INSTRUCTIE VOOR DE CONCERNCONTROLLER ALMERE 2018

 

Het college van burgemeester en wethouders van Almere

 

B E S L U I T

 

vast te stellen de onderhavige “Instructie voor de concerncontroller Almere 2018”

Artikel 1 De plaats van de concerncontroller in de organisatie

  • De concerncontroller is onafhankelijk in zijn/haar adviserende en toetsende taak.

  • De concerncontroller is ondergeschikt aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

  • De concerncontroller is als vaste adviseur aanwezig bij de overleggen van de concerndirectie.

  • De concern controller wordt actief betrokken als adviseur bij risicovolle, complexe en strategische beleids-en bedrijfsvoeringsdossiers.

 

Artikel 2 Vervanging van de concerncontroller

In geval van afwezigheid van de concerncontroller is de gemeentesecretaris verantwoordelijk voor een adequate vervanging.

 

Artikel 3 Doelstellingen van de concerncontroller

De concerncontroller stelt zich bij de uitoefening van zijn taken ten doel:

  • a.

    advisering en ondersteuning van de concerndirectie bij de beoordeling over doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van de organisatie;

  • b.

    een kritische sparringpartner te zijn naar de concern directie, in de wijze waarop de directie invulling geeft aan zijn systeemverantwoordelijkheid en zich houdt aan de vastgestelde (bestuurlijke) kaders;

  • c.

    bevordering, toetsing en signaleren, gericht op het versterken van systeem van ‘checks and balances’ in de organisatie en de sturing op de doelstellingen én het grip krijgen op de uitvoering daarvan;

  • d.

    de zorg voor het inzichtelijk maken en beheersen van risico’s.

 

Artikel 4 Taken en bevoegdheden van de concerncontroller

De concerncontroller heeft de volgende taken en bevoegdheden:

  • a.

    advisering van het college van Burgemeester en Wethouders, de gemeentesecretaris en de concerndirectie over relevante bestuurlijke beleids- en uitvoeringsvoornemens (collegevoorstellen) vanuit het perspectief van het vroegtijdig signaleren van risico’s in de (voorgenomen) uitvoering van beleid of bedrijfsvoering middels toetsing hiervan op:

    • conformiteit met politiek-bestuurlijk vastgestelde kaders en richtlijnen;

    • conformiteit met organisatie- en beleidsdoelstellingen;

    • conformiteit met budget- en begrotingsafspraken;

    • bedrijfsvoeringconsequenties;

  • b.

    gevraagd en ongevraagd adviseren van de concerndirectie over de ontwikkeling, implementatie en toepassing van alle gemeentelijke kaders en richtlijnen, waaronder ook het gebruik van modellen, standaards en instrumenten (cyclisch/niet cyclisch), inzake de bedrijfsvoering, alsmede op het terrein van beleidscontrol;

  • c.

    gevraagd en ongevraagd adviseren van de concerndirectie over het toezien op de doelmatigheid, kwaliteit, doeltreffendheid en rechtmatigheid van beleid en bedrijf waaronder de toepassing van control instrumenten zoals audits, controle onderzoeken, risicoanalyses, outcome monitors, beleidsevaluaties, e.d.;

  • d.

    advisering over risicovolle, complexe en strategische beleids- en bedrijfsvoerings-dossiers.

  • e.

    advisering van het college van Burgemeester en Wethouder over de uitvoering van collegeonderzoeken (213a GW) en namens het college opdrachtgever zijn van de uitvoering van deze onderzoeken.

  • f.

    inlichtingen vragen aan het management van de organisatie in verband met de uitoefening van zijn taken; de organisatie is gehouden hieraan medewerking te verlenen.

  • g.

    aanwijzingen geven aan de organisatie op grond van zijn taken.

  • h.

    bij een blijvend verschil van mening met de gemeentesecretaris c.q. de concerndirectie bij zwaarwegende aangelegenheden en/of de uitvoering van zijn taken, het college hierover, met medeweten van de gemeentesecretaris, informeren en adviseren.

 

Artikel 5 Aanstelling en functioneren concerncontroller

  • a.

    De benoeming en het ontslag van de concerncontroller wordt door de gemeentesecretaris voorgelegd aan het college;

  • b.

    Het functioneren van de concerncontroller en de context waarbinnen dat functioneren plaatsvindt wordt jaarlijks besproken in aanwezigheid van de wethouder Financiën/ bedrijfsvoering, de wethouder HRM, de concerncontroller en de gemeentesecretaris.

 

Artikel 6 Tegenstrijdigheid van opvattingen

In de gevallen waarin deze instructie niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze instructie treedt in werking op 1 januari 2018.

 

 

Almere, 19 december 2017

burgemeester en wethouders van Almere,

de secretaris, de burgemeester,

R. Wielinga F.M. Weerwind

Naar boven