Gemeenteblad van De Ronde Venen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Ronde Venen | Gemeenteblad 2018, 67698 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Ronde Venen | Gemeenteblad 2018, 67698 | Beleidsregels |
Eerste wijziging Beleidsnotitie Overlast door bomen
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Ronde Venen heeft tijdens de collegevergadering van 12 december 2017 een aangepast beoordelingsformulier bij de Beleidsnotitie Overlast door bomen vastgesteld.
Na deze aanpassing luidt de Beleidsnotitie Overlast door Bomen als volgt:
Bomen hebben een veel groter belang voor een gezonde samenleving dan je op het eerste gezicht zou denken. Niet alleen verfraaien ze de omgeving, dragen bij aan de vochtregulatie en zijn ze van belang voor onze fauna (vogels, vleermuizen, insecten), ze produceren zuurstof en dragen bij aan een betere luchtkwaliteit doordat ze fijnstof afvangen. Bomen spelen dus niet alleen een positieve, maar zelfs een onmisbare rol in onze samenleving.
Maar waar de bomen enerzijds bijdragen aan het welzijn van de mens, kunnen bomen anderzijds ook een negatieve invloed hebben op de leefbaarheid voor bewoners. Ook in De Ronde Venen zijn er bewoners die zeggen last te hebben van bomen en vragen de gemeente de bomen te verwijderen dan wel door snoeimaatregelen de overlast te verminderen.
Uitgangspunt is dat een gezonde boom blijft staan en dat er geen ingrijpende maatregelen worden uitgevoerd aan/in de boom, zoals kappen, toppen (de top van de boom eraf halen) of kandelaberen (is een vorm van knotten: je zaagt alle takken van een boom af op enige afstand van de stam).
In januari 2016 heeft de gemeenteraad het ‘Bomenbeleid; groener dan nu’ gewijzigd. Het nieuwe beleid maakt het onder andere mogelijk bomen die onevenredig veel overlast veroorzaken te kappen.
De gemeente wil niet op elk verzoek bomen kappen:
De gemeente wil soms wel bomen kunnen kappen:
Er zijn diverse oorzaken van overlast. De meeste komen voort uit ontwerpkeuzen die eerder zijn gemaakt. Soms zijn bomen te dicht bij woningen geplant. Het is echter ook voorgekomen dat nieuwbouw te dicht bij bestaande bomen is geplaatst.
Het is bijzonder moeilijk om bomen zonder overlast uit te laten groeien tot volwassen exemplaren. In stedelijk gebied kunnen we bomen immers nooit de ruimte bieden die ze in een natuurlijke situatie zouden krijgen. Wat ons nu parten speelt in sommige situaties is de keuze van de soort boom in relatie tot de standplaats. Tijdens de bouw van de jaren ’70 en ’80 woonwijken is in De Ronde Venen gekozen voor snelgroeiende grote bomen (met name essen en elzen) Waarschijnlijk met het idee dat deze bomen met de eerstvolgende reconstructie vervangen zouden worden. Maar als die reconstructie wordt uitgesteld of de bomen doen het extra goed op deze grond, worden de bomen uiteindelijk te groot en kunnen overlast veroorzaken.
Veranderende maatschappelijke tendensen
In allerlei vakbladen en nieuwsberichten wordt de zorg uitgesproken dat Nederland vergrijst en ontgroent. Momenteel bestaat ook de trend om tuinen zo onderhoudsvriendelijk mogelijk te maken. Vaak resulteert dit in strak vormgegeven tuinen met veel verharding. Oncontroleerbare factoren van buitenaf, zoals bladafval, bloesemval, zaadval zijn de tuineigenaren vaak een doorn in het oog. De afgenomen acceptatie van deze natuurlijke factoren is een kwestie van beleving. Voor de één is dat meer een knelpunt dan voor de ander.
