Wijziging van het Uitvoeringsreglement overeenkomstig artikel 10 van de Subsidieverordening Blijverslening Dordrecht, eerste wijziging

 

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

 

gezien het collegevoorstel d.d. 5 maart 2018 inzake wijziging Blijverslening;

gelet op de artikelen 147, 149 en 160, lid 1 onder b van de Gemeentewet, alsmede titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht;

gelet op artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening Dordrecht, artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op het feit dat delegatie niet alleen de bevoegdheid tot het aangaan van een overeenkomst met een aanvrager als bedoeld in artikel 1 lid 1 van voornoemde verordening voor het verstrekken van een subsidie uit het Stimuleringsfonds in de vorm van een laagrentende hypothecaire geldlening moet omvatten, maar ook de bevoegdheid tot het aangaan van een overeenkomst met een aanvrager als bedoeld in artikel 1 lid 1 van voornoemde verordening voor het verstrekken van een subsidie uit het Stimuleringsfonds in de vorm van een consumptieve geldlening;

verwijzende naar het collegebesluit d.d. 28 november 2017 (zaaknummer SO/1972074) en het raadsbesluit d.d. 19 december 2017 (RIS-nummer 2068374) inzake de Blijverslening Dordrecht;

 

B E S L U I T :

 

1.de bevoegdheid tot het aangaan van een overeenkomst met een aanvrager als bedoeld in artikel 1 lid 1 van voornoemde verordening voor het verstrekken van een subsidie uit het Stimuleringsfonds in de vorm van een consumptieve geldlening te delegeren aan de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten;

2.vast te stellen de navolgende

wijziging van het Uitvoeringsreglement overeenkomstig artikel 10 van de Subsidieverordening Blijverslening Dordrecht, eerste wijziging

(Nr. STD/2035163)

 

 

Artikel I  

Wijziging uitvoeringsreglement

Het Uitvoeringsreglement overeenkomstig artikel 10 van de Subsidieverordening Blijverslening Dordrecht wordt als volgt gewijzigd.

  • A.

    Artikel 1 komt -onder vernummering van artikel 1 tot en met 6 tot 2 tot en met 7- als volgt te luiden.

    Artikel 1

    Begripsbepalingen

    Voor de toepassing van dit uitvoeringsreglement en de hierop gebaseerde besluiten en (beleids)regels wordt verstaan onder:

    Bouwdepot het bouwkrediet, dat in artikel 1 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht is gedefinieerd.

     

  • B.

    De aanhef van artikel 2 (nieuw) lid 1 komt te luiden:

    • 1.

      Een aanvraag voor een Blijverslening wordt schriftelijk bij het college ingediend op een door de gemeente beschikbaar gesteld formulier, aangevuld met de in lid 9 van dit artikel genoemde bijlagen, en gaat onder opgave van:

 

  • C.

    Artikel 2, leden 5 tot en met 7 komen ‑ onder vernummering van de leden 8 tot en met 13 tot 5 tot en met 9 ‑ te vervallen.

     

  • D.

    Artikel 2, lid 5 (nieuw) komt te luiden:

    • 5.

      Het college wijst een aanvraag af, indien:

      • a.

        er niet is voldaan aan de bij of krachtens de in de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht gestelde voorschriften en/of bepalingen;

      • b.

        de kosten van de te treffen maatregelen niet binnen de in artikel 9 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht gestelde minimale en maximale hoogten vallen;

      • c.

        de aanvraag wordt ingediend tijdens of ná het treffen van de maatregelen.

         

  • E.

    Artikel 2, lid 6 (nieuw) komt te luiden:

    • 6.

      Indien het college besluit een Blijverslening te verstrekken, ontvangt de aanvrager van de gemeente een beschikking tot verlening onder voorbehoud van een positieve krediettoets van de in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde en een aanvraagformulier om de Blijverslening bij de in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde aan te vragen. Deze derde ontvangt tegelijkertijd een kopie van de beschikking tot verlening. De beschikking tot verlening door het college betreft een reservering voor een Blijverslening onder voorbehoud van een positieve krediettoets van de in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde.

       

  • F.

    Artikel 2, lid 8 (nieuw) komt te luiden:

    • 8.

