Privacybeleid Drechtsteden

 

Inhoud

1. Inleiding

1.1 Aanleiding 5

2 Uitgangspunten

2.1 Doelstellingen van het beleid

2.2 Begrippenkader

2.3 Juridisch kader – basiseisen uit de AVG

2.4 Wijze van inrichten gegevensverwerking

2.5 Doelgroep

2.6 Ingangsdatum

3 Rechten van betrokkenen

3.1 Recht op inzage van gegevens (artikel 15 AVG)

3.2 Recht op rectificatie van gegevens (artikel 16 AVG)

3.3 Recht op gegevenswissing, recht op "vergetelheid" (artikel 17 AVG)

3.4 Recht op beperking van de verwerking (artikel 18 AVG) 133.5 Kennisgevingsplicht inzake rectificatie, wissing of beperking (artikel 19 AVG)

3.6 Recht op overdraagbaarheid gegevens, dataportabiliteit (artikel 20 AVG) 134 Werkprocessen

4.1 Omgaan met persoonsgegevens

4.2 Bewustwording

4.3 Verplichte maatregelen en procedures

4.4 Dataclassificatie

4.5 Bewaren van gegevens

4.6 Delen van gegevens

4.7 Open communicatie

4.8 Meldpunt datalekken

4.9 Verwerkersovereenkomst

5 Governance

5.1 Verantwoordelijken voor uitvoering en naleving AVG

5.2 Verantwoording aan de gemeenteraad, de Drechtraad en Algemeen Besturen

5.2.1 Functionaris Gegevensbescherming

5.2.2 Adviseur Gegevensbescherming

5.2.3 Privacy-coördinatoren

5.2.4 Privacy-adviseurs

5.2.5 Sturing en monitoring

 

1. Inleiding

1.1 Aanleiding  

Gemeenten en gemeentelijke organisaties verwerken persoonsgegevens om een dienst te verlenen, een product te leveren of om andere doelen te bereiken. Het belang van de gemeenten en gemeentelijke organisaties om persoonsgegevens te verwerken kan op gespannen voet staan met het privacybelang van de betrokkene op wie de verzamelde gegevens betrekking hebben.

 

Het beschermen van privacybelangen wordt vaak gezien als obstakel bij het uitvoeren van de werkzaamheden, omdat moet worden getoetst of aan de privacywetgeving wordt voldaan. Maar privacy is een belangrijk grondrecht. In de Grondwet is verankerd dat de overheid niet zomaar persoonlijke gegevens mag gebruiken. Het is een wettelijke verplichting dat overheidsorganisaties behoorlijk en zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens in verband met de privacy van betrokkenen. 

 

Overheidsorganisaties binnen de regio Drechtsteden hebben het derhalve hoog op de agenda staan om zo goed mogelijk de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) na te leven en zijn zich bewust dat iedereen recht heeft op bescherming van persoonsgegevens. Het onderhavig beleid is van toepassing binnen de navolgende overheidsorganisaties:

  • .

    Gemeente Alblasserdam

  • .

    Gemeente Dordrecht

  • .

    Gemeente Hardinxveld-Giessendam

  • .

    Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht

  • .

    Gemeente Papendrecht

  • .

    Gemeente Sliedrecht

  • .

    Gemeente Zwijndrecht

  • .

    Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden

  • .

    Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd

  • .

    Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

 

In dit document worden deze organisaties gezamenlijk verder aangeduid als "de Drechtsteden". De Drechtsteden hechten er waarde aan dat de verwerkingen van persoonsgegevens zorgvuldig, rechtmatig en veilig plaats vinden.

Om hier invulling aan te geven hebben de Drechtsteden privacybeleid[1] geformuleerd, waarin beschreven staat hoe om te gaan met de verwerking van persoonsgegevens.

In het privacybeleid staan kaders beschreven voor het verwerken van privacygevoelige informatie of te wel persoonsgegevens, de bescherming van deze gegevens en omgang met deze gegevens. Dit beleid dient als kapstok, waarbij voor een specifiek vakgebied een beheerplan of privacy-protocol dient te worden opgesteld.

Het privacybeleid sluit aan bij het Informatiebeveiligingsbeleid Drechtsteden. Immers, informatiebeveiliging en het veilig en verantwoord werken met persoonsgegevens overlappen elkaar voor een groot deel. Voor het borgen van de bescherming van persoonsgegevens is het naleven van wat is geregeld in het Informatiebeveiligingsbeleid Drechtsteden dan ook van cruciaal belang.

De Autoriteit Persoonsgegevens (verder te noemen AP) is de externe toezichthouder op een behoorlijke en zorgvuldige verwerking van persoonsgegevens binnen Nederlandse organisaties, waaronder overheden. Er kan vanaf 25 mei 2018 een boete worden opgelegd door de AP die een substantieel en afschrikwekkend karakter zal hebben, indien zij een overtreding constateert (maximaal 20 miljoen euro). De colleges van de gemeenten en het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regelingen zijn verantwoordelijk voor een juiste verwerking van persoonsgegevens. In dit document worden zij gezamenlijk met de term bestuursorganen aangeduid.

[1] De inwerkingtreding van dit beleid kan per organisatie verschillend zijn. Dit in verband met mogelijke diverse data van vaststellingen van het beleid door de afzonderlijke organisaties.

