Beleidsregels Verzorgd Wonen Nieuwegein 2018

Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein;

 

 

gelet op artikel 2.4.2 van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 Gemeente Nieuwegein;

 

 

b e s l u i t :

 

 

vast te stellen

 

 

De Beleidsregels Verzorgd Wonen Nieuwegein 2018

 

 

1. Organisatie voorrang woningtoewijzing 2018

1.1 . Wat vooraf ging

Met het programma Woonwijs ondersteunt de gemeente ouderen en kwetsbare inwoners bij de zelfregie over hun leven en de participatie in de samenleving. Doel is hen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Dit doel kan op verschillende manieren worden bereikt; of in de bestaande eigen woning, of door middel van verhuizing naar een meer adequate woning. In dat laatste geval is tevens de terugkeer uit een instelling voor verblijf inbegrepen. Twee pilots Verzorgd Wonen met woningcorporaties zijn afgerond en besluitvorming hierover vond plaats in het college van B&W van 28 maart 2017. Een derde pilot vond plaats bij een vereniging van eigenaren en is inmiddels ook afgerond.

 

Uitgangspunt is dat het Verzorgd Wonen (met uitzondering van nieuwbouw) naar de bewoners wordt gebracht en niet andersom; dat wil zeggen naar die complexen waarin de doelgroepen al goed zijn vertegenwoordigd. In dit proces staan de bewoners en (het onderzoek naar) hun wensen en behoeften centraal. Formele en informele netwerken van en met bewoners worden gestimuleerd en gefaciliteerd. Daarnaast is vanaf 2014 binnen de regio Utrecht bezien of er een betere ‘match’ te maken valt tussen het toegankelijke deel van het corporatiebezit en de bemiddeling van deze woningen naar woningzoekenden die deze woningen nodig hebben. Uitgangspunt daarbij is dat er een omslag teweeg gebracht dient te worden van “ongerichte sturing op leeftijd” naar “gerichte sturing op behoefte”. De aanleiding tot dit voorstel is een aantal wijzigingen dat is doorgevoerd in de regionale Huisvestingsverordening. In die verordening speelt het begrip voorrang een centrale rol. Ook ten aanzien van “woningen met zorgvoorzieningen” (Verzorgd Wonen) moet nu gaan gelden dat deze woonruimte met voorrang wordt toegewezen aan woningzoekenden die daar de meeste behoefte aan hebben.

1.2 . Voorrang.

Voorrang tot het Verzorgd Wonen wordt verkregen met een indicatie uit de Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015); het Oormerk Verzorgd Wonen. Deze nieuwe regeling schept daarmee mogelijkheden om, naast de bestaande (medische) urgentie meer rekening te houden met sociale aspecten als zelfredzaamheid, vereenzaming en de aanwezigheid van sociale netwerken om de juiste woning aan het juiste huishouden te koppelen. De vraag is ook hoe dit moet worden georganiseerd. Daarvoor is bezien door welke organisaties (op werkniveau) deze wetten worden uitgevoerd:

  • de Wet langdurige zorg (Wlz) wordt bepaald door twee criteria: de blijvende behoefte aan permanent toezicht of 24-uurszorg in de nabijheid. Het CIZ stelt deze indicatie. Op basis van deze indicatie kiest een persoon voor opname in een zorginstelling of voor zorglevering in de thuissituatie d.m.v. een volledig pakket thuis (vpt) of een modulair pakket thuis (mpt). In alle gevallen vindt de zorgverlening plaats binnen het kader van de Wlz-indicatie in de vorm van een zorgprofiel/ zorgzwaartepakket (zzp). Als een persoon kiest voor “Wlz-zorg in de thuissituatie” is de wijkverpleegkundige bij het vertalen van de indicatie in zorglevering betrokken.

  • voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) bepaalt (indiceert) de wijkverpleegkundige welke verpleging en verzorging langdurig nodig is om langer thuis te kunnen wonen. Bij het stellen van de indicatie voor verpleging en verzorging thuis (= wijkverpleging) maakt de wijkverpleegkundige gebruik van een “normenkader voor het indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving”, dat landelijk is omschreven. De uitkomst van de indicatiestelling wordt vastgelegd in het dossier van de cliënt, nu veelal een elektronisch dossier. Van de pagina in het dossier waarop het aantal geïndiceerde uren wijkverpleging staat vermeld kan een print gemaakt worden door de cliënt zelf of eventueel door de thuiszorgorganisatie.

  • de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) wordt uitgevoerd door Geynwijs. Geynwijs biedt Verzorgd Wonen aan als “Wmo Oormerk” (zie bijlage 3).

 

Er zijn met andere woorden voor dit onderwerp in Nieuwegein drie organisaties actief, het CIZ, de wijkverpleegkundigen bij diverse zorgaanbieders en Geynwijs.

 

1.3 . Organisatie

Dit voorstel kan niet alleen ingaan op de inhoud, maar moet ook handen en voeten geven aan de uitvoering. Voor de vormgeving aan de organisatie hebben wij ons laten leiden door de volgende principes:

  • 1.

