Gemeenteblad van Papendrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Papendrecht | Gemeenteblad 2018, 56150 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Papendrecht | Gemeenteblad 2018, 56150 | Beleidsregels |
Nota Reserves en voorzieningen gemeente Papendrecht 2018
Artikel 11. Reserves en voorzieningen
De huidige nota Reserves en Voorzieningen dateert van 2015 en is van toepassing vanaf begrotingsjaar 2016. Deze geactualiseerde nota sluit aan bij de huidige inzichten van de commissie BBV en de geactualiseerde Financiële verordening 2018. Daarnaast is er een enkele vereenvoudiging opgenomen die de inzichtelijkheid en daarmee transparantie en vergelijkbaarheid vergroten.
Doel van deze nota is het beleid van reserves en voorzieningen transparant vast te leggen. Met deze herijkte nota Reserves en voorzieningen stelt de raad kaders en heeft de raad een actueel inzicht in welke reserves en voorzieningen de gemeente tot haar beschikking heeft.
De nota Reserves en Voorzieningen is primair bedoeld als kaderstellend instrument voor de raad. De nota is een uitwerking van artikel 212 van de Gemeentewet, het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de Financiële verordening gemeente Papendrecht 2018.
In hoofdstuk twee worden de begrippen en kaders beschreven, daarna volgen de spelregels van reserves en voorzieningen, het weerstandsvermogen en het risicoprofiel van de gemeente Papendrecht, overzichten van de reserves en voorzieningen op hoofdlijnen en de slotbepalingen. In de bijlagen 1 en 2 is informatie over respectievelijk de reserves en de voorzieningen opgenomen.
Voor de risico's wordt de algemene reserve als dekking gebruikt.
Reserves ter egalisering van kosten worden in principe opgeheven. Gezien de budgettaire gevolgen wordt de keuze hiervan betrokken bij de kaderbrief.
De dekkingsreserves voor de verschillende kapitaallasten worden samengevoegd in één dekkingsreserve kapitaallasten.
Als weerstandsratio geldt als norm 1,0. In het geval van een negatief meerjarenperspectief wordt deze verhoogd.
Het kader voor reserves en voorzieningen wordt gevormd door artikel 42 tot en met 45 van het BBV. Daarnaast heeft de commissie BBV via notities, stellige uitspraken en richtlijnen het kader verder ingevuld.
In onderstaande tabel is het onderscheid tussen de reserves en de voorzieningen samengevat.
De reserves worden samen met het resultaat na bestemming (volgend uit de programmarekening) gerekend tot het eigen vermogen (artikel 42; artikel 43 BBV).
Er zijn twee soorten reserves: algemene reserves en de bestemmingsreserves.
Reserves kennen een aantal functies. De volgende functies zijn te onderscheiden:
A d a. De bufferfunctie van reserves
Reserves met een bufferfunctie zijn reserves die zijn gevormd om enerzijds onvoorziene toekomstige uitgaven op te kunnen vangen en anderzijds om bestaande risico’s af te dekken. Zie ook Hoofdstuk 5 Weerstandsvermogen en risicoprofiel.
A d b. De inkomensfunctie van reserves
De bespaarde rente kan als resultaatbestemming aan het vermogen worden toegevoegd of (deels) als structureel dekkingsmiddel worden ingezet. Als bespaarde rente wordt ingezet als structureel dekkingsmiddel ontstaat bij het aanwenden van de reserves een dekkingstekort ter grootte van de vervallen rentebaten.
Ad c. De financieringsfunctie van reserves
Reserves kunnen worden gebruikt als eigen financieringsmiddel, omdat ze onderdeel uitmaken van het totale vermogen van de gemeente. Binnen de gemeente kan het vermogen worden aangewend als intern financieringsmiddel. Hierdoor hoeft geen geld van derden te worden aangetrokken.
A d d. De bestedingsfunctie van reserves
Bestemmingsreserves worden gevormd voor door de raad bepaalde specifieke bestemmingen en worden gevoed vanuit de exploitatie of vanuit de algemene reserve. Die reserves hebben een bestedingsfunctie.
Ad e. De egalisatiefunctie van reserves
Reserves kunnen worden gevormd om tarieven of baten en lasten over de jaren heen gelijkmatig te verdelen. Pieken en dalen in de exploitatie kunnen zodoende worden vermeden. Ongewenste schommelingen in tarieven die aan derden in rekening gebracht worden kunnen door middel van een egalisatiereserve worden opgevangen.
