Gemeenteblad van Amstelveen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amstelveen | Gemeenteblad 2018, 56884 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amstelveen | Gemeenteblad 2018, 56884 | Beleidsregels |
De raad van de gemeente Amstelveen besluit vast te stellen de Detailhandelsnota 2016 - 2020.
Hoofdstuk 2 Trends en ontwikkelingen in de detailhandel
2.3 Winkelontwikkelingen in Amstelveen (2010 - 2015)
Hoofdstuk 3 Winkelaanbod in Amstelveen
3.2 Winkelaanbod in Amstelveen
Hoofdstuk 4 Gewenste ontwikkelingsrichting detailhandel
4.1 Visie detailhandelsontwikkelingen Amstelveen
4.2 Distributieplanologisch kader
4.3 Ontwikkelingsrichting Stadshart
4.4 Ontwikkelingsrichting wijkcentra
4.5 Ontwikkelingsrichting PDV cluster Bovenkerk
4.6 Perspectief overige winkelaanbod in Amstelveen
4.7 Hoofdwinkelstructuur Amstelveen
Hoofdstuk 5 Beleid en instrumentarium
5.2 Gemeentelijk instrumentarium
Bijlage 1 Detailhandelsaanbod Stadsregio 2009-2014
Bijlage 2 Leegstandsontwikkeling Stadsregio 2009-2014
Bijlage 3a Dagelijks/niet dagelijks aanbod naar aard en omvang (2015)
Bijlage 3b Dagelijks/niet dagelijks aanbod naar aantal vestigingen (2007-2012)
Bijlage 3c Dagelijks/niet dagelijks aanbod naar omvang (2007-2012)
Bijlage 4 Berekening koopkrachttoevloeiing dagelijks en niet dagelijks aanbod
Bijlage 5 Winkelvloeroppervlak hoofdwinkelstructuur
Wij als gemeentebestuur van Amstelveen hechten veel belang aan een goed functionerend stedelijk winkelapparaat: het biedt werkgelegenheid, vormt een belangrijke voorziening voor inwoners en bezoekers, genereert economisch aantrekkingskracht en geeft daarmee kleur en gewicht aan de stad. Anno 2016 moet echter worden vastgesteld dat de detailhandelssector in zwaar weer verkeert, niet alleen in Amstelveen, maar in heel Nederland en ver daarbuiten. Het is mede op basis van deze overwegingen dat de gemeenteraad het college gevraagd heeft om een herziening van de detailhandelsnota uit 2008.
Aan deze herziening is een evaluatie vooraf gegaan waarbij ook de marktpartijen zijn betrokken. De evaluatie dateert van voor het moment waarop de V&D februari 2016 definitief haar deuren sloot. Uit de evaluatie komt nog naar voren dat het naar nationale maatstaven heel behoorlijk gaat met de Amstelveense detailhandel. Sinds 2008 is het winkelvloeroppervlak gelijk gebleven, waarbij het gemiddeld winkeloppervlak is toegenomen. De leegstand is nog beperkt, maar inmiddels wel zorgelijk in de centra Waardhuizen en Kostverloren. Nieuwe ontwikkelingen voltrekken zich onder meer in winkelcentrum Westwijk en met een realisatie van een nieuwe supermarkt aan de Van der Hooplaan. En verder wordt met niet aflatende inspanningen (samen)gewerkt aan plannen ter verbetering van het Stadshart.
De detailhandelsnota 2016-2020 biedt het kader voor de toekomstige ruimtelijke economische ontwikkelingen. Het belangrijkste doel van de nota is het verschaffen van duidelijkheid over de gewenste ontwikkelingsrichting voor de detailhandel in de gemeente, en wel voor alle betrokken partijen zoals inwoners, ondernemers, pandeigenaren en ontwikkelaars. De nota dient als toetsingskader voor nieuwe initiatieven waar gemeentelijke goedkeuring of medewerking vereist is, maar heeft tevens tot doel marktpartijen te prikkelen in te spelen op de kansen die de Amstelveense markt hen biedt.
Bij het opstellen van de voorliggende detailhandelsnota wordt uitgegaan van de volgende ambities:
Deze ambities zijn niet vrijblijvend. Ze brengen met zich mee dat keuzes moeten worden gemaakt. De gemeente is daarbij niet de bepalende autoriteit, dat zijn de marktpartijen. Toch heeft de gemeente tal van mogelijkheden om te sturen, te beïnvloeden, te stimuleren en te verbieden. Deze detailhandelsnota vormt hiertoe het kader.