Deze beleidsnotitie geeft verder invulling aan het aangepaste ‘Bomenbeleid; groener dan nu’ en is van toepassing op de gemeentelijke bomen. Aan de hand van de in deze notitie genoemde toetsingscriteria kan een afweging worden gemaakt tussen de publieke waarde van de boom en het individuele belang van de bewoner die overlast ervaart. Met deze afweging wordt bepaald of er sprake is van onevenredige overlast en of een boom gekapt kan worden. De meest voorkomende oorzaak van overlast is een ongelukkige keuze van boomsoort in relatie tot locatie. De overlastklachten die hiermee samen hangen (bladafval, schaduw, angst voor takbreuk, etc.) zullen, met deze beleidsregels als kader, veelal niet het kappen van de boom tot gevolg hebben. Dit knelpunt wordt aangepakt met het opstellen van de streefbeelden, die uitgewerkt kunnen worden in vervangingsplannen.
In de Algemene Plaatselijke Verordening De Ronde Venen 2016 is een kapverbod opgenomen voor gemeentelijke bomen. Voor de kap van deze bomen is op grond van artikel 4:11 een omgevingsvergunning (Wabo) nodig. Vergunning kan worden verleend als sprake is van een zwaarwegend belang. Onevenredige overlast valt hier ook onder. Het begrip ‘onevenredige overlast’ wordt in deze beleidsnotitie verder ingevuld aan de hand van het wettelijk kader voor overlast in het Burgerlijk Wetboek.
Veel rechten en plichten ten aanzien van bomen zijn terug te vinden in het burenrecht. De gemeente en haar inwoners zijn op grond van het burgerlijk recht immers ook buren van elkaar. Niet alleen takken van bomen van bewoners onderling kunnen over elkaars percelen hangen, dit gebeurt ook bij gemeentebomen. De regels van het burenrecht gelden in beide situaties. Echter wel met een aantal kanttekeningen. Gemeentebomen vertegenwoordigen namelijk een maatschappelijk belang.
Overlast door bomen is lastig. Wat de één als overlast beleeft, levert voor de ander juist een positieve bijdrage aan de leefbaarheid van zijn woonomgeving. Overlast is iets subjectiefs, en dat maakt de discussie over overlast lastig. Dit is iets wat ook in rechterlijke uitspraken is terug te vinden. Een rechter is over het algemeen terughoudend in het toekennen van eisen zoals kap of snoei. Want bomen geven immers niet alleen overlast, maar bovenal een groene uitstraling aan een straat, wijk en gemeente. Ze dienen een algemeen belang. Zou een rechter alle eisen van kap en snoei toekennen, dan zouden er heel wat bomen verdwijnen. Om die reden weegt de rechter het algemene belang van de boom af tegen de mate van overlast. In de meerderheid van de gevallen weegt het overlastbelang niet op tegen het algemeen belang van de boom.
Onrechtmatige hinder / onrechtmatige daad
In geval van overlast kan de bewoner zich beroepen op artikel 5:37 BW (hinder) in samenhang met artikel 6:162 BW. In artikel 5:37 BW staat dat een eigenaar geen onrechtmatige hinder mag toebrengen aan andermans erf door onder andere het onthouden van licht, lucht of het verspreiden van rumoer of stank. Niet elke vorm van hinder geldt als ‘onrechtmatige hinder’. Een voorwaarde is dat de hinder ook echte schade toebrengt en dat die schade ook is aan te tonen. Daarbij is de aard, de ernst (omvang) en de duur van de hinder doorslaggevend. Ook het feit dat bomen op een bepaalde standplaats al lange tijd aanwezig zijn, speelt een rol. Volgens de rechtspraak hoeft een eigenaar niet te dulden dat hij belemmerd wordt in het gebruik van zijn eigendom, maar dit zal alleen voorkomen bij echt duidelijk zware en buitenproportionele hinder. Kortom enige mate van hinder is normaal. De in de natuur gebruikelijke vruchtval, pluis, bladval en mate van schaduwwerking is geen reden voor de rechter om onrechtmatige hinder aanwezig te achten.
