Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2018, 67592 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2018, 67592 | Verordeningen |
Beleidsregels Bestuurlijke boete Huisvestingswet Rotterdam 2018
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
Gelezen het voorstel van de wethouder Stedelijke Ontwikkeling en Integratie van 6 februari 2018 (kenmerk BS18/00039);
overwegende, dat het in het kader van de bestrijding van woonfraude, overlast, verloedering en verstoring van de woningmarkt wenselijk is om beleidsregels vast te stellen voor het opleggen van een bestuurlijke boete op grond van de Huisvestingswet;
gelet op de artikelen 8, 21, 22 en 35 van de Huisvestingswet 2014, artikel 4.4 van de Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad 2017/2, artikel 4:81 en de artikelen 5:21 t/m 5:31b van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 125 van de Gemeentewet;
In veel gemeenten is woonfraude een toenemend probleem. Woonfraude heeft ook een aantal ongewenste neveneffecten als toenemende verloedering van de woonomgeving en schrijnende gevallen van huisvesting. In Rotterdam betreft dit het verbouwen van hennep in woonruimten, kamerverhuur zonder vergunning, het betrekken van woonruimte zonder de verplichte huisvestingsvergunning en woningvorming.
Een bestuurlijke boete past in een “lik op stuk beleid” waarop op duidelijke en snelle wijze sancties kunnen worden opgelegd die dermate hoog zijn dat zij als een werkelijke straf worden ervaren.
De bestuurlijke boete is in de Huisvestingswet opgenomen voor een aantal overtredingen:
Artikel 35 van de Huisvestingswet 2014 maakt het mogelijk om een bestuurlijke boete op te leggen bij overtreding van de verboden bedoeld in de artikelen 8, 21 of 22, of het handelen in strijd met de voorwaarden en voorschriften, bedoeld in artikel 26 van de Huisvestingswet.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de boete op te leggen.
Een bestuurlijke boete is een boete die door het bestuursorgaan aan een overtreder kan worden opgelegd. Het is een bestraffende (punitieve) sanctie. Daarin verschilt de bestuurlijke boete wezenlijk van de last onder bestuursdwang of dwangsom. De bestuurlijke boete en de last onder bestuursdwang of dwangsom kunnen naast elkaar worden opgelegd en kunnen elkaar aanvullen.
Een last onder bestuursdwang of dwangsom is een herstel (reparatoire) sanctie: de overtreder krijgt de gelegenheid de overtreding binnen een bepaalde termijn zelf ongedaan te maken. Als hij dit doet, hoeft hij de dwangsom, ingeval een last onder dwangsom is opgelegd, niet te betalen. De last onder bestuursdwang of dwangsom is geen bestraffende sanctie, maar een dwangmiddel (een herstelsanctie) om een onrechtmatige toestand weer rechtmatig te krijgen. Bij een bestuurlijke boete is dat anders. Een bestuurlijke boete moet meteen betaald worden als de overtreding is geconstateerd, ook als de overtreding ongedaan is gemaakt. Met de bestuurlijke boete wordt beoogd volgende overtredingen te voorkomen. Van deze onvermijdelijkheid gaat een preventieve werking uit, zodat met een effectief handhaafinstrumentarium woonfraude en overtredingen van de huisvestingsverordening kunnen worden aangepakt.
Afwijkend van de boete uit het strafrecht wordt de bestuurlijke boete geheel via de bestuurlijke weg afgehandeld. Toezichthouders van de gemeente constateren de overtreding, de gemeente (B&W) legt de boete op en de bezwaar- en beroepsprocedure is van toepassing net zoals bij andere overheidsbesluiten. Dit is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht. Politie en Openbaar Ministerie spelen dus geen rol en het is niet de rechter die de boete oplegt.
