Gemeenteblad van Langedijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Langedijk | Gemeenteblad 2018, 89911 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Langedijk | Gemeenteblad 2018, 89911 | Beleidsregels |
Protocol bijtincidenten honden gemeente Langedijk 2018
Het college en de burgemeester van de gemeente Langedijk, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
De beleidsregel ‘Protocol bijtincidenten honden’ vast te stellen.
De burgemeester acht een hond hinderlijk, in de zin van artikel 2:59 APV, als een hond een persoon of een ander dier bijt, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen.
De burgemeester acht een hond gevaarlijk in de zin van artikel 2:59 APV en legt aan de houder of eigenaar een aanlijn en/of muilkorfgebod op in de volgende gevallen:
Indien de houder/eigenaar van de hond van mening is dat zijn of haar hond niet hinderlijk of gevaarlijk is, dient dit te blijken uit een risico-assessment die in opdracht van de houder/eigenaar van de hond is afgenomen. Het risico-assessment dient te worden uitgevoerd door het assessmentteam van de faculteit Dierengeneeskunde van de Universiteit Utrecht.
Artikel 4 Negeren aanlijn- of muilkorfgebod
Als het hierboven onder artikel 2 genoemd aanlijn- of muilkorfgebod door de houder/eigenaar van de hond wordt genegeerd, kan hiertegen door het college worden opgetreden met een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang.
Artikel 5 Afstand doen of inbeslagname
1. Als een hond, op grond van artikel 2 van dit protocol door de burgemeester is aangewezen
als gevaarlijk, waarbij een gebod op grond van artikel 2:59 APV is opgelegd, een nieuw
bijtincident veroorzaakt, kan de houder/eigenaar gevraagd worden om afstand te doen van
2. Het college kan besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van een hond op grond van de
artikelen 5:29 en verder van de Awb:
3. Bij het in lid 2 onder a en b omschrevenonvrijwillig in beslag nemen van de hond kan op kosten van de houder/eigenaar een risico-assessment worden afgenomen, conform hetgeen is bepaald onder artikel 3 van dit protocol.
kan worden terug geplaatst, resocialiseerbaar, elders herplaatsbaar, of anderszins het risico op bijtincidenten kan worden voorkomen, wordt door het college besloten deze hond te laten euthanaseren. Euthanaseren wordt uitsluitend gedaan door een daar toe bevoegde dierenarts.
5. De kosten van vervoer, verblijf, de testen en eventueel de kosten voor het laten uitvoeren
van euthanasie komen volledig voor rekening van de houder/eigenaar van de hond.
In uitzonderlijke gevallen of zeer ernstige situaties is het mogelijk om van dit protocol af te wijken. De burgemeester kan op grond van artikel 172, lid 3 Gemeentewet te allen tijde besluiten direct over te gaan tot onvrijwillige inbeslagname van een hond in de zin van artikel 5 van dit Protocol, zonder eerst uitvoering te geven aan artikel 2 en 3 van dit Protocol.
Bijtincident: Van een bijtincident is sprake wanneer een hond een persoon of een ander dier, veelal een hond, bijt maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen,
Ernstig bijtincident : Bij een ernstig bijtincident brengt de hond ernstig letsel toe aan een persoon of een ander dier, veelal een hond. Meerdere bijtincidenten binnen een periode van twee jaar kunnen ook worden aangemerkt als een ernstig bijtincident.
Gevaarlijke hond: een hond, die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt.
Hinderlijke hond: een hond, die een bijtincident heeft veroorzaakt.
Houd- en locatieverbod: het verbod op het houden en of op locatie hebben van honden of type honden volgens de lijst agressieve honden van het ministerie van Economische Zaken.
Kort aanlijnen: aanlijnen van een hond met een deugdelijke lijn met een lengte, die gemeten van hand tot halsband, niet langer is dan 1,50 meter.
Lijst agressieve honden: het ministerie van Economische zaken heeft een lijst opgesteld met hondenrassen, lookalikes en kruisingen van honden waarvan bekend is dat ze een hoog risico vormen op agressief gedrag. Deze lijst is opgesteld door binnen- en buitenlandse experts.
Muilkorf: a. is vervaardigd van stevige kunststof of van stevig leer, of van beide stoffen, en
Stappenplan bij melding bijtincidenten
Indien er melding wordt gedaan van een bijtincident worden de volgende stappen gevolgd:
Stap 1. Bijtincidenten worden geregistreerd bij de Politie
Ook andere instanties (toezicht, burgers) doen soms meldingen van bijtincidenten bij de gemeente. De gemeente zorgt dat meldingen van bijtincidenten zo volledig mogelijk worden doorgestuurd naar het basisteam van de politie in Heerhugowaard. Als de gemeente een verzoek om een kort aanlijngebod van de hond, of een muilkorfgebod voor de hond krijgt van een burger voor de hond van een andere burger, dan neemt ze altijd eerst contact op met de politie basisteam Heerhugowaard.