Een beroep op hinder moet dus voldoen aan een vorm van ‘onrechtmatige daad’. Een ‘onrechtmatige daad’ zoals beschreven in artikel 6:162 BW moet echter in al zijn onderdelen worden bewezen. Hiervoor moet aan vijf voorwaarden worden voldaan. Er moet sprake zijn van:
Het is niet eenvoudig om bij hinder door bomen aan al deze onderdelen te voldoen. Dit maakt dat overlast door bomen zelden echte onrechtmatige hinder is. De rechter is hierin zeer terughoudend.
Gemeentebomen staan soms dichtbij percelen van particulieren. In artikel 5:42 lid 1 BW (Burgerlijk Wetboek). staat dat de afstand van bomen tot de perceelgrens 2.00 meter hoort te zijn. Gemeenten hebben op grond van artikel 5:42 lid 2 BW echter het recht deze afstand in hun regelgeving aan te passen. In de Algemene Plaatselijke Verordening De Ronde Venen 2016 is deze grens verkleind tot 0.50 meter. Dit betekent dat gemeentebomen gerechtvaardigd tot een afstand van 0.50 meter van de perceelgrens mogen staan. Het recht om verwijdering te vragen van bomen die dichter op de perceelgrens staan verjaart twintig jaar na aanplant.
Wortels van gemeentebomen kunnen doorschieten op andermans perceel. De eigenaar van dit perceel kan in dat geval gebruik maken van zijn wortelkaprecht. Op grond van artikel 5:44 lid 2 BW heeft een perceeleigenaar het recht om wortels die zijn perceel ingroeien te verwijderen. Dit mag echter niet tot gevolg hebben dat een boom afsterft of omvalt. Dit wortelkaprecht maakt dat een perceeleigenaar zelf de verantwoordelijkheid heeft om wortels van gemeentebomen niet zijn perceel in te laten groeien. Verzuimt een eigenaar dit regelmatig te doen, dan zijn de gevolgen voor hem zelf.
Bomen op openbaar gebied kunnen met hun takken over perceelgrenzen hangen. Bewoners kunnen overlast ervaren doordat die takken schaduw geven, hun eigendommen raken of hun eigendommen beschadigen of vervuilen. Op grond van artikel 5:44 lid 1 BW heeft een perceeleigenaar in beginsel het recht om over zijn perceel hangende takken van aangrenzende gemeentebomen weg te nemen. Daar is echter een aantal voorwaarden aan verbonden:
Elke boomeigenaar heeft een zorgplicht voor zijn bomen. De gemeente heeft deze zorgplicht dus ook. Dit houdt in dat de gemeente haar bomen regelmatig aan een boomveiligheidsonderzoek (VTA, Visual Tree Assessment) moet onderwerpen en tevens voldoende onderhoud aan de boom moet verrichten.
Indien schade door bomen ontstaat, kan de schadelijdende partij dit proberen te verhalen op grond van artikel 6:162 BW. De aansprakelijkheid voor schade door bomen valt onder ‘schuldaansprakelijkheid’. Heeft de eigenaar of beheerder voldaan aan zijn zorgplicht, dan is er geen ‘schuld’ als toch schade ontstaat. De gemeente heeft in dat geval als boomeigenaar aan zijn verplichtingen voldaan en dus ook geen ‘schuld’ aan het ontstaan van de schade veroorzaakt door de boom. Voor de uitvoer van deze zorgplicht geldt een kader:
De gemeente is beheerder van wegen. Op grond van de Wegenwet is de gemeente verantwoordelijk voor het instandhouden van veilige openbare wegen en de daarbij behorende trottoirs. Indien schade ontstaat door gebruik van een gebrekkige weg, kan mogelijk schade gevorderd worden op grond van artikel 6:174 BW. Er geldt een ander soort aansprakelijkheid dan bij bomen. Dit noemt men ‘risicoaansprakelijkheid’. Dit houdt kort gezegd in dat het voldoen aan een zorgplicht niet afdoende is om aansprakelijkstelling te voorkomen. Er wordt in dat geval meer van de wegbeheerder verwacht. Het voorkomen van oneffenheden in verhardingen, bijvoorbeeld door verhardingsopdruk door wortels is een belangrijk aandachtspunt.
