Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Groningen 2009 (deregulering exploitatievergunning)

De raad van de gemeente Groningen

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

 

gelet op de artikelen 149 en 151a, eerste lid, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009;

Artikel I

De Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009 wordt gewijzigd als volgt:

 

  • A.

    In artikel 2.27 vervallen lid 6 sub d en e,

     

    Leden 7 en 8 worden vervangen door:

    • 7.

      De burgemeester verleent op verzoek of ambtshalve vrijstelling van het verbod genoemd in het eerste lid aan:

      • a.

        horecabedrijven, niet zijnde horecabedrijven waar de verkoop van softdrugs gedoogd wordt (coffeeshops), indien zich in de zes maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze bepaling in of bij de inrichting geen incidenten hebben voorgedaan gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en – handel;

      • b.

        horecabedrijven die zich nieuw in de gemeente vestigen en er zich geen weigeringsgronden voordoen als bedoeld in artikel 1:10 of het tweede en derde lid van dit artikel.

    • 8.

      De vrijstelling wordt ingetrokken wanneer zich een incident heeft voorgedaan als bedoeld in lid 7.

  • Lid 9 vervalt en de leden 10, 11 en 12 worden vernummerd naar 9, 10 en 11.

     

  • B.

    Na artikel 2:27 een nieuw artikel 2:27A in te voegen:

     

    2:27a Terrasvergunning

    • 1.

      Het verboden om zonder vergunning van de burgemeester een horecaterras te exploiteren.

    • 2.

      In afwijking van artikel 2:6 beslist de burgemeester tevens over het in gebruik geven van gemeentelijke eigendomen en over het in gebruik nemen van de weg.

    • 3.

      De burgemeester kan onder voorwaarden bepalen dat terrassen zonder vergunning kunnen worden uitgezet.

    • 4.

      De burgemeester kan de terrassen weigeren, intrekken of in bijzondere omstandigheden de toestemming uit het derde lid beperken:

      • a.

        indien de vestiging of de exploitatie van het horecabedrijf in strijd is met het geldende bestemmingsplan;

      • b.

        ter bescherming van het woon- en leefklimaat en openbare orde in de nabije omgeving van het terras;

      • c.

        indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

      • d.

        Indien dat gebruik een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

      • e.

        het beoogde gebruik afbreuk doet aan andere publieke functies van de weg, inclusief de bescherming van het uiterlijk aanzien daarvan en van de omgeving;

      • f.

        er meerdere belanghebbenden conflicterende aanspraak maken op de openbare ruimte ten behoeve van een redelijke verdeling.

    • 5.

      De burgemeester kan altijd bevelen een terras te verplaatsen of tijdelijk te ontruimen ten behoeve van evenementen.

    • 6.

      Het bepaalde in dit artikel geldt niet, voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken of het Provinciaal wegenreglement.

  • C.

    artikel 2:30 veiligheidsplan vervalt.

     

  • D.

    artikel 2:33 Intrekkingsgronden

    In de eerste zin ‘de vergunning’ te vervangen door ‘de vergunning bedoelt in artikel 2:27 van deze verordening en de vergunning bedoelt in artikel 2:27a van deze verordening’

Artikel II Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking.

Artikel III Overgangsrecht

Onderdelen van exploitatievergunningen horeca verleend op grond van artikel 2:27 van de verordening gelden voor zover zij op horecaterrassen zien tevens als een vergunning in de zin van artikel 2:27a.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 28 maart 2018.

de burgemeester,

Peter den Oudsten

de secretaris,

Toon Dashorst

Naar boven