In de Huisvestingswet 2014 zijn de volgende beboetbare feiten opgenomen:
Onttrekking, samenvoeging, splitsing en woningvorming:
Het is verboden om een woonruimte, behorend tot een met het oog op het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad door de gemeenteraad in de huisvestingsverordening aangewezen categorie gebouwen en die gelegen is in een in de huisvestingsverordening aangewezen wijk, zonder vergunning van burgemeester en wethouders:
Het is verboden om een recht op een gebouw dat behoort tot een door de gemeenteraad in de huisvestingsverordening daartoe aangewezen categorie gebouwen zonder vergunning van burgemeester en wethouders te splitsen in appartementsrechten als bedoeld in artikel 106, eerste en vierde lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek indien een of meer appartementsrechten de bevoegdheid omvatten tot het gebruik van een of meer gedeelten van het gebouw als woonruimte.
De bovengenoemde vergunningen zijn opgenomen in de Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad 2017/2. Dit betekent dat de bestuurlijke boete ingezet kan worden tegen de belangrijkste vormen van woonfraude zoals illegale kamerverhuur, illegale woningvorming, illegale vakantieverhuur en hennepteelt.
4. De hoogte van de bestuurlijke boete
De op te leggen boete is in artikel 35, tweede lid van de Huisvestingswet 2014 vastgelegd. De boete bedraagt o.a.:
Het staat de gemeente vrij de hoogte van de boete te bepalen, mits het maximumbedrag per overtreding niet wordt overschreden. De hoogtes van de boete zijn vastgesteld door de gemeenteraad en staan in de Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad 2017/2.
Tabel 1: Bestuurlijke boete bij overtreding van artikel 2.2., tweede lid (huisvestingsvergunning)
In gebruik geven van woonruimte zonder huisvestingsvergunning |
||||
In gebruik geven van woonruimte zonder huisvestingsvergunning vanuit een bedrijfsmatige exploitatie |
Tabel 2: Bestuurlijke boete bij overtreding van artikel 3.1.2 (onttrekkingsvergunning)
Tabel 3: Bestuurlijke boete bij overtreding van artikel 3.2.2 (vergunning voor kamerbewoning).
Onvergund omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
||||
Onvergund omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte vanuit een bedrijfsmatige exploitatie |
Tabel 4: Bestuurlijke boete bij overtreding van artikel 3.3.2 (vergunning voor woningvorming).
Onvergund verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten |
||||
Onvergund verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten vanuit een bedrijfsmatige exploitatie |
Tabel 5: Bestuurlijke boete bij overtreding van artikel 3.4.2 (splitsingsvergunning).
Onvergund splitsen van het recht op een gebouw in appartementsrechten |
||||
Onvergund splitsen van het recht op een gebouw in appartementsrechten vanuit een bedrijfsmatige exploitatie |
Tabel 6: Bestuurlijke boete bij overtreding van artikel 2.7, vijfde lid (overtreding voorschriften).
Uit de tabellen blijkt dat bij herhaling van de overtreding (recidive) een hogere boete wordt opgelegd en dat overtredingen vanuit een bedrijfsmatige exploitatie zwaarder worden beboet dan overtredingen waarbij dat niet het geval is.
Van recidive is sprake wanneer na het opleggen van een bestuurlijke boete voor een overtreding wordt vastgesteld dat de overtreder opnieuw dezelfde overtreding begaat in hetzelfde of in een ander pand. Als recidivetermijn geldt een periode van vijf jaar na de datum van de eerste overtreding; na die termijn wordt een herhaalde overtreding weer als eerste overtreding beschouwd.
‘Vanuit een bedrijfsmatige exploitatie’
Overtredingen die vanuit een bedrijfsmatige exploitatie worden begaan, worden zwaarder beboet. Indien de overtreder aantoonbaar vier of meer woonruimten verhuurt, wordt aangenomen dat sprake is van bedrijfsmatige exploitatie. Onder bedrijfsmatige exploitatie wordt tevens verstaan het beheer, verzorgen en exploitatie van panden. Bij woonruimteonttrekking ten behoeve van een hennepkwekerij is altijd sprake van bedrijfsmatige exploitatie.
