Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

 

gelet op het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand, kortweg ‘Reglement burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen 2018’ genoemd, zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 24 oktober 2017;

 

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg d.d. 6 februari 2018;

BESLUITEN:

 

vast te stellen de navolgende regeling:

 

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan:

  • a.

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen 2018.

  • b.

    CARUWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de sector gemeenten.

  • c.

    Reguliere werktijden: maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 16.30 uur en zaterdag tussen 09.00 en 13.30 uur.

Artikel 2 Aanstelling

  • 1.

    Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

  • 2.

    Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 Salaris

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar ontvangt:

    • -

      per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap binnen reguliere werktijden: een salaris gelijk aan driemaal het uurloon behorende bij de hoogste periodiek van salarisschaal 8, bijlage IIa van de CARUWO;

    • -

      per voltrokken kosteloos rechtsfeit in een permanente locatie: een salaris gelijk aan anderhalf maal het uurloon behorende bij de hoogste periodiek van salarisschaal 8, bijlage IIa van de CARUWO;

    • -

      per voltrokken budgetverbintenis in een permanente locatie: een salaris gelijk aan anderhalf maal het uurloon behorende bij de hoogste periodiek van salarisschaal 8, bijlage IIa van de CARUWO.

  • 2.

    Voor zover een huwelijk of geregistreerd partnerschap als bedoeld in de eerste bepaling van lid 1 buiten de reguliere werktijden wordt voltrokken, wordt in de volgende gevallen het salaris verhoogd met een salaristoelage ter hoogte van:

    • -

      100% als de voltrekking plaatsvindt op een zondag of feestdag als bedoeld in artikel 4:5 CARUWO;

    • -

      75% als de voltrekking plaatsvindt op een zaterdag;

    • -

      50% bij voltrekking op maandag tot en met vrijdag.

  • 3.

    Het salaris, bedoeld in het eerste lid, wordt opgehoogd met het percentage, genoemd in artikel 3:28, lid 2 sub b CARUWO (voorheen de eindejaarsuitkering) en met 8% (voorheen de vakantietoelage).

Artikel 4 Vakantie

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar heeft recht op 0,26 uur vakantie per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap en op 0,13 uur vakantie per voltrokken kosteloos rechtsfeit of per voltrokken budgetverbintenis in een permanente locatie.

  • 2.

    De vakantie wordt in overeenstemming met het college opgenomen.

Artikel 5 Aanspraken bij ziekte

  • 1.

    Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar zijn de artikelen 7:1, 7:2, 7:3, 7:9 tot en met 7:14 en 7:19 tot en met 7:21 van de CARUWO van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Voor toepassing van dit artikel wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover het dienstverband van de ambtenaar op deze datum nog geen 12 maanden heeft geduurd, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: der dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

  • 4.

    Het college kan nadere regels stellen.

Artikel 6 Ontslag en schorsing

  • 1.

    Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1, 8:2 en 8:2a, 8:3, 8:4, 8:5 en 8:5a, 8:6, 8:7, 8:8, 8:12 en 8:12:1 en 8:13 van de CARUWO.

  • 2.

    Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 tot en met 8:15:3 van de CARUWO.

Artikel 7 Overige rechten en verplichtingen

De artikelen 3:21, 15:1, 15:1b tot en met 15:1g, 15:1:12, 15:1:15, 15:1:16, 15:1:19, 15:1:20, 15:1:23 tot en met 15:1:25 en 15:2 van de CARUWO zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CARUWO.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking na bekendmaking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen.

Toelichting op de Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaarvan de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijving

 

De wet-Mulder heeft met ingang van 1 januari 1995 de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) geïntroduceerd. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (artikel 1:16 Burgerlijk Wetboek).

 

Gemeenten hebben een Reglement burgerlijke stand. Daarin kan geregeld zijn welke benoemingsmogelijkheden er zijn. Gemeenteambtenaren, en ook burgemeester, wethouders en leden van de raad, kunnen tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd worden. Tot babs kunnen bovendien anderen, niet werkzaam bij de gemeente, benoemd worden.

 

De gemeenteambtenaar, de burgemeester, de wethouders en de raadsleden worden beschouwd als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vergoeding voor de werkzaamheden is in het algemeen alleen op de medewerkers van buiten de gemeentelijke organisatie van toepassing.

