Nadere regels voor subsidiëring brede kwaliteitsimpuls onderwijs 2018

Z-2018/011248

 

Burgemeester en wethouders van gemeente Amstelveen,

gelet op de Algemene subsidieverordening Amstelveen 2016;

besluiten vast te stellen de Nadere regels voor subsidiëring brede kwaliteitsimpuls onderwijs 2018.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening Amstelveen 2016;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

Artikel 2. Doelgroep

Subsidie op grond van deze nadere regels wordt uitsluitend verstrekt aan onderwijsinstellingen in PO en/of VO, al dan niet in combinatie kinderopvang en bedrijven die gezamenlijk met meerdere scholen en of partners projecten of activiteiten organiseren die bijdragen aan de talentontwikkeling en ontplooiing van kinderen in alle leeftijdscategorieën en die de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt bevorderen.

Artikel 3. Projecten/activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze nadere regels wordt uitsluitend verstrekt voor projecten of activiteiten die bijdragen aan de talentontwikkeling en ontplooiing van kinderen in alle leeftijdscategorieën en/of die de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt bevorderen. Aanvullende voorwaarde hierop is dat het project of de activiteit binnen de reguliere werkwijze van de aanvrager(s) wordt geborgd. Eveneens wordt bekeken of het project of de activiteit bijdraagt aan de onderwijskwaliteit en/of het doorontwikkelen van samenwerking in het kader van de doorgaande lijn 0-27 jaar.

Artikel 4. Aanvraag van de subsidie

Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk bij het college ingediend. In afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV dient een aanvraag voor een eenmalige subsidie ten behoeve van een onderwijssubsidie op grond van deze nadere regels door het college te zijn ontvangen vóór 18 mei van het schooljaar(en) waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 5. Berekening van de subsidie

  • 1.

    De gemeente Amstelveen ondersteunt een project of activiteit financieel voor maximaal 75% van de voor subsidie in aanmerking komende kosten van het project of de activiteit.

  • 2.

    Een school dient het project of de activiteit voor minimaal 25% van de totale kosten van het project of de activiteit uit eigen middelen en/of andere fondsen te financieren.

Artikel 6. Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    de kosten die samenhangen met de inzet in uren van het personeel (van de eigen organisatie) of de vervanging van personeel;

  • b.

    kosten die in eerdere jaren reeds eerder zijn gesubsidieerd.

  • c.

    Kosten die gemaakt worden voor materialen die gezien kunnen worden als reguliere lesmethodes.

Artikel 7. Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond ten behoeve van onderwijssubsidies wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld in de programmabegroting.

 

  • 2.

    Indien het door de gemeenteraad vastgestelde plafond voor het subsidiëren van onderwijssubsidies is bereikt, wordt geen subsidie meer verstrekt.

Artikel 8. Verdeling van het subsidieplafond

  • 1.

    Voorrang krijgen projecten of activiteiten waarbij meerdere scholen en/of partners betrokken zijn en die vallen binnen de speerpunten taalbeleid, doorgaande lijn en aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Daarbij wordt ook de mate waarin middelen efficiënt ( bijv. meerdere scholen werken samen) en/of vernieuwend ( bijv. samenwerking PO en VO) worden ingezet beoordeeld.

  • 2.

    Een aanvraag voor subsidie wordt getoetst aan de volgende criteria:

    • a.

      in welke mate het project of activiteit bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs op een school en/of scholen;

    • b.

      in welke mate ouders en het bedrijfsleven bij het project of activiteit betrokken zijn;

    • c.

      in welke mate leerlingen door hun deelname aan het project of activiteit worden voorbereid op de maatschappij en arbeidsmarkt;

    • d.

      in welke mate het project of activiteit de talenten van leerlingen en/of leerkrachten bevordert;

    • e.

      in welke mate de resultaten van het project of activiteit duurzaam zijn;

    • f.

      in welke mate het project of activiteit vernieuwend is;

    • g.

      in welke mate de samenwerking van partijen bijdraagt aan een verbetering van de doorgaande lijn 0-27 jaar.

  • 3.

    De volgorde van subsidieverlening wordt bepaald op basis van de mate waarin een aanvraag voor subsidie tegemoet komt aan de in het eerste en tweede lid gestelde criteria.

Artikel 9. Discriminatie

  • 1.

    Subsidie wordt in ieder geval niet verleend indien:

    • a.

      de doelstelling of activiteiten van de subsidieaanvrager, dan wel het beoogde gebruik van de subsidie discriminatie opleveren of op zullen leveren wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, burgerlijke staat, seksuele gerichtheid, leeftijd of op welke grond dan ook, of,

    • b.

      binnen de organisatie van de subsidieaanvrager of binnen de activiteiten waarvoor de aanvrager (mede-)verantwoordelijkheid draagt, discriminatie als omschreven onder a. plaatsvindt of zal plaatsvinden, en de aanvrager ter voorkoming of beperking hiervan niet die maatregelen treft welke onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid van de aanvrager mogen worden verwacht.

  • 2.

    Onder discriminatie, bedoeld in het eerste lid, wordt voor de toepassing van deze bepaling niet begrepen het onderscheid ter opheffing van maatschappelijke achterstand of om participatie van groepen te bevorderen.

Artikel 10. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere individuele gevallen afwijken van de bepalingen in deze nadere regels voor zover de toepassing van de bepalingen voor de aanvrager of ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding met de betrokken bepalingen dient te doelen.

Artikel 11. Intrekking

Met ingang van 14 maart 2018 vervallen de nadere regels voor subsidiëring kwaliteitsimpuls primair onderwijs 2017.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na publicatie.

Artikel 13. Overgangsrecht

Voor subsidieaanvragen ingediend voor de inwerkingtreding van deze nadere regels blijven de Nadere regels voor subsidiëring onderwijssubsidies 2017.

Artikel 14. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels voor subsidiëring brede kwaliteitsimpuls onderwijs 2018.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 13 maart 2018.

de secretaris,

drs. H.H. Winthorst

de burgemeester,

drs. H.B. Eenhoorn

Naar boven