 

2. Uitgangspunten

2.1 Doelstellingen van het beleid

Doelstelling van het beleid is dat binnen de Drechtsteden op een verantwoordelijke wijze en binnen wettelijke kaders met privacy gevoelige gegevens wordt omgegaan. Binnen de wettelijke kaders proberen de Drechtsteden creatieve oplossingen te vinden om de regulieren werkprocessen en innovaties goed uit te kunnen voeren.

Het wettelijk kader voor bescherming van persoonsgegevens wordt, naast vele specifieke wetten, aangegeven door de AVG. De eisen die de AVG stelt aan het verwerken van persoonsgegevens zijn dan ook zorgvuldig geïmplementeerd in de Drechtsteden. Als startpunt is het verplichte bewustwordingsprogramma voor alle medewerkers opgezet. De privacybescherming kan zo stapsgewijs worden verhoogd en vormt de basis voor de vergroting van het privacy-bewustzijn en de verdere professionalisering binnen alle lokale organisaties.

De Drechtsteden willen onder andere hiermee bereiken dat:

  • .

    de basis voor een goed geïmplementeerd privacybeleid wordt gegarandeerd en dat alle medewerkers zich ten volle bewust zijn van de noodzakelijkheid van een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens. Dit vormt de basis voor een toepassing van de wettelijke eisen en voor een respectvolle omgang met de persoonsgegevens van betrokkenen;

  • .

    de rechten van betrokkenen worden gerespecteerd en in onze procedures zijn verankerd;

  • .

    het vertrouwen van betrokkenen in de overheid niet wordt beschaamd;

  • .

    uitvoering van het privacybeleid binnen de Drechtsteden gezamenlijk en integraal, gericht wordt opgepakt, zodat de wettelijke eisen goed geïmplementeerd zijn;

  • .

    het onderwerp breed wordt gedragen binnen alle bestuurlijke en ambtelijke lagen van de Drechtsteden, als onderdeel van zowel uitvoering van de wettelijke opgave, goed werkgeverschap, opdrachtnemerschap en opdrachtgeverschap;

  • .

    de kans op financiële schade door het oplopen van boetes en reputatieschade wordt geminimaliseerd.

 

2.2. Begrippenkader

Begrippen die voor een goede uitvoering van het privacybeleid van groot belang zijn en worden gehanteerd binnen de AVG zijn:

* 

2.3 Juridisch kader – basiseisen uit de AVG

Bij de verwerking van persoonsgegevens staat respect voor de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen voorop. Er moet worden voorkomen dat er onnodige of te verregaande inbreuken worden gemaakt. De AVG regelt het algemene kader voor de omgang met persoonsgegevens binnen de landen van de Europese unie.

De AVG is de hoogste wetgeving voor privacybescherming en fungeert als een parapluwet die van toepassing is voor alle verwerkingen van persoonsgegevens door organisaties, zowel bedrijven als overheden. De uitgangspunten van de AVG zijn:

  • .

    Verwerking op rechtmatige, behoorlijke en transparante wijze (artikel 5a AVG);

  • .

    Verzamelen voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden (artikel 5b AVG);

  • .

    Alleen verwerking op één van de in de AVG opgenomen grondslagen (artikel 6 AVG).

Van belang is dat persoonsgegevens worden verwerkt voor een duidelijk omschreven doel, de doelbinding. Hieruit kan de grondslag voor verwerking vastgesteld worden. De grondslagen zijn limitatief opgesomd in artikel 6 AVG. Vervolgens moet worden vastgesteld dat de verwerkte persoonsgegevens proportioneel zijn (worden er niet meer gegevens verwerkt dan noodzakelijk voor het uitoefenen van de taak) en dat aan het subsidiariteitsbeginsel wordt voldaan (is er een voor de betrokkene minder belastende manier om de taak uit te voeren).

Bijzondere categorieën van persoonsgegevens zijn persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, of het lidmaatschap van een vakbond blijken, en verwerking van genetische gegevens, biometrische gegevens met het oog op de unieke identificatie van een persoon, of gegevens over gezondheid, of gegevens met betrekking tot iemands seksueel gedrag of seksuele gerichtheid blijkt (artikel 9 AVG). Financiële gegevens en het BSN zijn gevoelige persoonsgegevens. Het verwerken van bijzondere en gevoelige persoonsgegevens (artikel 9 AVG) en het verder verwerken van reeds verzamelde gegevens (artikel 6.4 AVG), is zelfs aan zeer strikte voorwaarden gebonden.

De betrokkene kan altijd inzage of wijziging van de verwerkte persoonsgegevens opvragen.

Om het proces van gegevensverwerking ordelijk te laten verlopen en betrokkenen (burgers) makkelijk toegang te geven tot de Drechtsteden, stelt de GR Drechtsteden één of meerdere personen aan voor de functie van Functionaris Gegevensbescherming (FG) die als zodanig kan functioneren voor zichzelf en voor de aangesloten gemeenten[1]. Daarnaast kunnen de andere Gemeenschappelijke Regelingen dezelfde FG aanwijzen voor hun eigen organisatie.

