderwijs.
Mede omdat het, gelet op de verscheidenheid in oppervlakte en soort lokalen bewegingsonderwijs praktisch ondoenlijk is om een bedrag per klokuur vast te stellen, is gekozen voor de in deze bijlage beschreven procedure.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-109313.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.