VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING GRONINGEN 2009

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

 

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders van Groningen d.d. 20 juli 2018;

BESLUIT:

 

Vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009.

Artikel I

Na artikel 2:47 wordt toegevoegd een nieuw artikel 2:47A dat als volgt komt te luiden:

Artikel 2:47A Verbod verspreiding hinderlijke rookgassen

 

  • 1.

    Het is verboden om op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, hinderlijke rookgassen te verspreiden.

     

  • 2.

    Een rechthebbende van een gebouw met een publieke/openbare functie kan een verzoek indienen bij het college tot het opnemen van een bepaald gebied in een aanwijzingsbesluit.

     

  • 3.

    Bij toewijzing van het verzoek, als bedoeld in lid 2, draagt de rechthebbende zorg voor een juiste uitvoering daarvan.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 september 2018.

De voorzitter,

De griffier,

Toelichting

In lid 1 van dit artikel is een verbod op genomen om op door het college aangewezen gebieden hinderlijke rookgassen te verspreiden. Vaak blijkt dat het niet goed mogelijk is om bepaalde openbare gebouwen te betreden, zonder door een walm van rook te moeten gaan. Onder die rookgassen vallen in elk geval het roken van tabaksproducten en aanverwante producten, zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Tabaks- en rookwarenwet. Naast dat het roken van tabaksproducten en aanverwante producten voor overlast zorgt, zijn er mogelijk nog andere hinderlijke rookgassen die voor overlast zorgen. Met dit artikel is ook beoogd om het verspreiden van deze rookgassen op bepaalde plaatsen te kunnen verbieden.

 

Lid 2 van dit artikel geeft een rechthebbende van een publieke/openbare functie de mogelijkheid om een verzoek in te dienen bij het college om een bepaald gebied op te nemen in het aanwijzingsbesluit. De regeling sluit dus aan op de bedoeling om het mogelijk te maken zonder rookhinder een openbaar gebouw met publieke functie te betreden. Niet om bijvoorbeeld appartementencomplexen of ingangen van particuliere woningen rookvrij te maken, hoezeer dat ook door bewoners zou worden gewenst.

 

De grootte van het aan te wijzen gebied moet passen bij de noodzaak om zonder hinder het gebouw te kunnen betreden. Zo kan bijvoorbeeld het bestuur van een bassischool verzoeken om het terrein voor de ingang van deze basisschool op te nemen in het aanwijzingsbesluit. De beoordeling daarvan is maatwerk, maar het moet duidelijk zijn dat dit voorstel niet beoogt algemeen toegankelijke terreinen als pleinen, plantsoenen en parken in zijn geheel rookvrij te maken.

 

Lid 3 geeft de rechthebbende zelf de plicht om nadere uitvoering te geven aan het aanwijzingsbesluit. Van de rechthebbende wordt verwacht om bijvoorbeeld duidelijke, door de gemeente goedgekeurde, borden en tekens te plaatsen om duidelijk te maken dat in dat gebied het verbod tot verspreiding van hinderlijke gassen geldt. Ook bij de feitelijke handhaving is de rechthebbende het eerst aan zet. Verwacht mag worden dat deze in eerste instantie mensen aanspreekt op onwenselijk gedrag.

 

Naar boven