U itgangspunten toepassing reserve s gemeente Papendrecht
Voor risico's specifieke reserves maken of hiervoor de algemene reserve gebruiken
Een functie van een reserve is het afdekken van risico's. Dat kan door voor elk risico een afzonderlijke risicoreserve te maken of door een algemene reserve te vormen die alle risico's opvangt.
In het geval van specifieke risicoreserves is het versnipperd en administratief minder eenvoudig. Er is wel een duidelijke link tussen een risico en hiervoor gevormd vermogen. In het geval van het niet gebruiken van specifieke risicoreserves is er een grote algemene reserve waardoor er een beter integraal overzicht is. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt inzichtelijk gemaakt welke risico's er zijn en wat de weerstandsratio is. Gekozen is voor een algemene reserve ter dekking van de verschillende risico's. Er worden geen specifieke risicoreserves meer gevormd.
De reserve grondexploitatie is onderdeel van het financieel beleid van het grondbeleid. Met het samenvoegen van alle risico's onder de algemene reserve en een algemene reserve die alle risico's dekt, lijkt opheffing van deze specifieke reserve logisch. Dit wordt nader beoordeeld in de voorziene actualisatie van de nota Grondbeleid. De actualisering van de nota Grondbeleid staat voor 2018 gepland.
Bij voldoende weerstandsvermogen kan (een deel van) het niet benodigde deel van de algemene reserve ingezet voor andere doeleinden. Hierbij worden de gevolgen voor de inkomensfunctie van de algemene reserve betrokken evenals het meerjarige begrotingsperspectief (zie ook 5.3 Norm weerstandsvermogen). Dit maakt de afweging breder dan de huidige afweging of er voldoende vrije reserve, het verschil tussen de risico's en de algemene reserve, aanwezig is. Hierdoor kan de vrije reserve vervallen.
Fluctuaties in baten en lasten via de exploitatie laten lopen of egaliseren via reserves
De meeste lasten en baten zijn qua budget constant. De egalisatiefunctie wordt bijvoorbeeld gebruikt voor de riool- en afvaltarieven. Specifiek voor afval en riool geheven heffingen moeten hieraan worden besteed. Ook worden de baten van omgevingsvergunningen nu over de jaren heen geëgaliseerd. Een extra bate wordt in de reserve gestort, i.g.v. een lagere bate dan meerjarig begroot, wordt aan de reserve onttrokken. De kosten van bestemmingsplannen worden onttrokken aan een bestemmingsreserve. Gezien de komende omgevingswet wordt voorgesteld de inkomsten omgevingsvergunningen in dat jaar te laten vallen waarin zij horen, waardoor er goed inzicht is in de ontwikkeling ervan. De vaste periodieke actualisatie van de bestemmingsplanen komt vanwege de omgevingswet te vervallen. Feitelijk zijn er de komende jaren bij beide bestemmingsreserves alleen onttrekkingen geprognosticeerd.
De bestemmingsreserve Stedelijke vernieuwing wordt sinds de laatste wijziging van het grondbeleid alleen nog gebruikt als dekking voor bijdragen aan beeldbepalende panden. De reserve is in 2021 uitgeput.
Enkele taakmutatie van het rijk, waarvan de middelen vooruit worden ontvangen lopen via een bestemmingsreserve taakmutaties. Gevolg is dat er een gelijkmatig begrotingsbeeld is. Wel worden andere posten met fluctuaties zoals de algemene uitkering, kosten verkiezingen, open einde regelingen niet geëgaliseerd. Niet egaliseren is (administratief) eenvoudiger en e.e.a. is hierdoor in principe inzichtelijker.
Afschaffen van bestaande egalisatiereserves betekent wel dat door de voorziene onttrekkingen in de komende jaren het begrotingssaldo negatief wordt belast. De keuze hiervoor wordt dan ook betrokken bij de kaderbrief.
De commissie BBV adviseert geen rente aan reserves toe te rekenen. De bespaarde rente valt in Papendrecht vrij in de exploitatie, wordt ingezet als structureel dekkingsmiddel en heeft daarmee een inkomensfunctie. Instandhouding van de reserves is daarmee in principe noodzakelijk.
Er worden reserves (langjarig) als dekkingsreserves ingezet voor een deel van de kapitaallasten van het sportcentrum en vernieuwbouw gemeentehuis. Voor de inzichtelijkheid worden deze opgenomen in de Dekkingsreserve kapitaallasten.
Een tariefsegalisatiereserve voor afval wordt nu o.a. gebruikt voor egalisering van tarieven als gevolg van afronding van tarieven. Dat is volgens de BBV niet meer mogelijk: hiervoor moet een voorziening worden gebruikt. De tariefsegalisatiereserve afval wordt dan ook omgezet in een voorziening.