In het volgende hoofdstuk staat beschreven hoe De Ronde Venen om wil gaan met overlast door bomen.
In de vorige hoofdstukken werd al aangegeven dat overlast een individueel belang dient en wordt afgewogen tegen het algemeen belang.
De klachten die bij het meldpunt ‘bomenoverlast’ van de VVD zijn binnen gekomen betreffen ook een individueel belang, terwijl gemeentelijk groen en bomen juist zijn aangeplant om het algemeen belang te dienen. Bij het ingrijpen in het groen is het dan ook belangrijk dat ongewenste precedentwerking wordt voorkomen. Het uitvoeren van een maatregel bij de één mag er niet toe leiden dat de gemeente genoodzaakt wordt om bij vergelijkbare situaties ook tot actie over te gaan.
Daarom stelt de gemeente zich terughoudend op in het nemen van maatregelen bij individuele klachten. Om de groene kwaliteit van de gemeente te kunnen behouden zullen bewoners zowel de lasten als de lusten moeten accepteren van het openbaar groen.
Anderzijds ziet de gemeente overlastklachten wel als signalen die erop kunnen duiden dat er wat aan de hand is. Het is bekend dat in De Ronde Venen situaties voorkomen die, met de huidige kennis en kunde, als ongelukkig kunnen worden beschouwd. Soms staat een boom op de verkeerde plek, bijvoorbeeld omdat hij te groot is. Of is de soortkeuze voor die locatie onhandig. In De Ronde Venen zijn er ook voorbeelden te noemen van straten waar te veel en te grote bomen staan voor het profiel van de straat. Vooral in de wijken Molenland en Hofland in Mijdrecht is dit aan de orde. Deze situatie vraagt een andere aanpak dan het simpelweg kappen met als reden onrechtmatige hinder. De oplossing bij deze situaties ligt eerder in het gefaseerd kappen en nieuwe bomen van een kleiner soort terug te planten. Hiertoe dienen streefbeelden te worden opgesteld. Met het opstellen van streefbeelden wordt een toekomstbeeld geschetst over waar wel/geen en welke bomen gewenst zijn. Ze vormen het kader voor de vervangingsplannen om de overlast van bomen aan te pakken. De komende jaren kan dan, door gefaseerd te kappen en nieuwe bomen van een kleiner soort terug te planten, toe gewerkt worden naar het gewenste toekomstbeeld, waarbij het groene karakter van de gemeente behouden blijft.
Ten aanzien van de aanpak van overlast door bomen onderscheidt De Ronde Venen een aantal categorieën:
1. Geen actie door De Ronde Venen
Geen extra actie vindt plaats bij overlastklachten die horen bij de factoren die worden geschaard onder ‘redelijkerwijs’ te accepteren overlast. Dit betreffen overlastklachten die te maken hebben met de gevolgen van de natuurlijke groei, cyclus en leefomgeving van de boom:
Bij deze vormen van overlast wordt geen actie uitgevoerd omdat:
In hoofdstuk 4 worden de hierboven genoemde overlastvormen verder toegelicht.
2. Gerichte en repeterende actie door De Ronde Venen
Hierbij worden maatregelen getroffen, omdat de effecten van deze overlastvormen onacceptabel zijn in het kader van de volksgezondheid of veiligheid. De gemeente heeft de taak zorg te dragen voor een veilige openbare ruimte. Het gaat hierbij om:
Eikenprocessierups: de gemeente steekt in op het beheersbaar houden van het overlastprobleem. Dat betekent dat wordt gefocust op de locaties waar plaagdruk en risico het grootst zijn. De Ronde Venen bestrijdt deze rups door middel van zuigen of branden op plaatsen waar veel mensen komen, zoals speelplaatsen en paden. Overige plekken worden voorzien van een waarschuwingslint met een opdruk die aangeeft dat er sprake is van de eikenprocessierups.