 

De babs is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de CARUWO niet op hem van toepassing is, dient een afzonderlijke rechtspositieregeling te gelden (artikel 125 Ambtenarenwet). Doorgaans is de functie van babs een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.

 

Met het oog op de mogelijkheid dat voltrekkingen van huwelijk en geregistreerd partnerschap ook kunnen plaatsvinden buiten als regulier aan te merken werktijden, is voor de definitie van ‘reguliere werktijden’ aansluiting gezocht bij de standaardmogelijkheden die voor deze voltrekkingen bestaan op maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 16.30 uur en op zaterdag van 09.00 tot 13.30 uur.

Artikel 2 Aanstelling

 

In het lokale Reglement burgerlijke stand kan een benoemingstermijn geregeld zijn, vaak is dat 5 of 10 jaar. Het kan wenselijk zijn om kortere aanstellingen te verlenen. Het gevolg van een kortere aanstellingsduur is onder meer dat de verplichtingen van de gemeente jegens de ambtenaar in het kader van ziekte (doorbetaling salaris, re-integratie) eerder ophouden te bestaan, namelijk bij einde van het dienstverband (behoudens ontslag). Bovendien geldt voor de duur van het nog resterende dienstverband dat van de werkgever (geen onredelijke) inspanningen gevergd worden door het UWV.

 

De aanstelling kan opnieuw tijdelijk verleend worden. De ketenregeling geldt niet omdat noch de CARUWO (artikel 1:2, sub c CARUWO), noch het Burgerlijk Wetboek (artikel 7:615 BW) van toepassing is.

 

Bij het benoemen van een personeelslid of raadslid (dan wel andere politieke ambtsdrager) tot babs is het raadzaam de benoeming te beperken tot de periode waarin het (politieke) ambt wordt vervuld.

Artikel 3 Salaris

 

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor de bezoldiging moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Per huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt een salaris uitbetaald, die wordt verhoogd met percentages die tot 1 januari 2017 onder een andere naam in de CARUWO geregeld waren: de vakantietoelage, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 6:3, en de eindejaarsuitkering, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 3:18a.

Voor het voltrekken van een huwelijk of geregistreerd partnerschap op bijzondere tijden of dagen, zoals een zon- of feestdag, gelden (lokaal bepaalde) salaristoelagen.

Artikel 4 Vakantie

 

In 2006 heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat een werkgever de wettelijke vakantiedagen van een medewerker niet mag afkopen. LOGA-partijen hebben er daarom voor gekozen om de afkoop van vakantie met ingang van 2018 niet meer op te nemen in de Voorbeeld Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vakantie moet in overeenstemming met de werkgever opgenomen worden, hetgeen in de praktijk betekent dat de buitengewoon ambtenaar gedurende die vakantieperiode niet ingeroosterd kan worden voor het voltrekken van een huwelijk.

 

Per voltrokken huwelijk (gelijkgesteld aan 3 uur) wordt 0,26 uur vakantie opgebouwd. Dat aantal is gebaseerd op het vakantierecht van 158 uren per 1836 gewerkte uren van een ‘gewone’ gemeenteambtenaar.

De opbouw van vakantie bedraagt de helft (0,13 uur dus) per voltrokken kosteloos rechtsfeit of voltrokken budgetverbintenis in een permanente locatie.

 

Voor de uitvoering van dit artikel kan als volgt worden gehandeld.

Een buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand geeft zijn in de toekomst geplande vakantieperiode(s) door aan de gemeente. De gemeente registreert dit en roostert de babs tijdens die vakantie niet in. De vakantie-uren die zijn opgebouwd tot een vakantie, worden tijdens die vakantie uitbetaald.

Vb.: stel dat er 15 vakantie-uren zijn opgebouwd, dan worden deze 15 vakantie-uren gedurende de vakantieperiode volledig uitbetaald.

Artikel 5 Aanspraken bij ziekte

 

De regeling verklaart de CARUWO op het punt van doorbetaling van salaris en toegekende salaristoelagen bij ziekte van toepassing op de babs. Deze regel geldt ongeacht de leeftijd van de babs en geldt ook voor de babs ouder dan de AOW-gerechtigde leeftijd.