In het tweede hoofdstuk worden de landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen beschreven die de komende jaren van invloed zullen zijn op de ontwikkelingen binnen het Amstelveense winkellandschap.
In het derde hoofdstuk wordt in kwalitatieve en kwantitatieve zin een beeld geschetst van de actuele Amstelveense winkelstructuur.
Het vierde hoofdstuk vormt de kern van de onderhavige beleidsnota. In dit hoofdstuk wordt mede op basis van becijferingen de gewenste ontwikkeling van de Amstelveense winkelstructuur beschreven voor de periode 2016-2020.
Tenslotte worden in het vijfde hoofdstuk de relevante beleidskaders beschreven waarna wordt ingegaan op het beschikbare instrumentarium.
2. Trends en ontwikkelingen in de detailhandel
Om een goed beeld te kunnen schetsen van de gewenste winkelontwikkelingen in Amstelveen is het van belang te weten hoe het eigen winkelaanbod zich in het regionale geheel verhoudt. Bovendien is het noodzakelijk dat er een helder zicht bestaat op trends en toekomstige ontwikkelingen. In dit hoofdstuk wordt dit nader uitgewerkt.
Een ontwikkeling die ver uitstijgt boven alle andere veranderingen in het winkellandschap is de voortdurende stijging van het aandeel van de internetverkopen in de detailhandelsbestedingen. In 2015 liep 16% van de retailbestedingen (€ 16,1 miljard) via het internet (Bron: Thuiswinkel.org). Het leeuwendeel hiervan had betrekking op zakelijke dienstverlening non-foodaankopen (€ 8 miljard). En binnen de non-food ligt het accent dan vooral op mode, elektronica, telecom en informatiedragers. Het internetaandeel voor food/near food bestedingen is met een marktaandeel van € 700 miljoen nog relatief gering. Alle verwachtingen duiden voor de komende jaren echter op een verdere groei van het digitale winkelen. Er zijn overigens ook bewegingen in omgekeerde zin, waarbij webwinkels fysieke vormen aannemen.
De klassieke opbouw van een winkelapparaat, met een stadscentrum, eventueel stadsdeelcentra en daaronder wijk- en buurtcentra is inmiddels aangevuld met tal van alternatieve aanbodsvormen:
De onstuimige groei van detailhandelsaankopen via internet zijn voor het reguliere winkelaanbod al enkele jaren duidelijk zichtbaar in faillissementen en leegstandstoename. Ook de A-locaties worden nu getroffen. Volgens cijfers van het planbureau voor de leefomgeving is het aandeel van de leegstand sinds 2007 gestegen van 5,4% naar 9,2% van het totale winkelvloeroppervlak (1/1/2016). Dit gaat gepaard met dalende vloerproductiviteiten, kleinere marges en lagere huurniveaus. De centra in grotere steden en de aantrekkelijke winkelstraten blijken overigens minder kwetsbaar voor deze ontwikkeling dan de kleinere clusters.
In delen van Nederland is het vertrouwde beeld van de geleidelijke toename van de bevolking gestopt of zelfs omgeslagen in krimp. Dit heeft grote consequenties voor het aanbod van voorzieningen. In de metropoolregio waar Amstelveen deel van uitmaakt is daar echter geen sprake van. Voor de komende jaren wordt verwacht dat de bevolking van Amstelveen met ruim 5.000 personen zal toenemen tot 92.300 inwoners. In deze periode zal het aandeel 65+ ers voorlopig verder toenemen, tot bijna 20% van de totale bevolking. Bovendien wordt verwacht dat de bevolking in 2020 pluriformer van samenstelling zal zijn. Verder wordt verwacht dat de stadsregio als geheel tussen 2015 - 2020 zal groeien met 70.000 personen (Bron: Amstelveen in cijfers 2016).
Voor de komende jaren staat een tweetal grote verkeerprojecten op stapel dat van invloed zal zijn op de bereikbaarheid van verschillende Amstelveense winkelgebieden. Tussen 2018 en 2020 wordt gewerkt aan de ombouw van de Amstelveenlijn. Deze werkzaamheden zullen met name de doorstroming binnen de gemeentegrenzen hinderen. Van 2020 tot 2025 zal er gewerkt worden aan de omlegging en verbreding van de A9. Dit zal de bereikbaarheid van Amstelveen in bepaalde periodes verstoren. Met name het Stadshart kan daar gevolgen van ondervinden. Om deze overlast tot een minimum te beperken werkt de gemeente samen met Rijkswaterstaat en diverse stakeholders aan een maatregelenpakket.
