Gemeente Borger-Odoorn, Visie begraafplaatsen ‘Ruimte voor de laatste rustplaats’ 2008-2018

 

1 Inleiding

De gemeente Borger-Odoorn heeft acht begraafplaatsen. De begraafplaatsen zijn een lang ‘vergeten’ plek geweest in het beleid van de gemeente Borger-Odoorn. Na de herindeling is de oude werkwijze op de begraafplaatsen steeds voortgezet.

De raad heeft zich in mei 2003 tijdens een bezuinigingsronde uitgesproken om de kostendekkendheid van het begraven op de gemeentelijke begraafplaatsen gefaseerd in 5 jaar te verhogen van 50 naar 75% (in 2008).

Eind 2004 zijn de Beheersverordening en uitvoeringsbesluit begraafplaatsen door de raad vastgesteld. Deze zijn per 1 januari 2005 in werking getreden. De oude beheersverordening voldeed niet aan de Wet op de lijkbezorging. Daarom is er destijds voor gekozen om eerst de beheersverordening door de raad te laten vaststellen en pas daarna begraafplaatsenbeleid te ontwikkelen.

In december 2004 heeft het college besloten dat het onderhoud op de begraafplaatsen sober en respectvol moet zijn. Met de realisering van deze norm moest per 1 januari 2005 gestart worden. De norm is destijds niet concreet gemaakt met bijvoorbeeld foto’s of werkomschrijvingen. Het was daarom niet duidelijk welke norm moest worden nagestreefd.

Gewenst is een duidelijk begraafplaatsenbeleid. In deze visie is hiervoor onderscheidt gemaakt in drie beleidsonderdelen:

  • -

    Kern en Kader

  • -

    Vergroten graf- en urnencapaciteit

  • -

    Kwaliteit

Het beleidsonderdeel ‘kostendekkendheid’ wordt in een later stadium verder uitgewerkt.

Het uitbesteden van werkzaamheden op de begraafplaatsen en/ of het onderbrengen van het beheer onder een beheerstichting worden in deze visie niet nader uitgewerkt.

De opbouw van deze visie is als volgt:

  • -

    in hoofdstuk 2 worden de kaders aangegeven waarbinnen het begraafplaatsenbeleid vorm moet krijgen;

  • -

    in hoofdstuk 3 zijn de toekomstige verwachtingen en trends met betrekking tot begraven beschreven;

  • -

    in hoofdstuk 4 wordt een afweging gemaakt voor het kiezen van begraafplaatsenbeleid door middel van de gehouden workshops;

  • -

    in hoofdstuk 5 wordt het te voeren beleid aangegeven voor de periode van 2008 tot en met 2018.

2 Kaders

Een groot deel van de beleidsruimte die de gemeente heeft wordt ingekaderd door de hogere overheden. De voor de begraafplaatsen belangrijkste zaken worden hier aangestipt. Daarnaast wordt het belangrijkste gemeentelijk beleid omschreven.

2.1 Wet op de lijkbezorging

De Wet op de lijkbezorging bevat regels die ervoor zorgen dat er met het stoffelijk overschot van een overledene ordelijk wordt omgegaan. Daarnaast bevat de wet technische voorschriften om het proces van lijkvertering of verbranding goed te laten verlopen. Ten slotte geeft de wet voorschriften op het gebied van bijvoorbeeld milieu, asverstrooiing en ruimingtermijnen. Aanvullend op de Wet op de lijkbezorging is ook het besluit op de lijkbezorging van toepassing. Het besluit bevat belangrijke bepalingen ten aanzien van de onderlinge afstanden tussen de graven en de afstand tot het gemiddeld hoogste grondwaterpeil.

De inspectierichtlijn Wet op de lijkbezorging bevat aanbevelingen (dus niet bindend) over de aanleg of uitbreiding van een begraafplaats, de omgang met grondwaterstanden en de rol van milieu-inspectie.

De belangrijkste punten voor beleidsontwikkeling van de begraafplaatsen uit de Wet op de lijkbezorging staan hieronder vermeld:

Elke gemeente moet één begraafplaats hebben

De wet schrijft voor dat elke gemeente één gemeentelijke begraafplaats moet hebben. Deze kan zelfstandig zijn of gezamenlijk met een of meer andere gemeenten. Een gemeente die uit meerdere kernen bestaat is niet verplicht om voor iedere kern een begraafplaats in te richten. Als iemand overlijdt moet het stoffelijk overschot kunnen worden ‘bezorgd’. Niet het feitelijke ‘bezorgen’, maar wel het bieden van de laatste rustplaats ziet de wetgever in de basis als een overheidstaak.