De algemene bestemmingsreserve werd gebruikt voor het bestemmen van middelen vanuit het rekeningresultaat voor nog uit te voeren beleid. In principe kan dit ook rechtstreeks bestemd worden vanuit het rekeningresultaat. Een eventueel over meerdere jaren te bestemmen rekeningresultaat loopt over de algemene reserve. De algemene bestemmingsreserve vervalt hierdoor.
Als er bij de inzet van reserves geen duidelijk beeld is, of en wanneer deze ingezet moeten worden, vervallen deze naar de algemene reserve. Dit geldt voor de bestemmingsreserve geluidsschermen A15.
Voorzieningen worden gerekend tot het vreemd vermogen. Cumulatieve criteria voor het vormen zijn:
De voorzieningen worden gevormd voor:
Toevoeging aan en vrijval van voorzieningen vindt plaats ten laste of ten gunste van de exploitatie (niet via resultaatbestemming zoals bij reserves). Onttrekkingen worden rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht.
Voor jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume mag geen voorziening worden gevormd.
Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan, tenzij de waardering tegen contante waarde is of voorzieningen als gevolg van bijdragen van derden dit verplicht stellen.
3.1 Instellingscriteria reserves
-Deze reserves behoren tot het eigen vermogen van de gemeente en dienen als inkomensfunctie (bespaarde rente), bufferfunctie (dekking van risico's), ontwikkeling nieuw beleid en overheveling beleid.
Het uitgangspunt is dat besloten en voorgenomen beleid blijvend kan worden uitgevoerd. De wettelijke voorschriften over de reserves zijn hier mede bepalend in. Door periodiek de reserves te evalueren wordt voorkomen dat reserves blijven bestaan waarvan het beoogde doel niet meer aanwezig is.
Bij het instellen van reserves moeten de volgende criteria worden gehanteerd:
-Toevoegingen aan reserves moeten altijd door de raad worden goedgekeurd. Deze goedkeuring is zichtbaar bij een begrotingspost of begrotingswijziging.
In aanvulling op de financiële verordening (artikel 11) geeft de raad het college bevoegdheid om mutaties (toevoegingen of onttrekkingen) te doen in de egalisatiereserves, indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:
Wanneer het doel op basis waarvan een reserve is gevormd op enig moment vervalt, of de vastgestelde einddatum verstreken is, dan dient de reserve te worden opgeheven. Het opheffen van een reserve kan alleen na toestemming van de raad.
3.4 Wijzigen van doel of bestemming
Als het doel van een reserve in belangrijke mate wijzigt (het nieuwe doel ligt niet in de lijn van het oorspronkelijk doel), dan dient de reserve vrij te vallen, te worden opgeheven en zal de gewijzigde reserve opnieuw door de raad moeten worden vastgesteld.
3.5 Presentatie in de jaarrekening
In de jaarrekening worden toevoegingen en onttrekkingen aan elk van de bestemmingsreserves verwerkt tot maximaal de bedragen die op begrotingsbasis door de raad zijn goedgekeurd. Bij overschrijding van deze maximale bedragen moet voor het verschil bij resultaatbestemming een afzonderlijk raadsbesluit worden genomen.
Conform artikel 54 BBV dient in de toelichting op de balans de aard en de reden van elke reserve en de mutaties (toevoegingen en onttrekkingen) te worden vermeld. Een overzicht per reserve geeft inzicht in:
Het BBV schrijft in artikel 44 een aantal criteria voor die moeten worden gehanteerd voor het vormen van een voorziening:
1 Voorzieningen worden gevormd wegens:
kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren (onderhoud riolering, wegen, gebouwen en dergelijke);
2 Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b (ontvangen van de Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel).
3 Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende, aan arbeidskosten gerelateerde, verplichtingen van vergelijkbaar volume.
Voorzieningen ter egalisatie van kosten worden uitsluitend bij raadsbesluit ingesteld omdat aan dergelijke voorzieningen keuzes ten grondslag liggen, zoals onderhouds- en kwaliteitsniveaus.
Over de vorming van voorzieningen ter dekking van verplichtingen en verliezen, risico’s bijdragen van derden wordt de raad geïnformeerd.
Elke voorziening moet de omvang hebben van de desbetreffende verplichting of het geschatte risico. Indien er een kans is dat een risico zich zal voordoen en de omvang van het risico niet goed is in te schatten, dan mag er geen voorziening worden getroffen. Het risico moet dan meegenomen worden in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing (W&R) bij de begroting en jaarstukken.