2.2 Regionale ontwikkelingen (2015 - 2020)
Amstelveen ligt niet op een eiland, het maakt onderdeel uit van de metropoolregio Amsterdam. Dit betekent dat bezoekers de gemeentegrenzen veelvuldig overschrijden. Om die reden zijn de regionale winkelontwikkelingen relevant voor Amstelveen.
Figuur 1 Metropoolregio Amsterdam
In de Stadsregio is het winkelaanbod in de periode 2009 - 2014 redelijk stabiel gebleven. Enige twee uitzonderingen hierop vormen de gemeenten Amsterdam en Zaanstad. In deze gemeenten is het winkelaanbod toegenomen met respectievelijk 85.000 m² en 40.000 m² (zie bijlage 1). De gemiddelde leegstand (in vloeroppervlak) is gegroeid van 3,2% naar 5,6%. Juist in Amsterdam en Zaanstad groeide de leegstand in absolute zin het sterkst (bijlage 2).
Ten aanzien van de recente lopende of nieuwe ontwikkelingen zijn voor Amstelveen de volgende regionale projecten van belang:
2.3 Winkelontwikkelingen in Amstelveen (2010 - 2015)
Het winkelvloeroppervlak in Amstelveen groeide de afgelopen periode nog heel licht. Opmerkelijker is echter dat dit gepaard ging met een sterke afname van het aantal verkooppunten (bijlage 3). De onderstaande tabel maakt dit inzichtelijk.
Tabel 1: Ontwikkelingen winkelaanbod Amstelveen 2007 - 2015
Begin 2016 staan er 28 winkels leeg (16.587 m²), dit is 13,7% van het totale aanbod. Zou de leegstand van de V&D hier niet in worden betrokken, dan bedraagt de leegstand anno 2016 4,6%.
De laatste jaren hebben zich in het winkellandschap de volgende ontwikkelingen voltrokken.
In dit hoofdstuk wordt een actueel beeld gegeven van de Amstelveense winkelstructuur. Dit wordt vooraf gegaan met een beschrijving van de positionering van Amstelveen binnen de Metropoolregio.
Gemeten in omvang van het winkelvloeroppervlak neemt Amstelveen binnen de stadsregio nipt de vierde plaats in. Amsterdam, Zaanstad en Haarlemmermeer gaan de gemeente ruim voor. Met name de nabijheid van Amsterdam is in termen van concurrentie voelbaar. Dat geldt voor het zeer uitgebreide aanbod in het centrum, maar ook het omvangrijke doelgerichte aanbod in Amsterdam Zuid-Oost en het hoogwaardige assortiment van het vernieuwde Gelderlandplein.
Figuur 2 Detailhandelsaanbod per gemeente Stadsregio (in m² wvo)
Bron: BRO Herijking detailhandelsbeleid Stadsregio Amsterdam (maart 2015)
Sinds 2004 is de concurrentiepositie van Amstelveen in de regio teruggelopen. Met name voor de niet-dagelijkse artikelen is de koopkrachtbinding teruggelopen, en wel van 72% naar 55%. Deze afvloeiing komt met name Amsterdam ten goede. Daarnaast is het aandeel van het internet in deze periode sterk gegroeid. Voor de dagelijkse artikelen was de afname van de koopkrachtbinding geringer, hier liep het cijfer terug van 88% naar 84% (zie bijlage 4).
Tegenover deze koopkrachtafvloeiing staat overigens ook een mate van koopkrachttoevloeiïng (zie bijlage 4). Zo zijn Ouder-Amstel en in mindere mate Uithoorn nog altijd sterk op Amstelveen georiënteerd. In mindere mate geldt dit ook voor inwoners uit Amsterdam en Aalsmeer. Tenslotte zijn er nog de bezoekers van buiten de regio, waaronder toeristen die belangrijk bijdragen aan de totale bestedingen in Amstelveen. In de loop van 2016 wordt een regionaal koopstromenonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek zal nieuwe informatie opleveren over de regionale positie van Amstelveen.
3.2 Winkelaanbod in Amstelveen
Het winkelstructuur in Amstelveen is als volgt opgebouwd:
Het Stadshart vormt de onmiskenbare top van de Amstelveense winkelhiërarchie. In totaal omvat het Stadshart bijna 50.000 m² winkelvloeroppervlak (zie bijlage 3a). Hiervan is ruim 44.000 m² ingeruimd voor het niet-dagelijkse aanbod, de aantrekkingskracht wordt hier met name gevormd door de warenhuizen, het ruime modische aanbod en de speciaalzaken. De trekkers worden gevormd door de Bijenkorf en de C&A, en deze worden ondersteund met subtrekkers zoals de H&M, Zara, Sting, Manfield, Coolcat, Super Dry, Ros mode, Douglas en Timberland.
