Gemeenteblad van Tilburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tilburg | Gemeenteblad 2018, 49763 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tilburg | Gemeenteblad 2018, 49763 | Verordeningen |
Bomenverordening Gemeente Tilburg 2017
De raad van de gemeente Tilburg;
- gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
1) De Bomenverordening 2017 inclusief de bijbehorende 'uitleg BVO 2017' vaststellen;
2) Met de inwerkingtreding van de Bomenverordening 2017 de nota 'Tilburg boomT' intrekken.
3) Met de inwerkingtreding van de 'Compensatieregeling Bomen' en de 'Bijdrageregeling Bomen' de 'Bijdrageregeling Waardevolle en Monumentale Bomen Tilburg 2000 (gewijzigde versie juni 2004)' intrekken;
4) Het bestedingsplan van de Reserve Bomen, zoals opgenomen in Bijlage M vaststellen.
ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
a. bebouwde kom: bebouwde kom vastgesteld in het kader van artikel 4.1 aanhef onder a Wet natuurbescherming.
b. bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
c. bijdrageregeling: gemeentelijk fonds voor ondersteuning particuliere eigenaren voor controle en duurzaam onderhoud houtopstanden die staan op GLMB en voor groeiplaatsverbetering bomen in Ecowaarde en Hoofdwaarde.
d. bomeneffect-analyse (BEA): een beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor een houtopstand op basis van het handboek Bomen van het Norminstituut Bomen.
e. boom: een houtig opgaand overblijvend levend of dood gewas met een stamomtrek van minimaal 40 cm gemeten op 1,30 m hoogte boven het maaiveld. Voor bomen in artikel 12 geldt geen minimale stamomtrek.
f. boomdeskundige: deskundige met een door erkend instituut afgegeven certificaat European Tree Technician of deskundige met aantoonbare en vergelijkbare kennis van houtopstanden en boomveiligheid.
g. boomwaardezone: aangewezen gebieden op Boomwaardezoneringskaart onderverdeeld in Ecowaarde, Hoofdwaarde, Nevenwaarde, Basiswaarde.
h. boomwaarde-zoneringskaart: topografische overzichtstekening “Boomwaardezoneringskaart Tilburg” met daarop aangegeven zones met boomwaarden van houtopstanden.
i. buiten-zone: gebieden waarvoor op de Boomwaardezoneringskaart geen boomwaarden zijn aangegeven.
j. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg.
k. compensatieregeling: gemeentelijk fonds voor herplant houtopstanden en aanleg groeiplaatsen.
l. dunning: kappen dat uitsluitend is bedoeld als verzorgingsmaatregel ter bevordering van groei van na dunning overblijvende houtopstand.
m. dunningsplan: plan waarin reden, uitvoer en gevolg dunning nader is
n. eigenaar-bewoner: een natuurlijk persoon, die de eigendom van een pand heeft en die blijkens de gemeentelijke basisadministratie in dat pand woonachtig is.
o. erf/tuin: al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
p. GLMB: Gemeentelijke Lijst Monumentale Bomen.
q. haag: lijnvormige aanplant met een minimale breedte van 0,75 m, die een afscheiding of omheining vormt en die hoofdzakelijk bestaat uit inheemse heesters en boomvormers.
r. hakhout: één of meer houtopstanden, vanuit landschappelijk of cultuurhistorisch oogpunt aangeplant als hakhout, die na periodiek terugkerende snoei, opnieuw op de stronk uitlopen.
s. herplant: het opnieuw (elders) planten van een te verplanten houtopstand en/of het vervangen van een gevelde houtopstand door nieuwe op grond van een voorschrift als van artikel 10 of als herstelsanctie van artikel 11.
t. houtopstand: overblijvend levend of dood houtig gewas van één of meer bomen, hakhout, lintbegroeiing of het betreffen houtachtigen die zijn aangeplant in het kader van herplantplicht.
u. houtsingel: lijnvormige bosaanplant hoofdzakelijk bestaande uit inheemse heesters en boomvormers, met een minimale breedte van 0,75 m.
v. houtwal: lijnvormige bosaanplant hoofdzakelijk bestaande uit inheemse heesters en boomvormers staande op een aarden wal, met een minimale breedte van 0,75 m.
w. huurder-bewoner: een natuurlijk persoon, die een huurovereenkomst van de eigenaar van het pand heeft en die blijkens de gemeentelijke basisadministratie in dat pand woonachtig is.
x. inboet: het opnieuw inplanten van houtopstanden, binnen 2 jaar na aanplant van op die plaats weggevallen of wegkwijnende houtopstand.
