BOMENVERORDENING 2018 Gemeente Wierden

ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Boom houtachtig, opgaande beplanting, zowel vitaal als afgestorven.

  • b.

    struik(en) inheems houtige beplanting zonder duidelijke hoofdstam.

  • c.

    bos zelfstandige (blokvormige) eenheid van beplanting die een oppervlakte grond beslaat van tien are of meer en met een breedte van 20 meter of meer.

  • d.

    Landschapselement: aaneengesloten (lijnvormige) eenheid van struiken en/of bomen, gelegen buiten de bebouwde kom Wnb. bijvoorbeeld: bomenrij, geriefhout, knotbomen, singels, houtwallen een boomgaard.

  • e.

    Boomgaard; een perceel grond waarop meer dan tien hoogstam fruitbomen staan die niet bedrijfsmatig en economisch geëxploiteerd worden.

  • f.

    Houtopstand een boom, bos, of een landschapselement.

  • g.

    landschappelijk waarde de waarde die ontstaan is door een schakering van losstaande of verbonden landschapselementen en bomen. Deze elementen vormen tezamen het landschap.

  • h.

    cultuurhistorische waarde de waarde van hoogteverschillen, of de bijzondere waarde van de ligging van een landschapselement. Het gaat om waarden die te herleiden zijn aan de hand van historische kaarten (voor 1940).

  • i.

    beeldbepalende waarde de toegevoegde waarde van een boom of meerdere bomen binnen de stedenbouwkundige structuur.

  • j.

    Beschadigen het snoeien of aantasten waardoor meer dan 30% van het kroon- of wortelvolume van een boom afsterft en/of weggenomen is.

  • k.

    Kappen het verwijderen van het bovengrondse deel van een boom.

  • l.

    Rooien het met wortel en al verwijderen van een houtopstand.

  • m.

    vellen/velling rooien, kappen of het verrichten van andere handelingen die de dood of beschadiging van een houtopstand tot gevolg kunnen hebben.

  • n.

    Dunnen kappen van een boom als verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand.

  • o.

    bestendig beheer het rooien van opslag, of het regelmatig wegnemen van takken of het kappen als onderhoudsmaatregel bij een boom of struik die al eerder op een dergelijke wijze is gesnoeid. Voorbeeld: kandelaberen, knotten en afzetten.

  • p.

    Opslag niet aangeplant houtig gewas met een diameter van 10 centimeter of minder, wat door zaad of uitlopers is ontstaan en groeit in een sloot, berm, gras- of bouwland.

  • q.

    Herplant het aanplanten van een boom of bomen, struikvormers na velling.

  • r.

    Compensatie het herstellen en/of verbeteren van landschappelijke- cultuurhistorische waarde door het uitvoeren van een door het bevoegd gezag vastgesteld groenplan.

  • s.

    Groenplan een door het college goed te keuren - door de grondeigenaar opgesteld plan waarop staat wat er verwijderd wordt en waar er herplant en/of gecompenseerd wordt.

  • t.

    Wabo Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

  • u.

    Vergunning omgevingsvergunning (Wabo) voor de activiteit het (doen) vellen van een houtopstand

  • v.

    Melding een melding overeenkomstig artikel 4.2 van de Wet natuurbescherming

  • w.

    Wnb Wet natuurbescherming

  • x.

    Bestemming aanduiding in het bestemmings- of omgevingsplan

  • y.

    College college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden.

  • z.

    bevoegd gezag het bevoegd gezag overeenkomstig hetgeen in de Wabo is vastgelegd.

 

ARTIKEL 2: Verboden

 

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag een houtopstand te vellen.

  • 2.

    Het college stelt beleidsregels vast die betrekking hebben op de waarden, de criteria (artikel 4) en de voorschriften (artikel 5).