De gemeenten hebben de wettelijk verplichting om gegevensbescherming te borgen. Dit moeten zij doen door technische en organisatorische maatregelen te treffen[1]. Informatieveiligheid is hier een groot onderdeel van. Samen met onder andere informatiebeheer, het juridisch kader en privacy-bewustzijn zorgt informatieveiligheid voor de borging van bescherming van privacygevoelige gegevens. Voor de informatieveiligheid werken de Drechtsteden binnen de kaders van het Informatiebeveiligingsplan en de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG).

Het privacybeleid Drechtsteden gaat uit van het voldoen aan de eisen van de AVG en de Uitvoeringswet AVG.[2] Daarnaast zijn er diverse specifieke wetten, zoals de BRP, WMO, Jeugdwet, Politiewet, die aanvullende eisen stellen aan privacybescherming. Deze wetten worden in dit beleidsstuk niet ingevuld. Deze wetten worden later meegenomen in de uitwerking van het privacybeleid, omdat deze wetten vanzelfsprekend van belang zijn voor de medewerkers die op basis van deze wetten taken uitvoeren.

[1]Zie artikel 15 AVG.

[2] Op het moment van schrijven van dit privacybeleid, medio 2017, is deze Uitvoeringswet nog in de consultatiefase.

 

2.4 Wijze van inrichten gegevensverwerking

Door het cyclische karakter van de aangegeven maatregelen en door privacy vast op de agenda's van de verschillende verantwoordelijken in de regio te geplaatsen, ontstaat een continue proces van veranderen en verbeteren. De kwaliteit van het omgaan met privacyvraagstukken wordt verhoogd door op verschillende niveaus en vanuit verschillende rollen telkens weer de PDCA-cyclus[1] te doorlopen. Hierdoor ontstaat een evenwichtig privacy-beheersingssysteem.

Leidinggevenden en medewerkers moeten privacy als onderdeel van hun werk- overleggen opnemen. Door de Drechtsteden kan advies worden gevraagd aan het Juridisch Kenniscentrum (JKC) van het Servicecentrum Drechtsteden (SCD). Organisaties werken zo actief aan privacy-bewustzijn, het opbouwen van kennis bij medewerkers en aan verantwoorde procesuitvoering.

Het borgen van de privacy is onlosmakelijk verbonden met informatiebeveiliging. Om afdelingen te ondersteunen zullen experts ingezet worden op het gebied van gegevensverwerking en informatiebeveiliging. Deze experts werken nauw met elkaar samen.

[1] De Cirkel van Deming: Plan-Do-Check-Act. Continue verbeter cirkel.

 

2.5 Doelgroep

Het privacybeleid voor de Drechtsteden is van toepassing op alle taken en processen waar de individuele gemeenten en de Drechtsteden voor verantwoordelijk zijn. Dit privacybeleid en een juiste uitvoering hiervan richt zich tot alle interne en externe medewerkers[1] binnen de Drechtsteden. Het is vooral gericht op diegenen die werken met persoonsgegevens, dan wel persoonsgegevens laten verwerken door externe partners. De bestuurders en het management spelen een belangrijke rol bij de besluitvorming over dit onderwerp en de sturing ervan in de planning- & control cyclus.

[1] In dit verband is een medewerker iemand die werkzaam is bij of werkzaamheden verricht voor / in opdracht van een organisatie binnen de Drechtsteden.

 

2.6 Ingangsdatum

De AVG is per 25 mei 2018 van kracht en zal per die datum worden gehandhaafd door de AP. De Nederlandse Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp) en de Europese Richtlijn 95/46, waarop de Wbp is gebaseerd, komen per gelijke datum te vervallen.

 

3. Rechten van betrokkenen

Binnen de AVG krijgen betrokkenen nieuwe privacy rechten en hun bestaande rechten worden sterker. Organisaties die persoonsgegevens verwerken krijgen meer verplichtingen. De nadruk ligt, meer dan onder de Wbp, op de verantwoordelijkheid van organisaties om te kunnen aantonen dat zij zich aan de wet houden (accountability).

De rechten van de betrokkene moeten binnen de organisaties op transparante wijze zijn ingericht. Betrokkenen hebben recht op:

  • .

    op inzage van gegevens (artikel 15 AVG);

  • .

    op rectificatie van gegevens (artikel 16 AVG);

  • .

    op gegevenswissing, recht op "vergetelheid" (artikel 17 AVG);

  • .

    beperking van de verwerking (artikel 18 AVG);

  • .

    kennisgevingplicht inzake rectificatie, wissing of beperking (artikel 19 AVG);

  • .

    op overdraagbaarheid van gegevens, dataportabiliteit (artikel 20 AVG).

 

3.1 Recht op inzage van gegevens (artikel 15 AVG)

De betrokkene heeft het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke uitsluitsel te krijgen over het al dan niet verwerken van hem betreffende persoonsgegevens en, wanneer dat het geval is, om inzage te verkrijgen van die persoonsgegevens.

De betrokkene heeft het recht om te informeren of zijn persoonsgegevens worden verwerkt. Als dat het geval blijkt, heeft hij recht op uitleg over het wat en het hoe, als ook op inzage en een kopie van zijn persoonsgegevens (zie nader artikel 20 AVG). De verwerkingsverantwoordelijke kan verlangen dat de betrokkene zich op adequate wijze identificeert. Het recht van inzage is mede bedoeld om uitoefening van de rechten van een rectificatie (artikel 16 AVG) gegevenswissing (artikel 17 AVG) of beperking (artikel 18 AVG) mogelijk te maken.