Stap 2. Politie reikt na eerste bijtincident een waarschuwing uit
De politie reikt (of stuurt) na een eerste bijtincident een waarschuwing uit aan de eigenaar/houder van de hond dan wel oordeelt dat het eerste bijtincident dermate ernstig is, dat direct tot strafrechtelijke of bestuursrechtelijke inbeslagname van de hond moet worden overgegaan. (Zie stap 9a. 9b.of 10). Bij strafrechtelijke inbeslagname van een hond neemt het basisteam van de politie Heerhugowaard contact op met het Openbaar Ministerie. Bij bestuursrechtelijke inbeslagname van een hond neemt het basisteam van de politie Heerhugowaard contact op met de gemeente of burgemeester van Langedijk. In sommige gevallen vraagt de politie of de eigenaar/houder vrijwillig afstand wil doen van de hond.
Stap 3. Na tweede bijtincident dient politie een verzoek in bij gemeente
Na een tweede bijtincident door dezelfde hond wordt, afhankelijk van de ernst van de situatie, beslist of tot strafrechtelijke of bestuursrechtelijke inbeslagname moet worden overgegaan. (Zie stap 9a. 9b.of 10). Zo niet, dan dient de politie een verzoek tot het opleggen van een kort aanlijngebod en/of muilkorfgebod voor de hond in bij de gemeente. Dit verzoek is gemotiveerd op basis van een bestuurlijke rapportage (proces verbaal van bevindingen) van de geregistreerde gegevens.
Stap 4. De burgemeester legt het voornemen tot:
De burgemeester legt de voornemens tot het opleggen van een of meerdere van bovenstaande geboden of verboden voor de hond voor aan de houder/eigenaar van de hond. De houder/eigenaar krijgt maximaal tien werkdagen de gelegenheid om een zienswijze kenbaar te maken.
Stap 5. Zienswijze houder/eigenaar
De zienswijze van de houder/eigenaar kan leiden tot:
De houder/eigenaar is het niet eens met het verzoek en is bereid om voor zijn rekening een gedragstest uit te laten voeren Het risico-assessment dient te worden uitgevoerd door het assessmentteam van de faculteit Dierengeneeskunde van de Universiteit Utrecht om aan te tonen dat zijn hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.
Stap 6. Besluit tot het opleggen van geboden en verboden
Afhankelijk van de in stap 5 genoemde zienswijze van de houder/eigenaar worden de volgende besluiten genomen:
1.Als houder/eigenaar het eens is met de bestuurlijke rapportage van de politie en het voornemen
van de burgemeester wordt een besluit genomen tot het opleggen van een kort aanlijngebod en/of een muilkorfgebod van de hond. Dit een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep openstaat.
2.Als de houder/eigenaar het niet eens is met eens is met het voornemen van de burgemeester om een kort aanlijngebod en/of een muilkorfgebod van de hond op te leggen, kan hij een gedragstest laten uitvoeren. Hiertoe wordt hem dan een nadere termijn gegund waarbinnen hij het resultaat van de test dient kenbaar te maken. Als binnen deze termijn geen testresultaat is overlegd, of er blijkt uit het testresultaat dat de hond gevaarlijk is, wordt alsnog een besluit genomen tot het opleggen van een kort aanlijngebod en/ of een muilkorfgebod van de hond.
De test wordt afgenomen door het assessmentteam van de faculteit Dierengeneeskunde van de Universiteit Utrecht. In overleg met de onderzoeker en de houder/eigenaar wordt een datum en tijdstip afgesproken waarop de test kan worden afgenomen. Binnen drie weken na afname van de test ontvangt de gemeente van de onderzoeker een advies over het gedrag van de hond. De gemeente neemt in beginsel het advies van de onderzoeker over in het definitieve besluit aan de houder/eigenaar.
3.Als de houder/eigenaar het niet eens is met het voornemen van de burgemeester om een kort aanlijngebod en/ of een muilkorfgebod van de hond op te leggen en bovendien afziet van de gedragstest, dan wordt alsnog een besluit genomen tot het opleggen van een kort aanlijngebod en/of een muilkorfgebod van de hond voor onbepaalde tijd. Tegen dit besluit staat bezwaar en beroep open.
De houder/eigenaar kan binnen zes weken bezwaar maken tegen het besluit. De bezwaarprocedure schorst de werking van het besluit echter niet.
