Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Utrecht houdende regels omtrent de commissie personeelszorg raadsfunctionarissen Verordening CPR 2018

VERORDENING VAN UTRECHT 2018 NR. 2

 

De raad der gemeente Utrecht

 

Gelet op artikel 83, eerste lid, de artikelen 107 tot en met 107e, artikel 156 Gemeentewet, en artikel 125 Ambtenarenwet.

 

BESLUIT

 

 

vast te stellen de volgende:

 

VERORDENING OP DE COMMISSIE PERSONEELSZORG RAADSFUNCTIONARISSEN Utrecht 2018

Artikel 1 Taken en bevoegdheden Commissie Personeelszorg Raadsfunctionarissen (CPR)

  • 1.

    De CPR oefent, namens de gemeenteraad, het werkgeverschap uit ten aanzien van functionarissen in dienst van de raad, waaronder de griffier.

  • 2.

    Tot de bevoegdheid van de CPR behoren ook de voorbereiding en de uitvoering van de tot het werkgeverschap van de raad behorende besluiten en regelingen.

  • 3.

    De door het college vastgestelde arbeidsvoorwaardenregeling Rechtspositie gemeente Utrecht (RGU) is overeenkomstig van toepassing op functionarissen in dienst van de raad, waaronder de griffier, behoudens de bij deze verordening of enig ander besluit van de raad gestelde uitzonderingen

  • 4.

    Wijzigingen vastgesteld door het college op de RGU worden onverkort overgenomen voor functionarissen in dienst van de raad, waaronder de griffier, tenzij de raad in voorkomende gevallen anders beslist

  • 5.

    De CPR adviseert de raad in voorkomende gevallen om af te wijken van de RGU.

Artikel 2 Samenstelling CPR

  • 1.

    De CPR bestaat uit drie fractievoorzitters, afkomstig uit de coalitie en de oppositie, met affiniteit met de werkgeversrol.

  • 2.

    De leden van de CPR worden door de raad uit zijn midden benoemd voor de duur van de zittingsperiode van de raad en wijzen zelf hun voorzitter aan.

  • 3.

    Het lidmaatschap van de CPR eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek; het lid doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad; het ontslag gaat in als de opvolger door de raad is benoemd;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de CPR te vervullen.

Artikel 3 Taken voorzitter

De voorzitter draagt in ieder geval zorg voor:

  • a.

    het tijdig en periodiek bijeenroepen van de CPR;

  • b.

    het leiden van de vergaderingen;

  • c.

    het doen naleven van deze verordening;

  • d.

    het ondertekenen van de stukken en de besluiten die van deze commissie uitgaan, alsmede het zorg dragen voor de uitvoering van de besluiten van de CPR en

  • e.

    het fungeren als schakel tussen de CPR en de griffier als eerstverantwoordelijke voor de personele en organisatorische zaken van de griffie.

Artikel 4 Ondersteuning van de CPR

De griffier draagt er, in overleg met de CPR, zorg voor dat de CPR wordt ondersteund door een ter zake kundig ambtelijke secretaris.

Artikel 5 Besluitvorming

  • 1.

    Besluiten worden alleen genomen indien in de vergadering meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 6 Beslotenheid van vergaderingen

De vergaderingen van de CPR worden in het belang als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder e. of f. van de Wet openbaarheid van bestuur in beslotenheid gehouden.

Artikel 7 Vergaderfrequentie

De CPR vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo vaak als door de voorzitter of één van de leden nodig wordt geacht.

Artikel 8 Verantwoording

De CPR brengt jaarlijks aan het Presidium mondeling verslag uit van haar werkzaamheden en bevindingen.

Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing ervan beslist de CPR op voorstel van de voorzitter.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 april 2018.

  • 2.

    Op die dag vervalt de Verordening CPR 2012

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Verordening CPR 2018.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 8 maart 2018.

De griffier,

Mr. M. van Hall

De voorzitter,

Mr. J.H.C. van Zanen

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2018, NR. 2

TOELICHTING VERORDENING COMMISSIE PERSONEELSZORG RAADSFUNCTIONARISSEN

 

Algemeen

De gemeente is de werkgever van de ambtenaren die werkzaam zijn bij deze rechtspersoon. Raad en college vullen dit werkgeverschap nader in. De raad is daarbij de formele werkgever van de griffie en het college voor zijn ambtelijke organisatie. Gelet op de publieke taken, de grootte en de samenstelling van de raad ligt het voor de hand dat de raad voor de feitelijke invulling van het werkgeverschap een commissie instelt waaraan hij deze taak mandateert. Gelet op artikel 83 en artikel 156, eerste lid van de Gemeentewet ligt de instelling van een bestuurscommissie hierbij het meest voor de hand. Deze verordening regelt de taken van die commissie personeelszorg raadsfunctionarissen (CPR). De mandatering aan de CPR ziet op het nemen van personele besluiten. Het personeel van de griffie volgt sinds de invoering van het dualisme op 7 maart 2002 feitelijk de Rechtspositieregeling gemeente Utrecht. Bij de laatste aanpassing van deze verordening heeft de raad dit formeel herbevestigd door de door het college vastgestelde arbeidsvoorwaardenregeling RGU overeenkomstig van toepassing te verklaren op de griffie. De raad behoudt de zelfstandige bevoegdheid hierop uitzonderingen te maken.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1 Taken en bevoegdheden CPR

