Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent adviescommissie omgevingskwaliteit Verordening op de Adviescommissie Omgevingskwaliteit 2018

De raad van de gemeente Delft;

 

Gelezen het voorstel van het college van 6 februari 2018;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de

 

Verordening op de Adviescommissie Omgevingskwaliteit 2018

Artikel 1 Adviescommissie Omgevingskwaliteit

  • 1.

    Er is een Adviescommissie Omgevingskwaliteit, verder te noemen: de commissie;

  • 2.

    De commissie heeft tot algemene taak door middel van haar onafhankelijke adviseringen de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en de bescherming van onroerend cultuurhistorisch erfgoed te bevorderen;

  • 3.

    De commissie adviseert in ieder geval over:

    • a.

      het aspect welstand op grond van de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de welstandscriteria in de welstandsnota;

    • b.

      de aanwijzing, sloop en wijziging van monumenten en aangewezen cultuurhistorisch waardevolle panden en groengebieden op grond van de Monumentenwet 1988 en de Erfgoedwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet ruimtelijke ordening en de monumentenverordening.

    • c.

      de toelaatbaarheid van reclame-uitingen als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Reclameverordening 2005;

  • 4.

    De commissie adviseert verder over van plannen die betrekking hebben op de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Onder de in dit lid begrepen plannen vallen onder meer ruimtelijke visiedocumenten en gebiedsplannen, visiedocumenten in het kader van de monumentenzorg, ontwerpen van bestemmingsplannen en daaraan gelijk te stellen ruimtelijke documenten, planuitwerkingskaders, beeldkwaliteitsplannen, individuele (bouw)plannen voor zover daarvoor nog geen aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is ingediend, en plannen met betrekking tot de inrichting van de openbare ruimte;

Artikel 2 raadpleging deskundigen

Voor de uitoefening van haar taak kan de commissie ambtenaren van de gemeente Delft of, in uitzonderlijke gevallen externe gespecialiseerde adviseurs, vragen om aanvullende informatie en/of advies;

Artikel 3 samenstelling

De commissie bestaat uit 7 leden, te weten:

  • -

    Een voorzitter;

  • -

    2 leden deskundig op het gebied van architectuur

  • -

    2 leden deskundig op het monumenten en restauratie;

  • -

    1 lid deskundig op het gebied van stedenbouw, en;

  • -

    1 lid deskundig op het gebied van landschapsarchitectuur;

Artikel 4 de voorzitter

  • 1.

    De voorzitter geeft leiding aan de vergadering, zorgt voor een gestructureerde voortgang en bevordert een gemeenschappelijk helder advies;

  • 2.

    De voorzitter is zorgt voor goede contacten met het gemeentebestuur, de stadsbouwmeester, supervisoren, de ambtelijke organisatie, de pers en belangstellenden;

  • 3.

    De voorzitter bepaalt in overleg met de secretaris de dag, het uur en de plaats van de vergaderingen;

  • 4.

    De voorzitter duidt voorafgaand aan ieder agendapunt of het een wettelijk voorgeschreven advies als bedoeld in artikel 1.3 betreft dan wel een advies als genoemd in artikel 1.4;

  • 5.

    De leden benoemen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter die bij afwezigheid van de voorzitter zijn taken tijdelijk waarneemt.

Artikel 5 benoemingsduur en ontslag

  • 1.

    De voorzitter en de overige leden van de commissie worden op voorstel van het college benoemd en ontslagen door de gemeenteraad;

  • 2.

    De leden van de commissie kunnen ten hoogste voor een termijn van 3 jaar worden benoemd. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste 3 jaar;

  • 3.

    De voorzitter, de overige leden en aangewezen externe adviseurs kunnen, mits daarvoor gerede aanleiding is dan wel op eigen verzoek, door het bestuursorgaan dat hen heeft benoemd tussentijds van hun taak worden ontheven;

  • 4.

    Aftredende leden zijn niet eerder dan na 3 jaar na hun aftreden weer herbenoembaar;

  • 5.

    Het reglement van orde van de commissie bevat, binnen het gestelde in de vorige leden, nadere benoemingsprocedures;

Artikel 6 vooroverleg

  • 1.

