Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bunschoten (11e wijziging)

De raad van de gemeente Bunschoten,

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 december 2017, nr. 1075085;

 

Gelet op de Gemeentewet:

Besluit

 

Vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Bunschoten (11e wijziging)

Artikel I

 

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Bunschoten wordt aangevuld door de volgende wijziging:

 

  • A.

    Na artikel 2:78 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

     

     

    Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet

     

    1. Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

    2. Als de burgemeester een last onder dwangsom of onder bestuursdwang oplegt naar aanleiding van een schending van deze zorgplicht kan hij daarbij aanwijzingen geven over wat de overtreder dient te doen of na te laten om verdere schending te voorkomen. De burgemeester stelt beleidsregels vast over het gebruik van deze bevoegdheid.

    3. De last kan in ieder geval worden opgelegd bij ernstige en herhaaldelijke:

    a. geluid- of geurhinder;

    b. hinder van dieren;

    c. hinder van bezoekers of personen die tijdelijk in een woning of op een erf aanwezig zijn;

    d. overlast door vervuiling of verwaarlozing van een woning of een erf;

    e. intimidatie van derden vanuit een woning of een erf.

Artikel II

 

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Bunschoten wordt als volgt gewijzigd conform de model-APV van de VNG:

 

  • A.

    Artikel 1:6 wordt gewijzigd als volgt:

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

     

    Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

     

    De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

    a. indien ter verkrijging daarvan on-

    juiste of onvolledige gegevens zijn ver-

    strekt;

    b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

    c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

    d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of

    e. indien de houder dit verzoekt.

     

    Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

     

    De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

    a. indien ter verkrijging daarvan on-

    juiste of onvolledige gegevens zijn ver-

    strekt;

    b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

    c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

    d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of

    e. indien de houder dit verzoekt.

  • B.

    Artikel 1:7 wordt gewijzigd als volgt:

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

     

    Artikel 1:7 Termijnen

     

    De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

     

    Artikel 1:7 Termijnen

     

    1. De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

    2. De aard van de vergunning of ontheffing verzet zich in ieder geval tegen gelding voor onbepaalde tijd indien het aantal vergunningen of ontheffingen is beperkt en het aantal mogelijke aanvragers het aantal beschikbare vergunningen of ontheffingen overtreft.

  • C.

    Artikel 2:27 wordt gewijzigd als volgt:

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

     

    Artikel 2:27 Begripsbepalingen

     

    In deze afdeling wordt verstaan onder:

    a. openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis, clubhuis of afhaal- en/ of bezorgbedrijf. Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden.

    b. terras: een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van de openbare inrichting waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.

     

    Artikel 2:27 Begripsbepalingen

     

    1. In deze afdeling wordt verstaan onder:

    a. openbare inrichting:

    1. een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis;

    2. elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt of bereid;

    b. terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.

    2. Onder openbare inrichting wordt mede verstaan een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.

  • D.

    Artikel 2:38 wordt gewijzigd als volgt:

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

     

    Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister 

     

    Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.

     

    Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister 

     

    Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, woonplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.

  • E.

    Artikel 2:42 wordt gewijzigd als volgt:

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

     

    Artikel 2:42 Plakken en kladden 

     

    1. Het is verboden een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is te bekrassen of te bekladden.

    2. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is:

    a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken, te doen aanplakken, op andere wijze aan te brengen of te doen aanbrengen;

    b. met kalk, krijt, teer of een kleur of verfstof een afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen.

    3. Het verbod in het tweede lid is niet van toepassing indien gehandeld wordt krachtens wettelijk voorschrift.

    4. Het college kan aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen.

    5. Het is verboden de aanplakborden te gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame.

    6. Het college kan nadere regels stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, die geen betrekking mogen hebben op de inhoud van de meningsuitingen en bekendmakingen.

    7. De houder van de schriftelijke toestemming is verplicht die aan een opsporingsambtenaar op diens eerste vordering terstond ter inzage af te geven.

     

    Artikel 2:42 Plakken en kladden 

     

    1. Het is verboden een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is te bekrassen of te bekladden.

    2. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is:

    a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken, te doen aanplakken, op andere wijze aan te brengen of te doen aanbrengen;

    b. met kalk, teer of een kleur of verfstof een afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen.

    3. Het verbod in het tweede lid is niet van toepassing indien gehandeld wordt krachtens wettelijk voorschrift.

    4. Het college kan aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen.

    5. Het is verboden de aanplakborden te gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame.

    6. Het college kan nadere regels stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, die geen betrekking mogen hebben op de inhoud van de meningsuitingen en bekendmakingen.

    7. De houder van de schriftelijke toestemming is verplicht die aan een opsporingsambtenaar op diens eerste vordering terstond ter inzage af te geven.

  • F.

    Na artikel 2:74b wordt gewijzigd als volgt:

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

     

    Artikel 2:74b Openlijk drugsgebruik

     

    Het is verboden, op openbare plaatsen, op een voor publiek toegankelijke plaats in een voor publiek toegankelijk gebouw, middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen en/of stoffen voorhanden te hebben.

     

    Artikel 2:74b Openlijk drugsgebruik

     

    Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.

  • G.

    Artikel 5:8 wordt gewijzigd als volgt:

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

     

    Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 

     

    1. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

    2. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een door het college aangewezen weg, waar dit parkeren naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte.

    3. Het verbod in het tweede lid is niet van toepassing op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 08.00 tot 18.00 uur.

    4. Het verbod in het tweede lid is voorts niet van toepassing op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden.

    5. Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen.

     

    Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 

     

    1. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

    2. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een door het college aangewezen weg, waar dit parkeren naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte.

    3. Het verbod in het tweede lid is niet van toepassing op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 08.00 tot 18.00 uur.

    4. De verboden in het eerste en tweede lid zijn voorts niet van toepassing op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden.

    5. Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen.

  • H.

    Artikel 5:13 (onderdeel I van het wijzigingsbesluit) wordt gewijzigd als volgt:

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

     

    Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen

     

    1. Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden.

    2. Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.

    3. Het verbod geldt niet voor een inzameling die in besloten kring gehouden wordt.

     

     

     

    Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen

     

    1. Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daarvoor een intekenlijst aan te bieden.

    2. Onder een inzameling als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.

    3. Het verbod geldt niet voor een inzameling die wordt gehouden:

    a. in besloten kring;

    b. door een instelling met een CBF-keurmerk;

    c. door een andere, door het college aangewezen instelling.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunschoten van 8 maart 2018,

De griffier

Drs. E. Hoogstraten

de voorzitter

M. van de Groep

Naar boven