    Idealiter zal het aanbod van woningen Verzorgd Wonen gelijke tred moeten houden met de vraagzijde, dat wil zeggen de indicaties die worden afgegeven.

  • 2.

    Het Verzorgd Wonen in Nieuwegein is nog in opbouw en ook de indicatie Verzorgd Wonen is nieuw. Er is met andere woorden sprake van een nieuw aanbod dat gefaseerd op de markt zal komen en van een nieuwe vraag, of beter gezegd een nieuwe indicatie. Het is op voorhand niet te voorspellen hoe dat zal verlopen. Goede monitoring (in eigen hand, snel en betrouwbaar) is daarom geboden. Deze is afkomstig van één centrale bron die inzicht heeft in zowel de vraag als het aanbod.

  • 3.

    Eén organisatie binnen dit geheel moet fungeren als vraagbaak voor de aangesloten zorgpartijen, woningcorporaties en de gemeente;

  • 4.

    De wijze waarop voor Verzorgd Wonen de voorrang bij toewijzing wordt georganiseerd; inclusief hiërarchie, bevoegdheden, eventuele formatieve en financiële gevolgen, registratie, het onderhouden van een bestand van woningzoekenden, een bestand van aangepaste woningen inclusief eerder aangebrachte voorzieningen, startdatum en bijbehorende publiciteit.

 

Afbeelding: stroomschema

 

De start van de procedure ligt bij het afgeven van een indicatie door het CIZ (Wlz), de wijkverpleegkundige (Zvw) en Geynwijs (Wmo Oormerk).Deze indicaties worden afgegeven op een wettelijke basis (Wlz, Zvw en Wmo) en op basis van een “protocol” (Wmo Oormerk). De afgifte van een indicatie door deze organisaties heeft de status van een besluit.

Uit dit stroomschema blijkt verder de positie die het Woonmaatschappelijk Werk (Wmw) inneemt. Hier komen de indicaties op grond van de genoemde drie wetten en het Oormerk bijeen. Het Wmw heeft hierbij de volgende taken:

  • 1.

    Check op de volledigheid van de indicatie. Een oordeel over de indicatie is niet aan de orde, omdat het indicaties betreft van organisaties die een wettelijke taak uitvoeren

  • 2.

    Het (doen) koppelen van de indicatie aan het huishouden binnen het systeem van WoningNet.

  • 3.

    Schriftelijk informeren van de woningzoekende om te kunnen reageren op het aanbod Verzorgd Wonen van WoningNet. Deze brief heeft geen juridische status / is geen beschikking.

  • 4.

    De monitoring van dit geheel ten behoeve van betrokken partijen.

 

Ten aanzien van de zwaarte, de volgorde, de duur en de inpassing van de indicatie, de minimale verzorgingsbehoefte en de invoering is het volgende overwogen:

  • 1.

    Er zijn valide argumenten om de ene indicatie zwaarder te wegen dan de andere. In die gedachtegang weegt een Wlz-indicatie het zwaarst, daarna de Zvw-indicatie en tenslotte weegt het Wmo Oormerk het minst zwaar. Dat brengt echter veel praktische bezwaren met zich mee. Een dergelijke weging valt niet goed in te passen binnen de woonruimteverdeling en de systematiek van WoningNet. Ter vergelijking; het begrip urgentie kent binnen de verordening ook geen differentiatie in zwaarte. Een differentiatie van de indicatie is in vergelijking met de eenduidige urgentie te ingewikkeld. Er wordt daarom op dit moment gekozen voor één indicatie Verzorgd Wonen

  • 2.

    Ten aanzien van de volgorde van de indicaties wordt aangesloten bij de bestaande rangorde die voor urgenties wordt aangehouden. Bepalend is de datum van afgifte van de indicatie door CIZ, wijkverpleegkundige of Geynwijs. Bij gelijkheid daarvan geeft de vroegste inschrijvingsdatum bij WoningNet de doorslag.

  • 3.

    De indicatie wordt verleend voor een periode van een jaar. De indicatie kan verlengd worden, indien er aantoonbaar geen aanbod is geweest dat passend is bij de indicatie.

  • 4.

    De “indicatie Verzorgd Wonen” wordt ingevoerd binnen de systematiek van WoningNet. Uit praktische overwegingen wordt gebruik gemaakt van een bestaande, verouderde noemer in het systeem (de indicatie voor een “aanleunwoning”). De buitenwacht (de woningzoekende met een indicatie) zal geen last hebben van deze interne systematiek. De woning wordt in het advertentiemedium aangeboden met de “indicatie Verzorgd Wonen”.

  • 5.

    Om voor de indicatie Verzorgd Wonen in aanmerking te komen moet binnen de Wlz en de Zvw langdurend de verzorgings- en begeleidingsbehoefte minimaal 5 uur per week bedragen

  • 6.

    In de Inventarisatie Locaties zijn negen locaties voor Verzorgd Wonen in de sociale huursector opgenomen. Om uiteenlopende redenen zijn deze over het algemeen niet op korte termijn beschikbaar voor dit doel. Twee van de locaties zijn dat wel; De Dichter aan de Richterslaan (Mitros) en het Wenckebachplantsoen (Jutphaas).Dit zijn dan ook de twee locaties waarmee het Verzorgd Wonen in Nieuwegein van start gaat.

