Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent uitvoeringsbepalingen Regeling uitvoeringsbepalingen hoofdstuk 3 CAR gemeente Vijfheerenlanden

Regeling uitvoeringsbepalingen hoofdstuk 3 CAR

 

Inhoudsopgave

  • I. Begripsbepalingen

  • II. Vaststelling salaris (artikel 3:3 CAR)

  • III. Salarisverhoging (artikel 3:4 CAR)

  • IV. Salaris bij bevordering naar hogere schaal (artikel 3:6 CAR)

  • V. Salaristoelagen

  • VI. Beschikbaarheidsdiensten (artikel 3:13 CAR)

  • VII. Ambtsjubileumgratificatie (artikel 3:19 CAR jo punt 13 overgangsrecht gemeenten Leerdam en Zederik)

  • VIII. Beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties (artikel 3:20 CAR)

  • IX. Inwerkingtreding

  • X. Citeertitel

 

I. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    CAR:

    Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten;

  • b.

    Ambtenaar:

    hij die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan;

  • c.

    Salaris:

    maandbedrag dat binnen de salarisschaal aan de ambtenaar is toegekend, naar evenredigheid van diens formele arbeidsduur;

  • d.

    Functie:

    het geheel van werkzaamheden, dat door de ambtenaar is te verrichten conform artikel 3:1 CAR.

 

II. Vaststelling salaris (artikel 3:3 CAR)

  • a.

    De wijze van functievervulling wordt vastgelegd door middel van een jaarlijks personeelsbeoordelingsgesprek (waarover nog nader afspraken te maken zijn) en wordt voorts getoetst aan de voor de functionaris geldende functiebeschrijving.

  • b.

    Bij aanstelling in de eerst lagere schaal dan de functieschaal vindt na één jaar bevordering naar de functieschaal plaats, tenzij de vooraf op te maken beoordeling zich verzet tegen deze bevordering.

  • c.

    Degene die bij aanstelling of plaatsing in een nieuwe functie reeds een aantal jaren zodanig in hetzelfde vakgebied werkzaam is geweest dat de verwachting duidelijk gerechtvaardigd is dat de functie van het begin af goed en volledig zal worden vervuld, wordt ingedeeld in de functieschaal.

 

III. Salarisverhoging (artikel 3:4 CAR)

  • 1.

    Periodieke salarisverhoging

  • a.

    De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van 1 januari van het eerstvolgende jaar na aanstelling en nadien telkens na één jaar.

  • b.

    Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid aan de ambtenaar voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van het bevoegde gezag aanleiding bestaat.

  • 2.

    Extra salarisverhoging

  • a.

    Het bevoegde gezag kan aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, op grond van een beoordeling (waarover nog nadere afspraken te maken zijn) een extra salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, toekennen op grond van:

  • buitengewone bekwaamheid, geschiktheid of ijver;

  • andere door het bevoegde gezag van voldoende belang geachte omstandigheden.

  • b.

    Bij de toepassing van lid a. blijft het tijdstip waarop ingevolge onderdeel III.1.a van deze regeling een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij het bevoegde gezag anders bepaalt.

  • 3.

    Onthouding periodieke salarisverhoging

  • a.

    Bij – op grond van een beoordeling (waarover nog nadere afspraken te maken zijn) blijkende – onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de ambtenaar kan het bevoegde gezag bepalen dat ten aanzien van hem salarisverhogingen, als bedoeld in artikel 3:4 CAR, achterwege worden gelaten.

  • b.

    Het bevoegde gezag kan nadien bepalen dat de salarisverhogingen, die met toepassing van lid a. achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog worden toegekend.

  • c.

    Van een beslissing tot toepassing van lid a. wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, in ieder geval vóór de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen die tot de beslissing hebben geleid.

 

IV. Salaris bij bevordering naar hogere schaal (artikel 3:6 CAR)

Wanneer voor de ambtenaar een hogere salarisschaal gaat gelden, wordt het salaris in de nieuwe salarisschaal vastgesteld op de periodiek die volgt na het naasthogere bedrag in de nieuwe salarisschaal ten opzichte van het salaris dat geldt voorafgaand aan de bevordering.

V. Salaristoela gen

  • a.

    De in artikel 3:8 en artikel 3:9 CAR genoemde salaristoelagen zijn niet hoger dan 10% van het salaris van de betrokken medewerker, met dien verstande dat de som van het salaris en die toelage het hoogst bedrag van de naast hogere salarisschaal niet overschrijdt. Aan het toekennen van de in artikel 3:8 CAR genoemde functioneringstoelage ligt een beoordeling (waarover nog nadere afspraken te maken zijn) ten grondslag.

  • b.

    De toelage wordt (binnen één respectievelijk drie jaar) ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij het bevoegde gezag van oordeel is, dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk voor de vastgestelde duur te handhaven.

  • c.

    Medewerkers die op basis van artikel 3:8 CAR een functioneringstoelage is toegekend, komen niet meer in aanmerking voor de eenmalige gratificatie zoals is geregeld in onderdeel VIII van deze regeling.

 

VI. Beschikbaarheidsdiensten (artikel 3:13 CAR)

De regeling beschikbaarheidsdiensten in artikel 3:13 CAR is niet van toepassing op de piketdienst in het kader van de crisisbeheersing. De piketdienst crisisbeheersing vindt regeling in de in regionaal verband overeengekomen regelingen piketdienst crisisbeheersing.

VII. Ambtsjubileumgratificatie (artikel 3:1 9 CAR jo punt 13 overgangsrecht gemeenten Leerdam en Zederik)

Buiten de in artikel 3:19 CAR geregelde ambtsjubileumgratificatie voor alle medewerkers bestaat voor de medewerkers die tot 1 januari 2018 in dienst van de gemeenten Leerdam en Zederik of in dienst van GLZ werkzaam zijn tot 1 januari 2021 - op basis van eerder overeengekomen afspraken – op grond van artikel 3:5:1:1 en 3:5:1:2 van de per 1 januari 2016 ingetrokken Lokale arbeidsvoorwaardenregeling op de volgende wijze aanspraak op een aanvullende ambtsjubileumgratificatie:

Artikel 3:5:1:1

Aan de ambtenaar die gedurende 12,5 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld, wordt een bruto gratificatie toegekend overeenkomende met een kwart van het salaris en de salaristoelagen en van de vakantietoelage waarop de ambtenaar in de maand van zijn jubileum aanspraak heeft.

Artikel 3:5:1:2

De ambtenaar die tot het bereiken van de 65-jarige leeftijd of later doorwerkt, ontvangt een gratificatie gelijk aan zijn bruto salaris en salaristoelagen van een maand.

VIII. Beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties (artikel 3:20 CAR)

  • a.

    Op grond van een beoordeling (waarover nog nadere afspraken te maken zijn) kunnen medewerkers jaarlijks in aanmerking komen voor een eenmalige gratificatie.

  • b.

    In een nadere regeling wordt een methodiek voor personeelsbeoordeling vastgesteld, inclusief de normen voor toekenning.

 

IX. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking na bekendmaking en heeft met terugwerkende kracht rechtskracht per 1 januari 2018.

X. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling uitvoeringsbepalingen hoofdstuk 3 CAR gemeente Vijfheerenlanden”.

Naar boven