Gemeenteblad van Zevenaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zevenaar | Gemeenteblad 2018, 99601 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zevenaar | Gemeenteblad 2018, 99601 | Overige besluiten van algemene strekking |
Interne richtlijnen buitengewoon verlof en lokale verlofafspraken gemeente Zevenaar 2018
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Zevenaar:
Na overeenstemming in de commissie Bijzonder Georganiseerd Overleg;
INTERNE RICHTLIJNEN BUITENGEWOON VERLOF EN LOKALE VERLOFAFSPRAKEN GEMEENTE ZEVENAAR 2018
In de Zevenaarse Arbeidsvoorwaarden Regeling (CAR-UWO) en in de Wet Arbeid en Zorg (WAZ) zijn regelingen opgenomen met betrekking tot het toekennen van buitengewoon verlof. Onderstaand schema bevat een nadere uitwerking van een aantal specifieke situaties. Tevens zijn een aantal richtlijnen opgenomen met betrekking tot de wijze van toekenning.
Daar waar niets ten aanzien van de bezoldiging staat opgenomen, is er sprake van behoud van 100% bezoldiging.
Artikel 1 Overlijden (6:4 CAR-UWO + 4:1, lid 2 WAZ)
Overlijden van de echtgeno(o)t(e), de geregistreerd partner of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont, of van een 1e graads familielid. Hieronder wordt verstaan: (schoon- / stief- / pleeg- /adoptief-) ouders en kinderen.
Duur: Vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van begrafenis /crematie. Maximaal vijf aaneengesloten dagen.
Artikel 2 Huwelijk (6:4:1 CAR-UWO)
Bij huwelijk of geregistreerd partnerschap
De dag waarop huwelijk wordt gesloten c.q. het partnerschap wordt geregistreerd.
Geen bijzonder verlof wordt toegekend voor de ondertrouw of voor het tekenen van een samenlevingscontract.
De melding wordt gedaan bij het afdelingshoofd in verband met de wijziging in het personeelsinformatiesysteem.
Artikel 3 Geboorte (6:4 CAR-UWO + 4:1 en 4:2 WAZ)
Buitengewoon verlof wordt toegekend voor de dag van de bevalling van de echtgenote, de geregistreerd partner of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont.
De werknemer van wie de echtgenote, de geregistreerd partner of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont, is bevallen, heeft recht op twee werkdagen kraamverlof. Deze twee dagen (al dan niet aansluitend) kunnen gedurende een termijn van vier weken na de bevalling worden opgenomen. Het kraamverlof wordt uitgebreid met het recht op 3 dagen (onbetaald) ouderschapsverlof.
Artikel 4 Adoptie- en pleegverlof (artikel 6:8 CAR-UWO + artikel 3:2 en 3:9 WAZ)
Het recht op adoptie- en pleegverlof ontstaat bij het adopteren van een kind of het opnemen van een kind in het gezin van de medewerker. Voorwaarde is dat er op grond van de WAZ recht moet bestaan op adoptie- en pleegverlof.
De aanvraag moet worden ingediend bij het UWV.
Ten hoogste 4 aaneengesloten weken. Deze weken moeten worden opgenomen in een tijdvak van 26 weken, naar keuze van de medewerker.
100% (loon + WAZ-uitkering samen).
Dit verlof wordt schriftelijke aangevraagd bij UWV en het afdelingshoofd.
Het verlof wordt toegekend door het UWV en het afdelingshoofd.
Artikel 5 Calamiteiten en ander kort verzuimverlof (artikel 6:4 CAR-UWO + artikel 4:1 e.v. WAZ)
De medewerker heeft recht op buitengewoon verlof in geval van calamiteiten en ander kort verzuim. Hierbij kan gedacht worden aan zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden (vb. plotselinge ziekte van kinderen of partner, brand, gesprongen waterleidingen etc.), een verplichting van de overheid die niet in vrije tijd kan plaatsvinden ( vb. aangifte overlijden; uitoefening van het actief kiesrecht).
In de WAZ en de CAR-UWO staan geen vast aantal dagen (“naar billijkheid te berekenen”) Richtlijn Zevenaar: De tijd die noodzakelijk is om maatregelen te treffen. Noodzaak kan ook achteraf worden aangetoond.
Bij samenloop tussen calamiteitenverlof en kortdurend zorgverlof (zie hierna), eindigt het calamiteitenverlof in ieder geval na 1 dag.
De wordt vooraf gedaan bij het afdelingshoofd. In acute noodsituaties zo spoedig mogelijk achteraf, maar in ieder geval binnen 24 uur.
Artikel 6 Kortdurend zorgverlof (artikel 6:4:3 CAR-UWO + artikel 5:1 e.v. WAZ) )
Recht op kortdurend zorgverlof bestaat indien de medewerker voorziet in de noodzakelijke verzorging van een zieke. Dit kan naast directe familieleden als ouder, partner en kind ook gaan om grootouder, kleinkind, huisgenoot of vriend(in).
Het wordt ook mogelijk kortdurend zorgverlof en langdurend zorgverlof op te nemen om mensen die niet directie familie zijn te helpen. Naast de partner, ouder of het kind, mag de werknemer dus ook zorgverlof opnemen voor een broer, zus, kleinkind of vrienden en bekenden.
Er moet wel sprake zijn van noodzakelijke verzorging. Dit betreft niet alleen de behoefte aan zorg maar ook de omstandigheid dat de zorg door de betreffende medewerker moet worden verleend en niet op een andere wijze kan worden vervuld. Als een ander de zorg op zich kan nemen, wordt er niet voldaan het criterium “noodzakelijk”. Wanneer meerdere personen de zorg op zich nemen is het redelijk dat het aantal uren over die personen verdeeld wordt.
