Nadere regels amateurkunst Purmerend 2018

Burgemeester en wethouder van de gemeente Purmerend;

 

Gelet op artikel 6 van de Verordening amateurkunst Purmerend 2009;

 

BESLUITEN:

 

I vast te stellen de Nadere regels amateurkunst Purmerend 2018

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    artistiek leider:

    een dirigent, instructeur, regisseur, tentoonstellingsmaker, choreograaf en dergelijke. Voor zover deze in het bezit is van een diploma van een officieel erkende beroepsopleiding is sprake van een beroeps-artistiek leider;

  • b.

    opleiding:

    een opleiding, niet zijnde een beroepsopleiding, gevolgd door een kaderlid of een actief lid bij een regionaal of landelijke organisatie op het gebied van de amateurkunst;

  • c.

    kaderlid:

    een persoon, verbonden aan een instelling, die de artistieke en bestuurlijke activiteiten van die instelling mede mogelijk maakt;

  • d.

    categorie A:

    een muziekvereniging in de vorm van een symfonieorkest, harmonie- en fanfarekorps, brassband of drumfanfare;

  • e.

    categorie B:

    een muziekvereniging in de vorm van tamboer- en pijperkorps, trompetter-, hoornblazers- of majorettekorps;

  • f.

    categorie C:

    een muziekensemble, niet vallend onder de categorieën A of B;

  • g.

    categorie D:

    een oratoriumvereniging, opera- en operettevereniging of musicalvereniging;

  • h.

    categorie E:

    een zangvereniging;

  • i.

    categorie F:

    een toneel- en cabaretvereniging of schrijvers- en poëzievereniging;

  • j.

    categorie G:

    een dansvereniging;

  • k.

    categorie H:

    een foto- en film-/videovereniging alsmede een beeldende kunst vereniging (twee- en driedimensionaal);

  • l.

    verordening:

    de Verordening amateurkunst Purmerend 2009.

 

Artikel 2 Bestanddelen basissubsidie

  • 1.

    De hoogte van de basissubsidie wordt berekend door optelling van de subsidiebedragen die worden verstrekt:

    • a.

      per actief lid; Van de actieve leden van een instelling met een lokaal verzorgingsgebied is tenminste 50% woonachtig in de gemeente Purmerend;

    • b.

      als bijdrage in de kosten van een artistiek leider;

    • c.

      als bijdrage in de kosten van huur voor repetitieruimten;

    • d.

      als bijdrage in de kosten van zaalhuur ten behoeve van voorstellingen en uitvoeringen;

    • e.

      als bijdrage in de kosten van inschakeling van een orkest of solist;

    • f.

      als bijdrage in de kosten van onderhoud van instrumenten.

  • 2.
    • a.

      De subsidiebedragen ten behoeve van de exploitatiekosten van de instelling, gebaseerd op het aantal actieve leden in 2018, zijn als volgt:

       

      Categorie A:

       

       

       

      voor instellingen tot

      25 leden

       

      587,00

      voor instellingen tot

      50 leden

       

      611,00

      voor instellingen tot

      75 leden

       

      635,00

      voor instellingen tot

      100 leden

       

      662,00

      voor instellingen met

      100 of meer leden

       

      686,00

       

       

       

       

      Categorie B:

       

       

       

      voor instellingen tot

      25 leden

       

      440,00

      voor instellingen tot

      50 leden

       

      465,00

      voor instellingen tot

      75 leden

       

      489,00

      voor instellingen tot

      100 leden

       

      512,00

      voor instellingen met

      100 of meer leden

       

      536,00

       

       

       

       

      Categorie D:

       

       

       

      voor instellingen tot

      25 leden

       

      244,00

      voor instellingen tot

      50 leden

       

      269,00

      voor instellingen tot

      75 leden

       

      292,00

      voor instellingen tot

      100 leden

       

      316,00

      voor instellingen tot

      100 of meer leden

       

      342,00

       

       

       

       

      Categorieën C, E, F, G en H:

       

       

       

      voor instellingen tot

      25 leden

       

      99,00

      voor instellingen tot

      50 leden

       

      122,00

      voor instellingen tot

      75 leden

       

      146,00

      voor instellingen tot

      100 leden

       

      170,00

      voor instellingen met

      100 of meer leden

       

      196,00

        

    • b.

      1 januari van de subsidieperiode waarop de subsidie betrekking heeft, wordt gehanteerd als peildatum bij de bepaling van het aantal actieve leden van een instelling.

  • 3.

    Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van een artistiek leider bedraagt in 2018 50 % van die kosten tot een maximum van:

    • a.

      € 2.515,- voor een beroepsdirigent, -instructeur of -regisseur; of

    • b.

      € 1.220,- voor een niet beroepsdirigent, - instructeur, of -regisseur.

    In de in dit lid genoemde bedragen is 0% looncorrectie inbegrepen.

    Indien bij uw vereniging meerdere soorten artistiek leiders betrokken zijn (bijvoorbeeld een regisseur en een dirigent), dan kan voor de soort tweede artistiek leider een bijdrage in de kosten van 25% van de kosten van 2017 worden gevraagd, met een maximum van € 1.220,-. Dit geldt uitsluitend voor een beroepsdirigent, -instructeur, of –regisseur. Deze regel is niet van toepassing op meerdere artistiek leiders van dezelfde categorie (bijvoorbeeld meerdere regisseurs of dirigenten).

  • 4.
    • a.

      Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van huur voor repetitieruimten bedraagt in 2018 50% van die kosten (in 2017).

    • b.

      In afwijking van het gestelde onder a. wordt ten aanzien van de volgende instellingen met betrekking tot de huur van repetitieruimte in P3, in 2018, een ander percentage gehanteerd:

      • Stedelijk Orkest 57%;

      • Harmonie Crescendo 58%;

      • Kunst na Arbeid 59%;

      • Symfonisch Orkest Purmerend en Omstreken 71%.

  • 5.

    Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van zaalhuur ten behoeve van voorstellingen en uitvoeringen bedraagt in 2018, 50% van die kosten (in 2017) tot een maximum van € 1.500,-.

  • 6.
    • a.

      Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van inschakeling van een orkestrespectievelijk een solist bedraagt in 2018, 30% van die kosten (in 2017) tot een maximum van € 1.502,-.

    • b.

      Tot de onder a. bedoelde kosten behoren tevens de reiskosten van de orkestleden of de solist voor één repetitie en één generale repetitie en voor de daarop volgende koor-, musical-, opera- of operette-uitvoering(en).

  • 7.
    • a.

      Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van onderhoud van instrumenten bedraagt in 2018 € 24,25 per bespeeld instrument.

    • b.

      1 januari van de subsidieperiode waarop de subsidie betrekking heeft, wordt gehanteerd als peildatum bij de bepaling van het aantal bespeelde instrumenten bij een instelling.

 

Artikel 3 Hardheidsclausule

Het college kan de nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing van deze nadere regels leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de datum na die waarop ze zijn bekend gemaakt.

 

Artikel 5 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels amateurkunst Purmerend 2018.

 

II Geen loon- en prijsindexatie vast te stellen;

 

III De 'Nadere regels amateurkunst Purmerend 2017' in te trekken.

Purmerend, 27 maart 2018

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,

G. Blom

de burgemeester,

D. Bijl

Naar boven