 

3.2 Recht op rectificatie van gegevens (artikel 16 AVG)

De betrokkene heeft het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke onverwijld een rectificatie van hem betreffende onjuiste persoonsgegevens te verkrijgen, met in achtneming van de doeleinden van de verwerking.

Wanneer verwerkte persoonsgegevens onjuist of onvolledig zijn, heeft de betrokkene het recht deze te laten corrigeren of aanvullen. Dit artikel is een uitwerking van artikel 5, lid 1, sub d, het beginsel van juistheid van persoonsgegevens.

De verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker moeten alle redelijke maatregelen nemen om er voor te zorgen dat onjuiste persoonsgegevens worden gerectificeerd. Het is daarbij irrelevant of de onjuistheden berusten op een fout van verwerkings-verantwoordelijke of verwerker.

 

3.3 Recht op gegevenswissing, recht op "vergetelheid" (artikel 17 AVG)

De betrokkene heeft het recht van de verwerkingsverantwoordelijke zonder onredelijke vertraging, wissing van hem betreffende persoonsgegevens te verkrijgen. De verwerkingsverantwoordelijke is verplicht persoonsgegevens zonder onredelijke vertraging te wissen wanneer dit van toepassing is.

Op grond van de beginselen van juistheid (artikel 5 AVG) en opslagbeperking (artikel 5 AVG) mogen persoonsgegevens niet langer worden bewaard dan nodig is voor het doel van hun verwerking. Het recht van gegevenswissing werkt dit nader uit tot een recht voor de betrokkene om overtollige persoonsgegevens gewist te krijgen met corresponderende plicht voor de verwerkingsverantwoordelijke (en uiteraard zijn verwerkers).

 

3.4 Recht op beperking van de verwerking (artikel 18 AVG)

De betrokkene heeft het recht van de verwerkingsverantwoordelijke de beperking van de verwerking te verkrijgen.

Beperking is enigszins circulair gedefinieerd (artikel 4 AVG) als het markeren van opgeslagen persoonsgegevens met als doel de verwerking ervan in de toekomst te beperken. Kort gezegd komt het erop neer dat men een tijdelijk slot op de verwerking van persoonsgegevens wil totdat een bezwaar of een probleem is opgelost.

 

3.5   Kennisgevingsplicht inzake rectificatie, wissing of beperking (artikel 19 AVG)

De verwerkingsverantwoordelijke stelt iedere ontvanger (niet zijnde betrokkene) aan wie persoonsgegevens zijn verstrekt, in kennis van elke rectificatie of wissing van betreffende persoonsgegevens of beperking van de verwerking overeenkomstig artikel 16 AVG, artikel 17 AVG en artikel 18 AVG, tenzij dit onmogelijk blijkt of onevenredig veel inspanning vergt. De verwerkings-verantwoordelijke verstrekt de betrokkene informatie over deze ontvangers indien de betrokkene hierom verzoekt.

Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke een rectificatie (artikel16 AVG) gegevenswissing (artikel 17 AVG) of beperking (artikel 18 AVG) van persoonsgegevens van betrokkene uitvoert, is hij verplicht alle ontvangers van die persoonsgegevens hierover in te lichten. Doel van deze kennisgeving is dat deze ontvangers de betreffende rectificatie, wissing of betrekking ook doorvoeren.

 

3.6 Recht op overdraagbaarheid gegevens, dataportabiliteit (artikel 20 AVG) 

Naast het al langer bekende recht van inzage in persoonsgegevens (artikel 15 AVG) introduceert de AVG een nieuw recht namelijk dataportabiliteit, oftewel overdraagbaarheid van persoonsgegevens.

De betrokkene heeft het recht de hem betreffende persoonsgegevens, die hij aan een verwerkingsverantwoordelijke heeft verstrekt, in een gestructureerde, gangbare en machinaal leesbare vorm te verkrijgen en hij heeft het recht die gegevens aan een andere verwerkingsverantwoordelijke over te dragen, zonder daarbij te worden gehinderd door de verwerkingsverantwoordelijke aan wie de persoonsgegevens waren verstrekt.

 

4. Werkprocessen

4.1 Omgaan met persoonsgegevens

Persoonsgegevens worden alleen verwerkt voor het uitvoeren van bepaalde wettelijke taken en vastgestelde regelingen. Zie ook paragraaf 2.3 Juridisch kader. In het merendeel van de gevallen worden persoonsgegevens door de betrokkene zelf verstrekt. Veel gebruikte gegevens of al bekende gegevens die zijn opgenomen in basisregistraties of andere authentieke bronnen, worden daaruit opgevraagd. Dit is in overeenstemming met het principe van 'eenmalige uitvraag en meervoudig gebruik' dat door de overheid en de gemeente wordt gepropageerd. Meestal worden gegevens in informatiesystemen opgenomen waar ze alleen toegankelijk zijn voor de medewerkers die belast zijn met het uitvoeren van de taak. Informatiesystemen moeten voldoen aan de eisen van de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG).