Per jaar maximaal twee maal de arbeidsduur per week. Bij een volledige betrekking dus maximaal 72 uur per jaar.
Van het aantal toegekende verlofuren (maximaal 72 uur) komt 50% voor rekening van de werkgever en 50% voor rekening van de medewerker.
Door middel van een schriftelijk verzoek bij het afdelingshoofd kan het kortdurend verlof worden aangevraagd. In acute noodsituaties is dit uiteraard niet mogelijk. Dan moet de medewerker het opnemen van verlof zo spoedig mogelijk melden. De noodzaak tot verzorging moet dan achteraf worden aangetoond.
Artikel 7 Langdurend zorgverlof (artikel 6:4:1a CAR-UWO en artikel 5:9 e.v. WAZ)
De medewerker heeft recht op langdurend zorgverlof wanneer hij/zij voorziet in de noodzakelijke verzorging van een zieke. Dit kan naast directe familieleden als ouder, partner en kind ook gaan om grootouder, kleinkind, huisgenoot of vriend(in). Duur: In een periode van 12 achtereenvolgende maanden maximaal zes maal de arbeidsduur per week. Standaardvorm van opname is de helft van de arbeidsduur voor een periode van 12 weken. Afwijking is in overleg tussen werkgever en werknemer mogelijk. Maximaal spreiding over 18 weken.
Het verlof wordt voor 50% doorbetaald indien langdurend zorgverlof is toegekend.
De aanvraag kan minimaal twee weken voor aanvang schriftelijk worden ingediend bij het afdelingshoofd.
Het verlof wordt toegekend door het afdelingshoofd. Bij langdurend zorgverlof wordt opbouw vakantiedagen verminderd (artikel 6:4:1a, lid 4) .
Artikel 8 Zwangerschaps- en bevallingsverlof (artikel 6:7 CAR-UWO en artikel 3:1 e.v. WAZ)
De vrouwelijke medewerker heeft bij zwangerschap en bevalling recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof. Het zwangerschaps- en bevallingsverlof duren samen 16 weken, vermeerderd met het aantal dagen dat het kind later wordt geboren dan de vermoedelijke bevallingsdatum. De medewerkster heeft gedurende het verlof recht op doorbetaling van haar volledige bezoldiging. Bij langdurige ziekenhuisopname van het kind (langer dan een week) kan het bevallingsverlof maximaal 10 weken langer duren.
Met ingang van 1 april 2018 duurt het zwangerschaps- en bevallingsverlof voor vrouwen die zwanger zijn van een tweeling of meerling 20 weken.
Door middel van het formulier uiterlijk drie weken voor de dag van ingang van het zwangerschapsverlof indienen bij de afdeling P&O.
Voor de toekenning van dit verlof ontvangt de medewerker een brief van P&O.
Het bevallingsverlof dat overblijft vanaf 6 weken na de datum van de bevalling kan in delen worden opgenomen.
Artikel 9 Ouderschapsverlof (artikel 6:5 e.v. CAR-UWO, artikel 6:1 e.v. WAZ)
Ouders hebben recht op ouderschapsverlof voor kinderen onder de leeftijd van 8 jaar. Er is recht op maximaal 26 maal de arbeidsduur per week aan ouderschapsverlof. De helft hiervan is betaald ouderschapsverlof. Werknemers kunnen meteen na indiensttreding bij een nieuwe werkgever een verzoek om ouderschapsverlof indienen. Medewerkers kunnen zelf bepalen hoe het ouderschapsverlof wordt verdeeld en opgenomen.
Door middel van het formulier uiterlijk drie maanden voor ingang van het verlof.
Voor de toekenning van dit verlof ontvangt de medewerker een brief van P&O.
Artikel 10 Vakbondsverlof (artikel 6:4:2 CAR-UWO)
Een medewerker die kaderlid is van een vakbond evenals de vakbondsconsulent en de arbeidsvoorwaardenadviseur kunnen recht hebben op buitengewoon verlof voor het bijwonen van bepaalde vakbondsvergaderingen. Omvang van het verlof is gebonden aan een maximum (zie artikel 6:4:2 CAR-UWO)
Dit verlof moet schriftelijk worden ingediend bij het afdelingshoofd.
Het verlof wordt toegekend door het afdelingshoofd.
Voor vergaderingen van de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg kan worden volstaan met voorafgaande melding bij en afhandeling door de direct leidinggevende.
Artikel 12 Goede vrijdag en Bevrijdingsdag
De medewerker heeft recht op buitengewoon verlof indien de werkdag valt op Goede vrijdag of Bevrijdingsdag.
Artikel 13 Personeelsuitje (personeelsvereniging)
Deelname aan het personeelsuitje dat wordt georganiseerd door de personeelsvereniging wordt aangemerkt als werktijd indien en voor zover dat uitje plaatsvindt op een voor de medewerker geldende werkdag.
De medewerkers die meedoen aan de Liemerse Sportdag, krijgen hiervoor buitengewoon verlof overeenkomstig de normaliter op die dag voor de medewerker geldende norm(werk)tijd.
Artikel 15 Vrij besteedbare uren
Naast het reguliere verlof heeft de medewerker ( die op 31 december 2017 in dienst was van de gemeente Rijnwaarden of Zevenaar) in het kader van flexibele werktijden per 1 januari 2018 de mogelijkheid om op jaarbasis 1,5 maal 7,2 uur (op basis van 36-uur, naar rato) verlof vrij te besteden en in te zetten. Deze verlofdagen kunnen niet ingezet worden in het IKB en zullen bij uitdiensttreding niet verrekend worden bij de eindafrekening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-99601.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.