Het Stadshart is goed bereikbaar en de parkeervoorzieningen zijn comfortabel. Verder is een belangrijk deel van het centrumgebied overdekt, waarmee zich een aangenaam verblijfsklimaat vormt. Bijzondere component van het Stadshart is de Rembrandtweg, een tweezijdig bewinkeld lint met van oudsher hoogwaardig vooral modisch winkelaanbod dat neigt naar exclusief en mede het domein is van de zelfstandige ondernemer. Anders dan de winkelprojecten in het Stadshart is het pandeigendom over de Rembrandtweg verdeeld. Het heeft bovendien een actieve winkeliersvereniging.
Het Stadshart richt zich op de inwoners van Amstelveen en de regio en zal zich in die zin moeten onderscheiden van centra als Hoofddorp-centrum, Het Gelderlandplein, Arena Boulevard en de Amsterdamse Poort.
Een wijkcentrum omvat één, maar bij voorkeur twee supermarkten aangevuld met foodspeciaalzaken, zoals brood, vlees, groente, kaas, tabak, drank en vis. Daarnaast vindt men er het gangbare (hoogfrequente) niet-dagelijkse aanbod zoals huishoudelijke artikelen, persoonlijke verzorging en kantoorbenodigdheden. Tenslotte bevindt zich in een wijkcentrum vaak enig horeca aanbod (snackbar, chinees restaurant) en persoonlijke of zakelijke dienstverlening (kapsalon, reisbureau).
Tabel 2: Wijkcentra Amstelveen
Het grootschalige winkelaanbod is, met uitzondering van de Gamma op bedrijventerrein Legmeer, geconcentreerd op het bedrijventerrein Bovenkerk. In totaal bedraagt het winkelvloeroppervlak hier 27.400 m². Naast het reguliere aanbod van bouwmarkten, woninginrichting en meubels is hier in Amstelveen tevens de verkoop van brommers, scooters en (elektrische) rijwielen aan toegevoegd. Verder is op Bovenkerk een supermarkt gevestigd.
De categorie overig winkelaanbod in Amstelveen valt buiten de voornoemde structuren en is heel divers van karakter. In het onderstaande overzicht wordt dit nader omschreven.
Tabel 3: Overig winkelaanbod Amstelveen
Ambulante handel is ook een vorm van detailhandel. De afgelopen decennia is het marktaandeel hiervan sterk teruggelopen, maar een heuse markt wordt door een groot publiek nog altijd een aantrekkelijk bezoekdoel gevonden. In Amstelveen komt ambulante handel voor in de hoedanigheid van standplaatsen en in de vorm van markten.
In totaal zijn in Amstelveen 23 plekken aangewezen voor standplaatsen. Dit aantal wordt niet verder uitgebreid, bedoeling is dat dit op termijn allemaal mobiele verkoopinrichtingen worden, die aan het eind van de dag weer verdwenen zijn. Het is verder de bedoeling dat dezelfde standplaatsen niet meer alle dagen op dezelfde plek staan, bovendien zou de mogelijkheid van seizoensgebonden plaatsen moeten worden geboden. Gestreefd wordt naar meer dynamiek. De nota standplaatsenbeleid 2011 - 2015 biedt hieromtrent de benodigde informatie.
Daarnaast kent Amstelveen twee markten. Een grote warenmarkt met ruim 200 kramen wordt op de vrijdag gehouden en staat in het hart van het centrum op het Stadsplein. Een kleine biologische markt (20 kramen) wordt op de dinsdagen georganiseerd. De markt staat in het centrum op de Rembrandtweg.
Verder loopt er in Randwijck een initiatief van een particuliere markt die op de zaterdag wordt gehouden. Hiervoor is voor de periode 2016 - 2021 vergunning verleend. In deze periode zal bezien worden of het initiatief levensvatbaar is.
Tenslotte bestaan er plannen voor een kleine markt in het Oude dorp. Als dit van de grond komt zal de gemeente daar zo mogelijk medewerking aan verlenen.
4. Gewenste ontwikkelingsrichting detailhandel
In dit hoofdstuk wordt nader uitwerking gegeven aan de "kaart van de toekomst". Deze "kaart van de toekomst" is gebaseerd op een visie. Deze visie wordt nader onderbouwd door middel van becijferingen die gebaseerd zijn op economische kengetallen.