 

4.2 Bewustwording

Zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens is enerzijds een kwestie van het organiseren van een goede Informatieveiligheid en het zorgvuldig inrichten van werkprocessen, anderzijds is het een zaak van bewustwording en communicatie. Beleid en maatregelen zijn niet voldoende om risico’s op het terrein van het verwerken van persoonsgegevens uit te sluiten. Het bewustzijn wordt voortdurend aangescherpt, zodat kennis van risico’s wordt verhoogd en veilig en verantwoord gedrag wordt aangemoedigd.

De bedrijfscultuur in zijn geheel moet op een "bewust bekwaam" niveau van omgaan met persoonsgegevens worden gebracht. Er moet een constante afweging worden gemaakt tussen "need to know" en "nice to know", waarbij in de laatste categorie geen persoons- gegevens worden verwerkt.

Het is van groot belang dat medewerkers die daadwerkelijk werken met persoonsgegevens weten wat hun verantwoordelijkheid is en hoe zij zorgvuldig om dienen te gaan met persoonsgegevens. Zij dienen in staat te zijn om te beoordelen welke gegevens nodig zijn voor het uitvoeren van de werkprocessen. Er dienen niet te weinig maar ook niet te veel gegevens te worden verwerkt (artikel 5.1c AVG). De FG zorgt samen met de CISO ervoor dat informatie over gegevensbescherming en informatieveiligheid herhaaldelijk onder de aandacht wordt gebracht van leidinggevenden en medewerkers. Medewerkers worden getraind in privacy-bewust functioneren door middel van presentaties, workshops en trainingen, door de leermodules in de e-learningomgeving en het altijd voor handen hebben van een vraagbaak in de vorm van het SCD-JKC.

 

4.3 Verplichte maatregelen en procedures

Om te voldoen aan de eisen van de AVG zijn de verplichte registers ingericht. Verder zijn onderstaande maatregelen getroffen:

  • .

    In het Informatiebeveiligingsbeleid zijn richtlijnen, primair op basis van de BIG en risico-gedreven, beschreven waaraan processen en informatiesystemen moeten voldoen om gegevensbescherming te borgen. Deze richtlijnen gelden voor proceseigenaren die nieuwe en bestaande processen en informatiesystemen beheren;

  • .

    Er is een procedure voor standaard incidentbeheer ingericht, de

  • .

    Er is een procedure opgesteld waarin is vastgelegd hoe betrokkene(n) worden geïnformeerd bij een datalek;

  • .

    Alle gegevensverwerkingen waar persoonsgegevens worden verwerkt zijn in beeld

    gebracht en vastgelegd. Voor interne gegevensverwerkingen worden de gegevens opgeslagen en bijgehouden in het Register van verwerkingen, met aantekeningen van PIA's;

  • .

    Voor verwerkers worden de gegevens opgeslagen en bijgehouden in het Register van verwerkersovereenkomsten, convenanten en privacy protocollen;

  • .

    In het register voor aanvragen van betrokkenen wordt bijgehouden welke aanvragen er zijn vanuit betrokkenen en het afhandelingstraject van de aanvraag.

[1] Zie de procedure in Mozaiek: http://as-g-1mozaiekweb.sc.grid.internal/pls/dmoz/mozaiek/5406591

 

4.4 Dataclassificatie

Met dataclassificatie wordt de uitvoering van het privacybeleid ondersteund op gebied van informatiebeveiliging. De maatregelen die getroffen moeten worden op gebied van informatiebeveiliging om de gegevensbescherming te kunnen borgen, zijn niet voor elk proces en informatiesysteem hetzelfde. Dit is de reden dat het nodig is dat alle processen en informatiesystemen die gegevens verwerken een eigen dataclassificatie ontvangen. Dataclassificatie heeft als doel om de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van het proces en het informatiesysteem formeel te benoemen. Dit maakt inzichtelijk waarom maatregelen genomen moeten worden om de gegevens die verwerkt worden te beschermen. Elke proceseigenaar voorziet elk proces en informatiesysteem van dataclassificatie zoals deze is voorgeschreven vanuit de VNG door de Informatie Beveiligings Dienst[1] (Gemeenten IBD).

[1] http://www.binnenlandsbestuur.nl/Uploads/2014/2/13-1018-handreiking-dataclassificatie.pdf

 

4.5 Bewaren van gegevens

De AVG schrijft voor dat gegevens niet langer bewaard mogen worden dan noodzakelijk voor het doel waar ze voor nodig zijn. Dit doel wordt beschreven in verschillende wetten, daarom lopen de bewaartermijnen van persoonsgegevens uiteen. Daar waar er geen wettelijke bepaling is die voorziet in een verplichte bewaartermijn, dienen de bestuursorganen van de Drechtsteden een eigen besluit over de bewaartermijn te nemen. Daarnaast geldt de Archiefwet voor het bewaren van papieren en elektronische documenten.

 

4.6 Delen van gegevens

Een rechtstreeks gevolg van het uitvoeren van wettelijke taken en - regelingen is het verwerken van persoonsgegevens. Een betrokkene moet daarom inzien dat wanneer er een melding of aanvraag gedaan wordt, dit gepaard gaat met verwerking van zijn/haar gegevens. Het is hierom van belang dat de Drechtsteden betrokkene informeert hoe zijn of haar gegevens worden verwerkt.

