Gemeenteblad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2018, 53924 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2018, 53924 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Utrecht houdende regels omtrent de commissie personeelszorg raadsfunctionarissen Verordening CPR 2018
Artikel 4 Ondersteuning van de CPR
De griffier draagt er, in overleg met de CPR, zorg voor dat de CPR wordt ondersteund door een ter zake kundig ambtelijke secretaris.
Artikel 6 Beslotenheid van vergaderingen
De vergaderingen van de CPR worden in het belang als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder e. of f. van de Wet openbaarheid van bestuur in beslotenheid gehouden.
De CPR vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo vaak als door de voorzitter of één van de leden nodig wordt geacht.
De CPR brengt jaarlijks aan het Presidium mondeling verslag uit van haar werkzaamheden en bevindingen.
Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing ervan beslist de CPR op voorstel van de voorzitter.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 8 maart 2018.
De griffier,
Mr. M. van Hall
De voorzitter,
Mr. J.H.C. van Zanen
BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2018, NR. 2
TOELICHTING VERORDENING COMMISSIE PERSONEELSZORG RAADSFUNCTIONARISSEN
De gemeente is de werkgever van de ambtenaren die werkzaam zijn bij deze rechtspersoon. Raad en college vullen dit werkgeverschap nader in. De raad is daarbij de formele werkgever van de griffie en het college voor zijn ambtelijke organisatie. Gelet op de publieke taken, de grootte en de samenstelling van de raad ligt het voor de hand dat de raad voor de feitelijke invulling van het werkgeverschap een commissie instelt waaraan hij deze taak mandateert. Gelet op artikel 83 en artikel 156, eerste lid van de Gemeentewet ligt de instelling van een bestuurscommissie hierbij het meest voor de hand. Deze verordening regelt de taken van die commissie personeelszorg raadsfunctionarissen (CPR). De mandatering aan de CPR ziet op het nemen van personele besluiten. Het personeel van de griffie volgt sinds de invoering van het dualisme op 7 maart 2002 feitelijk de Rechtspositieregeling gemeente Utrecht. Bij de laatste aanpassing van deze verordening heeft de raad dit formeel herbevestigd door de door het college vastgestelde arbeidsvoorwaardenregeling RGU overeenkomstig van toepassing te verklaren op de griffie. De raad behoudt de zelfstandige bevoegdheid hierop uitzonderingen te maken.
Artikel 1 Taken en bevoegdheden CPR
In artikel 1 wordt verwoord dat de CPR alle bij het werkgeverschap horende taken en bevoegdheden vervult. Naast het nemen van personele besluiten, buigt deze commissie zich bijvoorbeeld ook over het te voeren. HRM-beleid, integriteitsbeleid (o.a. gedragscode, ambtseed, vertrouwenspersoon) en bereidt zij de voorstellen aan de raad voor die voortvloeien uit het werkgeverschap. Andere voorbeelden die horen tot de werkgeverstaak zijn het voeren van overleg met de griffier over de voortgang van de werkzaamheden van de griffie, het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met de griffier en het doen van voorstellen over de inrichting van de griffie.
De Rechtspositie gemeente Utrecht (RGU) is van toepassing op het griffiepersoneel. Dit geldt ook voor toekomstige wijzigingen van de RGU. Gelet op de eigenstandige bevoegdheid van de Raad tot het vaststellen van de arbeidsvoorwaardenregeling is expliciet bepaald dat de raad altijd kan afwijken. De CPR adviseert hierin. Omdat maximale mobiliteit tussen gemeentelijke onderdelen en gelijke arbeidsvoorwaarden uitgangspunt zijn voor griffiepersoneel en het personeel in dienst van de gemeente is het niet de bedoeling om voor de toekomst afwijkende regelingen vast te gaan stellen. Afwijkende regelingen kunnen bij zeer bijzondere omstandigheden wellicht voorkomen.
Uit artikel 83 van de Gemeentewet vloeit voort dat de burgemeester (en de wethouders) geen lid kunnen zijn van de CPR. Dit is volledig in de lijn met het feit dat de raad het bevoegde gezag is van de griffie. De burgemeester is hiervan geen lid. Overigens is de burgemeester wel lid van het college en stuurt hij dus rechtstreeks de secretaris aan, maar niet de griffier. De griffier is niet aan hem ondergeschikt.
De burgemeester is echter wel technisch voorzitter van de raad en zal in die hoedanigheid vaak een beroep doen op de griffier.
Artikel 4 Ondersteuning van de CPR
De ondersteuning waarover in dit artikel wordt gesproken kan worden geregeld door middel van het aangaan van dienstverleningsovereenkomsten van de griffier met het college, de secretaris of een afdelingshoofd.
Voor het kunnen aangaan van deze overeenkomsten is het wel noodzakelijk dat het college zijn bevoegdheid tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen aan de griffier mandateert. Mandaat aan een niet ondergeschikte is door de wetgever mogelijk gemaakt in artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht.
Daarnaast moet de burgemeester aan de griffier de volmacht geven om overeenkomsten te kunnen ondertekenen.
De inhoud van deze artikelen spreekt voor zich.
Artikel 6 Beslotenheid van vergaderingen
Wanneer in vergaderingen van de CPR personele aangelegenheden aan bod komen en hetgeen hier wordt besproken niet bedoeld is om aan derden kenbaar te maken, ligt het voor de hand dat hierover in beslotenheid wordt vergaderd.
De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.
De raad heeft sinds de dualisering van het gemeentebestuur een eigen secretaris gekregen, de griffier.
Daarnaast heeft de raad ook vaak een griffie ingericht om hem, zijn organen en de griffier te ondersteunen.
Daardoor heeft de raad er formeel een taak bij gekregen, de invulling van het werkgeverschap. Het is van belang dat de raad inzicht krijgt en houdt wat hieronder moet worden verstaan. De verantwoording door de CPR van haar werkzaamheden en bevindingen kan hieraan bijdragen. Ook uit het oogpunt dat het de raad is die de arbeidsvoorwaardenregelingen vaststelt, waarop de CPR de personele besluiten baseert, is een belangrijk argument om deze verantwoording te regelen.
Artikelen 9, 10 en 11 Onvoorziene omstandigheden, Inwerkingtreding en Citeertitel
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-53924.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.