Gemeenteblad van Wijdemeren
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wijdemeren | Gemeenteblad 2018, 81999 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wijdemeren | Gemeenteblad 2018, 81999 | Verordeningen |
Verordening Plassenschap Loosdrecht
De Plassenraad van het Plassenschap Loosdrecht e.o.;
Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 27 september 2017;
Gelet op de artikelen 51, 54 lid 3 en 57 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
Gelet op de artikelen 3, 4 lid 1 sub c en 6 van de Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. 2007;
Overwegende dat het wenselijk is dat de bepalingen uit de “Verordening bescherming plassengebied”, de “Verordening De Strook Plassenschap Loosdrecht e.o. 2002”, de “Eilandverordening Plassenschap Loosdrecht e.o. 2002” en de “Gebruiksregels voor de recreatieterreinen van het Plassenschap Loosdrecht e.o. gelegen in de gemeente Breukelen”, worden samengevoegd in één verordening;
Overwegende dat het wenselijk is de huidige regels te actualiseren en zoveel mogelijk te vereenvoudigen ten behoeve van de kenbaarheid en handhaafbaarheid;
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
vaartuig: ieder voorwerp en elke constructie, gereed of in aanbouw, dat feitelijk wordt gebruikt of zal worden gebruikt of geschikt is of zal zijn om te worden gebruikt als middel tot verplaatsing te water, met inbegrip van vaartuigen die tijdelijk of blijvend hun vermogen tot verplaatsing te water hebben verloren, en waaronder in ieder geval wordt verstaan een motorboot, zeilschip, roeiboot, kano, vlot, pont, ponton, waterscooter, jetski, luchtkussenvoertuig, surfplank, kiteboard;
kampeermiddel: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
Voor zover deze verordening voorziet in dezelfde onderwerpen als een of meer bepalingen van een verordening van de gemeente of provincie waarin het terrein of water is gelegen, houden laatstbedoelde bepalingen op te gelden.
Artikel 5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd indien:
HOOFDSTUK 2 REGELS VOOR HET GEBIED
Artikel 9 Schade, hinder, gevaar
Het is verboden zich zodanig te gedragen dat daardoor schade, hinder of gevaar ontstaat of kan ontstaan aan of voor openbare eigendommen.
Het is voor bewoners en gebruikers van recreatieverblijven en woonschepen die van het openbaar water gebruik moet maken voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen, verboden om deze gedurende de maanden mei tot en met oktober, aan een ander dan de vuilnisophaaldienst van het Plassenschap aan te bieden of anders aan te bieden dan in het door het Plassenschap verstrekte inzamelmiddel.
HOOFDSTUK 3 REGELS VOOR OPENBARE RECREATIETERREINEN
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing indien met een vaartuig ligplaats wordt ingenomen conform het bepaalde in artikel 18 tweede lid sub d. Het bestuur kan daarbij nadere regels stellen in het belang van de veiligheid, het voorkomen van schade en overlast en de bescherming van natuur- en landschap.
HOOFDSTUK 4 REGELS VOOR OPENBARE WATEREN
Het verbod in het eerste lid geldt niet:
op openbare aanlegplaatsen gedurende maximaal 3 opeenvolgende dagen of gedeelten daarvan, mits niet binnen 4 dagen dezelfde ligplaats of een ligplaats binnen 300 meter van de vorige ligplaats wordt ingenomen en mits in één seizoen niet langer dan gedurende 3 weken ligplaats wordt ingenomen op openbare aanlegplaatsen in het gebied.
Het bestuur kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats nadere regels stellen in het belang van de veiligheid, het voorkomen van schade en overlast en de bescherming van natuur- en landschap.
Voor vaartuigen waarmee een werk wordt uitgevoerd en waarvoor, indien vereist, van overheidswege schriftelijk toestemming is verleend geldt het verbod in het eerste lid niet zolang dit werk met gebruikmaking van dat vaartuig wordt uitgevoerd. De uitzonderingen van het verbod in het eerste lid zoals genoemd in het tweede lid gelden niet voor vaartuigen die zijn bestemd voor het uitvoeren van werken.
HOOFDSTUK 5 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van tweede categorie.
Artikel 26 Intrekking oude verordeningen en regels
De hierna volgende verordeningen en regels worden ingetrokken: Verordening Bescherming Plassengebied; Verordening De Strook Plassenschap Loosdrecht e.o. 2002; Eilandverordening Plassenschap Loosdrecht e.o. 2002; Gebruiksregels voor de recreatieterreinen van het Plassenschap Loosdrecht e.o. gelegen in de gemeente Breukelen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Plassenraad van het Plassenschap Loosdrecht e.o. van 21 februari 2018.