Stap 8. Bestuursrechtelijk optreden na overtreding van een besluit
Als het besluit van de burgemeester door de houder/eigenaar wordt genegeerd of overtreden, kan daartegen door het college bestuursrechtelijk worden opgetreden met een dwangsom of bestuursdwang. De hier bedoelde bestuursrechtelijke handhaving is ook een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep openstaat.
Onder bestuursdwang wordt verstaan het door feitelijk handelen door of vanwege een bestuursorgaan optreden tegen hetgeen in strijd met bij of krachtens enig wettelijk voorschrift gestelde verplichtingen is of wordt gedaan gehouden of nagelaten. Bij bijtincidenten met honden is de situatie veelal dermate spoedeisend dat het bestuursorgaan de beslissing tot toepassing van bestuursdwang niet tevoren op schrift kan stellen en dit dus achteraf plaatsvindt. Spoedeisende bestuursdwang kan bijvoorbeeld worden toegepast indien inbeslagnamevan de hond noodzakelijk is, maar er op het moment van de overtreding niet direct sprake is van verstoring is van de openbare orde.
Stap 9a. Inbeslagname door college
Het college is op grond van artikelen 5:29 en verder van de Awb bevoegd overtredingen van wettelijke voorschriften te beletten of te beëindigen. Zo nodig kunnen er hiertoe spoedmaatregelen worden genomen (5:31 Awb).
Het college besluit tot inbeslagname van de hond als:
De politiegaat direct ter plaatse over tot inbeslagname van de hond. De hond wordt ondergebracht op een geheime locatie. In overleg met de dierenpolitie van de gemeente Heerhugowaard wordt het vervoer geregeld. De inbeslagname mag max. 4 weken duren, uitzonderingen daargelaten. De hond ondergaat een risico-assessment. Afhankelijk van de uitslag kan de hond worden geëuthanaseerd of wordt hij aangeboden aan een dierenasiel voor resocialisatie van de hond.
De coördinatie verloopt via het team Inbeslaggenomen goederen en dieren van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO), 088-0424959, ibg@rvo.nl. Zij zorgen voor een locatiehouder.
Stap 9b . Inbeslagname door burgemeester
De burgemeester is op grond van artikel 172 lid 3 Gemeentewet bevoegd overtredingen van wettelijke voorschriften die betrekking hebben op de openbare orde, te beletten of te beëindigen. Hiervan kan in uitzonderlijke gevallen of zeer ernstige gevallen sprake zijn. De burgemeester kan direct besluiten tot inbeslagname van de hond als:
De burgemeester geeft bevel tot inbeslagname en de uitvoering hiervan doet de politie. De politie gaat direct ter plaatse over tot inbeslagname van de hond. De hond wordt ondergebracht op geheime locatie. In overleg met de dierenpolitie van de gemeente Heerhugowaard wordt het vervoer geregeld. De inbeslagname mag max. 4 weken duren, uitzonderingen daargelaten. Het college kan besluiten dat de hond een risico assessment moet ondergaan. Afhankelijk van de uitslag kan de hond worden geëuthanaseerd of wordt hij aangeboden aan een dierenasiel voor resocialisatie van de hond.
De coördinatie kan verlopen via het team Inbeslaggenomen goederen en dieren van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO), 088-0424959, ibg@rvo.nl. Zij kunnen zorgen voor een locatiehouder. De kosten zijn dan voor de gemeente.
Stap 10. Strafrechtelijke inbeslagname van de hond
Wanneer er sprake is van het door de eigenaar aanhitsen tot agressief gedrag of het niet terughouden van een hond, die een mens aanvalt (artikel 425, onder ten 1e of ten 2e Wetboek van strafrecht), kan de politie aangifte opnemen of in een heterdaad situatie (al dan niet in overleg met de officier van justitie) overgaan tot inbeslagname van de hond. De politie dient altijd te vragen of de houder/eigenaar afstand wil doen van de hond.
Stap 11. Strafrechtelijke overtreding van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod
Bij overtreding van het korte aanlijn- en/of zo mogelijk het muilkorfgebod in combinatie met een nieuw bijtincident kan de officier van justitie onttrekking van de hond aan het verkeer vorderen. In het uitzonderlijke geval dat tot inbeslagname is overgegaan, gaat het Openbaar Ministerie over tot vervreemden van de hond en zal in het uiterste geval overgaan tot het euthanaseren van de gevaarlijke hond. Het euthanaseren van de gevaarlijke hond gebeurt onder toezicht (direct en op kosten) van verdachte/betrokkene.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-89911.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.