Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college

Het college van Stichtse Vecht;

 

gelet op artikel 52 van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen het:

 

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college

 

Artikel 1 Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging

1. Het college regelt de verdeling van zijn werkzaamheden.

2. Het college regelt de onderlinge vervanging in geval van verhindering of afwezigheid van één der wethouders.

3. Het college regelt de vervanging van de burgemeester in geval van diens verhindering of afwezigheid.

4. Een lid van het college dat verhinderd is zijn activiteiten uit te oefenen, geeft daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan de secretaris.

 

Artikel 2 Dag en plaats van de vergaderingen

1. Het college vergadert in de regel eenmaal per week op een in onderling overleg vast te stellen dag en tijdstip en voorts zo dikwijls de voorzitter of een wethouder het nodig acht.

2. Indien een wethouder een extra vergadering nodig acht, verzoekt hij onder opgave van redenen aan de voorzitter deze bijeen te roepen. De secretaris zorgt na overleg met de voorzitter voor een oproep voor deze vergadering – onder vermelding van de te bespreken onderwerpen – die zo mogelijk uiterlijk een dag van tevoren op een in de gemeente gebruikelijke wijze aan de leden van het college wordt toegezonden.

3. Tijdens een vastgestelde vakantieperiode (overeenkomend met de vakanties van de basisscholen in de regio Midden Nederland) wordt er niet vergaderd of wordt volstaan met een korte vergadering voor vergaderstukken met een spoedeisend karakter, dit ter beoordeling van het college.

4. De vergaderingen worden als regel gehouden in de kamer van de burgemeester.

 

Artikel 3 Verhindering

1. Wanneer een lid verhinderd is een vergadering geheel of gedeeltelijk bij te wonen, geeft hij daarvan kennis aan de secretaris.

2. Wanneer de secretaris verhinderd is een vergadering geheel of gedeeltelijk bij te wonen, geeft hij daarvan kennis aan de voorzitter, alsmede aan degene die de secretaris vervangt.

 

Artikel 4 Agenda

1. Voor elke vergadering wordt, als regel 2 dagen van tevoren, door de secretaris aan de leden van het college een agenda met bespreekstukken, digitaal, toegezonden.

2. Onderwerpen ten aanzien waarvan tijdige agendering als bedoeld in het eerst lid niet mogelijk is, doch waarvan ten gevolge van de bestuurlijke spoedeisendheid geen uitstel mogelijk is, kunnen onder opgave van reden(en) van urgentie en na toestemming van de voorzitter voor aanvang van de vergadering worden aangemeld bij de voorzitter en de secretaris.

 

Artikel 5 Ambtelijke ondersteuning

1. De secretaris draagt zorg voor al hetgeen binnen de hem opgedragen taak nodig is in het belang van een vlot verloop van de vergadering van het college.

2. Bij de collegevergaderingen kan de secretaris zich bij laten staan ten behoeve van de (pers)communicatie en voor het bijhouden van de presentielijst en het opstellen van het verslag en de besluitenlijst van de vergadering.

 

Artikel 6 Deelneming derden aan de vergadering

Het college kan besluiten een ambtelijk medewerker, anders dan die bedoeld in artikel 5, of derden voor een vergadering uit te nodigen teneinde zijn advies ten aanzien van een onderwerp te geven dan wel een (nadere) toelichting te verschaffen op een agendapunt.

 

Artikel 7 Aanlevering voorstellen

De in een vergadering te behandelen voorstellen worden bij de secretaris ingediend.

De secretaris kan instructies geven over de wijze en tijdstip van aanbieding van de stukken, de te gebruiken formats, de bij te voegen stukken en over andere voor het proces van de behandeling van voorstellen van belang zijnde zaken een en ander met inachtneming van door het college gegeven aanwijzingen.

 

Artikel 8 Stemmingen

1. Indien geen van de leden van het college bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

2. Stukken of adviezen waarvan alle leden door middel van – digitale – accordering te kennen hebben gegeven dat zij met het daarop betrekking hebbend advies instemmen, worden niet ter bespreking of voor stemming ingebracht. Het besluit is dan genomen overeenkomstig het uitgebrachte advies, tenzij een van de leden staande de vergadering een stuk of advies alsnog ter bespreking opvoert.

3. Indien een lid van het college bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt mondeling gestemd, tenzij het derde lid wordt toegepast.

4. a. Indien een lid van het college dat verlangt, wordt bij het nemen van een besluit over een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen gestemd bij gesloten en ongetekende briefjes.

b. Indien daarbij de stemming beperkt is tot een persoon en de stemmen staken, beslist het lot.

c. Indien in de overige gevallen bij een eerste stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een tweede stemming plaats tussen de twee personen die bij de eerste stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij die eerste stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de tweede stemming zal plaatshebben. Indien bij de tussenstemming of bij de tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.

