Gemeenteblad van Amersfoort
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amersfoort | Gemeenteblad 2018, 77931 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amersfoort | Gemeenteblad 2018, 77931 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent huisvesting Huisvestingsverordening Amersfoort 2018
De raad van de gemeente Amersfoort;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 november 2017 DIR/WW nr.5642200;
vindt het nodig dat er regels worden gesteld om te komen tot een goede en rechtvaardige verdeling van de beschikbare goedkope woonruimte in de gemeente Amersfoort
gelet op de artikelen 4, eerste lid, aanhef en onder a, 5, 7, 9 tot en met 14, 17, 20 en 35 van de Huisvestingswet 2014;
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
maatschappelijke binding: binding van een persoon aan de woningmarktregio en is daarin gelegen dat die persoon een redelijk met de plaatselijke samenleving verband houdend belang heeft zich in de woningmarktregio te vestigen. Een maatschappelijke binding wordt in ieder geval aangenomen ten aanzien van:
HOOFDSTUK 2 VERDELING VAN WOONRUIMTE
Om toegelaten te worden tot de in artikel 3 genoemde woonruimten gelden de volgende voorwaarden:
PARAGRAAF 4 AANBIEDING EN RANGORDE
Artikel 12 Labeling bij woningaanbieding
Artikel 14 Rangorde woningzoekenden bij toewijzing en verlening huisvestingsvergunning bij het aanbodmodel
Artikel 15 Rangorde woningzoekenden bij toewijzing en verlening huisvestingsvergunning bij loting
Artikel 18 Doelgroepen van urgentie
Onder dwingend beleidsmatige redenen vallen de volgende doelgroepen:
zij die een dure huurwoning of een koopwoning verlaten om een goedkopere huurwoning te betrekken, waarbij als voorwaarde geldt dat het huishoudensinkomen te laag is om de huur of hypotheek van de huidige woning te betalen, blijkende uit een woonkostentoeslag die wordt verstrekt door de gemeente Amersfoort;
De onder het eerste lid, onder b en c genoemde doelgroepen en de onder het tweede lid, onder e t/m i genoemde doelgroepen dienen een economische of maatschappelijke binding te hebben aan de gemeente Amersfoort. Deze eis kan niet worden gesteld aan doelgroepen genoemd onder het tweede lid onder a t/m d.
Van een medische indicatie is sprake in de volgende gevallen:
indien, op advies van een door burgemeester en wethouders in te schakelen onafhankelijk medisch adviesorgaan, is vastgesteld dat – in afwijking van de reguliere wachttijd een snellere oplossing van het huisvestingsprobleem uit medisch oogpunt noodzakelijk is, waarbij een relatie dient te bestaan tussen de medische problematiek en de huidige woonsituatie, en er naar het oordeel van burgemeester en wethouders geen andere mogelijkheid bestaat om het woonruimteprobleem op te lossen.
indien in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning verhuizing wordt aanbevolen in verband met moeilijkheden bij het normale gebruik van de woning, vanwege aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek, kan urgentie worden verleend, mits verhuizen naar oordeel van burgemeester en wethouders spoedeisend is en de goedkoopst adequate voorziening is.
Urgentie op grond van zesde lid onder a is alleen mogelijk als voldaan is aan de volgende voorwaarden:
uit het huwelijk komen één of meer kinderen voort, die ten tijde van de inschrijving (ad b) minderjarig zijn en de ouder die de urgentieverklaring aanvraagt oefent (mede) ouderlijk gezag uit over het minderjarige kind/ de minderjarige kinderen. Ook minderjarige kinderen die uit een eerder huwelijk of eerdere samenleving voortkomen, worden meegerekend;
Voor gevallen van “samenleving” worden vermelde criteria, voor zover mogelijk, analoog toegepast indien:
In de situatie als bedoeld onder a moet naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende zijn aangetoond dat de samenleving minstens een jaar heeft geduurd, de samenleving is beëindigd én dat het minderjarige kind/ de minderjarige kinderen het hoofdverblijf heeft/hebben bij de ouder die de urgentie aanvraagt. Dit kan bij afwezigheid van een ouderschapsplan worden aangetoond met een notariële akte of een ander door een onafhankelijke partij opgesteld en door beide partijen ondertekend document.
