Gemeenteblad van Raalte
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Raalte | Gemeenteblad 2018, 9644 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Raalte | Gemeenteblad 2018, 9644 | Beleidsregels |
Gemeente Raalte Beleidsregel re-integratie, loonkostensubsidie en vrijlating inkomsten gemeente Raalte
Het college van de gemeente Raalte,
de artikelen 6, tweede lid, 7, eerste lid aanhef en a, 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, 10a en 10b, vijfde en zevende lid, van de Participatiewet en het daarover bepaalde in de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Raalte en de Verordening Loonkostensubsidie gemeente Raalte;
Deze beleidsregels zijn een uitwerking van de Re-integratieverordening Participatiewet en de Verordening Loonkostensubsidie gemeente Raalte gemeente Raalte. De regels betreffen onder andere het Instrumentenpakket voor werkgevers. De regels zijn in afstemming met de gemeenten in de regio Zwolle tot stand gekomen. Voor het overige wordt verwezen naar de betreffende verordeningen en de Participatiewet.
De proefplaatsing houdt in dat iemand met behoud van uitkering onbetaalde werkzaamheden verricht bij een werkgever. De proefplaatsing is een voor werkgevers stimulerend middel om uitkeringsgerechtigden relevante en perspectiefvolle werkervaring te laten opdoen. Daarnaast kan tijdens deze proefperiode beoordeeld worden of de uitkeringsgerechtigde voldoende competenties heeft voor een beoogde werkplaats.
De proefplaatsing kan worden ingezet als voorloper op een dienstverband. De proefplaatsing wordt ook gebruikt in de periode dat de loonwaarde moet worden bepaald in het geval er een beroep wordt gedaan op loonkostensubsidie.
Artikel 2 Indienstnemingssubsidie
De indienstnemingssubsidie is een voorziening die ingezet kan worden om de arbeidsinschakeling te bevorderen voor zover dit gezien de afstand tot arbeidsmarkt passend is. Anders dan de loonkostensubsidie is deze subsidie niet gericht op personen met een arbeidsbeperking.
Het doel van de indienstnemingssubsidie is het bieden van compensatie voor het feit dat voor de belanghebbende tenminste het wettelijk minimumloon moet worden betaald, terwijl de werkgever de belanghebbende (nog) niet ten volle kan inzetten.
De indienstnemingssubsidie wordt maximaal twaalf maanden verstrekt.
De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de individuele omstandigheden, maar bedraagt maximaal 50% van de werkelijke loonkosten ter hoogte van het toepasselijke Wettelijke Minimum Loon (exclusief werkgeverslasten). Gedurende het jaar wordt de subsidie afgebouwd.
Loonkostensubsidie is een voorziening die ingezet kan worden om de arbeidsinschakeling te bevorderen van personen met een arbeidsbeperking. Het gaat hierbij om personen die niet het wettelijk minimumloon per uur kunnen verdienen, en hierdoor niet volledig productief zijn.
Voor personen die door een medische beperking alleen maar in deeltijd kunnen werken maar daarbij per uur wel volledig productief zijn, kan geen loonkostensubsidie worden ingezet.
De loonkostensubsidie is in principe niet gebonden aan een termijn en kan indien nodig voor een langere periode worden ingezet.
De loonwaarde en de loonkostensubsidie worden in beginsel jaarlijks opnieuw beoordeeld. Wordt de loonkostensubsidie ingezet bij de voorziening beschut werk, dan worden de loonwaarde en loonkostensubsidie eenmaal per drie jaar vastgesteld.
De loonkostensubsidie is een aanvulling op het loon dat op basis van de loonwaarde wordt verdiend, tot het wettelijk minimumloon. De hoogte van de subsidie is maximaal 70 procent van het wettelijk minimumloon. Wanneer de werknemer een Cao-loon heeft dat hoger is dan het WML dan komen de loonkosten boven WML voor rekening van de werkgever.
De gemeente gaat bij het vaststellen van de loonkostensubsidie dus altijd uit van het WML.
In de loonkostensubsidie wordt daarnaast een bedrag voor vergoeding van werkgeverslasten opgenomen, waarbij gedacht moet worden aan premies werknemersverzekering, inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en pensioenpremie. Het vergoedingspercentage is bij ministeriële regeling vastgesteld.
De voorziening beschut werk is bedoeld voor de doelgroep die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig heeft dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt.
De voorziening beschut werken wordt gekoppeld aan de loonkostensubsidie als degene tot de doelgroep van de Participatiewet behoort. Vanuit het UWV kan eventueel loondispensatie ingezet worden . Deze is in principe niet gebonden aan een termijn en kan indien nodig voor een langere periode worden ingezet.
De loonwaarde en loonkostensubsidie worden in beginsel eenmaal per drie jaar vastgesteld.
Indien en zolang voor de persoon van wie is vastgesteld dat hij in aanmerking komt voor beschut werk nog geen werkplek beschikbaar is als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Re-integratieverordening Participatiewet biedt het college een andere voorziening(en) aan tot het moment dat de dienstbetrekking beschut werk aanvangt. Voorbeelden van deze voorzieningen zijn arbeidsmatige dagbesteding, vrijwilligerswerk of andere vormen van maatschappelijke participatie.
Voor uitkeringsgerechtigden voor wie de kans op inschakeling in het arbeidsproces gering is en die als gevolg daarvan nog niet bemiddelbaar zijn kan een participatieplaats worden ingezet. Het gaat hierbij om onbeloonde additionele werkzaamheden.