y. kandelaberen: het tot op de hoofdtakken snoeien van de houtopstand.
z. kappen: het geheel of grotendeels verwijderen van het bovengrondse deel van de houtopstand.
aa. knotten: het afzagen van de kroon van de houtopstand.
bb. kweekgoed: houtopstanden, gekweekt door rechtspersoon en bedoeld voor verkoop.
cc. lintbegroeiing: buiten de bebouwde kom staande grotere begroeiing die een haag, houtwal of houtsingel vormen met een minimale breedte van 0,75 m en minimale lengte van 7,5 m.
dd. monetaire boomwaarde: de monetaire waarde van een houtopstand zoals getaxeerd volgens het ‘Rekenmodel Boomwaarde’ op grond van de meest recente richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.
ee. monumentale boom: solitair of in groepsverband staande houtopstand, die staat vermeld op de GLMB.
ff. oppervlakte tuin: de bij elkaar opgetelde oppervlakten van voor-, zij- en
achtertuin behorende bij een woning.
gg. reconstructieplan: een stedenbouwkundig herinrichtingsplan, reconstructieplan of rioolvervangingsplan of vergelijkbaar plan.
onderhoud: het in het kader van noodzakelijk periodiek terugkerend onderhoud tot behoud van de houtopstand.
ii. rooien: het geheel verwijderen van het bovengrondse en ondergrondse deel van de houtopstand.
jj. vellen: a. betreft vellen, doen vellen of laten vellen. Dit is rooien, kappen, verplanten of het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van voor de eerste keer kandelaberen of knotten;
b. betreft het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
kk. zelfstandige eenheid: houtopstanden die in ruimtelijke zin een aaneengesloten geheel vormen.
ARTIKEL 3: Velverbod GLMB, Ecowaarde, Hoofdwaarde
ARTIKEL 4: Criteria ontheffing
Een omgevingsvergunning voor het vellen kan, slechts nadat alternatieven voldoendezijn onderzocht maar redelijkerwijs niet uitvoerbaar zijn, bij uitzondering worden verleend bij:
Hoofdwaarde-zone: bij daar staande bomen met een minimale stamomtrek van40 cm gemeten op 1,30 m hoogte boven het maaiveld, hakhout of lintbegroeiingindien een algemeen maatschappelijk belang of zwaarwegend individueel belangvan niet tijdelijke aard, zwaarder weegt dan duurzaam behoud van de houtopstand of sprake is van dunning;
ARTIKEL 6: Criteria vergunning
ARTIKEL 8: Intrekking of wijziging
De vergunning of omgevingsvergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd:
ARTIKEL10: Bijzondere voorschriften
Indien niet ter plaatse vergelijkbaar aan de te vellen houtopstand kan worden herplant, kan tot de aan een omgevingsvergunning tot vellen, het voorschrift worden verbonden dat een geldelijke bijdrage ter hoogte van de monetaire boomwaarde vermeerderd met kosten voor groeiplaatsinrichting, gestort dient te worden in de Compensatieregeling.
Tot de aan de omgevingsvergunning tot vellen te verbinden voorschriften, kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van de houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien er gebruik gemaakt kan worden van aanverwante ontheffingen, vergunningen, toestemmingen of ruimtelijke ordeningsprocedures en de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.
ARTIKEL 11: Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen.
Indien niet ter plaatse vergelijkbaar aan de gevelde houtopstand kan worden herplant, kan aan de verplichting tevens het voorschrift worden verbonden dat een geldelijke bijdrage ter hoogte van de monetaire boomwaarde vermeerderd met kosten voor groeiplaatsinrichting, gestort dient te worden in de Compensatieregeling.
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om:
ARTIKEL 12: Afstand tot de erfgrenslijn
ARTIKEL 13: Bestrijding van boomziekten
Indien zich op een terrein één of meer houtopstanden bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren voor verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
Indien het college van mening is dat een houtopstand een risico voor de omgeving vormt, kan het college de zakelijk gerechtigde van de grond dan wel degene die uit andere hoofde bevoegd is tot het treffen van maatregelen, de verplichting opleggen de houtopstand te vellen of op een andere wijze verplichten maatregelen te nemen.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze Bomenverordening gemeente Tilburg 2017 een aanvraag om een omgevingsvergunning of vergunning op grond van Bomenverordening Tilburg 2007 is ingediend en voor de inwerkingtreding van deze Bomenverordening nog niet op die aanvraag is beslist, worden de bepalingen overeenkomstig Bomenverordening Tilburg 2007 toegepast. Op een aanhangig bezwaar- of beroepschrift betreffende een omgevingsvergunning of vergunning waarvan de aanvraag is ingediend ten tijde van de geldigheid van Bomenverordening Tilburg 2007 wordt beslist conform die verordening.