De beëindiging van de samenleving kan bijvoorbeeld worden aangetoond met een notariële akte, ondersteund door ander bewijs waaruit de beëindiging blijkt. Hierbij kan gedacht worden aan een uittreksel uit de Basisregistratie Personen, bankafschriften, gegevens van de belastingdienst en andere officiële instanties en bewijs van beëindiging van gezamenlijke rekeningen en andere overeenkomsten.
Urgentie in situaties bedoeld in het zesde lid onder b is alleen mogelijk indien:
met politierapporten kan worden aangetoond dat er sprake is geweest van zeer ernstige, direct tegen het leven gerichte mishandeling, terwijl er gegronde vrees is voor herhaling. Hierbij dient een relatie te bestaan tussen de problematiek en de huidige woonsituatie. Daarnaast moet een andere woning binnen dezelfde gemeente kunnen bijdragen aan een oplossing van de huidige levensbedreigende woonsituatie.
Indien een woningzoekende dringend behoefte heeft aan andere woonruimte in geval van dakloosheid door plotselinge overmacht. Onder dakloosheid door plotselinge overmacht wordt verstaan dakloosheid:
als gevolg van het onbewoonbaar raken van de woning door een calamiteit waardoor de woning ernstig beschadigd is,
- als gevolg van financiële ontwrichting, waardoor voor minderjarige kinderen dakloosheid dreigt.
Artikel 19 Urgentiecategorieën
Woningzoekenden die urgentie aanvragen, worden ingedeeld in drie urgentiecategorieën.
categorie 3 betreft urgentieverklaringen verstrekt voor de duur van 6 maanden, met de mogelijkheid van verlenging voor de duur van 6 maanden voor verhuizingen die vanwege herstructureringsbeleid of vanwege situaties van gedwongen verkoop ten behoeve van de ontwikkeling van toekomstige inbreidings- en uitbreidingsgebieden noodzakelijk zijn.
PARAGRAAF 6 AFWIJKENDE BEPALINGEN VOOR BIJZONDERE WOONVORMEN
Deze paragraaf is van toepassing op de in de gemeente Amersfoort gerealiseerde en nog te realiseren standplaatsen van woonwagens.
Artikel 24 Inschrijving voor een standplaats
Woningzoekenden voor een standplaats kunnen zich inschrijven in het register voor woningzoekenden als bedoeld in artikel 6.
HOOFDSTUK 3 VERDERE BEPALINGEN
De gemeenteraad is bevoegd, op voorstel van burgemeester en wethouders, voor een bepaalde periode af te wijken van (onderdelen van) deze verordening ten behoeve van experimenten in het belang van de volkshuisvesting, mits niet in strijd met de wet.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders, waarbij zij zich uitsluitend zullen laten leiden door overwegingen betrekking hebbende op de evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte en het in de Huisvestingsverordening bepaalde.
Artikel 31 Overleg bij wijziging
Bij de voorbereiding van de vaststelling of wijziging van deze verordening plegen burgemeester en wethouders overleg overeenkomstig artikel 6 van de wet, met de in de gemeente Amersfoort werkzame toegelaten instellingen, met woonconsumentenorganisaties en met andere daarvoor naar hun oordeel in aanmerking komende organisaties die binnen de gemeente Amersfoort op het gebied van de woonruimteverdeling werkzaam zijn.
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
De inschrijfduur van woningzoekenden die op het moment van inwerkingtreding van de Huisvestingsverordening 2014 waren ingeschreven in het register van de gemeente Amersfoort, is bij de inwerkingtreding van de Huisvestingsverordening 2014 met drie jaar verhoogd voor wat betreft woningen in de gemeente Amersfoort;
Op een aanvraag om vergunning of ontheffing, een verzoek om inschrijving, verlening van urgentie of toestemming anderszins, welke is ingediend voor het tijdstip waarop deze verordening van kracht wordt en waarop op genoemd tijdstip nog niet onherroepelijk is beschikt, blijven de bepalingen van de huisvestingsverordening die golden op het moment van indiening van het verzoek van toepassing, tenzij de aanvrager de wens te kennen geeft dat de gewijzigde bepalingen worden toegepast.