 

Artikel 9 Verslag en besluitenlijst

1. De secretaris draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst, een kort verslag en de besluitenlijst van de vergadering.

2. Het verslag bestaat uit een openbaar gedeelte en een niet-openbaar gedeelte en bevat tenminste:

a. de namen van de aan- en afwezige collegeleden;

b. de namen van de andere personen die hebben deelgenomen aan de beraadslaging;

c. een formulering van de door het college genomen besluiten (besluitenlijst).

3. Stemverhoudingen worden alleen vermeld als een lid van het college daarom vraagt. Alleen het door het betreffende collegelid ingenomen standpunt wordt dan vastgelegd.

4. Het verslag en de besluitenlijst worden in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.

5. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet (niet openbare besluiten), wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt en toegezonden aan de leden van de raad en op de in de gemeente gebruikelijke wijze bekend gemaakt.

 

Artikel 10 Openbare vergadering

1. Het college kan besluiten een openbare vergadering te houden.

2. De bepalingen van dit reglement zijn voor zover mogelijk van toepassing op een openbare vergadering.

 

Artikel 11 Parafenbesluit

1. In voorkomende gevallen na toestemming van de voorzitter en afstemming met de secretaris komen besluiten buiten de vergadering tot stand door een, digitaal, parafenbesluit, zijnde een conceptbesluit waarop door geen der leden van het college is aangegeven dat bespreking in een vergadering van het college gewenst is en waarop door alle collegeleden, buiten de vergadering voor, digitaal, akkoord is geparafeerd binnen een daartoe afgesproken termijn, waarna het als definitief parafenbesluit wordt beschouwd.

2. Indien wegens spoedeisendheid een besluit, ter beoordeling van de voorzitter en de secretaris, geen uitstel duldt en door tenminste de helft plus één van het aantal collegeleden buiten de vergadering voor, digitaal, akkoord is geparafeerd, wordt het besluit als definitief parafenbesluit beschouwd.

3. In de door het college vastgestelde vakantieperiode komen besluiten buiten de vergadering tot stand indien door tenminste de helft plus één van het aantal collegeleden buiten de vergadering voor, digitaal, akkoord is geparafeerd, waardoor het besluit als definitief parafenbesluit wordt beschouwd.

4. Na het plaatsen van de laatst benodigde paraaf dateert de secretaris het parafenbesluit. Het parafenbesluit wordt geacht te zijn genomen op de datum van de dagtekening door de secretaris.

5. De secretaris draagt zorg voor het opnemen van het parafenbesluit op besluitenlijst van de eerstvolgende collegevergadering.

 

Artikel 12 Mandaatverlening

1. Indien tijdens de door het college vastgestelde vakantieperiode een collegebesluit wegens spoedeisendheid geen uitstel duldt zijn één of meer collegeleden bevoegd ter zake een besluit te nemen.

2. In de eerstvolgende vergadering van het college wordt van de uitoefening van het mandaat mededeling gedaan.

 

Artikel 13 Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of in het geval dat enige bepaling voor verschillende uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist het college.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de dag volgend op die van de vaststelling. Op dat moment vervalt het op 4 januari 2011 vastgestelde reglement.

 

Dit reglement van orde is op 4 mei 2018 aan de gemeenteraad medegedeeld.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college op 28 april 2018.

Mw. A. van Hussel Dhr. M.J.D. Witteman

secretaris burgemeester

Toelichting op het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college

 

 

1 Algemeen

 

Deze regeling vindt zijn grondslag in artikel 52 van de Gemeentewet, waarin is bepaald dat het college een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vaststelt.

 

Artikel 1 Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging

Het eerste lid van dit artikel zal in de praktijk alleen van toepassing zijn bij het constituerend beraad, de eerste vergadering van het college direct na de raadsvergadering waarin de wethouders zijn benoemd. Overigens blijft het college, ondanks deze taakverdeling, als geheel verantwoordelijk voor zijn taken. Ook de toepassing van artikel 168 Gemeentewet (mandaat aan individuele leden van het college) laat dit onverlet.

 

Bij de eventuele onderlinge vervanging is het van belang dat, als gevolg van de Wet dualisering gemeentebestuur, raadsleden niet als vervanger van een wethouder aangewezen kunnen worden. De vervanging kan door een of meer van de overige wethouders worden verricht op de wijze zoals burgemeester en wethouders bepalen of eventueel geregeld worden door het (tijdelijk) aanstellen van een wethouder, mits het aantal wethouders (artikel 36 Gemeentewet) hiertoe niet in de weg staat.