 

In lid 3 is bepaald welke dag als eerste ziektedag geldt, aangezien de babs niet per definitie direct bij aanvang van het ziekteverzuim salaris en salaristoelagen doorbetaald dient te krijgen, maar pas vanaf het tijdstip dat hij een huwelijk zou sluiten als hij niet ziek was geweest. In de praktijk zal het overigens niet altijd duidelijk zijn of en wanneer de eerste ziektedag valt en daarmee op welk moment de doorbetaling ingaat, bijvoorbeeld omdat een rooster ontbreekt en de babsen zelf voor vervanging zorgdragen. Men zou in dat geval een vaste termijn van 14 dagen of een maand na ziekmelding kunnen afspreken als zijnde de (fictieve) eerste ziektedag, afhankelijk van de regelmaat waarmee de babs werkzaamheden verricht. Nadere regels zullen op de lokale situatie toegesneden moeten worden. Ook het tijdstip van uitbetaling tijdens ziekte dient lokaal nader bepaald te worden (bijvoorbeeld per maand, per jaar, na herstel).

 

De babs is verplicht zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven; in artikel 6 van deze regeling is artikel 15:1d van de CARUWO op de babs van toepassing verklaard. Ook het artikel 7:9 lid 4 (verzuimprotocol) van de CARUWO is van toepassing verklaard op de babs.

 

Naast het recht op doorbetaling van salaris en salaristoelagen, staat de verplichting van werkgever en de babs (jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd) zich in te spannen tot re-integratie in het arbeidsproces. Voor de babs die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt de re-integratieverplichting niet. In de praktijk wordt deze verplichting niet altijd als wenselijk beschouwd. De babs is op grond van het Burgerlijk Wetboek immers uitsluitend benoemd tot het verrichten van de formaliteiten rondom en sluiting van het huwelijk/geregistreerd partnerschap. Bovendien heeft de babs in de regel een hoofdfunctie van waaruit re-integratieverplichtingen bestaan. In de praktijk zal bezien moeten worden hoe arbodienstverleners en het UWV omgaan met de verplichting tot reïntegratie van de gemeente ten aanzien van een zieke babs.

Artikel 6 Ontslag en schorsing

 

De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (artikel 1:16 BW). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de CARUWO.

 

Opgemerkt wordt dat ontslag na ouderdomspensioen niet verplicht is. Artikel 8:2 lid 2 en artikel 8:2a CARUWO bieden de mogelijkheid om een gepensioneerde in dienst te houden dan wel te nemen. Het dienstverband met een gepensioneerde is op grond van artikel 8:2a eenvoudig te beëindigen.

Artikel 7 Overige rechten en verplichtingen

 

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CARUWO worden hier voor een groot gedeelte ook op de babs van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de CARUWO. Enkele opmerkingen hierover:

 

De eed of belofte is niet van toepassing verklaard op de babs omdat eedaflegging reeds op grond van het Burgerlijk Wetboek verplicht is.

 

De personeelsbeoordeling is van toepassing omdat in de ontslaggrond ‘onbekwaamheid/ongeschiktheid anders dan’ aan de orde kan zijn. Een beoordeling kan bij toepassing van die ontslaggrond van belang zijn, evenals bij een weigering om opnieuw een aanstelling te verlenen.

 

De vergoeding van kosten bij dienstreizen is van toepassing verklaard. Deze vergoeding geniet de voorkeur boven een vaste onkostenvergoeding die aan belastingheffing is onderworpen.

 

De reguliere bepalingen over schadevergoeding door en aan de ambtenaar zijn van toepassing verklaard. In het algemeen kan gezegd worden dat de gemeente aansprakelijk is voor fouten van ondergeschikten en een zorgplicht heeft ten aanzien van de ondergeschikten zelf. Gemeenten kunnen bij aansprakelijkheid voor schade terugvallen op de aansprakelijkheidsverzekering die personenschade, zaakschade en vermogensschade dekt. Onder deze verzekering valt een ruime groep van ondergeschikten van de gemeente, waaronder de babs. Ook valt hieronder de babs die slechts voor één enkele gelegenheid werkzaamheden verricht.

Naar boven