Plassenraad van het Plassenschap Loosdrecht e.o.
voorzitter,
secretaris,
Toelichting Verordening Plassenschap Loosdrecht
In de Verordening Plassenschap Loosdrecht (hierna: de verordening) worden de regels uit de volgende regelingen samengevoegd: Verordening bescherming plassengebied, Verordening De Strook Plassenschap Loosdrecht e.o. 2002, Eilandverordening Plassenschap Loosdrecht e.o. 2002 en Gebruiksregels voor de recreatieterreinen van het Plassenschap Loosdrecht e.o. gelegen in Breukelen. De Woonschepenverordening blijft naast deze verordening voorlopig gelden. Deze wordt niet samengevoegd, omdat de woonschepentaak voor het grondgebied van de gemeente Stichtse Vecht bij deze gemeente ligt en voor het grondgebied van de gemeente Wijdemeren op korte termijn bij deze gemeente komt te liggen.
De deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. (hierna: het Plassenschap) hebben aan het Plassenschap de bevoegdheid overgedragen tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften binnen het werkgebied. Deze regels dienen de belangen van de recreatie en de bescherming van natuur en landschap te betreffen (art. 4 lid 2 Gemeenschappelijke Regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.).
Het uitgangspunt bij het opstellen van de verordening is dat over onderwerpen waarover bepalingen bestaan in gemeentelijke of provinciale verordening geen regels worden opgenomen, tenzij de BOA’s van het Plassenschap op deze regels zelf moeten kunnen handhaven of voor het plassengebied andere specifieke regels nodig zijn. Een tweede uitgangspunt bij het opstellen van de verordening is om niet meer regels op te nemen dan noodzakelijk. Daarnaast zijn de regels geactualiseerd en zoveel mogelijk vereenvoudigd, om de voorlichting aan de gebruikers van het gebied te vergemakkelijken en de handhaving te verbeteren.
In de verordening wordt de indeling en de volgorde van de artikelen gevolgd uit de model-APV. Voor opzet van de verbodsartikelen wordt eveneens de model-APV gevolgd, waarbij eerst het verbod wordt omschreven, waarna indien van toepassing algemene uitzonderingen volgen en eventueel een ontheffingsmogelijkheid.
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Het gebied waar deze verordening van toepassing is betreft alle openbare wateren en terreinen die zijn gelegen in het werkgebied van het Plassenschap, zoals dat op de kaarten A en B bij de verordening is aangegeven.
Een 'openbaar water” in de zin van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) is ieder water, dat open staat voor het publiek. “Openbaar” is hier synoniem aan “feitelijk voor het publiek toegankelijk”. Het is niet toegestaan openbaar water af te sluiten, zodat het niet langer toegankelijk is.
In de Eilandverordening waren openbare aanlegplaatsen op kaarten aangegeven. Het is voor de recreant duidelijker en praktisch beter uitvoerbaar als de openbare aanlegplaatsen ter plaatse met bebording worden aangegeven.
Artikel 2. Andere verordeningen
In dit artikel wordt bepaald dat als de verordening voorziet in dezelfde onderwerpen als een verordening van de gemeente of provincie, deze laatste bepalingen ophouden te gelden. Dit is conform artikel 54 lid 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Daarin wordt bepaald dat voor zover de verordening voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van een deelnemende gemeente of provincie, eerstbedoelde verordening de onderlinge verhouding regelt en kan bepalen dat de verordening van de gemeente of provincie voor het gehele gebied of voor een gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden.
Deze termijn is in overeenstemming gebracht met de termijn van 8 weken uit de model-APV. Dit is gelijk aan de maximale redelijke termijn die in artikel 4:13, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesteld. De positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen is niet van toepassing: § 4.1.3.3. van de Awb over de positieve fictieve beschikking is alleen van toepassing indien dit bij wettelijk voorschrift is bepaald.
Artikel 6. Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De in het eerste lid genoemde intrekkings- en wijzigingsgronden hebben een facultatief karakter (“kan”). Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of wijziging wordt overgegaan. Zo zal niet iedere niet-nakoming van vergunningsvoorschriften leiden tot intrekking van de vergunning. Met name het rechtszekerheids- en het vertrouwensbeginsel beperken nogal eens de bevoegdheid tot wijziging en intrekking. Als het bestuur overweegt om de vergunning of ontheffing in te trekken of te wijzigen, dient het de belanghebbenden in de gelegenheid te stellen hun bedenkingen in te dienen.
Dat de vergunning of ontheffing in beginsel voor onbepaalde tijd geldt, vloeit mede voort uit artikel 11 van de Dienstenrichtlijn. Dat artikel stelt dat vergunningen geen beperkte geldingsduur mogen hebben, tenzij: a. de vergunning automatisch wordt verlengd of alleen afhankelijk is van de voortdurende vervulling van de voorwaarden; b. het aantal beschikbare vergunningen beperkt is door een dwingende reden van algemeen belang; c. een beperkte duur gerechtvaardigd is om een dwingende reden van algemeen belang. Sommige vergunningen lenen zich uit de aard alleen voor verlening voor bepaalde tijd. Wanneer het aantal vergunningen beperkt is, mag de markt niet gesloten blijven voor nieuwe aanbieders omdat de bestaande aanbieders voor onbepaalde tijd alle beschikbare vergunningen in handen hebben. In dat geval moet geregeld een transparante en onpartijdige “herverdeling” van de schaarse vergunningen worden georganiseerd.