 

Artikel 2 Dag en plaats van de vergaderingen

Dit artikel is een uitwerking van artikel 53, eerste lid Gemeentewet. Het heeft een algemeen flexibele formulering, waardoor er in bijzondere gevallen van afgeweken kan worden. De voorzitter van het college is de burgemeester conform artikel 34 Gemeentewet.

Op basis van het tweede lid wordt een extra vergadering in overleg met de burgemeester vastgesteld, maar dit betekent niet dat de burgemeester de bevoegdheid heeft om een extra vergadering tegen te houden. Dit zou namelijk in strijd zijn met het eerste lid van dit artikel. De vaststelling in overleg met de burgemeester is derhalve een bepaling van procedurele aard. Bij een extra vergadering zal er in de regel sprake zijn van urgentie. De termijn voor de oproep voor deze vergadering is daarom één dag, in tegenstelling tot de 2 dagen die voor de agenda bij reguliere vergaderingen geldt (zie artikel 4 lid 1).

Op grond van het derde lid, kan tijdens recesperioden een korte collegevergadering worden gehouden ook wanneer het vereiste quorum niet aanwezig is. Er wordt dan tevens toepassing gegeven aan artikel 56 van de Gemeentewet (het uitschrijven van een tweede vergadering). Tijdens deze korte vergadering worden besluiten genomen, die geen uitstel dulden, dit ter beoordeling van het college.

 

Artikel 3 Verhindering

Dit artikel is naast een vastlegging van de procedure ook van belang om wellicht al voorafgaand aan de vergadering te kunnen constateren dat het benodigde quorum voor besluitvorming niet gehaald wordt (artikel 56 Gemeentewet). De voorzitter kan dan een nieuwe vergadering beleggen.

 

Artikel 4 Agenda

De rol van de gemeentesecretaris bij de collegevergaderingen wordt in de artikelen 103 tot en met 105 van de Gemeentewet aangegeven. Nadere uitwerking van de taken van de secretaris vindt o.a. plaats in dit reglement. In dit artikel wordt aangegeven dat de secretaris verantwoordelijk is voor het doen toekomen van de agenda aan de collegeleden.

 

Er is kort aangegeven hoe zaken van spoedeisend belang worden geagendeerd.

Een onderwerp dat na de termijn van 2 dagen zoals bedoeld in lid 1 ter agendering wordt aangeboden, kan alleen dan geagendeerd worden als de burgemeester daar zijn uitdrukkelijke toestemming voor geeft. De desbetreffende portefeuillehouder neemt hiervoor contact op met de burgemeester.

De burgemeester en secretaris zullen al naar gelang de omstandigheden dienen af te wegen of ten aanzien van de spoedeisende onderwerpen van tevoren gecommuniceerd wordt met de collegeleden of dat dit in de vergadering gebeurt.

 

Artikel 5 en 6 Ambtelijke ondersteuning en deelname van derden aan vergadering

Artikel 57 en 55 eerste lid Gemeentewet geven indirect aan dat het mogelijk is dat naast de collegeleden en de secretaris anderen bij de vergadering aanwezig kunnen zijn. Deze Gemeentewetartikelen geven aan dat de onschendbaarheid en de eventueel opgelegde geheimhouding voor allen aanwezig bij de vergadering geldt.

 

In artikel 5 is opgenomen dat de secretaris tijdens de collegevergadering zich ambtelijk kan laten bijstaan. Deze nemen geen deel aan de vergadering of aan de beraadslagingen. Uiteraard kan op verzoek een toelichting worden gegeven of worden geadviseerd.

Op grond van artikel 6 kunnen andere derden worden uitgenodigd maar zij mogen niet deelnemen aan de beraadslagingen.

 

Artikel 7 Aanlevering voorstellen

Een voorstel wordt op de agenda geplaatst indien door of namens de gemeentesecretaris is getoetst of het voorstel gelet op de kwaliteit, de compleetheid van de stukken en de gevolgde procedure gereed is voor behandeling in de collegevergadering.

 

Artikel 8 Stemmingen

In de eerste plaats moet hier worden gewezen op artikel 56 Gemeentewet, dat een regeling bevat met betrekking tot zowel het vergader- als het besluitquorum ten aanzien van de vergaderingen van het college. Hoewel het ingevolge de Memorie van Toelichting bij dit artikel aan het college vrijstaat in het reglement van orde een zwaarder quorumvereiste te stellen, is hiervoor niet gekozen; het in de wet ter zake opgenomen stelsel is daarmee onverkort van toepassing.

