Eerste wijziging Legesverordening 2019, gemeente Leiden

De raad van de gemeente Leiden:

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (Raadsvoorstel 19.0028 van 2019), gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

mede gezien het advies van de commissie,

 

BESLUIT

 

  • 1.

    vast te stellen de navolgende Verordening tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van leges 2019

Artikel I

De verordening op de heffing en invordering van leges 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

Titel 1, hoofdstuk 7 (overige publiekszaken) dient als volgt te worden gelezen:

 

Hoofdstuk 7

Overige publiekszaken

 

 

1.7.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag

 

 

1.7.1.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: het maximaal te heffen bedrag, zoals dit laatstelijk door het Rijk is vastgesteld.

 

 

1.7.1.2

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

13,40

1.7.1.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

13,40

1.7.1.4

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het Nederlanderschap

13,40

1.7.1.5

tot het verkrijgen van een gezondheidspas, lijkenpas of verklaring omtrent personen of zaken

13,40

1.7.1.6

tot het verkrijgen van een bewijs van opneming in de basisregistratie personen (BRP) of het Register Niet Ingezetenen (RNI), of een af te geven verklaring uit een van deze administraties, in het bijzonder belang van de aanvrager verstrekt

13,40

1.7.1.7

Tot het verkrijgen van een vertaling in de vorm van een meertalig modelformulier voor zaken genoemd in 1.7.1.2 tot en met 1.7.1.6

13,40

 

Titel 3, hoofdstuk 1 (Horeca) dient als volgt te worden gelezen:

 

Hoofdstuk 1

Horeca

 

 

3.1.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet (Stb. 1964, 386)

553,81

 

Indien de aanvraag als bedoeld in 3.1.1 een wijziging van de rechtsvorm inhoudt waarbij alleen het aantal personen van de onderneming vermindert, is het verschuldigde bedrag

470,75

3.1.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het bijschrijven van een leidinggevende, het doorhalen van een aantekening als bedoeld in artikel 30a, eerste lid onder a van de Drank- en Horecawet, dan wel het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet (verandering van een inrichting)

111,70

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking.

 

Artikel III  

Deze verordening wordt aangehaald als “eerste wijziging Legesverordening 2019”.

 

Gedaan in de openbare raadsvergadering van 18 april 2019,

de Griffier,

de Voorzitter,

Naar boven