Schematisch kan dit als volgt worden weergegeven:
Voorzieningen dienen dekkend te zijn voor verplichtingen en risico’s. Ze mogen daarom niet groter of kleiner zijn dan de verplichtingen of risico’s waarvoor ze zijn gevormd. Toevoegingen moeten zijn gebaseerd op de gewenste of noodzakelijke omvang. Voorzieningen ter egalisatie van kosten worden afgestemd op de door de raad bepaalde kaders (in het bijzonder de beheerplannen). Indien een voorziening een omvang heeft bereikt die hoger is dan het noodzakelijke niveau, valt het meerdere vrij ten gunste van de exploitatie. Bij tekorten moeten de voorzieningen worden aangevuld.
Bestedingen ten laste van de voorzieningen vinden alleen plaats indien de bestedingen zijn gepland bij de vorming van de voorziening. Deze staan in directe relatie tot het doel van de voorziening en na besluitvorming door het college van burgemeester en wethouders. In de jaarrekening wordt inzicht gegeven in de bestedingen ten laste van de voorzieningen. Bestedingen worden rechtstreeks ten laste van een voorziening verantwoord en blijven buiten de exploitatie.
Autorisatie van bestedingen vindt plaats door:
-De jaarrekening waarin de bestedingen worden verantwoord en elke voorziening wordt toegelicht.
Voorzieningen worden opgeheven als de verplichting en/of het risico waarvoor de voorziening is gevormd is vervallen of is opgehouden te bestaan. Indien dit een gevolg is van veranderingen in wet- en regelgeving is een raadsbesluit niet nodig.
Voorzieningen ter egalisatie van kosten worden opgeheven na een besluit van de raad. Wanneer een voorziening wordt opgeheven valt een eventueel saldo vrij ten gunste van de exploitatie.
4.4 Wijzigen van doel of bestemming
Het doel van voorziening kan niet wijzigen, gegeven het verplichtende karakter en de strakke kaders. Indien het doel niet meer bestaat of wijzigt, wordt de voorziening opgeheven. Voor het veranderde doel kan indien nodig een nieuwe voorziening worden ingesteld.
4.5 Presentatie in de jaarrekening
Conform artikel 55 BBV dient in de toelichting op de balans de aard en de reden van elke voorziening, de mutaties (toevoegingen en bestedingen) te worden vermeld. Per voorziening moet inzicht gegeven worden in:
Artikel 11 van het BBV schrijft voor dat de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing ten minste de volgende onderdelen bevat:
a. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
b. een inventarisatie van de risico's;
c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's;
1b°. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen;
4°. structurele exploitatieruimte; en
e.een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.
Het weerstandsvermogen is de mate waarin de gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen om haar taken te kunnen continueren en waarin de gemeente niet op een andere wijze (voorziening / verzekering) kan voorzien. Voor het weerstandsvermogen gaat het om een beoordeling van de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit (aanwezige financiële risico’s in combinatie met de ruimte in de begroting).
Voor de hoogte en samenstelling van het weerstandsvermogen zijn geen landelijke normen en richtlijnen vastgesteld. De norm voor het weerstandsvermogen wordt door de raad vastgesteld.
5.1 Beschikbare weerstandscapaciteit
Weerstandscapaciteit wordt in het BBV beschreven als: “de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt, of kan beschikken, om niet begrote kosten te dekken”. De weerstandscapaciteit bestaat uit een incidenteel en een structureel deel, waarbij incidentele weerstandscapaciteit het vermogen is om onverwachte incidentele tegenvallers op te vangen zonder dat dit van invloed is op het uitvoeren van bestaande taken. De middelen die dit bepalen kunnen zijn: de algemene reserve en (bestemmings-) reserves waarvan de bestemming nog kan worden gewijzigd. Naast het lopende begrotingssaldo kan ook de post onvoorzien, zolang hieraan nog geen bestemming is gegeven, worden ingezet. De raad kan besluiten stille reserves (Papendrecht: o.a. aandelen Oasen en Eneco), welke op korte termijn materieel te maken zijn, als incidenteel vermogen aan te merken.
Beleid gemeente Papendrecht incidenteel weerstandsvermogen: binnen de gemeente Papendrecht wordt (alleen) de algemene reserve(s), het lopende begrotingssaldo en de post onvoorzien als incidenteel weerstandsvermogen aangemerkt. Bestemmingsreserves worden hier niet opgenomen: hierdoor kunnen beleidsvoornemens ondanks voorkomende risico's blijvend worden uitgevoerd. Er wordt vanuit het voorzichtigheidsprincipe geen rekening gehouden met stille reserves.
