Voorstel van het college inzake Verordening tot wijziging van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014

De raad van de gemeente Den Haag,

gezien het voorstel van het college van 3 april 2018,

gelet op:

artikel 140 van de Wet op het primair onderwijs,

artikel 134 van de Wet op de expertisecentra, en

artikel 96g van de Wet op het voortgezet onderwijs,

 

besluit vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014:

 

Artikel I

De Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014 wordt gewijzigd als volgt.

 

A Hoofdstuk 2A vervalt.

B Hoofdstuk 2C wordt als volgt gewijzigd:

1 In de titel wordt “voorschool peuterspeelzalen” vervangen door: peuteropvanglokalen.

2 Artikel 20a, eerste lid, komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De bepalingen van hoofdstuk 1 zijn slechts van toepassing, voor zover daarvan in dit hoofdstuk niet is afgeweken, onverminderd het bepaalde in artikel 20j.

3 Artikel 20a, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2.

    In afwijking van en in aanvulling op artikel 1 “Begripsomschrijvingen” wordt verstaan onder:

lesgebouw:

een gebouw of een gebouwdeel met permanente bouwaard dat door een school wordt aangewend ten behoeve van het geven van onderwijs als bedoeld in artikel 9, eerste lid tot en met het derde lid, WPO, dat niet wordt gehuurd van een derde en niet wordt aangewend ten behoeve van lichamelijke oefening;

peuteropvanglokaal:

een lokaal voor de opvang van kinderen vanaf de leeftijd van 2 ½ jaar tot het tijdstip waarop de kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs, waarbij subsidie wordt verleend voor voorschoolse educatie;

school:

een school als bedoeld in artikel 1 Wet op het primair onderwijs;

schoolbestuur:

bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs (WPO) bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school;

verleningscriteria:

de omstandigheden zoals opgenomen in dit hoofdstuk waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening;

voorziening:

een voorziening als bedoeld in artikel 20b.

 

4 In artikel 20a, derde lid, wordt “programma voorschoolpeuterspeelzalen” vervangen door: programma peuteropvang.

5 In artikel 20a, vierde lid, wordt “voorschoolpeuterspeelzalen” vervangen door: peuteropvanglokalen.

6 Artikel 20a, vijfde lid komt te luiden:

5. Op grond van dit hoofdstuk worden geen middelen verstrekt voor bouw- of

verbouwkosten van lokalen die voor 1 januari 2004 als peuteropvanglokaal zijn

verbouwd of gebouwd.

7 In artikel 20a, zesde lid wordt “Programma huisvesting voorschoolpeuterspeelzalen” vervangen door: Programma peuteropvang.

8 Artikel 20b komt te luiden:

Artikel 20b Voorzieningen

In dit hoofdstuk wordt onder voorzieningen verstaan:

  • a.

    het door nieuwbouw dan wel verbouw realiseren van een peuteropvanglokaal welke aangebouwd of belendend is aan een schoolgebouw;

  • b.

    het door nieuwbouw dan wel verbouw realiseren van een peuteropvanglokaal in of op een bestaand lesgebouw; en

  • c.

    eenmalige inrichtingskosten voor een nieuw op te richten peuteropvanglokaal.

 

C Artikel 21b wordt als volgt gewijzigd:

1 Het eerste lid komt als volgt te luiden:

  • 1.

    In dit hoofdstuk wordt onder voorzieningen verstaan: de ambities uit de Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 “Ontwikkel kansen in Den Haag”. Deze ambities zijn:

    • a.

      meer kansengelijkheid in het Haagse onderwijs;

    • b.

      voldoende bekwame en innoverende onderwijsprofessionals;

    • c.

      leren samenleven op school;

    • d.

      onderwijs dat bijdraagt aan de economie van de stad;

    • e.

      een brede leer- en ontwikkelomgeving;

    • f.

      voor iedere leerling een passende plek; of

    • g.

      voldoende en toekomstbestendige schoolgebouwen.

2 Het tweede lid komt als volgt te luiden:

  • 2.

    In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    • a.

      eerste tranche: de periode waarbinnen een aanvraag om subsidieverlening kan worden ingediend, welke begint op 15 juni en eindigt op 15 september in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden;

    • b.

      tweede tranche: de periode waarbinnen een aanvraag om subsidieverlening kan worden ingediend, welke loopt van 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden, tot en met 31 mei in het jaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden;

    • c.

      derde tranche: de periode waarbinnen een aanvraag om subsidie kan worden ingediend, welke loopt van 1 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden tot en met 31 oktober in het jaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden.

D Hoofdstuk 2E vervalt.

E Hoofdstuk 2F vervalt.

F Hoofdstuk 2G vervalt.

 

Artikel II

Op aanvragen om voorzieningen, subsidies of subsidievaststellingen die op grond van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014 zijn ingediend voordat deze wijzigingsverordening is vastgesteld, wordt beschikt op basis van de bepalingen in eerstgenoemde verordening, zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van de wijzigingsverordening.

 

Artikel III

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 19 april 2018.

De griffier, Ineke Seuren en de voorzitter, Pauline Krikke

 

Naar boven