Bomenverordening gemeente Tilburg 2017
ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen
Houtopstanden worden regelmatig (ernstig) beschadigd of vernietigd door bouw en aanleg van huizen, wegen, rioleringen of kabels en leidingen. Vaak gebeurt dit ongewenst en onbedoeld, omdat er te laat is gekeken naar de gevolgen voor de houtopstanden, waardoor ze niet ingepast of (onherstelbaar) beschadigd raken. De BEA is een nauwgezette en onafhankelijke beoordeling, voorafgaand aan voorgenomen bouw of aanleg. De BEA waarborgt de boomtechnische kwaliteit en garandeert een goede beoordeling van alle effecten en mogelijke alternatieven. Een BEA dient uitgevoerd te worden door een deskundig boomverzorger of boomtechnisch adviseur. De resultaten van deze beoordeling kunnen vervolgens worden meegenomen in de besluitvorming rond bouw of aanleg.
Dunning is een vorm van kappen van houtopstanden die slechts zo ver mag gaan dat hiermee de conditie van de overblijvende houtopstand zal verbeteren. Dunning is niet het rooien van stobben of verplanten van houtopstanden.
Hakhout zijn houtopstanden die periodiek en op een hoogte lager dan 1,30 m boven het maaiveld worden ontdaan van al de uitgelopen twijgen tot op de hakhoutstomp (snoei). Ondanks dat hakhout vaak geen stamomtrek te meten op 1,30 m hoogte boven het maaiveld heeft, valt hakhout vaak wel onder het velverbod.
De term houtopstand wordt als definitie gebruikt voor bomen, hakhout, en lintbegroeiing. Verder wordt de term gebruikt voor houtachtigen die zijn aangeplant in het kader van een door het bevoegd gezag opgelegde herplantplicht.
Inboeten is het vervangen van reeds aangeplant plantmateriaal. Dit kan nodig zijn omdat in een beplanting houtopstanden zijn weggevallen door niet aanslaan of dat zij verwijderd moeten worden vanwege een gebrek aan kwaliteit of toekomstverwachting.
Knotten is het afzagen van de kroon van een boom. Hierdoor ontstaan bijvoorbeeld knotwilgen of knotpopulieren. De knot zal vervolgens weer uitlopen met dunne takken. Onderhoud van knotbomen is onder andere het periodiek verwijderen van deze dunne takken.
Elke wijze van het te gronde richten van een houtopstand ongeacht of dit gedeeltelijk is, bijvoorbeeld bij snoeien, of volledig, zoals bij rooien (inclusief stobbe verwijderen). Ook ingrepen die een ingrijpende wijziging betekenen, zoals kandelaberen of het snoeien van meer dan 20 procent van het kroonvolume, vallen onder vellen. Dit om het ernstig beschadigen of ontsieren van een kroon van een houtopstand tegen te kunnen gaan. Het in stand houden door periodieke snoei van de door kandelaberen of knotten ontstane kroonvorm is niet omgevingsvergunningplichtig. De eerste keer kandelaberen of knotten is dat wel.
Het verwijderen van hoofdwortels, waarvan kan worden aangenomen dat daardoor de houtopstand ernstige schade oploopt, valt eveneens onder het begrip vellen. Ook het plaatsen van voorwerpen onder bomen of het verdichten van grond die dood of ernstige beschadiging tot gevolg kan hebben, valt onder vellen. Door de verordening ook van toepassing te laten zijn op het ernstig beschadigen of ontsieren van samengestelde verschijningsvormen, worden grootschalige ingrepen in houtopstanden eveneens omgevingsvergunningplichtig.
ARTIKEL 3: Velverbod GLMB, Ecowaarde, Hoofdwaarde
In houtwallen en houtsingels dient regulier periodiek onderhoud plaats te vinden. Dit is onderhoud dat met regelmaat wordt uitgevoerd. Is dit onderhoud aan houtopstanden met een stamomtrek kleiner dan 40 cm, gemeten op 1,30 m hoogte boven het maaiveld, dan is geen omgevingsvergunning voor velling nodig. Er mag dan echter maximaal 40 procent houtopstandvolume van de zelfstandige eenheid houtwal of houtsingel worden weggenomen. Wordt meer dan 40 procent weggenomen dan dient een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. In dat geval dient een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bijvoorbeeld dunning te worden ingediend.