4.1 Visie detailh andelsontwikkelingen Amstelveen
De winkelmarkt in Amstelveen biedt kansen maar vergt tevens een heel behoedzame benadering. De kansen worden geboden door de relatief sterke winkelstructuur waarover Amstelveen reeds beschikt, door de positie van de gemeente in de regio en door het feit dat de gemeente de komende jaren verder zal groeien. De behoedzaamheid wordt ingegeven door de voortschrijdende groei van de internetaankopen, hetgeen ontegenzeggelijk leidt tot een krimp van het winkelaanbod. Het detailhandelsbeleid in Amstelveen richt zich daarom op de volgende sleutelposities:
Samen vormt dit winkelaanbod de Amstelveense hoofdwinkelstructuur.
4.2 Distributieplanologische kader
Aan de hand van beschikbare statistiek en kengetallen kan berekend wordt hoe vraag en aanbod zich in de Amstelveense winkelmarkt tot elkaar verhouden. Hierbij moet wel de kanttekening worden gemaakt dat deze berekeningen een momentopname zijn. Daar komt bij dat de bronnen niet in alle gevallen actueel zijn. Dit jaar, 2016, wordt weer een nieuw koopstromenonderzoek uitgevoerd, dat zal uitmonden in actueler basismateriaal. Wel schetsen de cijfers een orde van grootte van de ruimte die er is voor de keuzes die gemaakt worden. Ze bieden een kwantitatief doorkijkje naar de toekomst.
4.2.1 Economische mogelijkheden dagelijkse aanbod
In de onderstaande tabel wordt aan de hand van inwonertal, bestedingen en kooporiëntatie berekend welke omvang het winkelvloeroppervlak door de sector dagelijkse artikelen zou moeten hebben.
Tabel 5: Berekening economische mogelijkheden sector dagelijkse artikelen 2015 - 2020
Normatieve vloerproductiviteit (omzet per m² wvo) (Bron: Detailhandelsbeleid provincie Noord-Holland 2014, afgeleid van I&O research 2011) |
|
Wanneer gekeken wordt naar het dagelijks aanbod in de hoofdwinkelstructuur van Amstelveen, dan blijkt dat het huidige dagelijks aanbod 24.759 m² winkelvloeroppervlak omvat (zie bijlage 5). Dit betekent niet dat er te weinig dagelijks aanbod is gevestigd in Amstelveen, want ook buiten de hoofdwinkelstructuur is nog het nodige dagelijkse aanbod te vinden in, vaak geclusterd, soms solitair.
Het betekent wel dat uit de cijfers kan worden afgeleid dat een verdere afbouw van het aanbod in de overige winkelgebieden de ruimte schept voor een versterking van het dagelijks aanbod in zowel Stadshart als wijkwinkelcentra.
4.2.2 Economische mogelijkheden niet-dagelijkse winkelaanbod
Onderstaande tabel geeft de marktruimte aan voor de winkelomvang van het niet-dagelijkse winkelaanbod.
Tabel 6: Berekening economische mogelijkheden sector niet-dagelijkse artikelen 2015 - 2020
Geconstateerd kan worden dat het berekende aanbod (76.427 m²) aanzienlijk hoger uitvalt dan het huidige niet-dagelijkse winkelaanbod, dat is namelijk 63.337 m² (zie bijlage 5). Dat verschil kan voor het grootste deel echter verklaard worden uit het feit dat V&D uit het huidige aanbod is weggevallen (11.000 m²). Zou deze winkelbestemming opnieuw worden ingevuld, dan moet worden vastgesteld dat uitbreidingsruimte beperkt is.
Hierbij past wel een kanttekening. Feit is namelijk dat de koopkrachtbinding voor niet-dagelijks winkelaanbod de afgelopen jaren scherp is teruggelopen (van 72% naar 55%). Dat aandeel kan worden teruggewonnen. De gemeente stelt immers in haar visie Stadshart 2025 dat geïnvesteerd moet worden in een vitaal en bruisend gebied. Dit kan en mag worden vertaald in een vergroting van de koopkrachtoriëntatie op het Stadshart. En daarmee wordt de economische ruimte geboden voor een uitbreiding en dus kwalitatieve versterking van het centrumaanbod. Sterker nog, om de concurrentiepositie van het Stadshart te vergroten is het noodzakelijk dat het winkelaanbod wordt versterkt.