Na zes maanden werken op een participatieplaats moet aan uitkeringsgerechtigden zonder startkwalificatie scholing of een opleiding worden aangeboden, tenzij dit niet bijdraagt aan hun kansen op de arbeidsmarkt.
Een werkervaringsplek kan twee doelen hebben.
In een schriftelijke overeenkomst wordt het volgende vastgelegd:
De duur van de werkervaringsplek bedraagt 6 maanden, waarbij verlenging tot maximaal 12 maanden mogelijk is. Tijdens de werkervaringsplek werkt de uitkeringsgerechtigde onbetaald, terwijl zijn uitkering doorloopt.
Artikel 7 Persoonlijke ondersteuning
Persoonlijke ondersteuning heeft tot doel dat een werknemer wordt begeleid naar een situatie dat hij uiteindelijk zonder begeleiding via een dergelijke voorziening bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn.
Bij deze vorm van ondersteuning gaat het primair om systematische ondersteuning waarbij het van belang is dat de werknemer zonder die ondersteuning zijn werkzaamheden niet kan verrichten. Dit betekent dat het moet gaan om ondersteuning op vaste tijden en gedurende een langere periode.
Het kan echter ook gaan om intensievere ondersteuning bij arbeidsinschakeling.
De subdoelstelling bij deze ondersteuning is dat de werkgever uiteindelijk in staat is om zelf de ondersteuning vorm te geven.
Deze vorm van ondersteuning is intensief, maar wel tijdelijk. De ondersteuning is gericht op arbeidsinschakeling.
Bij deze vorm van ondersteuning gaat het om kortdurende en in omvang beperkte ondersteuning gericht op arbeidsinschakeling.
Dit instrument wordt primair gekoppeld aan:
Dit instrument wordt primair gekoppeld aan:
Dit instrument wordt primair gekoppeld aan:
Zes maanden, met een mogelijkheid tot verlenging.
Een ontwikkeltraject heeft tot doel de persoon uit de doelgroep (art. 7, eerste lid, onder a PW) werkervaring opdoet in combinatie met een intensief begeleidingstraject op de werkvloer.
Plaatsing op een ontwikkeltraject kan uitsluitend:
Maximaal zes maanden. Een eenmalige verlenging met 6 maanden is mogelijk.
Artikel 9 Ondersteuning bij leer-werktraject
Doel van de voorziening is om extra ondersteuning te bieden aan jongeren in de leeftijd van 16 tot 27 jaar die dreigen uit te vallen uit school, maar middels een leer-werktraject alsnog een startkwalificatie kunnen behalen.
De duur van de ondersteuning is gekoppeld aan de duur van het leer-werktraject. Tijdens leer-werkstage vinden tussentijdse evaluatie plaats, daarin dient meegenomen te worden of ondersteuning nog nodig is.
Het vergoeden van concrete feitelijke kosten die ten laste van de persoon uit de doelgroep komen en die een belemmering vormen voor het deelnemen aan een voorziening of instrument of het uitstromen naar betaalde arbeid. Bijvoorbeeld de aanschaf van (persoonlijke) gereedschappen of kleding, zoals een overall en veiligheidsschoenen voor een timmerman.
Afhankelijk van de kostensoort.
Afhankelijk van de feitelijke kosten, waarbij gekeken wordt naar de goedkoopst adequate oplossing.
Het vergoeden van kosten voor werkplekaanpassingen die direct samenhangen met de werkplek en de arbeidsbeperking van de persoon.
Afhankelijk van de feitelijke kosten, waarbij gekeken wordt naar de goedkoopst adequate oplossing.
Er wordt een drempelbedrag gehanteerd. Aangesloten wordt bij de normbedragen voorzieningen van UWV.
Artikel 11 Vrijlatingen inkomsten uit arbeid
De persoon die behoort tot de doelgroep genoemd in artikel 31, tweede lid, onder n en r van de Participatiewet en ouder is dan 27 jaar dan wel een uitkering ontvangt op grond van de IOAW/Z, kan in aanmerking komen voor een vrijlating van inkomsten uit arbeid indien dat bijdraagt aan zijn arbeidsinschakeling.
De vrijlating van inkomsten wordt, op verzoek van de uitkeringsgerechtigde, voorafgaande aan het verwerven van inkomsten uit arbeid vastgesteld. Dat betekent dat verzwegen inkomsten (als zij achteraf geconstateerd worden) niet in aanmerking kunnen komen voor de vrijlating omdat het college zich geen oordeel heeft kunnen vormen over de vraag of de inkomsten bijdragen aan de arbeidsinschakeling.
Criterium bijdragen aan de arbeidsinschakeling
De uitkeringsgerechtigde heeft in de voorafgaande twaalf maanden niet gewerkt en heeft nu werk aanvaard dat gericht is op uitstroom uit de uitkering. De termijn van twaalf maanden wordt gehanteerd omdat de werkzoekende door het verrichten van arbeid in deeltijd:
Van deeltijdarbeid kan in die gevallen daarom worden gezegd dat de vrijlating van inkomsten bijdraagt aan zijn arbeidsinschakeling.
Heeft de werkzoekende echter een (recent) arbeidsverleden, dan draagt het verrichten van arbeid in deeltijd niet wezenlijk bij aan zijn arbeidsinschakeling.
Vrijlating wordt toegepast indien vanuit een uitkeringssituatie voor het eerst sprake is van inkomsten uit deeltijdwerk. Als er met de vrijlating een inkomen wordt verworven gelijk of hoger dan de toepasselijke norm, dan wordt geen vrijlating toegepast.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-9644.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.