Op grond van de Huisvestingswet dragen gemeenten verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte. Met het verplichten tot het beschikken over een vergunning voor onttrekking van woonruimte, een huisvestingsvergunning en een vergunning voor woningvorming, geven gemeenten invulling aan deze verantwoordelijkheid. Deze regels worden echter in de praktijk regelmatig overtreden. Onrechtmatige bewoning, waaronder begrepen onrechtmatig gebruik, kan de leefbaarheid in wijken aantasten en kan de doorstroming in de huursector belemmeren. Dit onrechtmatig gebruik is aan de orde wanneer wonen niet de hoofdactiviteit is en de woning voor andere doelen dan reguliere huisvesting wordt gebruikt. Daarbij kan gedacht worden aan pensionvorming, drugsverkoop, hennepteelt, enzovoorts. Vaak gaat dit gepaard met overlast. (Kamerstukken II 2007-2008, 31 556, nr. 3, p. 1-2).
Gegeven deze achtergrond worden de volgende prioriteiten gesteld bij het opleggen van een bestuurlijke boete.
In gebruik geven van een woning aan een huurder zonder huisvestingsvergunning
In gebieden die op grond van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (de ‘Rotterdamwet’) zijn aangewezen, mag bepaalde woonruimte niet in gebruik gegeven worden aan huurders die niet over een huisvestingsvergunning beschikken. In alle gevallen wordt naleving van deze regel gehandhaafd en in alle gevallen zal de bestuurlijke boete worden opgelegd.
Het tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden
In een aantal gebieden binnen Rotterdam geldt een strengere eis voor de gebruiksoppervlakte van woonruimte: daar moet de kleinste van de door verbouwing gevormde woonruimten een gebruiksoppervlak van 85 m2 of meer hebben. De gebieden waarvoor dit geldt, zijn genoemd in bijlage 3 bij de Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad 2017/2.
Alvorens handhavend te kunnen optreden, moet een overtreding gesignaleerd worden. Dit signaal kan via verschillende kanalen binnenkomen, waarvan de belangrijkste zijn:
Afhankelijk van het soort overtreding zal een toezichthouder/inspecteur van Stadsbeheer en/of Stadsontwikkeling, afdeling Bouw- en Woningtoezicht na de signalering een onderzoek instellen. Indien een overtreding is geconstateerd, maakt de toezichthouder/inspecteur een rapport van bevindingen op, waarna het college van B&W de overtreder een vooraankondiging van de bestuurlijke boete stuurt. De overtreder kan hierop zijn zienswijze geven. Als de zienswijze daartoe aanleiding geeft, kan afgezien worden van het opleggen van een boete of kan een lagere boete worden opgelegd. In het andere geval wordt de boete conform het voornemen definitief opgelegd. Een boete wordt altijd bij besluit (beschikking) bekend gemaakt. Tegelijk met het boetebesluit wordt het invorderingsbesluit bekend gemaakt.
De overtreder kan bezwaar aantekenen tegen het opleggen van de boete en tegen de invordering daarvan. Hiervoor geldt de weg, zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht. Het bezwaarschrift wordt behandeld door de Algemene Bezwaarschriftencommissie, die aan het college van B&W een advies uitbrengt. Vervolgens wordt een beslissing op bezwaar genomen. Tegen dit besluit staat beroep open bij de rechtbank en hoger beroep bij de Raad van State.
Deze regels zijn beleidsregels als bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht. Bijzondere omstandigheden kunnen leiden tot een afwijking van dit beleid.
Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na de bekendmaking van het Gemeenteblad waarin zij worden geplaatst.
Na inwerkingtreding van de Beleidsregels Bestuurlijke boete Huisvestingswet Rotterdam 2018 vervalt de Beleidsnotitie Bestuurlijke boete Huisvestingswet Rotterdam 2013.
Dit gemeenteblad 2018, nummer 45, is uitgegeven op 21 maart 2018 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-67592.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.