Gemeente Borger-Odoorn, Regenboog model

 

Regenboogmodel

met de vormen van hulp- en dienstverlening in het sociaal domein inclusief de mate van impact en het kostenniveau

Meedoen naar vermogen

In de kadernota 2012-2016, ‘Meedoen naar vermogen’, stelde de gemeenteraad de kaders vast voor de herinrichting van het gemeentelijk sociaal domein. Aanleiding: de overheveling van de taakvelden, werk, jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning, door het rijk naar de gemeenten met ingang van 2015. De drie decentralisaties.

Twee hoofdlijnen uit de nota? Eén: een andere blik op het sociaal domein. En twee: een verbinding tussen werken, welzijn, jeugdzorg en gezondheidszorg.

Visie en uitgangspunten

De nota ‘Meedoen naar vermogen’ formuleert de volgende visie. Het is aan mensen zelf (en hun omgeving) om iedereen op een gezonde wijze te laten meedoen, jong en oud, gezin of alleenstaande. Waar dat echt niet lukt, zal de gemeente aanvullende acties ondernemen en het mogelijk maken om dit alsnog (zoveel mogelijk) voor elkaar te krijgen. Bij de visie werden de volgende uitgangspunten geformuleerd:

-decentraal wat kan - centraal wat moet

(lokaal werken, zoveel mogelijk in vier geografische leefgebieden)

  • -

    zo dichtbij - en zo licht mogelijk

  • -

    iedereen doet naar vermogen mee

  • -

    er is sprake van wederkerigheid: mensen zetten hun talenten in voor de lokale gemeenschap (voor zover eventuele beperkingen dat toelaten) - eigen kracht en mogelijkheden worden zoveel mogelijk benut

(ook van de eigen netwerken en van het dorp)

  • -

    zoveel mogelijk preventief werken om duurdere 2e lijnszorg te voorkomen

  • -

    één gezin, één plan, één regisseur (werd later in BOCE-verband toegevoegd)

Toegang tot hulp- en dienstverlening

Om de hulp- en dienstverlening betaalbaar te houden moet er efficiënter worden gewerkt. Twee aspecten noemt de nota daarbij van belang.

  • -

    Biedt de toegang aan dichtbij waar mensen wonen en actief zijn.

  • -

    Zorg dat het verhaal niet iedere keer aan andere hulp- of dienstverleners verteld moet worden.

Om dit te realiseren zal worden gewerkt met het ‘keukentafelconcept’, vanuit de vier geografische leefgebieden in de gemeente - en in de steunstees.

Keukentafelgesprek

Hier moet het volgens ‘Meedoen naar vermogen’ bij het keukentafelgesprek om gaan.

1.Vraagverheldering in het eerste gesprek.

De generalistische hulpverlener probeert het hele plaatje duidelijk te krijgen. Hierbij worden alle leefgebieden van de cliënt betrokken

(scholing, arbeid, vrije tijd, gezondheid etc.)

2.Vaststellen of - en welke ondersteuningsbehoefte er is (zo licht - en dichtbij mogelijk).

  • a.

    Geen of een lichte vorm van ondersteuning: er wordt een beroep gedaan op de eigen kracht/verantwoordelijkheid, het eigen netwerk en informele zorg.

  • b.

    De cliënt heeft enige (lichte) ondersteuning nodig (informele zorg en/of algemene/collectieve voorzieningen) en levert waar mogelijk ook tegenprestaties (activering). Hierbij kan een casemanager ingezet worden, zeker bij problemen op meerdere terreinen.

  • c.

    De cliënt heeft zwaardere ondersteuning nodig en wordt ondersteund in verdere doorgeleiding naar de specialistische zorg in de tweede lijn, maar nog steeds met zoveel mogelijk eigen regie en inspanningen van de cliënt.

De regie wordt niet overgenomen! De mantelzorgers (en de vrijwilligers die mogelijk helpen) worden bij het ondersteuningsproces betrokken.

Het regenboogmodel

(zie volgende pagina)

Het samenbrengen en visualiseren van visie en uitgangspunten voor de herinrichting van het sociale domein samen met de uitgangspunten voor het keukentafelgesprek, leidde bij de verdere uitwerking van ‘Meedoen naar vermogen’ tot het ontwikkelen van het bijgevoegde zogenoemde regenboogmodel.

Het regenboogmodel wil twee zaken in beeld brengen.

  • 1.

    De vele beschikbare vormen van hulp- en dienstverlening in het sociaal domein.

  • 2.

    De oplopende zwaarte, de oplopende impact voor de cliënt en de oplopende kosten van de vormen van hulp- en dienstverlening voor de gemeente.

Het regenboogmodel geeft de sociale teams, de beleidsmakers én de cliënt bijna in een oogopslag een helder beeld van beide bovengenoemde aspecten. Het is een uitwerking van de visie, een doorontwikkeling van het beleid vanuit de inhoud, een onderlegger voor toekomstig beleid en een hulpmiddel voor de uitvoering tegelijk.

 

 

De gemeente wil - zichtbaar gemaakt in het model ook - blijven inzetten op preventie. Beginnend bij kind en huishouden. Omdat daar het begin is dat je voor jezelf leert zorgen, en voor anderen. Daar ligt de basis voor een sterke zelfvoorzienende burger. En dus voor sterke zelfvoorzienende gemeenschappen.

Vier clusters - vier kleuren: overzicht

De verschillende vormen van hulp- en dienstverlening zijn gerangschikt in de volgende vier clusters (gekleurde bogen in het model).

  • 1.

    Sociaal netwerk

  • 2.

    Algemene voorzieningen

  • 3.

    Collectieve voorzieningen

  • 4.

    Individuele voorzieningen

Vanuit het huishouden gezien beginnend met:

  • -

    het sociaal netwerk, (groen, dichtbij, lage impact en ‘gratis’) en eindigend in

  • -

    2e lijns specialistische voorzieningen (rood, verder af, hoge impact en kostbaar).

In het model zelf staan de concrete voorbeelden van vormen van sociale hulp- en dienstverlening.

De waarde van het model ligt in het overzicht dat het geeft van de vele beschikbare vormen van voorzieningen en diensten in het sociaal domein. Maar nog meer in het feit dat het zoals gezegd, in één oogopslag zichtbaar maakt dat de voorzieningen oplopen naar zwaarte, naar impact voor de cliënt, én naar kosten voor de gemeente.

Beproefd

Het regenboogmodel is gedurende 2013 al vele malen in zeer diverse overlegvormen, intern én extern, gepresenteerd, bediscussieerd én omarmd als basis en hulpmiddel om de vele voorzieningen in het sociaal domein concreet in beeld te brengen. Ook in het kader van de drie gedecentraliseerde werkvelden. Maar tot nu toe werd het model - in tegenstelling tot de de nota ‘Meedoen naar vermogen’, waarvan het in feite een uitwerking is - niet officieel vastgesteld.

Naar boven