In artikel 1 wordt verwoord dat de CPR alle bij het werkgeverschap horende taken en bevoegdheden vervult. Naast het nemen van personele besluiten, buigt deze commissie zich bijvoorbeeld ook over het te voeren. HRM-beleid, integriteitsbeleid (o.a. gedragscode, ambtseed, vertrouwenspersoon) en bereidt zij de voorstellen aan de raad voor die voortvloeien uit het werkgeverschap. Andere voorbeelden die horen tot de werkgeverstaak zijn het voeren van overleg met de griffier over de voortgang van de werkzaamheden van de griffie, het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met de griffier en het doen van voorstellen over de inrichting van de griffie.

 

De Rechtspositie gemeente Utrecht (RGU) is van toepassing op het griffiepersoneel. Dit geldt ook voor toekomstige wijzigingen van de RGU. Gelet op de eigenstandige bevoegdheid van de Raad tot het vaststellen van de arbeidsvoorwaardenregeling is expliciet bepaald dat de raad altijd kan afwijken. De CPR adviseert hierin. Omdat maximale mobiliteit tussen gemeentelijke onderdelen en gelijke arbeidsvoorwaarden uitgangspunt zijn voor griffiepersoneel en het personeel in dienst van de gemeente is het niet de bedoeling om voor de toekomst afwijkende regelingen vast te gaan stellen. Afwijkende regelingen kunnen bij zeer bijzondere omstandigheden wellicht voorkomen.

 

Artikel 2 Samenstelling CPR

Uit artikel 83 van de Gemeentewet vloeit voort dat de burgemeester (en de wethouders) geen lid kunnen zijn van de CPR. Dit is volledig in de lijn met het feit dat de raad het bevoegde gezag is van de griffie. De burgemeester is hiervan geen lid. Overigens is de burgemeester wel lid van het college en stuurt hij dus rechtstreeks de secretaris aan, maar niet de griffier. De griffier is niet aan hem ondergeschikt.

De burgemeester is echter wel technisch voorzitter van de raad en zal in die hoedanigheid vaak een beroep doen op de griffier.

 

Artikel 4 Ondersteuning van de CPR

De ondersteuning waarover in dit artikel wordt gesproken kan worden geregeld door middel van het aangaan van dienstverleningsovereenkomsten van de griffier met het college, de secretaris of een afdelingshoofd.

Voor het kunnen aangaan van deze overeenkomsten is het wel noodzakelijk dat het college zijn bevoegdheid tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen aan de griffier mandateert. Mandaat aan een niet ondergeschikte is door de wetgever mogelijk gemaakt in artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Daarnaast moet de burgemeester aan de griffier de volmacht geven om overeenkomsten te kunnen ondertekenen.

 

 

Artikel 5 Besluitvorming

De inhoud van deze artikelen spreekt voor zich.

 

Artikel 6 Beslotenheid van vergaderingen

Wanneer in vergaderingen van de CPR personele aangelegenheden aan bod komen en hetgeen hier wordt besproken niet bedoeld is om aan derden kenbaar te maken, ligt het voor de hand dat hierover in beslotenheid wordt vergaderd.

 

Artikel 7 Vergaderfrequentie

De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 8 Verantwoording

De raad heeft sinds de dualisering van het gemeentebestuur een eigen secretaris gekregen, de griffier.

Daarnaast heeft de raad ook vaak een griffie ingericht om hem, zijn organen en de griffier te ondersteunen.

Daardoor heeft de raad er formeel een taak bij gekregen, de invulling van het werkgeverschap. Het is van belang dat de raad inzicht krijgt en houdt wat hieronder moet worden verstaan. De verantwoording door de CPR van haar werkzaamheden en bevindingen kan hieraan bijdragen. Ook uit het oogpunt dat het de raad is die de arbeidsvoorwaardenregelingen vaststelt, waarop de CPR de personele besluiten baseert, is een belangrijk argument om deze verantwoording te regelen.

 

Artikelen 9, 10 en 11 Onvoorziene omstandigheden, Inwerkingtreding en Citeertitel

De inhoud van deze artikelen spreekt voor zich.

Naar boven