    Ter voorbereiding van een bouw- of ontwikkelingsinitiatief kan de stadsbouwmeester, een supervisor of een gemachtigde namens de ambtelijke organisatie – ter voorbereiding van een aanbeveling als bedoeld in artikel 1.4 – vragen om vooroverleg met de plenaire commissie om zich in een vroegtijdig stadium op de hoogte te stellen van de eerste indruk van de commissie;

  • 2.

    Ter voorbereiding van een voor een bouwinitiatief benodigd advies als bedoeld in artikel 1.3 kan de opdrachtgever of daartoe gemachtigde ontwerper, vragen om een vooroverleg met de commissie om zich vooraf op de hoogte te stellen van de van belang zijnde toetsingscriteria, de beoordelingswijze of de beoordelingsruimte;

  • 3.

    Een vooroverleg als bedoeld in het tweede lid vindt in principe maximaal drie keer plaats;

Artikel 7 advisering en aanbevelingen

  • 1.

    Het commissieadvies – als bedoeld in artikel 1.3 lid a voor een plan waarvoor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning vereist is (bouwen) – geeft aan of een ontwerp zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkelingen al dan niet in strijd is met de redelijke eisen van welstand. Dit wordt alleen beoordeeld aan de hand van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandscriteria;

  • 2.

    Het commissieadvies – als bedoeld in artikel 1.3 lid b voor een plan waarvoor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder f. of artikel 2.2, lid b. en/of c. a van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning vereist is (monumenten en beschermd stadsgezicht) – geeft aan of en hoe een ontwerp zich verhoudt in relatie tot de aanwezige cultuurhistorische waarden;

  • 3.

    ;

  • 4.

    Het commissieadvies – als bedoeld in artikel 1.4 voor plannen waarvan voorzienbaar is dat deze in een later stadium onderwerp van beoordeling en advisering als bedoeld in artikel 1.3 kunnen worden – wordt uitgebracht in de vorm van een aanbeveling. Deze aanbevelingen zijn, in afwijking van de adviezen genoemd in de leden 1 en 2, vrijblijvend en staan los van c.q. worden niet betrokken bij de advisering en conclusies ter zake het welstandsadvies als bedoeld in lid 1;

  • 5.

    De commissie brengt een advies als bedoeld in de vorige leden uit binnen vier weken nadat door of namens het college daarom is verzocht;

  • 6.

    Een langere termijn dan in het vierde lid genoemd kan door of namens het college worden gegeven in geval het een aanvraag betreft waarvoor op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een langere afdoeningstermijn dan 8 weken is toegelaten;

  • 7.

    Het advies is met redenen omkleed en wordt door de voorzitter ondertekend. De commissie kan de ondertekening van adviezen mandateren aan de secretaris;

Artikel 8 vergaderen, openbaarheid en quorum

  • 1.

    De commissie zetelt in Delft en vergadert zo vaak als het college dit nodig acht;

  • 2.

    De commissie vergadert in beginsel in het openbaar. Uitzondering hierop zijn:

    • a.

      een consulterend vooroverleg als bedoeld in artikel 7.2 waarbij de opdrachtgever en/of diens gemachtigde expliciet aangeven dat een openbare behandeling stuit op overwegende bezwaren;

    • b.

      de behandeling van plannen die betrekking hebben op de kwaliteit van de fysieke leefomgeving in brede zin als bedoeld in artikel 1.4 en waarbij een openbare behandeling naar het oordeel van het college stuit op doorslaggevende bezwaren ontleend aan het algemeen belang;

  • 3.

    De voorzitter of zijn plaatsvervanger opent de vergadering op het vastgestelde tijdstip als daarvoor het vereiste aantal van minimaal drie leden aanwezig is;

  • 4.

    Monumentenplannen of verzoeken over advisering met betrekking tot het toekennen van de monumentale status aan panden of objecten anderszins worden niet behandeld indien er geen commissielid in de vergadering aanwezig is, die het deskundigheidsgebied monumentenzorg, restauratietechniek of bouw- en cultuurhistorie vertegenwoordigd; ;

  • 5.