4.3 Ontwikkelingsrichting Stadshart
Amstelveen ontleent zijn signatuur en status mede aan de uitstraling van het Stadshart. De gemeente hecht daarom groot belang aan het behoud en zo mogelijk de versterking van een kwalitatief hoogwaardig en onderscheidend centrummilieu. De gemeente wil de regionale positie van het Stadshart versterken. Indien versterking van het Stadshart met zich meebrengt dat het winkelaanbod moet worden uitgebreid dan is er de bereidheid hier aan mee te werken, maar wel onder de voorwaarden dat:
De insteek is dat de aanpak van het Stadshart een integrale opgave is, waarbij inspanningen zich (gelijktijdig) dienen te richten op verschillende delen en facetten van het centrumgebied. Basis van een succesvolle strategie is dat marktpartijen en overheid hier gezamenlijk in optrekken. Concreet zal daarbij worden ingezet op:
Om het functioneren van het Stadshart in de toekomst te optimaliseren zullen de voornoemde deelprojecten in kwaliteit en planning op elkaar afgestemd moeten worden. Het is daarvoor nodig om de Visie Stadshart 2025 uit te werken in een ruimtelijk plan, waarin randvoorwaarden voor de afzonderlijke projecten uitgewerkt worden. De gemeente heeft de regie om deze samenhang te bewaken. In veel van de deelprojecten is het eigendom versnipperd. De projecten kunnen niet gerealiseerd worden als partijen niet samen willen werken of een goede samenwerking bemoeilijken door (te) hoge eisen te stellen. Daar waar deelprojecten niet van de grond komen neemt de gemeente verantwoordelijkheid om processen waar mogelijk vlot te trekken.
4.4 Ontwikkelingsrichting wijkcentra
De wijkcentra hebben als voornaamste functie om de inwoners van Amstelveen te voorzien van hun dagelijkse benodigde artikelen. Het is daarbij van belang dat de wijkcentra voldoende omvang hebben, een compleet assortiment voeren en goed bereikbaar zijn. In het onderstaande overzicht worden de onderscheiden wijkcentra nader besproken.
4.5 Ontwikkelingsrichting PDV cluster Bovenkerk
Het perifere winkelaanbod is in Amstelveen adequaat geregeld. Het aanbod concentreert zich bijna volledig op het bedrijventerrein Bovenkerk, en dit winkelcluster heeft voldoende kritische massa zich goed te manifesteren. De gemeente Amstelveen houdt vast aan deze lijn. Dit betekent dat geen medewerking zal worden verleend aan het realiseren van perifeer of grootschalig winkelaanbod op locaties elders in Amstelveen. Er is verder geen aanleiding voor uitbreiding van het PVD-winkelaanbod op Bovenkerk. Uitzondering voor deze regel geldt een eventuele verplaatsing van de Gamma die nu op bedrijventerrein Legmeer is gevestigd, dit zou immers leiden tot een verdere concentratie van het perifere winkelaanbod. Voorts zal geen medewerking worden verleend aan uitbreiding van de op Bovenkerk gevestigde supermarkt.
4.6 Perspectief overig winkelaanbod in Amstelveen
In het onderstaande overzicht wordt voor de overige winkelgebieden in korte bewoordingen het perspectief geschetst en zo nodig de gewenste toekomstige ontwikkelingen.
Met betrekking tot de bovenstaande ontwikkelingen geldt verder dat bij een omzetting van een winkelfunctie naar een ander gebruik, de winkelfunctie bij een eerstvolgende bestemmingsplanherziening in principe zal worden geschrapt.
In dit hoofdstuk worden de beleidsvelden besproken die van toepassing zijn dan wel van invloed zijn op het winkelbeleid. Aansluitend wordt ingegaan op het instrumentarium dat de gemeente tot haar beschikking heeft om uitvoering te geven aan het beoogde winkelbeleid.
5.1.1 Ladder voor duurzame verstedelijking
In 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd en is hier de "ladder voor duurzame verstedelijking" aan toegevoegd. Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening door optimale benutting van ruimte in stedelijke gebieden. Het Rijk wil met de introductie van de ladder vraaggerichte programmering bevorderen. De ladder beoogt een zorgvuldige en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. De ladder is als procesvereiste opgenomen in het Bro. Het helpt bij het voorkomen van overprogrammering.
Overheden dienen nieuwe stedelijke ontwikkelingen te motiveren met drie opeenvolgende stappen. De stappen bewerkstelligen dat de wens om een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk te maken, nadrukkelijk wordt gemotiveerd en afgewogen met oog voor (1) de actuele regionale behoefte, (2) de beschikbare ruimte binnen bestaand stedelijk gebied en (3) de multimodale bereikbaarheid van de ontwikkeling. De ladder is het kader voor alle juridisch verbindende ruimtelijke plannen (waaronder bestemmingsplannen) van de decentrale overheden.
