Wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015

Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 29 december 2017, met kenmerk Gemeenteblad 2017, 234606, geplaatst.

 

De gemeenteraad van Amsterdam

 

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1578);

Gelet op:

  • -

    artikel 121 van de Gemeentewet;

  • -

    artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015,

     

Besluit:

 

  • I.

    Vast te stellen de volgende

     

Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 november 2016 (Gemeenteblad afd. 3A, nr. 294, 1098) en aangepast bij raadsbesluit van 21 december 2016 (Gemeenteblad 3A, nr. 418/671) en 28 juni 2017 (Gemeenteblad 3A, nr. 194/674).

Artikel 1  

Artikel 3.1, lid 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

  • 1.

    Een algemene voorziening kan ingericht zijn voor alle inwoners van Amsterdam of voor een specifieke doelgroep, en is rechtstreeks toegankelijk voor mensen die maatschappelijke ondersteuning behoeven en tot de doelgroep van de voorziening behoren.

Artikel 2  

Artikel 4.2, lid 3 en 4 worden gewijzigd en komen als volgt te luiden:

 

  • 3.

    De tarieven van het persoonsgebonden budget zijn:

    • a.

      voor ambulante ondersteuning € 40,62 per uur;

    • b.

      voor dagbesteding € 34,51 per dagdeel;

    • c.

      als vervoer naar de onder b. bedoelde dagbesteding noodzakelijk wordt geacht voor cliënten met een psychiatrische beperking € 6,22 per etmaal en voor overige cliënten € 7,34 per etmaal en € 17,72 per etmaal ingeval van rolstoelvervoer;

    • d.

      voor beschermd wonen geldt een tarief dat is gebaseerd op de geïndiceerde onderdelen van de GGZ-C Zorgzwaartepakketten (ZZP) 3 tot en met 5 conform de AWBZ 2014;

    • e.

      toeslag op het tarief voor beschermd wonen voor een gezamenlijk wooninitiatief: € 4.000,00;

    • f.

      voor logeeropvang € 101,00 per etmaal;

    • g.

      voor woonvoorzieningen geldt het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte;

    • h.

      voor hulp bij huishouden € 4,35 per punt;

    • i.

      voor vervoersvoorzieningen geldt het volgende:

      • i.

        Bij koop van een individuele vervoersvoorziening wordt het persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate voorziening. Het budget wordt indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud of verzekering.

      • ii.

        De hoogte van het Pgb voor gebruik taxi of vervoer door derden bedraagt € 1.399,00 of voor huisgenoten die beide in aanmerking komen € 1.049,00 ieder, op jaarbasis.

      • iii.

        De hoogte van het Pgb voor gebruik rolstoeltaxi of vervoer door derden bedraagt € 2.153,00 of voor huisgenoten die beide in aanmerking komen € 1.615,00 ieder, op jaarbasis.

      • iv.

        De hoogte van het Pgb voor gebruik taxi of vervoer door derden naast gebruik van fiets, scootmobiel of (elektrische) rolstoel bedraagt € 525,00 of voor huisgenoten die beide in aanmerking komen € 394,00 ieder, op jaarbasis.

      • v.

        In het geval van een maatwerkbedrag taxi of vervoer door derden kan de daarvoor geïndiceerde aanvrager ook kiezen voor een tegemoetkoming op declaratiebasis. (maatwerkbedrag). Uitbetaling vindt plaats op basis van declaratie. Als de declaratie niet voldoet aan in de beschikking gestelde verplichtingen en voorwaarden zal deze niet uitbetaald worden.

      • vi.

        De maximumhoogte van het bedrag als bedoeld onder v. bedraagt per jaar:

        • a.

          voor vervoer als bedoeld in lid ii € 4.800,00 of € 3.600,00 voor huisgenoten die beiden in aanmerking komen ieder;

        • b.

          voor vervoer als bedoeld in lid iii € 3.625,00 of € 2.719,00 voor huisgenoten die beiden in aanmerking komen ieder;

        • c.

          voor vervoer als bedoeld in lid iv € 1.800,00 of € 1.350,00 voor huisgenoten die beiden in aanmerking komen ieder.  

      • vii.

        De hoogte van het Pgb voor aanpassing aan de eigen auto wordt vastgesteld op het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.

      • viii

        Voor een rolstoel wordt het persoonsgebonden budget vastgesteld op de hoogte van de goedkoopst adequate voorziening. Het budget wordt indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud of verzekering.

  • 4.

    De hoogte van een persoonsgebonden budget voor ondersteuning in de vorm van dienstverlening uit het sociale netwerk, bedraagt voor zover deze afwijkt van het bepaalde in het derde lid;

    • a.

      voor ambulante ondersteuning € 20,00 per uur;

    • b.

      voor dagbesteding € 20,00 per dagdeel.

Artikel 3  

Artikel 5.2.1, lid 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

  • 1.

    De ritbijdrage voor het beschermd vervoer is gelijk aan het tarief voor het openbaar vervoer voor volwassenen (voltarief) dat door het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam wordt vastgesteld. Een cliënt die tussen 18.00 uur en 01.00 uur reist krijgt 10% korting op de ritbijdrage.