In dit artikel zijn begrippen beschreven zoals die zijn opgenomen in de huisvestingsverordening 2018.
Werkingsgebied (artikel 3 t/m 5) en voorrang voor economisch en maatschappelijk gebondenen aan regio en Amersfoort
De verordening heeft betrekking op alle zelfstandige huurwoningen onder de huurtoeslaggrens, alsmede op standplaatsen voor woonwagens. Koopwoningen mogen niet meer onder een verordening vallen.
Met de huisvestingsvergunning wordt geregeld dat huurwoningen onder de huurtoeslaggrens terecht komen bij doelgroepen met een inkomen onder de voor woningcorporaties geldende inkomensgrens van € 36.798,- (prijspeil 2018). Verder moeten woningzoekenden Nederlander zijn of beschikken over een geldige verblijfstitel.
Daarnaast is het met de verordening mogelijk om voor ten hoogste 50% van het woningaanbod voorrang te geven aan woningzoekenden met een economisch of maatschappelijk binding aan de woningmarktregio. Deze regio omvat de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg. Bij ten hoogste de helft van dit woningaanbod kan voorrang worden gegeven aan woningzoekenden met een economische of maatschappelijk binding aan Amersfoort. De bindingseisen zijn geen toelatingscriterium voor de huisvestingsvergunning maar een rangordecriterium.
Inschrijving en bekendmaking aanbod (artikel 6 en 7)
De corporaties zijn verantwoordelijk voor het inschrijfsysteem. Iedereen kan zich inschrijven. De corporaties leggen bepaalde gegevens vast en verstrekken een inschrijfbewijs. Verder is bepaald dat het woningaanbod kosteloos digitaal moeten worden bekend gemaakt.De corporaties maken voor inschrijving en bekendmaking gebruik van het systeem van Woningnet.
Procedurebepalingen aanvraag huisvestingsvergunning en vruchteloze aanbieding (artikel 8, 9 en 10)
In artikel 8 is bepaald hoe de aanvraag van de huisvestingsvergunning moet plaatsvinden. Artikel 9 bevat de vruchteloze aanbiedingsprocedure, waarbij na twee keer vruchteloos adverteren de woning kan worden toegewezen waarbij van de doelgroepbepaling (artikel 5) en van de rangordebepalingen (artikel 12, 13, 14 of 15) kan worden afgeweken. Artikel 10 geeft aan wanneer een huisvestingsvergunning kan worden ingetrokken.
Aanbieding en rangorde (artikel 11 t/m 16)
Geregeld is dat woonruimte op drie manieren kan worden aangeboden. Via het aanbodmodel, via loting en via directe bemiddeling. Directe bemiddeling kan zowel door burgemeester en wethouders als door de woningcorporaties worden toegepast. Directe bemiddeling vindt plaats voor door burgemeester en wethouders benoemde bijzondere doelgroepen. Daarnaast zijn in het lokaal convenant woonruimteverdeling met de woningcorporaties aanvullende afspraken gemaakt, dat de corporaties aan burgemeester en wethouders rapporteren over de mate en aard van de situaties waarin bemiddeling heeft plaatsgevonden en dat door de woningcorporaties maximaal 2% van het vrijkomende woningaanbod per corporatie mag worden bemiddeld.
Voorts zijn in artikel 11 t/m 16 rangorderegels geformuleerd waarmee de volgorde van de woningzoekenden wordt bepaald. Er is een rangorde per verdelingsmodel gegeven.
Urgent woningzoekenden gaan uitsluitend bij woningen via het aanbodmodel voor op andere woningzoekenden. Bij het aanbodmodel is de inschrijfduur van een woningzoekende bepalend voor de volgorde. Bij het lotingsmodel geldt de eerst gelote gegadigde.
Hier is opgenomen aan wie een urgentieverklaring kan worden verstrekt. Er is onderscheid gemaakt in drie urgentiecategorieën. Urgentiecategorie 1 omvat woningzoekenden die binnen 3 maanden moeten verhuizen (dringend noodzakelijk). Hieronder vallen in ieder geval de vergunninghouders waarvoor een gemeentelijke taakstelling geldt, functionarissen die vanwege gemeentelijk veiligheids- of openbare orde beleid hun standplaats hebben in de woningmarktregio en cliënten die te maken hebben met meervoudige problematiek voor wie in het kader van een ViA traject urgentie wordt aangevraagd door de betrokken maatschappelijke organisatie.
