Organisatieregeling gemeente Utrecht

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

Gelet op artikel 160, eerste lid, onderdeel c van de Gemeentewet en artikel 5, 13, 22 en 24 van de Financiële verordening gemeente Utrecht,

Besluit vast te stellen de Organisatieregeling gemeente Utrecht.

Artikel 1 Hoofdstructuur ambtelijke organisatie

1. De hoofdstructuur bestaat uit de directieraad en verschillende organisatieonderdelen: de uitvoeringsorganisaties, de onderdelen van de ontwikkelorganisatie, Interne bedrijven (als netwerk) en de Bestuurs- en Concernstaf.

2. Elk organisatieonderdeel (m.u.v. Interne Bedrijven) wordt geleid door een Integraal Resultaatverantwoordelijk Manager (IRM), die tevens verantwoordelijk is voor een goede en effectieve samenwerking in en bijdrage aan gezamenlijke opgaven .

3. Aan het hoofd van de ambtelijke organisatie staat de gemeentesecretaris/algemeen directeur. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de organisatie en geeft met de directieraad sturing aan de organisatie.

4. De directieraad bestaat uit de gemeentesecretaris/algemeen directeur en themadirecteuren.

5. De directieraad geeft onder leiding van de gemeentesecretaris/algemeen directeur sturing aan de organisatie.

6. De organisatie kent een vijfde cluster: de Raadsorganen. Dit cluster omvat zowel het onderdeel Griffie, dat rechtstreeks voor de raad werkt, als het onderdeel Rekenkamer met de Rekenkamerstaf.

7. Bij wijziging binnen de hoofdstructuur - zoals samenvoegingen van organisatieonderdelen en interne verzelfstandigingen van organisatieonderdelen - is de directieraad beslissingsbevoegd.

8. Bij uitplaatsingen of verzelfstandigingen is het college beslissingsbevoegd.

 

Artikel 2 Gemeentesecretaris/algemeen directeur

1. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is secretaris van het college.

2. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is voorzitter van de directieraad.

3. De gemeentesecretaris/algemeen directeur heeft binnen de door het bestuur (college en gemeenteraad) gestelde kaders de eindverantwoordelijkheid voor de ambtelijke organisatie.

4. De gemeentesecretaris/algemeen directeur kan ingrijpen in het management van een organisatieonderdeel.

5. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is voor de COR de bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden en als zodanig degene die de hoogste zeggenschap uitoefent bij de leiding van de arbeid.

6. De gemeentesecretaris/algemeen directeur heeft de hiërarchische verantwoordelijkheid voor de directieleden en de IRMs.

7. De gemeentesecretaris/algemeen directeur kan bij afwezigheid vervangen worden door één van de directieleden.

 

Artikel 3 Directieleden / themadirecteuren

1. De GS/AD kan de ambtelijke coördinatie en regie van dossier (complexe dossiers/projecten,themadossiers en programma's) beleggen aan een of meer themaverantwoordelijke directieleden: themadirecteuren.

2. De themadirecteuren adviseren onder verantwoordelijkheid van de directieraad het college op het niveau van de hen toevertrouwde thema's.

3. De GS/AD kan directieleden de hiërarchische verantwoordelijkheid voor IRMs toedelen.

4. Het directielid is vanuit zijn hiërarchische verantwoordelijkheid bevoegd om aanwijzingen te geven aan de IRMs die hij aanstuurt.

5. Het directielid is vanuit zijn themaverantwoordelijkheid bevoegd om aanwijzingen te geven op budget, organisatie en personeel indien nodig om de afgesproken resultaten te kunnen behalen.

6. Het directielid is verantwoordelijk voor de personeelszorg en beoordeling van de IRMs die hij hiërarchisch aanstuurt.

 

Artikel 4 Concernmanagers

1. De concernmanagers F&C, IPM en HRM zijn adviseur van de algemeen directeur, de directieraad en het college.

2. De concernmanagers F&C, IPM en HRM zijn – onverlet de verantwoordelijkheid van IRMs - verantwoordelijk voor:

- kaderstelling, ondersteuning en toetsing op doeltreffendheid en doelmatigheid in de organisatie als geheel en de organisatieonderdelen, zowel wat betreft de ontwikkeling en uitvoering, als wat betreft de bedrijfsvoering,

- de werking van het financiële & control systeem,

- de bevordering en de bewaking van de doelmatigheid en de rechtmatigheid van het beheer en de administratie en de overige bedrijfsvoeringsfuncties,

- planning en control voor de verschillende bedrijfsvoeringsfuncties,

- de concernmanager IPM is verantwoordelijk voor de organisatie van de Functionaris Gegevensbescherming, de Chief Information Security Officer (CISO) en het Concernrecordmanagement.

3. De concernmanagers adviseren gevraagd en ongevraagd de directieraad en het college voor de hen toegekende verantwoordelijkheden (zie artikel 4 lid 2). Daarbij hebben zij de plicht en bevoegdheid rechtstreeks en met medeweten van de GS/AD en betrokken partijen, zwaarwegende gevallen voor te leggen aan het college, wanneer overleg met de GS/AD niet tot een verantwoord resultaat leidt . Deze bevoegdheid geldt ook voor de concernadministrateur ten aanzien van vermeende onregelmatigheden in de administratie.

 

Artikel 5 Slotbepalingen

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag van bekendmaking.

2. Deze regeling kan worden aangehaald als: Organisatieregeling Gemeente Utrecht.

De Organisatieregeling Gemeente Utrecht vastgesteld door het college d.d. 4 februari 2014, wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze regeling.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Utrecht, gehouden op 6 maart 2018.

De secretaris, De burgemeester,

Naar boven