Gemeenteblad van Uden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Uden | Gemeenteblad 2018, 7033 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Uden | Gemeenteblad 2018, 7033 | Verordeningen |
Verordening activiteitenfonds voor volwassenen, Uden 2018
overwegende dat op 6 juli 2017 het armoedebeleid 2018-2021 is vastgesteld waarin wijzigingen worden voorgesteld in de regeling activiteitenfonds,
gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van d.d. 21 november 2018;
gelet op het bepaalde in artikel 108 en artikel 149 van de Gemeentewet;
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Definities/begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
de Wet: de Participatiewet (PW)
de belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (Algemene Wet Bestuursrecht) en die in deze verordening ook wordt aangeduid met “hij” en “hem”.
inkomen: totaal van het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet, en de algemene bijstand als bedoeld in artikel 5 Participatiewet. Niet tot het inkomen wordt gerekend de individuele inkomenstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de Participatiewet.
van toepassing zijnde bijstandsnorm: de bijstandsnormen als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet.
vermogen: het vermogen zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet. Het vermogen in de eigen woning wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.
Hoofdstuk 2. Personen 18 jaar of ouder en hun eventuele partner
Artikel 2. Doelgroep financiële tegemoetkoming
Voor een financiële tegemoetkoming komen in aanmerking: belanghebbende(n) van 18 jaar of ouder en zijn of haar eventuele partner, die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief vakantiegeld, waarbij geen rekening gehouden wordt met het kunnen delen van kosten als bedoeld in artikel 22 a van de Participatiewet, en geen in aanmerking te nemen vermogen, zoals opgenomen in artikel 1, onder g, van deze verordening, heeft. Deze tegemoetkoming geldt voor ieder gezinslid van 18 jaar of ouder afzonderlijk.
Hoofdstuk 3. Aanvraag en onderzoek, hoogte van de financiële tegemoetkoming en mogelijkheid tot terugvordering
Toelichting Verordening activiteitenfonds voor volwassenen en Kindpakket
Op 7 juli 2017 heeft de Raad ingestemd met het nieuwe armoedebeleid 2018-2021. Hierin worden onder andere wijzigingen voorgesteld ten aanzien van de oude regeling activiteitenfonds (Verordening activiteitenfonds 2007). Laatstgenoemde regeling wordt uitgebreid met een referteperiode.
Daarnaast is binnen het nieuwe beleid het activiteitenfonds enkel nog toegankelijk voor personen van 18 jaar of ouder. Voor personen jonger dan 18 jaar is er een Kindpakket ontwikkeld.
Uitvoering en samenwerking tussen de fondsen binnen het Kindpakket is bestendigd in “de intentieovereenkomst Kindpakket Uden” en valt daarom buiten deze verordening.
van toepassing zijnde bijstandsnorm: De van toepassing zijnde bijstandsnormen zijn terug te vinden in artikel 3.2 van de Participatiewet. De ‘van toepassing zijnde bijstandsnorm’ verdient nog een toelichting. Per 1 januari 2015 is de kostendelersnorm ingevoerd. Hierdoor wordt de uitkering lager al naar gelang er meer volwassenen in dezelfde woning wonen. Als we het recht op een financiële tegemoetkoming koppelen aan de kostendelersnorm komen veel werkenden niet in aanmerking, omdat zij minimaal het wettelijk minimumloon verdienen en bij inwoning dus een hoger inkomen hebben dan de kostendelersnorm. Dit willen we voorkomen. Daarom is in artikel 2 opgenomen dat geen rekening wordt gehouden met het kunnen delen van kosten als bedoeld in artikel 22 a Participatiewet.
Voor deze afbakening is gekozen om duidelijk aan te geven dat belanghebbenden ook met een ander inkomen dan een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet in aanmerking kunnen komen, namelijk alle inwoners met een inkomen onder de 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Verder is voor belanghebbenden als bedoeld in Hoofdstuk 2 ingebouwd dat dit inkomen in ieder geval enige tijd (12 maanden voorafgaand aan de peildatum) beneden de 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm moet zijn geweest. De reden hiervoor is dat er wel gesproken moet kunnen worden van burgers die als gevolg van een laag inkomen in hun maatschappelijke participatie worden bedreigd. Van iemand die vorige maand werkloos is geworden en sedertdien een laag inkomen heeft (en wellicht zelfs beschikt over enige reserves) kan niet worden gezegd dat er al sprake is van het gevaar van sociale uitsluiting, niet mee kunnen doen etc.
In deze artikelen staan de meest voorkomende activiteiten maatschappelijke participatie waarvoor een voorziening kan worden getroffen. Als in een individueel geval wordt geoordeeld dat een andere activiteit dan hier genoemd staat, aangewezen is om de belanghebbende in voldoende mate te kunnen laten participeren, dan kan natuurlijk hiervoor worden gekozen. Het artikel biedt ruimte voor maatwerk. Een voorbeeld hiervan is de persoon die als gevolg van huisgebondenheid door middel van een internetabonnement maatschappelijk kan deelnemen. Kosten kunnen uitsluitend worden vergoed voor activiteiten die in Nederland plaatsvinden.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
In dit artikel ligt de hoogte van de verstrekking vast. Indexering komt overeen met het indexeringspercentage voor goederen en diensten dat jaarlijks in de programmabegroting wordt vastgesteld en waarmee het budget Activiteitenfonds wordt verhoogd.
In de regeling is duidelijk omschreven dat er een bestedingsverplichting is. Er kan steekproefsgewijs worden gecontroleerd en het college heeft een terugvorderingsbevoegdheid. Van een ongerichte inkomenssuppletie is daardoor geen sprake. Bovendien is er middels deze werkwijze voldoende oog voor rechtmatigheid.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-7033.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.