    Leden mogen niet deelnemen aan de beraadslaging en de vaststelling van een advies waarbij zij direct of zijdelings betrokken zijn of zijn geweest uit andere hoofde dan het commissielidmaatschap;

  • 6.

    Belangstellenden kunnen de openbare vergadering bijwonen op de publieke tribune;

  • 7.

    De agenda en de gevalideerde adviezen worden op de website van de gemeente Delft gepubliceerd;

Artikel 9 plantoelichting door indieners of ontwerpers

  • 1.

    Voor zover een advies dan wel aanbeveling is gevraagd – als bedoeld in artikel 1.4 – geeft de voorzitter op verzoek de stadsbouwmeester, een supervisor of een gemachtigde namens de ambtelijke organisatie de gelegenheid het plan toe te lichten.

  • 2.

    Als een planindiener en/of ontwerper bij het indienen van een plan in vooroverleg danwel bij de indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft aangegeven gebruik te willen maken van de geboden optie het plan toe te lichten, wordt hij door de secretaris uitgenodigd voor de vergadering waarin het plan wordt behandeld.

  • 3.

    Een plantoelichting als bedoeld in het tweede lid duurt in principe maximaal 15 minuten en heeft slechts betrekking op het planontwerp en de door de planindiener of de ontwerper gemaakte keuzes in relatie tot de welstandscriteria dan wel cultuurhistorische waarden.

Artikel 10 de secretaris

  • 1.

    De commissie wordt terzijde gestaan door een door of namens het college aangewezen secretaris. Deze draagt zorg voor het organisatorisch en administratief functioneren van de commissie;

  • 2.

    Door het college wordt tevens een adjunct-secretaris benoemd en wordt voorts zorggedragen voor voldoende ambtelijke ondersteuning;

  • 3.

    De (adjunct)secretaris is geen lid van de commissie;

Artikel 11 jaarverslag

  • 1.

    De commissie stelt voor het college en voor de gemeenteraad jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden, waarin in ieder geval aan de orde komt:

    • a.

      Op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria uit de welstandsnota;

    • b.

      De werkwijze van de commissie;

    • c.

      Op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen als bedoeld in artikel 8, lid 2;

    • d.

      De aard van de beoordeelde plannen en projecten waarbij zij uitvoering heeft gegeven aan haar stimulerende rol als bedoeld in artikel 1.4;

    • e.

      Plannen en projecten waaraan de commissie bijzondere aandacht heeft gegeven;

  • 2.

    De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van de visuele kwaliteit van de fysieke leefomgeving en de bescherming van onroerend cultureel erfgoed in het algemeen en de aanpassing van de toepasselijke beleidskaders, waaronder in ieder geval begrepen de welstandsnota, in het bijzonder.

Artikel 12 vergoeding

De leden van de commissie ontvangen per bijgewoonde vergadering een door het college vast te stellen vergoeding.

Artikel 13 reglement van orde (huishoudelijk reglement)

Het college stelt een reglement van orde vast waarin de gang van zaken voor, tijdens en na de vergaderingen, met het oog op een ordelijk verloop nader wordt geregeld.

Artikel 14 klachtenregeling

Indieners van een aan de commissie ter beoordeling voorgelegd plan die zich niet kunnen verenigen met de werkwijze of het functioneren van de commissie kunnen hierover een klacht indienen bij het college. De reguliere klachtenbehandelingsprocedure van de gemeente Delft is hierop van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15 slotbepalingen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college nadat zij de commissie heeft gehoord.

Artikel 16 overgangsbepalingen

Adviezen en aanbevelingen uitgebracht door de Commissie voor Welstand en Monumenten en de Kwaliteitskamer vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden beschouwd als adviezen danwel aanbevelingen van de commissie.

Artikel 17 inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening kan worde aangehaald als “Verordening op de Adviescommissie Omgevingskwaliteit 2018”. Deze verordening treedt na voorafgaande publicatie in werking op 1 juli 2018. Bij inwerkingtreding van deze verordening komt de werking van de Verordening op de Commissie voor Welstand en Monumenten van 2005 te vervallen.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 maart 2018.

,burgemeester.

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

,griffier.

Drs. R.G.R. Jeene CMC

Naar boven