In sommige situaties kan het nodig zijn dat gegevens worden gedeeld. Het delen van deze gegevens wordt niet uitgevoerd zonder de expliciete toestemming van betrokkenen of wettelijke grondslag.

 

4.7 Open communicatie

Binnen de Drechtsteden is het belangrijk dat betrokkenen erop kunnen vertrouwen dat zijn of haar persoonsgegevens zorgvuldig worden verwerkt. Dat vertrouwen wordt gecreëerd door inzichtelijk te maken, door middel van verschillende communicatie kanalen, op welke wijze persoonsgegevens worden verwerkt en beheerd. In uitzonderingsgevallen kunnen de Drechtsteden besluiten om bepaalde persoonsgegevens niet te verstrekken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij kwesties van openbare orde en veiligheid, zoals bij het vervolgen, voorkomen en opsporen van een strafbaar feit.[1]

In privacy-protocollen worden aanleidingen gedocumenteerd en wordt inzichtelijk:

  • .

    welke gegevens worden verzameld;

  • .

    waarom deze gegevens worden verzameld;

  • .

    hoe deze gegevens worden verzameld en bewaard:

  • .

    wanneer en wat er vervolgens met deze gegevens gebeurt;

  • .

    wie toegang heeft tot deze gegevens;

  • .

    welke rechten inwoners en ondernemers hebben. 

De bovenstaande lijst is niet uitputtend. Hiertoe zijn heldere, laagdrempelige procedures ingericht. Deze procedures worden, evenals de contactgegevens van de FG, gecommuniceerd naar betrokkenen. Betrokkenen worden zo gefaciliteerd in het doen van een beroep op één of meerdere van hun rechten. Processen en informatiesystemen die door de Drechtsteden worden gebruikt, zijn zodanig ingericht dat aan de vraag van betrokkenen kan worden voldaan (artikel 12 AVG).

[1] Artikel. 23 AVG

 

4.8 Meldpunt datalekken

Bij een datalek kan gedacht worden aan het kwijtraken van een USB stick met persoons- gegevens, inbraak door een hacker, maar ook aan onbevoegde autorisaties in een informatiesysteem of informatie met, bijzondere, persoonsgegevens toegestuurd krijgen van de gemeente die niet voor de ontvanger is bestemd (brief of e-mail), het in de post zoekraken van een dossier. Ook het intern verwerken van te veel bijzondere persoonsgegevens is een datalek.

Wanneer er sprake blijkt van een inbreuk in verband met persoonsgegevens of te wel een datalek, moet dit datalek door de FG zonder vertraging worden gemeld aan de AP. Een melding moet indien van toepassing ook onverwijld aan betrokkenen worden gedaan (artikel 33 AVG). Om aan de wet te kunnen voldoen hanteert het SCD een procedure voor standaard incidentbeheer, de privacy-incidentprocedure welke hier goed op aansluit. Hierbij vormt de basis het verplichte Register van inbreuken op persoonsgegevens/datalekken.

Organisaties die persoonsgegevens verwerken zijn verplicht om datalekken binnen 72 uur na het ontdekken daarvan te melden bij de toezichthoudende organisatie, de AP. Het gaat hier om datalekken waar de organisaties voor verantwoordelijk zijn. Daaronder vallen ook datalekken die ontstaan bij een derde partij die werkzaamheden uitvoert voor de Drechtsteden.

Het SCD is via het DSB gemandateerd door de Drechtsteden voor het melden van datalekken aan de AP.

Het melden van een, vermoedelijk, datalek door betrokkenen is mogelijk via de procedures zoals beschreven op de websites van de Drechtsteden. Ook deze meldingen worden door de afdeling SCD/JKC gemeld bij de AP.

De AP is bevoegd om datalekken te beboeten en dwingende adviezen te geven ter verbetering van het zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens.

 

4.9 Verwerkersovereenkomst

Bij veel gemeentelijke processen worden gegevens verwerkt door derden[1]. Denk hierbij naast werkzaamheden die uitgevoerd worden door leveranciers (van bijvoorbeeld Cloud- applicaties) ook aan samenwerkingsverbanden.

Het verlenen van opdrachten aan derden, verwerkers, brengt risico’s met zich mee op het gebied van gegevensverwerking en informatieveiligheid. De bestuursorganen van de Drechtsteden die persoonsgegevens verwerken, blijven verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens. Het afsluiten van verwerkersovereenkomsten geeft de mogelijkheid erop toe te zien dat ook door verwerkers gegevens juist worden beschermd en juist worden verwerkt[2]. Bij contracten waar persoonsgegevens door verwerkers worden verwerkt sluiten de Drechtsteden de wettelijke verplichte verwerkersovereenkomsten af. In de verwerkersovereenkomsten worden minimaal afspraken gemaakt over:

  • .

    de doeleinden waarvoor de gegevens mogen worden verwerkt;

  • .

    hoe de verwerker met de persoonsgegevens moet omgaan;

  • .

    welke beveiligingsmaatregelen moeten worden genomen;

  • .

    welke vormen van toezicht de eigenaar mag uitoefenen;

  • .

    geheimhoudingsplicht;

  • .

    inschakeling van derden en onderaannemers;

  • .

    locatie van de data;

  • .

    aansprakelijkheid van schade door het niet naleven van regelgeving;

  • .

    exit-strategie.