Verhardingsopdruk: verhardingsopdruk is een gevolg van een natuurlijk mechanisme in een boom. Waar ruimte, vocht en voeding zijn, stuurt de boom zijn wortels heen, waarbij de wortels de weg van de minste weerstand zoeken. Daarom komen ze vaak vlak onder de verharding voor. De meest effectieve manier om het knelpunt tussen boom en verharding op te lossen, is het verwijderen van één van de twee. Een boom met weinig meerwaarde kan worden verwijderd. Ook het vergroten van een boomspiegel is een mogelijke oplossing. Als blijkt dat alle mogelijke oplossingen niet het probleem van de opdrukkende verharding kunnen aanpakken, zal de veiligheid van openbare weg zwaarder wegen dan de waarde van de boom.
3. Actie in uitzonderlijke gevallen
In onderstaande situaties neemt De Ronde Venen bepaalde maatregelen:
Boomwortels in tuinen: bij doorschietende (gemeentelijke) wortels op particulier terrein geldt het wortelkaprecht1. De perceeleigenaar mag zelf tijdig ingrijpen als (gemeentelijke) boomwortels zijn perceel ingroeien. Uiteraard onder de voorwaarde dat de boom daardoor niet onherstelbaar beschadigd of onveilig wordt. De Ronde Venen handelt als volgt bij overlastklachten:
De inwoner kan herhaling van het probleem voorkomen door in het vervolg periodiek doorschietende wortels weg te nemen. Daarom doet de gemeente geen investeringen ten behoeve van preventie.
Boomwortels in riolering: rioolbuizen waarin scheuren zitten of waarvan naden niet geheel sluiten of poreus zijn, zijn potentiële voedingsbronnen voor boomwortels. Wortelgroei in rioolbuizen leidt in ernstige gevallen tot rioolverstoppingen of zelfs tot overstromingen binnenshuis. De gemeente heeft geen ‘betaalplicht’ bij schade, maar wel een ‘doeplicht’ om te helpen de situatie op te lossen. De Ronde Venen handelt als volgt:
Bij verstopping op particulier terrein is de perceeleigenaar verantwoordelijk voor een oplossing. Het is de verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar om te zorgen voor een goed sluitend riool en het tijdig verwijderen van wortels. De inwoner moet zelf de reparatie aan het riool uit (laten) voeren en de kosten daarvan dragen. Als het nodig is om daarvoor de openbare verharding open te breken, ondersteunt de gemeente daarbij.
Schade aan bouwwerken: boomwortels kunnen doorgroeien tot tegen of onder particuliere bouwwerken. Zodra de dikte van die wortels gaat toenemen, kunnen scheuren in muren ontstaan. Daarnaast kunnen takken schuren tegen gevels, daken of ramen, waardoor schade ontstaat. Indien het geval is dat (gemeentelijke) boomwortels tegen een bouwwerk aangroeien dient een eigenaar gebruik te maken van zijn wortelkaprecht. Indien het geen oplossing is om wortels te kappen (omdat de boom dan instabiel wordt), kan de gemeente overwegen de boom te kappen.
Het schuren van takken tegen de gevel dient gemeld te worden, waarna actie wordt ondernomen door deze takken te verwijderen. Reguliere snoeironden moeten echter voorkomen dat takken gaan schuren tegen bouwwerken. Hiermee tracht de gemeente schade door schurende takken te voorkomen.
Economische schade: naast hinder van gemeentelijke bomen voor bewoners, komen er ook gevallen voor waarbij ondernemers (agrariërs) opbrengstvermindering hebben als gevolg van concurrentie van bomen. Ook autobedrijven die regelmatig hun auto’s moeten wassen, vanwege troep uit bomen, vallen onder deze categorie. Indien sprake is van hinder bij ondernemers zal economische schade terdege aangetoond moeten worden om een beroep op onrechtmatige hinder te rechtvaardigen. Uit jurisprudentie is al gebleken dat men een beperkt percentage schade heeft te dulden. Tenzij schade dus aantoonbaar is, zal De Ronde Venen geen maatregelen treffen. Wel houdt de gemeente in nieuwe situaties rekening met zoveel mogelijk belangen.