De provincie Noord-Holland heeft onlangs een nieuwe detailhandelsvisie vastgesteld. Kern daarvan is dat de provincie kritischer gaat kijken naar voorstellen van gemeenten om het aantal vierkante meters winkeloppervlak uit te breiden. Met het nieuwe beleid wil de provincie het tegengaan van overaanbod en het terugdringen van leegstand centraal stellen. Missie is om de detailhandelsstructuur de versterken, een structuur die uitgaat van duurzaam ruimtegebruik, bijdraagt aan een vitale regionale economie en bijdraagt aan een aantrekkelijke woon- en leefomgeving. De hoofddoelstellingen zijn uitgewerkt in zes beleidsdoelen:
In het verlengde van rijk en provincie heeft de stadsregio aan de hand van 15 punten een detailhandelsbeleid geformuleerd dat aansluit op de kenmerken en dynamiek van het metropoolgebied. De voornaamste punten luiden:
5.2 Gemeentelijk instrumentarium
De gemeente kan de markt niet naar haar hand zetten. Wel kan ze faciliteren, stimuleren en zo nodig verbieden. Dat kan op verschillende manieren. Onderstaand worden de belangrijkste instrumenten toegelicht die de gemeente kan inzetten om uitvoering te geven aan het onderhavige detailhandelsbeleid.
Het bestemmingsplan is voor de gemeente een belangrijk instrument om de ruimte te ordenen. Hiermee wordt in aard en omvang bepaald welke functies waar worden toegelaten. Een winkelbestemming kent verschillende varianten (detailhandel, supermarkt, PDV/GDV-winkel), maar het is niet mogelijk om specifiek op branchering te sturen of meer in algemene zin concurrentieverhoudingen te beïnvloeden. Wel bestaat er de mogelijkheid bestemmingen te verruimen in bijvoorbeeld "centrumfuncties" of "gemengde bestemming". Hiermee ontstaat de mogelijkheid om meer toe te laten op bepaalde locaties, waardoor een gebied van kleur zal veranderen.
In relatie tot het detailhandelsbeleid zal het bestemmingsplan worden gebruikt om uitbreiding van winkelruimte mogelijk te maken of om bestemmingen te verruimen op de locaties waar de pure winkelfunctie verloren is gegaan of dreigt te gaan. Daarnaast zal bij reguliere bestemmingsplanherzieningen worden ingezet op het weg bestemmen van de winkelfunctie op de locaties waar inmiddels geen winkel meer zit en waar het onwenselijk wordt geacht dat hier de winkelfunctie weer terug komt.
Verder wordt in Stadsregioverband bezien op welke wijze omgegaan dient te worden met het aspect van voorzienbaarheid. Dit houdt in dat pandeigenaren niet meer kunnen terugvallen op planschade als al langer voorzien kan worden dat een bestemming vanwege markt of beleidsmatige overwegingen zou gaan veranderen.
De gemeente is beheerder van het openbaar gebied en heeft daarmee een belangrijke rol in het functioneren en aanzien van de winkelgebieden. Voor wat betreft de materialisering en mate van inzet van het beheer wordt mede gekeken naar de intensiteit van het gebruik van een gebied. Inrichting van een gebied wordt afgestemd op de functie ervan, waarbij rekening wordt gehouden met het toekomstig beheer.
Als regels gesteld worden, dient er ook gehandhaafd te worden. De handhaving wordt verricht door het "team handhaving openbare ruimte", hetgeen een integrale aanpak mogelijk maakt. Het heeft betrekking op tal van facetten van het detailhandelsbeleid: handelen in strijd met het bestemmingsplan, milieuovertredingen (geur, afval), het niet correct aanbieden van afval, parkeercontroles en -vergunningen, drank- en horecawet, uitstallingen en terrasvergunningen. Verder ziet de politie toe op onder meer APV zaken en naleving van de winkelsluitingstijdenwet.
Waar mogelijk legt de gemeente verantwoordelijkheden bij de betrokken partijen. Amstelveen is daartoe partner in het project Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO's). De KVO-partners (politie, gemeente, winkeliers en eigenaren winkelcentrum) hebben gezamenlijk op zich genomen om de winkelcentra waar een KVO-convenant is afgesloten schoon, heel & veilig te houden.