 

Ten einde te borgen dat er verwerkersovereenkomsten worden gesloten, vormt dit een vast onderdeel in het inkoopproces. De verwerkersovereenkomsten worden opgenomen in het Register voor Verwerkersovereenkomsten.

[1] Zie artikel 4 AVG.

[2] Zie artikel 32 AVG.

 

5. Governance

5.1 Verantwoordelijken voor uitvoering en naleving AVG

De bestuursorganen van de Drechtsteden zijn verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de AVG en naleving van het privacybeleid. Zij zijn verantwoordelijk voor het verwerken van persoonsgegevens door de eigen organisatie en voor alle gemandateerde taken. Voor zover deze taken gedelegeerd zijn aan organisaties die daarbij ook zelf doel en middelen kunnen bepalen, zijn de bestuursorganen van deze organisaties zelf verantwoordelijke in de zin van de AVG[1].

De door de Drechtsteden aangestelde FG ('s) zorgt (en) voor onafhankelijk toezicht en controle op de kwaliteit van de uitvoering van het privacybeleid.

[1] Of alleen de colleges van B & W verantwoordelijk zijn, of ook de besturen of directies van de Drechtsteden, is op het moment van het schrijven van dit beleid nog niet volledig uitgekristalliseerd in wetgeving en jurisprudentie. Uitgegaan wordt derhalve van de stand van zaken van voorjaar 2017.

 

5.2 Verantwoording aan de gemeenteraad, de Drechtraad en Algemeen Besturen

De colleges, Burgemeesters en Dagelijks Besturen van de Drechtsteden zullen binnen de jaarlijkse planning & control cyclus respectievelijk de gemeenteraad, de Drechtraad en de Algemeen Besturen informeren over de risico's en over de getroffen beheersmaatregelen op het gebied van privacy, binnen de processen waarvoor de gemeenten en de organisaties verantwoordelijk zijn.

Op grond van de AVG wordt de uitvoering van het privacybeleid elk jaar door de FG geauditeerd. De FG rapporteert aan het college van B & W en het Dagelijks Bestuur. Het afleggen van jaarlijkse verantwoording door de FG doet overigens niet af aan de algemene informatieplicht van het college en de burgemeester afzonderlijk[1], dan wel van het Dagelijks Bestuur.

Het college van B & W, de Burgemeester en het Dagelijks Bestuur melden bijzonderheden ten aanzien van gegevensverwerking, te denken valt aan ernstige inbreuk op of verlies van persoonsgegevens, afzonderlijk en proactief aan de gemeenteraad, Drechtraad of het Algemeen Bestuur. Binnen het college en binnen het Dagelijks Bestuur wordt een portefeuillehouder aangewezen voor informatiebeveiliging en privacy.

[1] Artikelen 169 en 180, lid 2, van de Gemeentewet.

 

5.2.1 Functionaris Gegevensbescherming

Voor onafhankelijk toezicht en controle op de kwaliteit van de uitvoering van het privacybeleid hebben de Drechtsteden één of meerdere personen aangesteld voor de functie van Functionaris Gegevensbescherming (FG )(artikel 37 AVG). Deze functie wordt gepositioneerd binnen het SCD. De FG heeft een onafhankelijke positie in de organisatie. De werkzaamheden die een FG uitvoert hebben een wettelijke grondslag[1].

De interne verantwoording is gewaarborgd door proceseigenaren binnen de Drechtsteden die rapporteren aan de FG over de realisatie van passende privacy-waarborgen. Zij rapporteren onverwijld bij privacy-incidenten conform de vastgestelde privacy-incidentprocedure.

De FG ontwikkelt samen met de verantwoordelijke portefeuillehouders een privacy-auditplan. De FG houdt toezicht op het uitvoeren van het auditplan en voert daarnaast zelfstandig controles uit. Het is de verantwoordelijkheid van de FG dat de bestuursorganen in control zijn en dat de registers op orde zijn. Ook in geval van calamiteiten moeten de procedures goed werken en dienen organisaties in control te zijn. Het is de FG die toeziet op de prioritering van de processen en de wijze van implementatie van maatregelen.

De AVG verplicht tot het bijhouden van registers. Deze taken behoren toe aan de FG, bijgestaan door proceseigenaren en verantwoordelijke portefeuillehouders in de regio. De FG beheert de volgende verplichte registers:

 

  • .

    Register van verwerkingen, met aantekeningen van PIA's;

  • .

    Register van verwerkersovereenkomsten, convenanten en privacy protocollen;

  • .

    Register van inbreuken op persoonsgegevens, datalekken;

  • .

    Register voor aanvragen van betrokkenen.

 

De FG toetst de toepassing van het privacybeleid door de verschillende organisaties. Hij treedt op als adviseur op beleidsniveau. De FG heeft, na formeel verzoek, het recht op toegang tot alle informatie en systemen en processen waarin privacygegevens een rol (kunnen) spelen. De FG geniet ontslagbescherming en doet zijn werk vrij van last en opdracht.

[2] Ook afwijkingen van de uitvoering van het privacybeleid worden direct gerapporteerd.

[1] Zie artikelen 37 t/m 39 AVG.