Bij sommige overlastonderwerpen is maatwerk nodig. Dit betreft gevallen met schaduw in tuinen of daglichtontneming in woningen (en dus niet bij zonnepanelen). Dit zijn situaties waarbij mogelijk sprake is van een ongelukkige keuze van soort, locatie en/of groeiplaats. Een verschil tussen deze factoren en de overlastfactoren onder punt 1 (waarbij geen actie wordt ondernomen), is de mate waarin de gemeente hierin kan sturen door middel van een zorgvuldig ontwerp. Waar een boom ook wordt geplant, en welke soort ook wordt gekozen; blad, bloesem, dieren en zaadval zullen altijd voorkomen.
Vanuit juridisch oogpunt bestaat zelden een noodzaak tot het uitvoeren van maatregelen. Het onthouden van zonlicht is volgens de rechter geen vorm van hinder. Wel kan sprake zijn van hinder indien bomen daglicht ontnemen aan het belangrijkste woonvertrek van een huis. Het moet dan wel aan te tonen zijn dat het om een zeer fors aantal uren daglicht gaat. Bij schaduwoverlast kijkt een rechter vaak naar de verhouding tussen hoogte en breedte van de bomen en de afstand tot de gevel.
Het wegnemen van schaduwoverlast kan op diverse manieren:
Snoeien of kandelaberen: om schaduw weg te nemen kunnen takken verwijderd worden. Kandelaberen is een vorm van snoeien waarbij alle takken tot op de gesteltakken2, op 1 of 1,5 meter vanaf de stam worden afgezaagd. De boom zal echter als reactie hierop nieuwe takken gaan aanmaken, waarmee het effect van snoeien van tijdelijke aard is. Deze maatregel zal dus moeten worden herhaald en is daarmee een structurele extra kostenpost.
Kappen: een kapmaatregel wordt alleen uitgevoerd na zorgvuldige afweging van het publieke belang van de boom versus het individuele belang van de inwoner die overlast ervaart. Maatwerk is hier nodig, omdat geen enkele boom, straat of woonsituatie gelijk is aan de andere. Toch is het belangrijk hier een eenduidige lijn in te trekken. Een hulpmiddel hierbij is het overlastbeoordelingsformulier (bijlage 1). Hierin wordt de meerwaarde van de boom afgewogen tegen de overlast die de boom geeft voor de betreffende inwoner.
Voordat de keuze op het kappen van de boom valt, worden eerst (de genoemde) alternatieve oplossingen onderzocht. Het feit dat op sommige locaties minder gelukkige keuzes zijn gemaakt ten aanzien van standplaats of soort, geeft aanleiding om deze klachten zorgvuldig te beoordelen.
Bij de afweging spelen de volgende zaken mee:
Zodra de streefbeelden zijn opgesteld zal in de afweging ook het gewenste straatbeeld (streefbeeld) ook meewegen.
Overlastvormen die bij twijfel mee kunnen wegen
Met deze beleidsnotitie is vastgelegd dat diverse vormen van overlast geen reden zijn om een boom te kappen. Uiteraard kunnen deze overlastvormen wel meegewogen worden bij het aanvragen of verlenen van een omgevingsvergunning of als er twijfel is over de duurzame instandhouding van de boom of een specifieke plaats van doorslaggevend belang zijn.
Overlastvormen die in geval van twijfel kunnen meewegen als extra argument voor het kappen van een boom zijn:
Overlastvormen die niet als reden voor kap gelden, zijn:
In hoofdstuk 3 werd al duidelijk dat bij overlastklachten die te maken hebben met de gevolgen van de natuurlijke groei, cyclus en leefomgeving van de boom geen actie ondernomen wordt. In dit hoofdstuk zijn deze verschillende overlastvormen verder uitgewerkt.