      Via de in lid 6 van dit artikel genoemde aanvraagformulier wordt de Blijverslening zelf vervolgens aangevraagd bij de in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde en deze neemt de aanvraag verder in behandeling. Hierbij wordt bekeken of de aanvrager op basis van vooraf vastgestelde voorwaarden en productspecificaties van de in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde rond de Blijverslening in aanmerking komt voor het sluiten van een leenovereenkomst. Bij positieve toetsing en een positieve krediettoets brengt de in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde vervolgens een offerte uit voor de lening, waarin het leningsbedrag, de maandelijkse last aan rente en aflossing, het rentepercentage, de looptijd van de lening en de overige voorwaarden vermeld staan. Deze offerte kan alleen worden uitgebracht aan de aanvrager als de aanvraag volledig is. Bij een negatieve toets stuurt de in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde de aanvrager een brief met de reden van afwijzing, en stuurt de gemeente een brief met de reden van afwijzing en de bijbehorende krediettoets.

       

  • G.

    Artikel 2, lid 9 (nieuw) komt te luiden:

    • 1.

      De bijlagen die horen bij het in lid 1 van dit artikel genoemde aanvraagformulier betreffen:

      • a.

        een begroting die alle kosten van de te treffen maatregelen omvat, niet ouder dan ten hoogste één jaar en gespecificeerd in hoeveelheden, uren, arbeid- en materiaalkosten. De begroting dient voorzien te zijn van de naam van de opsteller en de datum van opstelling;

      • b.

        relevante foto's die noodzakelijk zijn ten behoeve van een goede beoordeling van het plan;

      • c.

        mits nodig, een kopie van de ontvangstbevestiging van de aanvraag van de omgevingsvergunning of een kopie van de verstrekte vergunning;

      • d.

        een koopcontract;

      • e.

        mits nodig, bewijsstukken met betrekking tot een eventuele vergoeding vanwege een verzekering;

      • f.

        een bewijsstuk betreffende de WOZ-waarde of een taxatierapport waarin de waarde in het economisch verkeer is vastgelegd;

      • g.

        een kopie van het identiteitsbewijs.

         

  • H.

    De aanhef van artikel 3 (nieuw) komt te luiden:

    Voorwaarden aan de Blijverslening

  • I.

    De aanhef van artikel 3 (nieuw), lid 1 komt te luiden:

    • 1.

      Het college verbindt aan de verstrekking van een Blijverslening de volgende voorschriften en bepalingen

       

  • J.

    De aanhef van artikel 3 (nieuw), lid 2 komt te luiden:

    • 2.

      Onderdeel van het toekennen van een Blijverslening vormen de bij het college in te dienen en door hen ter beschikking gestelde formulieren, zoals de formulieren ten behoeve:

       

  • K.

    Artikel 4 (nieuw) sub d komt te luiden:

    • d.

      de gereedmelding van de werkzaamheden vindt in overeenstemming met het bepaalde in artikel 7 (Gereedmelding en financiële eindafrekening) plaats;

       

  • L.

    De aanhef van artikel 5 (nieuw) komt te luiden:

    Bouwdepot

     

  • M.

    Artikel 5 (nieuw), lid 1 komt te luiden:

    • 1.

      De Blijverslening wordt door middel van een bouwdepot beschikbaar gesteld. Betaling van rente en aflossing start na het passeren van de hypothecaire akte of het ondertekenen van de onderhandse akte.

       

  • N.

    Artikel 5 (nieuw), lid 3 komt te luiden:

    • 3.

      Wanneer het bouwdepot is opgebruikt, sluit de in artikel 3, lid 4 van de subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde het bouwdepot.

       

  • O.

    Artikel 6 (nieuw), lid 2 komt te luiden:

    • 2.

      De rente wordt vastgesteld op het moment van aanvragen bij de in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde en is gebaseerd op een vastgestelde rente voor 10 jaar voor een consumptieve Blijverslening en 20 jaar voor een hypothecaire Blijverslening. De rente is gedurende de gehele looptijd vast.

       

  • P.

    De aanhef van artikel 7 (nieuw), lid 4 komt te luiden:

    • 4.

      Vaststelling van het definitieve financieringsbedrag voor de Blijverslening of de definitieve hoogte van de Blijverslening vindt plaats nadat:

       

  • Q.

    Artikel 7 (nieuw), lid 6 komt te luiden:

    • 6.

      Het college kan er mee instemmen dat de eigenaar in plaats van de betaalbewijzen een originele en ondertekende verklaring van een registeraccountant overlegt waaruit blijkt dat het overlegde kostenoverzicht juist is en alle rekeningen volledig betaald zijn.

  • R.

    Na artikel 7 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

    Artikel 8

    Citeerttitel

    Dit uitvoeringsreglement kan worden aangehaald als het Uitvoeringsreglement overeenkomstig artikel 10 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht.

 

Artikel II  

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

 

Artikel III  

Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als het Uitvoeringsreglement overeenkomstig artikel 10 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht, eerste wijziging.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 maart 2018.

Het college van Burgemeester en Wethouders

M.M. van der Kraan A.W. Kolff

secretaris burgemeester

Naar boven