[2] Zie de procedure in Mozaiek: http://as-g-1mozaiekweb.sc.grid.internal/pls/dmoz/mozaiek/5406591

 

5.2.2 Adviseur Gegevensbescherming

De Adviseur Gegevensbescherming ondersteunt de Functionaris Gegevensbescherming bij het uitvoeren van wettelijke taken zoals omschreven in artikel 38 en 39 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. De voornaamste taak bestaat uit het onder toezicht van de FG leveren van inhoudelijke en procesmatige bijdragen aan het onafhankelijk toezicht en de controle op de kwaliteit van de uitvoering van het privacybeleid van Drechtstedenorganisaties.

De Adviseur Gegevensbescherming adviseert in afstemming met de FG organisaties over het implementeren van de AVG en het opstellen van een strategie omtrent het gebruik van persoonsgegevens. Belangrijk zijn daarbij zowel juridische als technische aspecten met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens.

De Adviseur Gegevensbescherming ziet mede toe op en adviseert in concrete situaties over het toewijzen van verantwoordelijkheden, privacy-awareness en draagt zorg voor het opleiden van collega’s. In overleg met de FG adviseert de Adviseur Gegevensbescherming over het uitvoeren van Privacy Impact Assessments (PIA) en houdt mede toezicht op de uitvoering. 

Onder aansturing van de FG dient de Adviseur Gegevensbescherming onder andere:

  • .

    Het Register van Verwerkingen te controleren en beheren;

  • .

    Het Register voor het melden van inbreuken op de persoonsgegevens (datalekken)te maken en bijhouden;

  • .

    Toe te zien op invulling, door afdeling contractmanagement, van het Register van verwerkingsovereenkomsten;

  • .

    Het Register van Rechten betrokkenen te controleren en beheren;

  • .

    Hierbij hoort ook dossiervorming van de achterliggende stukken.

 

5.2.3 Privacy-coördinatoren

Privacy-coördinatoren zijn medewerkers binnen de Drechtsteden die worden getraind door de in privacywetgeving gespecialiseerde adviseurs, de Privacy- adviseurs van het JKC. Zij zijn het interne aanspreekpunt voor de organisaties en communiceren en rapporteren aan/met de FG. Zij zijn in dienst van de afzonderlijke organisaties. Gezien de aard en de hoeveelheid van de werkzaamheden kunnen de rollen en de taken van de Privacy coördinatoren bij verschillende personen met aanverwanten werkzaamheden in de organisatie worden belegd.

De Privacy coördinator krijgt van de Proceseigenaar opdracht om voor elk proces met behulp van de procesrisicoanalyse vast te stellen of er sprake is van privacygevoelige gegevens. Indien geconstateerd is dat er sprake is van persoonsgegevens met een groot risico, dient in samenwerking met CIO Office een PIA te worden uitgevoerd naar de risico's van het betreffende proces. Over alle, naar aanleiding van de uitkomst van de PIA genomen, maatregelen, wordt door de Privacy coördinator advies gevraagd aan de FG. De processen waar PIA's voor zijn uitgevoerd, worden periodiek geëvalueerd en de status wordt bijgewerkt in het register van verwerkingen van de FG.

Bij het in ontvangst nemen en, zo nodig, voor advies doorzenden aan de Privacy-adviseurs van het JKC, van verzoeken om inzage en informatie van betrokkenen speelt de Privacy coördinator een coördinerende rol Daarnaast bewaakt hij de inzageprocessen en zal, indien van toepassing, opschalen naar de klachtenprocedure.

De Privacy coördinator zorgt ervoor dat betrokkenen met de FG contact kunnen opnemen over alle aangelegenheden die verband houden met de verwerking van hun gegevens en met de uitoefening van hun rechten uit hoofde van deze verordening.

 

5.2.4 Privacy-adviseurs

De Privacy-adviseurs zijn gepositioneerd bij het SCD/JKC. Hun belangrijkste taak is het adviseren van de (medewerkers in de) organisaties over vragen op het gebied van het toepassen van de privacywetgeving in de praktijk.

 

5.2.5 Sturing en monitoring

Proceseigenaren en verantwoordelijke portefeuillehouders (de verantwoordelijke wethouders) zijn verantwoordelijk voor de zorgvuldige verwerking van persoonsgegevens die binnen zijn of haar afdeling of organisatie plaatsvindt. Zij zijn daarom ook verantwoordelijk om te monitoren of persoonsgegevens zorgvuldig worden verwerkt en dienen dit zo nodig bij te sturen. Deze monitoring en het bij sturen wordt gedelegeerd naar de Privacy-coördinator.

Een belangrijk uitgangspunt in de AVG, waarop de AP zal gaan handhaven, is Accountability: de verwerkingsverantwoordelijke is verantwoordelijk voor de naleving van art. 5.1a AVG en kan deze aantonen (verantwoordingsplicht), artikel. 5.2 AVG.

In onderstaande tabel een overzicht van (op hoofdlijnen) de verantwoordelijkheden en bijbehorende verantwoordelijken betreffende uitvoering en invulling van de privacy wetgeving AVG.

 

*In onderstaand overzicht zijn de taken (op hoofdlijnen) beschreven van alle bij de privacybescherming betrokken functionarissen.

*  

 

 

Naar boven