Bomen kunnen omvallen en uit een boom kunnen takken naar beneden vallen. Sommige mensen hebben daarom angst voor de bomen die vlak bij woningen staan. Meestal gaat het niet om reële angst. De gemeente voert op haar gehele bomenbestand regelmatig visuele controles (VTA) uit om de veiligheidstoestand in beeld te brengen. Angst is vaak subjectief. Het kan rationeel worden weerlegd door bomen goed te inspecteren op veiligheid. Het omwaaien van bomen tijdens een storm of valwinden kan echter niet voorkomen worden.
Veel dieren gebruiken bomen als voedselbron, nest- of rustplaats. Echter, vogels poepen ook terwijl ze in de boom zitten en kunnen zo auto’s en stoepen bevuilen. Als dat in grote hoeveelheden plaatsvindt, kan dat leiden tot overlastklachten. Echter, betreft het hier een natuurlijk verschijnsel en geeft een vorm van hinder die redelijkerwijs geaccepteerd dient te worden.
Bladval en bloesemval behoren tot de normale levenscyclus van een boom. Slechts indien sprake is van zware en buitenproportionele hinder wordt ingrijpen nodig geacht. Dit kan het geval zijn indien een dakconstructie zodanig van vorm is dat een huiseigenaar technisch gezien niet in staat is zijn dakgoten bladvrij te maken of dit door een aannemer te laten uitvoeren.
Sommige boomsoorten maken enorme hoeveelheden zaad om dat vervolgens door de wind te laten verspreiden. Door de verspreiding via de wind is dit probleem moeilijk aan te pakken. Overlast wordt ervaren door het zaad zelf dat een rommelige aanblik geeft en door de zaailingen die hieruit opschieten. In de meeste gevallen is eerder sprake van ongemak dan van werkelijke onveiligheid of schade.
Harde vruchten zijn bijvoorbeeld eikels, noten en kastanjes. En onder zachte vruchten verstaan we (sier)-appels en –peren, kweeperen, lijsterbessen, meelbessen en dergelijke. Harde vruchten kunnen overlast geven, maar leiden zelden tot directe schade. De periode van vruchtval is slechts van korte duur. Deze vruchten zijn dermate duidelijk ‘aanwezig’ dat ze niet als een ‘verborgen gevaar’ kunnen worden gezien. Iedereen kan daarom anticiperen op het feit dat deze vruchten vallen.
Zachte vruchten kunnen overlast geven, omdat ze aan schoenen blijven plakken of ongedierte aantrekken. Hier geldt dat slechts sprake is van hinder als het gaat om echte zware en buitenproportionele overlast. Indien er een gevaarlijke situatie ontstaat kan besloten worden de bomen de kappen.
Tijdens de bloeifase ontwikkelt een boom pollen (=stuifmeel). Mensen kunnen een allergie hebben of ontwikkelen voor pollen. Dat is hinderlijk, omdat het leidt tot gezondheidsklachten in de vorm van niezen, kriebelende en tranende ogen of benauwdheid. Pollen verspreiden zich door de lucht. Op winderige dagen worden deze allergenen over grote afstand verspreid. Het verwijderen van één of enkele bomen heeft nauwelijks invloed op de hoeveelheid allergenen in de lucht. Daarnaast staan de allergie veroorzakende bomen niet alleen op openbaar terrein. Ook op particulier terrein binnen de gemeente staan deze soorten.
Sommige bomen zijn gastheer voor luizen. Die luizen zuigen plantensappen op en scheiden zoete, kleverige, kleurloze druppels (honingdauw) uit die vervolgens van de bladeren afvallen. Deze kleverige substantie wordt als hinderlijk ervaren, omdat deze druppels plakken op verharding, auto’s, ramen en meubilair. Bomen in slechte groeiplaatsen hebben er meer last van dan bomen in goede groeiplaatsen. Een beroep op hinder slaagt zeer zelden:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-67698.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.