Het parkeerbeleid in Amstelveen is vastgelegd in de Parkeernota (2005-2010). Het beleid voorziet er in dat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen wordt gezorgd voor voldoende parkeergelegenheid. Hiertoe zijn normen vastgelegd. Deze normen zijn tevens richtinggevend voor de eisen die in het bestemmingsplan wordt voorgeschreven. Verder wordt in het parkeerbeleid aangegeven welke stappen ondernomen kunnen worden indien bij een nieuwe ontwikkeling niet kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het project. In de loop van 2016 wordt de parkeernota herzien.
Onverlet het gevoerde parkeerbeleid is de parkeerdruk in Amstelveen op veel plaatsen hoog. Dit geldt met name het Stadshart, verschillende winkelcentra en openbaar vervoerknooppunten. Om die reden is omwille van de parkeerregulering betaald parkeren ingevoerd. Daarnaast is op verschillende plaatsen in Amstelveen een blauwe zone van toepassing. Beide instrumenten bevorderen de beschikbaarheid van parkeergelegenheid voor autobezoeker. Het bepalen van het meest geschikte parkeerregiem per winkelgebied is afhankelijk van veel factoren en dus maatwerk.
De winkelfunctie mengt zich vaak met horeca. Het is daarbij van belang dat functies elkaar versterken en dat overlast wordt vermeden. Het in 2015 door het college van B&W vastgestelde "Uitvoeringskader horeca", ziet hier onder andere op toe. Twee specifieke vormen van horeca worden toegelicht; de ondersteunende horeca en de daghoreca. Ondersteunende horeca betreft een horeca activiteit, ondergeschikt aan de hoofdfunctie, waar, indien voldaan wordt aan de voorwaarden, geen exploitatievergunning voor benodigd is. Deze horecavorm is steeds veelvuldiger zichtbaar in winkelgebieden en voegt kwaliteit toe aan de publiekgerichte functie. Daghoreca betreft lunchrooms, koffie/theehuizen, ijssalons en afhaalrestaurants. In het nieuwe beleid zijn de openingstijden van deze horecacategorie gekoppeld aan de winkelsluitingswet. Daghoreca en winkels lopen daarmee synchroon en omwille van de beoogde levendigheid van een winkelgebied, zal met het bestemmingsplan met name worden gestuurd op een invulling met daghoreca.
Punt van aandacht blijft de toename van gemengde winkel/horecaontwikkelingen, de bestaande wetgeving schiet daar in tekort.
5.2.6 Relatie met maatschappelijk vastgoed
In december 2015 is de nota "Heroriëntatie maatschappelijk vastgoed" in procedure gebracht. In deze nota wordt ingegaan op de relatie tussen toekomstige maatschappelijke activiteiten, zoals onderwijs, sport, cultuur, welzijn en de gemeentelijke vastgoedportefeuille. In deze portefeuille zit veel dynamiek. Bezien moet worden waar kansen en belangen rond het maatschappelijk vastgoed gerelateerd kunnen worden aan ontwikkelingen rond het commercieel vastgoed.
Voor de uitvoering van de onderhavige beleidsnota zijn geen specifieke middelen beschikbaar. De noodzaak hiertoe ontbreekt omdat de gemeente met de inzet van menskracht (ambtenaren) continu investeert in het winkelapparaat. Dit vindt onder meer plaats via handhaving, het reguliere beheer openbaar gebied, investeringsprojecten en toetsing van plannen die door marktpartijen worden ingebracht.
5.2.8 Uitvoering en organisatie
Vanuit de afdeling Verbinding en Regie (voormalige afdeling beleid) wordt op verschillende manieren het contact met ondernemersorganisaties en eigenaren onderhouden. De voornaamste taken zijn daarbij:
Vergunningverlening wordt verder verzorgd door de afdeling Veiligheid, vergunningen en handhaving. De uitvoering van winkelprojecten is ondergebracht bij de afdeling Stedelijke Ontwikkeling.
Verder hecht de gemeente aan constructief overleg met de betrokken ondernemers en eigenarenorganisaties. In dat kader vindt onder meer regulier overleg plaats met de Vereniging van Amstelveense Detailhandelsorganisaties (VAD) en met het platform Stadshart.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 juni 2016.
de griffier,
drs. P.Georgopoulou
de voorzitter,
drs. M.M.van 't Veld
Bijlage 3a Dagelijks / niet-dagelijks aanbod naar aantal en omvang (2015)
Bijlage 3b Dagelijks / niet-dagelijks aanbod naar aantal (2007 en 2012)
Bijlage 3c Dagelijks / niet-dagelijks aanbod naar omvang (2007 - 2012)
Bijlage 4 Berekening koopkrachttoevloeiing dagelijks en niet-dagelijks aanbod
Koopkrachtbinding Amstelveen in %
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-56884.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.