 

ARTIKEL 3: Vrijstellingen

 

De in artikel 2 in lid 1 van deze verordening gestelde verboden gelden niet voor:

  • a.

    beplanting gelegen in een bos met de bestemming bos;

  • b.

    houtopstanden gelegen in de bestemmingen:

  • c.

    wegen en/of verkeer;

  • d.

    (dag- en verblijfs-) recreatie;

  • e.

    sport;

  • f.

    natuur;

  • g.

    water.

  • h.

    het vellen van coniferen, fruitbomen, wilg(en) en populier(en), met uitzondering van een boomgaard(en), knotwilg(en) en grove den(en);

  • i.

    één of meerdere bomen die staan op een kavel waarop een woonhuis staat en waarvan de oppervlakte van het kadastrale perceel minder dan 500m2 bedraagt;

  • j.

    één of meerdere bomen, niet behorend tot een landschapselement, met een stamdiameter tot 40 centimeter gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld;

  • k.

    bestendig beheer en dunnen, mits de stamdiameter van de bomen niet meer dan 40 centimeter bedraagt, gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld;

  • l.

    het vellen van bomen, of het verwijderen van een landschapselement, ter uitvoering van een door het college of de gemeenteraad van Wierden vastgesteld ruimtelijkplan en/of een groenplan.

  • m.

    noodkap: kappen en snoeien van (delen van) bomen vanwege aantoonbaar gevaar voor de mens en/of de omgeving.

 

ARTIKEL 4: Criteria

 

  • 1.

    Een vergunning kan worden verleend indien de aanvraag voldoende is gemotiveerd, en:

    • a.

      er door een deskundige is aangetoond:

      • dat een boom gevaarlijk is;

      • dat de boom binnen 10 jaar geveld moet worden vanwege een slechte vitaliteit (gezondheid);

      • dat er een verkeersgevaarlijke situatie is- of kan ontstaan.

    • b.

      de belangen van de aanvrager zwaarder wegen dan de beeldbepalende-, landschappelijke- en/of cultuurhistorische waarden en voor zover er geen gelijkwaardige alternatieven bestaan waardoor een boom (bomen) en/of landschapselement(en) behouden kan blijven.

ARTIKEL 5: Voorschriften

 

Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kunnen behoren:

  • a.

    het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzing moet worden herplant en/of gecompenseerd. In het voorschrift wordt telkens bepaald binnen welke termijn de herplant moet worden gerealiseerd en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen;

  • b.

    het voorschrift dat een geldelijke bijdrage gestort dient te worden in een fonds waaruit landschappelijke projecten gefinancierd worden;

  • c.

    voorschriften ter bescherming van nabijgelegen beplanting.

ARTIKEL 6: Instandhoudings- en herplantplicht

 

  • 1.

    Indien in strijd met artikel 2 van deze verordening is gehandeld, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond en/of de overtreder de verplichting opleggen de beeldbepalende, landschappelijke en of cultuurhistorische waarden te herstellen overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door het bevoegd gezag te stellen termijn.

  • 2.

    Het bevoegd gezag kan het bovenstaande lid ook van toepassing verklaren in het geval er niet aan de voorschriften, zoals bedoeld in artikel 5 van deze verordening, is voldaan.

ARTIKEL 7: Nadere bepalingen

 

De afstand, zoals bedoeld in artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek, wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en voor struiken nihil.

 

ARTIKEL 8: Overgangsbepaling

 

De aanvragen, die zijn ingediend voor het in artikel 9 genoemde moment van inwerkingtreding, vallen onder de verordening die van kracht was voorafgaande aan deze verordening.

 

ARTIKEL 9: Slotbepaling

 

Deze verordening kan worden aangehaald als: Bomenverordening 2018 Gemeente Wierden.

Deze verordening treedt in werking 8 dagen na bekendmaking. Op datzelfde tijdstip vervalt de Bomenverordening gemeente Wierden 2010.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Wierden d.d. 6 maart 2018.

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

drs. W.H.J. Wienk ing. J.H.M. Robben

Naar boven