Uit de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) van 02-11-2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2927) blijkt dat voor onbepaalde tijd verleende vergunningen zich niet altijd verdragen met het formele gelijkheidsbeginsel. Bij schaarse vergunningen (meer aanvragers dan beschikbare vergunningen) kan immers het gevolg zijn dat de markt voor nieuwe aanbieders feitelijk ontoegankelijk wordt. Met dit tweede lid wordt duidelijk gemaakt dat onbepaalde tijd en schaarse vergunningen zich niet met elkaar verdragen. In dat geval moet een transparante en onpartijdige “herverdeling” van de schaarse vergunningen worden georganiseerd.
Onder bescherming van het milieu vallen alle soorten van overlast die gerelateerd zijn aan de omgeving/het milieu, zoals geluidsoverlast, geurhinder, afval e.d.
HOOFDSTUK 2 REGELS VOOR HET GEBIED
Artikel 10. Verkopen, verhuur, diensten
In de nadere regels kan het dagelijks bestuur bepalen dat het verbod niet geldt voor bepaalde categorieën activiteiten, zoals: rondvaarten in de Westelijke Drecht en de 1e t/m 5e plas, waterski-lessen, zeillessen.
In de begripsomschrijving wordt aangegeven wat onder straatafval wordt verstaan. Het achterlaten van andere soorten afval zoals bedrijfsafval kan worden gehandhaafd op grond van de Wet milieubeheer.
Dit artikel heeft als doel ervoor te zorgen dat de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen door het Plassenschap wordt uitgevoerd namens de gemeente.
HOOFDSTUK 3 REGELS VOOR OPENBARE RECREATIETERREINEN
Onder open vuur worden ook vuurkorven verstaan. Met het verbod wordt beoogd schade aan de terreinen te voorkomen.
Dit artikel geldt voor openbare terreinen. Er geldt een algemene uitzondering op het kampeerverbod gedurende de periode dat op openbare aanlegplaatsen wordt afgemeerd, wat op grond van het bestemmingsplan incidenteel ook is toegestaan in het kampeerseizoen. Hiervoor kunnen nadere regels worden gesteld.
In dit artikel wordt bepaald dat honden niet zijn toegestaan op kinderspeelplaatsen en zandstranden en eveneens niet op andere plaatsen die door het bestuur is aangewezen. Op alle andere openbare recreatieterreinen zijn honden toegestaan als ze zijn aangelijnd. Het bestuur kan terreinen aanwijzen waar honden los mogen lopen.
Het verbod geldt niet voor hulphonden.
HOOFDSTUK 4 REGELS VOOR OPENBARE WATEREN
De begripsbepaling voor ligplaats innemen geeft aan dat hieronder wordt verstaan het voor anker hebben liggen, gemeerd hebben of op andere wijze met de vaste grond verbonden zijn van een vaartuig. Er geldt een ligplaatsverbod op alle openbare wateren in het gebied dat op kaart A met een enkele arcering is aangegeven. Buiten het verbod vallen de 300-meter strook in de Noordelijke Kievitsbuurt, recreatiecentrum Mijnden (behalve de Westelijke Drecht), de positief bestemde jachthavens en een zone langs de lintbebouwing in het plassengebied.
In het tweede lid zijn uitzonderingen opgesomd waarin het ligplaatsverbod niet geldt. Bij de uitzonderingen in sub a en b wordt in de verordening niet meer opgenomen dat alleen de rechthebbende ligplaats mag hebben aan zijn eigendom, zoals in de Verordening Bescherming Plassengebied was bepaald. Om privaatrechtelijke redenen mag al niet worden aangemeerd aan andermans eigendom zonder toestemming van de eigenaar. Voor het Plassenschap is slechts van belang dat het aantal boten dat wordt afgemeerd is gemaximeerd om landschappelijke redenen. Verhuur van een ligplaatsen in openbaar water is niet toegestaan op grond van artikel 10 van de verordening.
Met de zinsnede “waar een woonschip, woning of recreatiewoning is toegestaan” wordt bedoeld dat het vigerende bestemmingsplan of de Woonschepenverordening dit toestaat.
In de verordening wordt het innemen van ligplaats met kleine open bootjes na zonsondergang om landschappelijke redenen alleen nog toegestaan indien dit valt onder een uitzondering op het verbod als genoemd onder sub a of d.
Aan sub d is ten opzichte van de oude regeling toegevoegd dat niet langer dan 3 weken achtereen op openbare ligplaatsen in het gebied ligplaat
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-81999.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.