Wijziging arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Haarlemmermeer

Burgemeester en wethouders en de werkgeverscommissie van de raad van de gemeente Haarlemmermeer maken hierbij bekend dat per 1 januari 2017 de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Haarlemmermeer wordt gewijzigd. De wijziging per 1 januari 2017 is conform de LOGA-circulaire (U201700198) en heeft betrekking op geïndexeerde bedragen in de verplaatsingskostenregeling. De percentages crisispiket in de lokale arbeidsvoorwaardenregeling wijzigen per 1 januari 2016. De overige wijzigingen in de lokale arbeidsvoorwaardenregeling wijzigen per 1 januari 2017.

C. Artikel 18:1:5 lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

De tegemoetkoming in verhuiskosten kan slechts bestaan uit:

  • a.

    een bedrag voor de kosten van transport en van de bagage en van de inboedel van de betrokkene en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken van breekbare zaken;

  • b.

    een bedrag voor dubbel woonkosten, gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, met een maximum van €329,49 per maand met dien verstande dat de tegemoetkoming ten hoogste voor vier maanden wordt verleend;

  • c.

    een bedrag voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten, met een maximum van €6.249,44

D. Artikel 18:1:7 leden 2, 3 en 4 worden gewijzigd en komen te luiden:

De ambtenaar, bedoeld in de leden 2, 3 of 4 van dit artikel, heeft recht op:

2. De vergoeding die plaatsvindt op basis van het eerste lid is, voor dat deel dat gebruik wordt gemaakt van de trein, gemaximeerd op het bedrag van € 3.996 per jaar.

3. De betrokkene die met de trein reist en van de woning of het pension met het ander (aansluitend) openbaar vervoer naar het eerst mogelijke station kan reizen maar van dit openbaar vervoer geen gebruik maakt en in de plaats daarvan met eigen vervoer naar dat station reist, ontvangt een tegemoetkoming van € 104,44 op jaarbasis.

4. De tegemoetkoming in reiskosten bedoeld in artikel 18:1:6, eerste en vierde lid, is, indien het college de plaats van tewerkstelling van een betrokkene heeft aangewezen als een plaats van tewerkstelling die niet door openbaar vervoer is te bereiken, of indien de betrokkene behoort tot een aangewezen groep voor wie de plaats van tewerkstelling vanwege de opgedragen werktijden niet per openbaar vervoer is te bereiken, € 0,17 per kilometer met een maximum van 20 kilometer enkele reis.

Artikel 18:1:2:2 lid 3 UWO -II komt te luiden:

3. Ter nadere uitwerking van artikel 18:1:5 lid 1 sub a CAR/UWO wordt het toe te kennen bedrag voor de aldaar genoemde kosten gemaximeerd op een totaalbedrag van € 1.400,-. Dit maximumbedrag wordt jaarlijks aangepast aan het consumentenprijsindexcijfer (CPI) van twee jaren daarvoor en naar boven afgerond op hele euro’s.

 

Artikel 18:1:1:1 UWO-II tweede begrip, komt te luiden:

woonplaats:

Conform artikel 10 en 11 van boek I van het Burgerlijk Wetboek, de plaats waar de medewerker zijn woonstede heeft, dat is in beginsel de plaats waar de medewerker volgens de Basisregistratie Personen (BRP) staat ingeschreven, en bij gebreke hiervan de plaats van zijn werkelijk verblijf.

Artikel 34:1:1:4 lid 1 UWO-II komt te luiden:

1. Stagiairs die minimaal drie maanden aan de gemeente verbonden zullen zijn, ontvangen als regel een vergoeding. In het geval dat stagiairs vanuit de Participatiewet (voorheen: Wet werk en bijstand) stage lopen, ontvangen zij geen vergoeding.

Artikel 23:2:1:1 onder c UWO-II komt te luiden:

c. babs voor één dag: de onbezoldigd buitengewoon ambtenaar voor één dag, niet zijnde de gemeenteambtenaar, de burgemeester, de wethouders en de raadsleden.

Artikel 23:2:2:3 lid 1 UWO-II komt te luiden:

1. De buitengewoon ambtenaar ontvangt een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan:

 

voor een huwelijk in het raadhuis

 

3 ½ maal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO

 

voor een huwelijk buiten het raadhuis

 

4 ½ maal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO

Ingeval de buitengewoon ambtenaar bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap enkel aanwezig is ter ondersteuning van de babs voor één dag ontvangt hij een vergoeding per voltrokken huwelijk gelijk aan

2 ½ maal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO.

Artikel 23:2:2:3 lid 1 UWO-II toelichting, komt te luiden:

Per verrichting, gelijkgesteld aan 3 ½ uur, wordt 0,30 uur vakantie opgebouwd. Is de verrichting gelijk gesteld aan 4 ½ uur, dan is de vakantieopbouw 0,38 uur. Per (bijgewoonde) verrichting van 2 ½ uur, wordt er 0,22 uur vakantie opgebouwd.

 

Artikel 3:13:0:2 UWO-II komt te luiden:

1. De ambtenaar die beschikbaarheidsdienst in de crisisorganisatie draait, heeft naast een geldelijke vergoeding recht op een vergoeding in verlof.

2. De vergoeding bedraagt per uur crisispiketdienst een percentage van het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris behorende bij het maximum van schaal 6 van bijlage IIa van de CAR/UWO en wel:

5 ½ procent voor de uren van maandag 00.00 uur tot vrijdag 18.00 uur;

8 ¾ procent voor de uren van vrijdag 18.00 uur tot maandag 00.00 uur.

3. De vergoeding in verlof kan achteraf op verzoek van de ambtenaar worden uitbetaald indien naar het oordeel van het college het dienstbelang zich tegen het opnemen van dit verlof verzet.

4. De vergoeding in verlof bedraagt vier uren per 132 uur beschikbaarheidsdienst.

5. Elk uur beschikbaarheidsdienst op dagen als bedoeld in artikel 4:5, lid 3 van de CAR/UWO wordt gecompenseerd met 1/3 uur verlof.

Artikel 42:1:1:6 lid 2 UWO-II komt te luiden:

2. De vergoeding in geld bestaat uit de vergoeding crisispiket conform artikel 3:13:0:2 lid 2 UWO-II.

Artikel 7:1:0:2 lid 2 UWO-II komt te luiden:

2. De medewerker geeft aan wat de verwachte duur is van het verzuim. Ook bespreekt de medewerker eventueel te nemen maatregelen in verband met zijn afwezigheid. Indien de medewerker kennis draagt van feiten en omstandigheden die, ter beperking van de verzuimduur, direct ingrijpen wenselijk of noodzakelijk maken, meldt hij dit bij de leidinggevende of neemt direct na de ziekmelding contact op met de bedrijfsarts.

Artikel 3:4:0:0 lid 1 UWO-II komt te luiden:

1. Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag. Het voldoende functioneren moet blijken uit een beoordelingsgesprek (eindoordeel C of D). Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 CAR/UWO zal niet van invloed zijn op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen indien het laatste beoordelingsgesprek tot een voldoende beoordeling leidde (eindoordeel C of D).

 

Naar boven