Verordening tot wijziging van de Marktverordening gemeente Dordrecht (eerste wijziging)

 

De RAAD van de gemeente Dordrecht;

 

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 28 juni 2016, kenmerk SBH/1654626;

 

gelet op artikel 149 en 169, lid 4 Gemeentewet;

 

overwegende dat:

  • -

    op 16 december 2014 de Marktverordening 2015 is vastgesteld;

  • -

    de Markt Advies Commissie (MAC) signaleert dat een aantal van de artikelen in deze Marktverordening voor onduidelijkheid zorgt onder de marktkooplieden;

  • -

    in overleg met de MAC is besloten een aantal wijzigingen door te voeren die de dagelijkse werkbaarheid op de markten moeten bevorderen;

  • -

    het college heeft besloten onder een opschortende voorwaarde tot het wijzigen van het Instellingsbesluit markten;

  • -

    het college de raad in de gelegenheid stelt om zijn wensen en bedenkingen over dit besluit ter kennis van het college te brengen;

  • -

    het college de gemeenteraad in diens voorstel de raad gemotiveerd adviseert om tegen het voornemen geen wensen en bedenkingen te hebben;

 

 

b e s l u i t :

 

1. vast te stellen de navolgende

Verordening tot wijziging van de Marktverordening gemeente Dordrecht (eerste wijziging)

Artikel I  

De Marktverordening gemeente Dordrecht wordt als volgt gewijzigd.

  • A.

    Na artikel 4 wordt -onder vernummering van 5 tot en met 26 tot 6 tot en met 27- een nieuw artikel 5 ingevoegd, luidende:

    Artikel 5

    Bedienvergunning

    • 1.

      het is verboden, zonder bedienvergunning van het college, vergunninghouders en degenen die hen vervangen of bijstaan, tegen betaling te voorzien van voedsel of dranken bestemd voor consumptie ter plaatse.

    • 2.

      Een bedienvergunning geldt voor onbepaalde tijd, tenzij de vergunning anders bepaalt.

    • 3.

      De vergunning vermeldt welke artikelen van deze verordening van toepassing zijn.

    • 4.

      Artikel 12, lid 1 en lid 2 en artikel 14 Marktverordening gemeente Dordrecht is van overeenkomstige toepassing.

       

  • B.

    Artikel 11, lid 4 komt te luiden:

    • 4.

      Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste, tweede of derde lid, kan een werknemer van de vergunning¬houder de vergunning voor een vaste standplaats en het aantal kramen dat in de basis aan de vergunninghouder werd uitgegeven krijgen, indien hij ten minste vijf jaar onafgebroken in het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt op de markt en zich gedurende dezelfde periode jaarlijks heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • C.

    Artikel 12, lid 1 sub b komt te luiden:

    • b.

      binnen twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 11.

  • D.

    Aan artikel 12, lid 2 wordt een sub g toegevoegd, luidende:

    • g.

      als de vergunninghouder, in verband met zijn ziekte, langer dan twee jaar aaneengesloten afwezig is geweest.

  • E.

    Artikel 12, lid 4 komt te luiden:

    • 4.

      Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 13 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk bij aanvangstijd van de markt heeft ingenomen en volledig verkoopklaar is, vervalt de vergunning voor de rest van de dag, tenzij de marktmeester op tijdig verzoek van de vergunninghouder de standplaats voor hem beschikbaar houdt.

  • F.

    Artikel 13, lid 6 komt te luiden:

    • 6.

      Het is de vergunninghouder verboden zich, behoudens toestemming van de marktmeester, langer dan 240 minuten van zijn standplaats op de markt op het Statenplein/Sisarijs- of Sarisgang te verwijderen. Gedurende zijn afwezigheid mag zijn standplaats niet onbeheerd achtergelaten worden en is hij verplicht om bij aanvang en bij afsluiting van de marktdag de hem toegewezen standplaats persoonlijk in te nemen.

  • G.

    Aan artikel 13 wordt een lid 7 toegevoegd, luidende:

    • 7.

      In afwijking van het bepaalde in lid 6 is de vergunninghouder verboden zich, behoudens toestemming van de marktmeester, langer dan 120 minuten van zijn standplaats op de markt in Dubbeldam (Damplein) te verwijderen. Gedurende zijn afwezigheid mag zijn standplaats niet onbeheerd achtergelaten worden en is hij verplicht om bij aanvang en bij afsluiting van de marktdag de hem toegewezen standplaats persoonlijk in te nemen.

  • H.

    Na artikel 13 wordt- onder vernummering van artikel 14 tot en met 27 tot 15 tot en met 28- een artikel ingevoegd, luidende:

    Artikel 14

    Procedure bij ziekte

    • 1.

      De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte verhinderd is zijn standplaats in te nemen, dient voor aanvang van de betreffende marktdag de marktmeester daarvan in kennis te stellen.

    • 2.

      Bij verwachte afwezigheid van de vergunninghouder wegens ziekte langer dan één week deelt de vergunninghouder dit schriftelijk mee aan het college.

    • 3.

      In geval van ziekte kan het college op aanvraag van de vergunninghouder hem toestemming verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen, voor een eenmalige periode van maximaal twee jaar, door een met name genoemde persoon.

  • I.
    • 1.

      Een vergunning voor een dagplaats kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vergunning voor een vaste standplaats, omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 13.

    Artikel 15, lid 1 komt te luiden:

  • J.

    Artikel 16, lid 1 komt te luiden:

    • 1.

      Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 15, tweede tot en met zesde lid.

  • K.

    Artikel 27 komt te luiden:

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.

 

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan.

 

 

  • 2.

    geen wensen en bedenkingen ter kennis aan het college te brengen ten aanzien van het voornemen van het college om te besluiten tot het wijzigen van het Instellingsbesluit markten.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 augustus 2016.

De griffier, De voorzitter,

A.E.T. Wepster A.A.M. Brok

Naar boven