 

WoningNet (organisatie van woningcorporaties) maakt op grond van de informatie die in de indicatie is gegeven en de kenmerken van de aangeboden woning de uiteindelijke match tussen vraag en aanbod.

2 . WMO Oormerk voor kwetsbare inwoners

2.1 . Aanleiding

De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om kwetsbare inwoners te ondersteunen bij het zo lang mogelijk zelfstandig wonen en het mogelijk maken van de doorstroming van mensen uit instellingen voor verblijf naar een meer zelfstandige vorm van wonen. Het doel hiervan is dat zij zelfregie houden en zo goed mogelijk kunnen participeren in de samenleving.

Nieuwegein geeft in het programma Woonwijs invulling aan deze maatschappelijke opgave. Verzorgd wonen, een nieuw woon-zorgconcept, is een van de maatregelen in dit programma om het langer zelfstandig wonen voor inwoners mogelijk te maken. Dit concept is niet exclusief voor ouderen, ook andere kwetsbare inwoners met (mobiliteits)beperkingen en ondersteuningsvragen komen hiervoor in aanmerking.

 

De primaire doelgroep voor Verzorgd wonen zijn mensen met een indicatie op basis van de WLZ, ZvW en Wmo. Echter ook mensen die kwetsbaar en minder sociaal zelfredzaam zijn kunnen gebaat zijn bij een beschut sociaal milieu en een fysiek geschikte woning en woonomgeving. Voor hen kan Verzorgd wonen een voorliggende of compenserende voorziening zijn waarmee ernstiger problemen mogelijk kunnen worden voorkomen.

2.2 . Doel

Het doel van de regeling is om naast een indicatie op basis van zorgbehoeften (WLZ, ZvW en Wmo) ook een indicatie op basis van sociale- en veiligheidsbehoeften van kwetsbare inwoners een plaats te geven in de woningtoewijzing van Verzorgd wonen. Een toegang op grond van deze indicatie kan zorgen voor een (langer) behoud van zelfregie, zelfstandigheid en kwaliteit van leven en kan mogelijk een WLZ of ZvW indicatie voorkomen of vertragen.

2.3 . Profiel Verzorgd wonen

De indicatie op basis van sociale- en veiligheidsbehoeften is in zekere zin maatwerk in de bredere zin van het woord: doen wat in een individueel geval nodig is om kwetsbaarheid en eenzaamheid te verlichten als gevolg van ouderdom, lichamelijke, cognitieve achteruitgang of levensgebeurtenissen zoals bijvoorbeeld het overlijden of ziek worden van de partner of wegvallen van het sociaal netwerk. Daarbij wordt niet alleen naar de huidige situatie gekeken maar ook naar de verwachte toekomstige levensloop van de persoon of het huishouden.

Het profiel Verzorgd wonen geldt voor kwetsbare mensen die:

  • over onvoldoende hulpbronnen beschikken zoals een sociaal netwerk, mantelzorg en dagbesteding

  • nu een beperkte regel- en ontwikkelkracht hebben en daardoor moeite hebben om geheel zelfstandig te blijven wonen

  • in de toekomst te maken kunnen krijgen met een afname of terugval van de regel- en ontwikkelkracht vanwege de leeftijd of een chronische, langzaam progressieve ziekte

  • door psychische of psychosociale problemen in een isolement of gevoel van onveiligheid dreigen te komen

  • nog geen toezicht en/of 24-uurzorg nodig hebben maar wel veiligheid, beschutting en sociale contacten in de nabijheid om zich langer zelfstandig te kunnen redden en eenzaamheid en sociaal isolement te voorkomen.

 

Voorbeeld: mensen met een diagnose van beginnende dementie.

Deze kwetsbaarheid kan deels gecompenseerd worden door hen de mogelijkheid te bieden te verhuizen naar de meer beschutte omgeving van het Verzorgd wonen waar sociale netwerken, contact, ontmoetingen mogelijk zijn, een oogje in het zeil gehouden kan worden en zorg geboden kan worden als dat nodig is.

2.4 . Voorrang

Een profiel Verzorgd wonen op basis van sociale- en veiligheidsbehoeften past evenals een indicatie op basis van zorgbehoeften binnen de verordening. Op basis van deze indicatie krijgt de woningzoekende voorrang op reguliere woningzoekenden 65-plus en overige woningzoekenden.

2.5 . Organisatie toepassing maatwerkprofiel

De Geynwijs professional schat in of de inwoner baat kan hebben bij een verzorgd wonen profiel om escalatie of verergering van problematiek voor te zijn, en toetst deze aan de daarvoor geldende criteria. De juridische verankering hiervan en het daarbij behorend werkproces moet nog worden uitgewerkt met Geynwijs

3 . Inwerkingtreding

 

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

4 . Citeertitel

 

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Verzorgd Wonen Nieuwegein 2018.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 maart 2018

de secretaris,

de burgemeester,

Naar boven