De structurele weerstandscapaciteit is het vermogen om onverwachte tegenvallers structureel op te vangen zonder beïnvloeding van de uitvoering van bestaande taken. De middelen hiertoe kunnen worden gevormd door (onbenutte) belastingcapaciteit, heroverwegingen c.q. bezuinigingen en geraamde onvoorziene uitgaven.
Beleid gemeente Papendrecht structurele weerstandsvermogen: binnen de gemeente Papendrecht wordt het budget voor onvoorziene uitgaven en de onbenutte belastingcapaciteit als structureel weerstandsvermogen aangemerkt. Daarnaast is er een rente-effect aanwending van reserves. Bij het aanwenden van reserves neemt de financieringsbehoefte toe en stijgen de rentelasten. Dit effect wordt als (negatief) onderdeel van het structureel weerstandsvermogen gezien (op termijn).
5.2 Benodigde weerstandscapaciteit
De gemeente kiest voor een behoudende gedragslijn ten aanzien van risico’s. Risico's worden (continue) benoemd in college- en raadsvoorstellen. Standaard wordt van risico’s in het eerstvolgend planning en control document (begroting, tussenrapportages of jaarrekening) de impact vertaald en wordt deze als risico opgenomen of een voorziening gevormd.
In de programmabegroting en de jaarstukken wordt jaarlijks op twee momenten inzicht gegeven in de omvang van de weerstandscapaciteit.
Als gangbare norm van het weerstandsvermogen (= de som van het weerstandscapaciteit gedeeld door de som van de risico’s) wordt een verhouding van 1 tot 1,4 als voldoende, 1,4 tot 2,0 als ruim voldoende en meer dan 2,0 als uitstekend gekwalificeerd.
De gemeente Papendrecht stelt als norm een weerstandsratio van minimaal 1.0 . In geval van een negatief begrotingsperspectief wordt deze verhoogd.
Alleen bij een weerstandsratio hoger dan de norm kunnen voorstellen gedaan worden om een deel van de algemene reserve in te zetten. Hierbij moeten dan ook de gevolgen op langere termijn worden betrokken, o.a. de gevolgen voor de inkomensfunctie (bespaarde rente) van de algemene reserve.
6.Overzicht Reserves en Voorzieningen
Dit hoofdstuk bevat een totaaloverzicht van de reserves en voorzieningen van de gemeente Papendrecht die op basis van voorstellen van deze nota vanaf 1 januari 2018 van toepassing zijn.
In de bijlagen 1 en 2 wordt per reserve en voorziening een uitgebreidere toelichting gegeven.
Algemene b e stemmings reserve s
Voor informatie per reserve wordt verwezen naar bijlage 1.
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s
Liquidatie Logopedische Dienst Kring Sliedrecht
Verplichting woningen Markt Woonkracht10
Onderhoud parkeergarage De Meent
Onderhoud parkeergarage De Overtoom
Groot onderhoud theater De Willem
Baggeren vijvers en watergangen
Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden
Onderhoud ecozone polder Nieuwland
Calculatieverschillen riolering
Voor informatie per voorziening wordt verwezen naar bijlage 2.
Deze nota wordt aangehaald als de Nota Reserves en Voorzieningen gemeente Papendrecht 2018.
Indien wet- en regelgeving of andere omstandigheden dit vereisen wordt deze nota opnieuw beoordeeld op toepasbaarheid en actualiteit, en waar nodig aangepast.
Dekking kosten van maatwerk en flexibele oplossingen om medewerkers goed en duurzaam inzetbaar te houden in diverse levensfases. |
|
Dekking van de kosten van het actualiseren van bestemmingsplannen. |
|
Per jaar de verwachte lasten voor het actualiseren van bestemmingsplannen. |
|
Het reserveren van taakmutaties in rijksbudgetten waar toekomstige uitgaven of tekorten tegenover komen te staan. |
|
Taakmutaties van rijksbudgetten als onderdeel van de algemene uitkering. |
|
In hoofdstuk 4.1 staat de BBV indelingscriteria voor voorzieningen. In deze bijlage is de volgorde van de programmabegroting en jaarrekening gebruikt:
-Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s;
Voorzieningen ter egalisatie van kosten;
-Voorzieningen voor middelen van derden, waarvan de bestemming gebonden is.
Het toevoegen van rente aan voorzieningen is conform artikel 45 BBV niet toegestaan tenzij er waardering tegen contante waarde plaatsvindt.
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s
Financiering B3-kosten, die worden betaald aan het UWV in de eerste 6 weken na het faillissement van ToBe. Deze kosten worden doorberekenend aan ToBe en uiteindelijk neergelegd bij de gemeenten. |
|
Voorzieningen ter egalisatie van kosten
Van derden verkregen middelen, waarvan de bestemming gebonden is
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-56150.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.