Tijdens de eerste jaren van aanslaan van aanplant kan het voorkomen dat aanplant moet worden vervangen door nieuwe aanplant. Dit ‘inboeten’ in het kader van nazorg van de houtopstand is vrijgesteld van het velverbod.
Hier staan de vrijstellingen van het velverbod die gelijk zijn aan de vrijstellingen van de meld- en herplantplicht van artikel 4.2 en 4.3 Wet natuurbescherming (bescherming houtopstanden).
Een vrijstelling velverbod die betrekking heeft op houtopstanden die wel onder de meld- en herplantplicht van artikel 4.2 en 4.3 Wet natuurbescherming vallen, ontbreekt hier echter. Voor de beschermde houtopstanden van artikel 3 kan buiten de bebouwde kom een velverbod op grond van artikel 3 van toepassing zijn en de meld- en herplantplicht van artikel 4.2 en 4.3 Wet natuurbescherming.
Indien een houtopstand direct gevaar oplevert kan het bevoegd gezag besluiten dat de omgevingsvergunning voor het vellen direct in werking treedt. Dit houdt in dat dan direct tot velling overgegaan kan worden. Achteraf dient er nog wel een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Belanghebbenden hebben dan wel nog steeds de mogelijkheid tot het indienen van bezwaar. Dit is van belang omdat aan de verleende omgevingsvergunning voorschriften kunnen zijn verbonden.
Met de ‘uitvoer van noodzakelijke maatregelen’ wordt niet het regulier periodiek onderhoud bedoeld. Het kan zijn dat juist als gevolg van achterstallig onderhoud een groter deel van een houtopstand moet worden verwijderd. Voor regulier periodiek onderhoud aan houtopstanden geldt onder voorwaarden, een vrijstelling van het velverbod.
Ook houtopstanden die zijn aangeplant op grond van een voorschrift van een omgevingsvergunning of in het kader van een herstelsanctie, worden beschermd door het velverbod van artikel 5. Tijdens de eerste jaren van aanslaan van aanplant kan het voorkomen dat aanplant moet worden vervangen door nieuwe aanplant. Onder andere ‘inboeten’ in het kader van nazorg is vrijgesteld van het velverbod.
Hier staan de vrijstellingen van het velverbod die gelijk zijn aan vrijstellingen van de meld- en herplantplicht van artikel 4.2 en 4.3 Wet natuurbescherming.
Hier staan vrijstellingen van het velverbod die betrekking hebben op houtopstanden die onder de meld- en herplantplicht van artikel 4.2 en 4.3 Wet natuurbescherming vallen. Dit is ter voorkoming van overbodige dubbele regels.
Indien een houtopstand direct gevaar oplevert kan het bevoegd gezag besluiten dat de omgevingsvergunning voor het vellen direct in werking treedt. Dit houdt in dat dan direct tot velling overgegaan kan worden. Achteraf dient er nog wel een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Belanghebbenden hebben dan wel nog steeds de mogelijkheid tot het indienen van bezwaar. Dit is van belang omdat aan de verleende omgevingsvergunning voorschriften kunnen zijn verbonden.
Lid 2. Lintbegroeiing bevat vaak grote bomen en kleinere struiken. Om te voorkomen dat iedere kleinere struik in de aanvraag moet worden vermeld, dient de aanvraag in dat geval voor deze kleinere maat houtachtigen, het aantal te vellen m2 te bevatten. Staan in deze groenelementen echter ook bomen (zie maatgeving in artikel 3 en 5), dan worden die alsnog separaat in de aanvraag vermeld.
ARTIKEL 12: Afstand tot de erfgrenslijn
De afstanden die genoemd worden in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek, zijn in artikel 12 verkleind. Zodoende kunnen meer houtopstanden die in de buurt van perceelgrenzen staan, behouden blijven.
Dit artikel heeft betrekking op gevaarlijke situaties met houtopstanden, daar waar het geen noodvelling betreft. Noodvelling komt aan bod in artikel 3 lid 4 en artikel 5 lid 8.
ARTIKEL 15: Bescherming publieke houtopstanden
Dit artikel is onder andere bedoeld om te voorkomen dat gemeentelijke houtopstanden beschadigd raken door voorwerpen zoals verlichtingsdraden, die lange tijd blijven hangen. Ook het aanbrengen van voorzieningen aan, onder of bij houtopstanden is daarmee verboden. Houtopstanden kunnen namelijk gemakkelijk beschadigd raken door bijvoorbeeld voorlopige opslag van bouwmaterialen of verkeersvoorzieningen binnen de kroonprojectie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-49763.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.