Artikel 4  

Artikel 9.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking één dag na publicatie in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 juni 2017.

 

Artikel 5  

Artikel 9.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking één dag na publicatie in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 juni 2017. Dit met uitzondering van artikel 5.3.1, derde lid. Artikel 5.3.1, derde lid werkt terug tot en met 17 juli 2017.

 

Artikel 6  

Artikel 9.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

 

Artikel 7  

De titel van artikel 9.4 wordt gewijzigd en er wordt een lid 2 toegevoegd, en komt te luiden:

 

Overgangsbepalingen

 

  • 1.

    Een cliënt houdt recht op een voorziening verstrekt op grond van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 als gepubliceerd in Gemeenteblad 2011, afd. 3A, nr. 199/770, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken. Het aan het besluit ten grondslag liggende onderzoek wordt uitgevoerd met inachtneming van hoofdstuk 2 en 3 van deze verordening, met dien verstande dat het onderzoek ambtshalve kan plaatsvinden.

  • 2.

    Een cliënt die als gevolg van de tariefsaanpassing voor het persoonsgebonden budget voor dagbesteding per 1 januari 2018 benadeeld wordt, behoudt zijn budget gedurende de looptijd van het huidige besluit.

     

  • II.

    Kennis te nemen van de hiernavolgende wijzigingen in de Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015.

     

    • A.

      Aan artikel 4.2 over aanvullende criteria persoonsgebonden budget wordt aan de 4e alinea tekst toegevoegd die komt te luiden:

      In een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 mei 2017 heeft de rechter in een zaak van de gemeente Emmen bepaald dat essentialia van het voorzieningenpakket in de verordening dienen te worden vastgelegd. Hieronder valt ook de tariefsdifferentiatie van het Pgb. Voor onder meer de tarieven van beschermd wonen wordt momenteel gewerkt aan een bekostigingsmodel. Dit kan in de toekomst nog leiden tot een aanpassing van deze tarieven.

      De gemeente heeft in april 2017 een opdracht gegeven aan onderzoeksbureau KPMG en gevraagd om objectief en onafhankelijk advies uit te brengen over passende en goed onderbouwde Pgb-tarieven voor hulp bij het huishouden, ambulante ondersteuning, dagbesteding en logeeropvang. Dit onderzoek getiteld ‘Doorontwikkeling Pgb-tarieven Wmo-voorzieningen’ is op 8 juni 2017 gepubliceerd. De Pgb-tarieven voor deze voorzieningen zijn gebaseerd op dit onderzoek.

      Voor ambulante ondersteuning en dagbesteding geldt het gewogen gemiddelde tarief op basis van de tarieven die zijn afgesproken voor de maatwerkvoorziening in natura, minus een afslagpercentage van 15%. Het bedrag dat per jaar wordt verstrekt voor vervoer naar dagbesteding wordt berekend aan de hand van het bedrag per etmaal, vermenigvuldigd met het aantal dagen dat de dagbestedingslocatie wordt bezocht maal 52 weken. Voor logeeropvang geldt het tarief dat voor de maatwerkvoorziening in natura is afgesproken. Het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt berekend via een puntensysteem. Het aantal vastgestelde punten maal het per punt geldende tarief bepaalt het budget. Aan de hand van de maatstaf voor hulp bij het huishouden worden aan de activiteiten en de frequentie ervan punten toegekend. Op basis van het aantal punten per jaar wordt de hoogte van het budget per week bepaald. Bij het bepalen van het tarief per punt is uitgegaan van het Pgb-tarief van € 17,40 per uur. Het Pgb-uurtarief en het tarief per punt zijn hierdoor automatisch aan elkaar gekoppeld.

      Het niet-professionele tarief voor ambulante ondersteuning en dagbesteding is vastgesteld op basis van een benchmark met diverse andere grote gemeenten.

       

    • B.

      Aan hoofdstuk 5, Bijdragen wordt een zin toegevoegd aan de tweede alinea, die komt te luiden:

      Er geldt een korting van 10% op de ritbijdrage voor cliënten die buiten de drukke tijden reizen, dat wil zeggen tussen 18.00 uur en 01.00 uur (daltarief).

       

    • C.

      De titel van artikel 9.4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

      Overgangsbepalingen

       

  • III

    In te stemmen met het door het college aanbrengen van eventueel noodzakelijke redactionele wijzigingen in de tekst van de verordening en de toelichting op de verordening die het gevolg kunnen zijn van de bekendmaking van het landelijk Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

     

  • IV.

    Te bepalen dat artikel 4 van deze verordening één dag na publicatie in het Gemeenteblad in werking treedt en terug werkt tot en met 1 juni 2017.

     

  • V.

    Te bepalen dat artikel 5 van deze verordening één dag na publicatie in het Gemeenteblad in werking treedt en terug werkt tot en met 17 juli 2017.

     

  • VI.

    Te bepalen dat artikelen 1, 2, 3, 6 en 7 van deze verordening in werking treedt op 1 januari 2018.

     

Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemdin zijn vergadering op 21 december 2017.

De voorzitter 

J.J. van Aartsen

De raadsgriffier

mr. M. Pe MEC

Naar boven