Urgentiecategorie 2 omvat woningzoekenden die binnen 6 maanden moeten verhuizen (noodzakelijk). In deze categorie vallen in ieder geval cliënten van (hulpverlenings-)organisaties waaronder opvang voor o.a. huishoudens die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang voor personen die hun woning hebben moeten verlaten in verband met relationele problemen of huiselijk geweld waarvoor door burgemeester en wethouders een contingent is verstrekt aan de betreffende organisaties voor de door hen voorgedragen kandidaten en bewoners die een dure huurwoning of een koopwoning verlaten om een goedkopere huurwoning te betrekken, waarbij als voorwaarde geldt dat het huishoudensinkomen te laag is om de huur of hypotheek van de huidige woning te betalen, blijkende uit een woonkostentoeslag die wordt verstrekt door de gemeente Amersfoort.
Urgentiecategorie 3 omvat woningzoekenden die binnen 6 maanden moeten verhuizen, met de mogelijkheid de geldigheidsduur van de urgentieverklaring met 6 maanden te verlengen. In deze categorie vallen in ieder geval situaties van gedwongen verkopen ten behoeve van de ontwikkeling van toekomstige inbreidings- en uitbreidingsgebieden en bewoners uit te saneren stedelijke vernieuwingsgebieden zoals beschreven in het Sociaal Statuut.
Bij de overige doelgroepen zal een afweging moeten worden gemaakt of zij een categorie 1 of 2 urgentieverklaring krijgen.
Urgentiecategorie 1 gaat voor op 2 en 3. Binnen de categorieën geldt de datum van afgifte van de urgentieverklaring. Bij gelijke datum wordt de rangorde in categorie 2 gemaakt aan de hand van de inschrijfduur en in categorie 3 aan de hand van de duur van het huurcontract.
Financiële ontwrichting (artikel 18)
Met financiële ontwrichting wordt de situatie bedoeld waarbij:
Standplaatsen (artikel 22 t/m 26)
In deze artikelen is de procedure voor het toewijzen van standplaatsen opgenomen.
In de verordening is een experimenteerartikel opgenomen. Dit geeft de mogelijkheid om tijdelijk af te wijken van de verordening.
Hardheidsclausule (artikel 28)
De hardheidsclausule maakt het voor burgemeester en wethouders mogelijk om in het voordeel van de aanvrager af te wijken van de verordening in gevallen waar de verordening naar hun oordeel tot bijzondere hardheid leidt.
Bestuurlijke boete (artikel 29)
In deze artikelen is geregeld wie de verordening kunnen handhaven en wat de boete is bij overtreden van de verordening.
In dit artikel is bepaald dat in gevallen waarin de Huisvestingsverordening geen uitsluitsel geeft, zij zullen beslissen. Daarbij laten ze zich alleen leiden door overwegingen uit de verordening en ten behoeve van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte.
Overleg bij wijziging (artikel 31)
In dit artikel wordt bepaald dat burgemeester en wethouder bij het voorbereiden van vaststelling of wijziging van deze verordening overleg plegen met de relevante partijen en deze afstemmen met andere gemeenten uit de woningmarktregio.
In dit artikel is bepaald dat burgemeester en wethouders de uitoefening van bepaalde bevoegdheden kunnen mandateren aan corporaties en eigenaren van particuliere huurwoningen.
Overgangsregeling (artikel 33)
Bij de inwerkingtreding van regionale woonruimteverdeling is een overgangsregeling vastgesteld, in principe voor de duur van 3 jaar. Deze overgangsregeling is tegelijk met de Huisvestingsverordening 2014 in werking getreden. In 2017 is de regeling voor onbepaalde tijd verlengd en zo opgenomen in de verordening.
Deze verordening wordt genoemd “Huisvestingsverordening Amersfoort 2018”
In dit artikel is opgenomen wanneer de verordening in werking treedt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-77931.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.