Verplichte grafcapaciteit

Onder grafcapaciteit wordt verstaan de voorraad uit te geven graven. Een gemeente dient volgens de wet een grafcapaciteit te hebben van minimaal tien jaar. Capaciteit kan ook bestaan uit een voorraad te ruimen graven; indien de gemeente dat opneemt in het begraafplaatsenbeleid.

Sluiten van een begraafplaats

Een begraafplaats kan gesloten worden omdat hij “vol” is of als gevolg van wijziging van het bestemmingsplan. De begraafplaats mag pas 50 jaar na sluiting worden opgeheven. Na sluiting mogen er geen lijken meer worden begraven. De toegang voor de bezoekers verandert niet. Het onderhoud moet wel worden voortgezet. Ook mogen nog asbussen worden bijgezet.

Tegen de sluiting van een begraafplaats kunnen rechthebbenden een beroep instellen bij Gedeputeerde Staten van de desbetreffende Provincie. Indien sluiting uiteindelijk toch geschiedt kunnen de rechthebbenden de houder van een begraafplaats verzoeken om herbegraving c.q. crematie van de stoffelijke resten. In bepaalde gevallen is ook schadeloosstelling van rechthebbenden mogelijk. Het is ook mogelijk nog niet gebruikte graven uit te sluiten van de ‘gesloten verklaring’. Gevolg is wel dat de termijn van 50 jaar pas ingaat na de sluiting van het laatste graf. In het algemeen wordt geadviseerd om geen graven uit te zonderen omdat een paar graven op termijn een flinke belemmering op kan leveren.

De zeggenschap over een gesloten begraafplaats vervalt aan de Gedeputeerde staten van de provincie.

Ruimen van graven

Het ruimen staat voor het verwijderen van zowel boven- als ondergrondse resten. De overblijfselen van ondergronds ruimen worden op de begraafplaats herbegraven (verzamelgraf).

De grafmonumenten dienen te worden afgevoerd.

Het voordeel van het ruimen van graven is dat er grafruimte vrijkomt voor nieuwe graven. Graven waarvan de graftermijn is verlopen brengen geen geld meer op, terwijl het onderhoud op de begraafplaats gewoon door moet gaan. Het in stand houden van oude grafbedekkingen is daarom voor de gemeenschap onnodig duur.

De eigenaar van de begraafplaats kan graven ruimen indien geen verlenging van het uitsluitend recht op het graf heeft plaatsgevonden. De rechthebbende van het ‘uitsluitend recht op een graf’ kan deze opdracht niet geven. Ruiming van een graf kan wettelijk gezien pas gebeuren nadat minimaal 10 jaar zijn verstreken sinds de laatste bijzetting van de stoffelijke resten.

Ruimen van oude graven is mogelijk indien:

  • -

    de afgesproken graftermijn afloopt

  • -

    het grafmonument sterk in verval is en niemand tot een grote opknapbeurt overgaat; dan vervalt het grafrecht dertig jaar nadat in het graf voor het laatst begraven is, - als er geen nabestaanden (= rechthebbenden) bekend zijn.

Bovendien moeten belanghebbenden kunnen aantonen dat er grafrechten zijn en dat deze nog niet vervallen zijn. Daartegenover staat dat de gemeente moet aantonen dat zij er alles aan gedaan heeft om de nabestaanden te traceren.

In de gemeente Borger-Odoorn zijn in het verleden grafrechten (eigen graven) uitgegeven voor onbepaalde tijd. Volgens de oude verordeningen eindigt een verleend recht in ieder geval, op het tijdstip waarop de begraafplaats wordt gesloten.

Huurgraven zijn minder vaak verleend; deze termijnen vervielen in Borger na 20 jaar en in Odoorn na 15 jaar. Oude huurgraven kunnen worden geruimd.

Omdat capaciteitgebrek in onze gemeente niet van toepassing was, zijn in het verleden de slechte grafmonumenten alleen bovengronds verwijderd; ondergronds zijn de resten niet geruimd. Dit zou alsnog mogelijk zijn. Goede voorlichting van de plannen van de gemeente aan de burgerij is daarbij een vereiste; evenals respectvol omgaan met de stoffelijke resten.