 

In het tweede lid en ook elders in het Reglement wordt ruimte gegeven aan het verdere digitaliseringsproces van de bestuurlijke besluitvorming. Daar waar over agenda's, documenten etc. wordt gesproken, kunnen en zullen deze in toenemende mate langs digitale weg worden verstrekt en zal het besluitvormingsproces, waaronder de bestuurlijke parafering eveneens in toenemende mate langs digitale weg plaats zal vinden.

 

Artikel 9

Dit artikel regelt de verslagleggende taak van de secretaris en de wijze waarop het verslag wordt vastgesteld. Als op grond van artikel 55 van de Gemeentewet door het college een geheimhoudingsplicht is opgelegd, zal ten aanzien van de beraadslaging en eventuele besluiten over dit onderwerp een afzonderlijk register worden bijgehouden. Dit ter voorkoming dat stukken jarenlang geheim blijven terwijl dat niet nodig is. Jaarlijks wordt ter advisering een overzicht gezonden naar het college. Indien daar aanleiding voor is, heft het college de geheimhouding op die door hem is opgelegd en –indien van toepassing- stelt het college de raad voor de geheimhouding die door de raad is opgelegd, op te heffen.

 

Op grond van artikel 60 Gemeentewet kan de raad regelen van welke beslissingen van het college de raad op de hoogte gesteld wil worden. In het vijfde lid is uitgewerkt hoe de besluitenlijst tot stand komt. Gekozen is voor een regeling waarbij de informatie over de besluitenlijst snel beschikbaar is en niet gewacht hoeft te worden totdat het verslag is vastgesteld. De openbaarmaking geschiedt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

 

Het verslag bestaat uit een openbaar en een niet-openbaar gedeelte.

 

Openbaar

In het openbare gedeelte van het verslag worden in principe alle collegebesluiten vermeld.

 

Niet openbaar

In het niet openbare gedeelte van het verslag worden conform artikel 60 lid 3 van de Gemeentewet de aangelegenheden geplaatst, ten aanzien waarvan het college op basis van artikel 55 Gemeentewet geheimhouding heeft opgelegd (stukken, die ter bespreking of besluitvorming zijn voorgelegd aan het college) of ten aanzien waarvan openbaarmaking in strijd is met het openbaar belang. Ook de onderwerpen die zijn aangehouden of voor 1e lezing aan het college zijn aangeboden worden op de niet openbare besluitenlijst geplaast. Deze twee laatstgenoemden kunnen worden geschaard onder intern beraad (artikel 11 Wob.) Dat geldt ook voor interne memo’s en mededelingen.

De niet-openbare besluitenlijst wordt zoals nu ook al gebeurd, onder geheimhouding ter inzage gegeven aan leden van de raad.

 

Interne personele aangelegenheden, voor zover zij individuele personen betreffen, bedrijfsvoering aspecten op personen gericht, alsmede het verlenen van Koninklijke onderscheidingen en dergelijke worden op een zgn. kabinetslijst geplaatst. De kabinetslijst is een zuiver intern werkende lijst, die noch voor raadsleden noch voor burgers en pers openbaar dan wel bekend gemaakt wordt.

 

Artikel 10 Openbare vergadering

Ingevolge artikel 54 Gemeentewet is hoofdregel dat de vergaderingen met gesloten deuren plaatsvinden. Het college kan daar zelf van afwijken. Via artikel 10 wordt dit ook uitdrukkelijk aan het college overgelaten. Indien een vergadering van het college openbaar is, bepaalt het tweede lid van artikel 53 Gemeentewet dat de burgemeester dag, plaats en tijdstip daarvan bekend moet maken.

 

Artikel 11 Parafenbesluit

Met betrekking tot het eerste lid, parafeert niet iedereen of heeft een collegelid om bespreking gevraagd, dan is het besluit niet genomen en verschijnt het voorstel op de eerstvolgende collegevergadering als agendapunt. Dan komt het op de besluitenlijst en is het pas dan genomen.

 

In alle gevallen is van belang dat duidelijk wordt vastgelegd hoe en wanneer het besluit is genomen en hoe en wanneer het is bekendgemaakt.

 

Artikel 12 Mandaatverlening

Dit artikel geeft de mogelijkheid om continuïteit in de besluitvorming te waarborgen tijdens het reces als er geen korte collegevergadering zoals bedoeld in artikel 2, derde lid wordt gehouden en het quorum niet behaald kan worden en een besluit door accordering daardoor niet mogelijk is.

 

Artikel 13 Uitleg reglement

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van het Reglement. Na vaststelling wordt het Reglement op de gebruikelijke wijze bekend heeft gemaakt.

 

 

 

Naar boven