2.2 Burgerlijk Wetboek

De regels van ‘natrekking’ uit het Burgerlijk Wetboek zorgen dat de grafsteen, zodra deze is geplaatst, in eigendom overgaat naar de houder van de grond waarop deze is geplaatst. Dit betekent dat de gemeente te allen tijde verantwoordelijk blijft voor de grafmonumenten die op de begraafplaats aanwezig zijn omdat deze zijn geplaatst op gemeentegrond.

2.3 Wet op de ruimtelijke ordening

De regels uit de Wet op de ruimtelijke ordening zijn belangrijk voor de locatiekeuze van een nieuwe begraafplaats. Daarnaast is een verplichting uit deze wet om bestemmingsplannen op te stellen, waarmee functies van gronden worden vastgelegd.

Begraafplaatsen in de gemeente Borger-Odoorn worden in de geldende bestemmingsplannen op meerdere manieren aangeduid: bestemming maatschappelijke doeleinden, begraafplaats of groenvoorziening.

Belangrijk is om bij uitbreiding of aanleg van een nieuwe begraafplaats rekening te houden met een bestemmingsplanwijziging, die een lang tijdspad heeft (naast de reguliere projectvoorbereiding).

2.4 Beheersverordening en Uitvoeringsbesluit

De ‘Verordening (reglement) voor het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Borger-Odoorn 2005’ en het ‘Uitvoeringsbesluit voor grafbedekkingen en grafbeplanting gemeente Borger-Odoorn’ zijn op 1 januari 2005 vastgesteld. Daarvoor waren de verordeningen van voormalig Borger en voormalig Odoorn nog van toepassing.

De Verordening vormt ondermeer de basis voor de tarieventabel lijkbezorgingrechten.

De raad heeft gelijk met de vaststelling van de nieuwe verordening besloten de tabel jaarlijks met 5% te verhogen tot 75% kostendekkendheid in 2008.

In de nieuwe verordening is opgenomen dat het niet langer verplicht is om bij grafuitgifte in Borger en in Nieuw-Buinen het grafonderhoud door te gemeente uit te laten voeren en hiervoor verplicht jaarlijks onderhoudskosten (grafrechten) te moeten betalen. Voor graven op de overige begraafplaatsen in de gemeente bestond deze verplichting niet. De rechthebbende is wel verplicht om de grafbedekking en/of grafbeplanting behoorlijk te onderhouden of te herstellen. De termijn van een eigen graf is bepaald op maximaal 20 jaar, eventueel telkens met 10 jaar te verlengen. Vóór 1 januari 2005 werden graven uitgegeven voor onbepaalde termijn. Vanuit het oogpunt van beleidsontwikkeling en kostenbeheersing was een onbepaalde termijn niet langer wenselijk. Zo kunnen gedeeltes van begraafplaatsen op termijn geruimd worden om voldoende ruimte voor begraven (en nieuwe inkomsten) over te houden en kan door verlenging van de grafrechten inkomsten worden verkregen.

2.5 Kern en Kader

De visie Kern en Kader is in het voorjaar van 2003 opgesteld. Een jaar later volgde Kern en Kader 2, waarin het gemeentelijk beleid voor de kernen is vastgelegd en vervolgens door de gemeenteraad is bekrachtigd. De begraafplaatsen zijn tot nu toe niet in het Kern en Kaderproces meegenomen.

Uitgangspunt van Kern en Kader is dat waar mogelijk de aanwezige functies en voorzieningen ten behoeve van de “leefbaarheid” voor kleine kernen moeten worden behouden. In standhouding van voorzieningen kan indien een redelijke prijs-kwaliteit verhouding kan worden gehaald, overwogen worden. Afhankelijk van de intensiteit van het gebruik van de voorzieningen en afgewogen tegen de onderhoudskosten betekent dit conserveren of saneren.

Conserveren is een juist beheer en een investering in kwaliteit. Investering in kwaliteit kan ook inhouden: minder maar wel beter. Voorwaarden voor het scheppen van kwaliteit zijn voldoende draagvlak en voldoende gebruik. Ook sanering kan (bij gebrek aan draagkracht of gebruik) een investering zijn in kwaliteit.

Er zijn géén specifieke beleidsuitgangspunten voor begraafplaatsen opgenomen in Kern en Kader. Wel zijn de beleidsuitgangspunten voor openbaar groen uit Kern en Kader 2 op het groen van de begraafplaatsen van toepassing:

  • -

    het duurzaam instandhouden, onderhouden en ontwikkelen van openbaar groen om de functies van het groen te waarborgen;

  • -

    de gemeente zorgt in het kader van bos- en natuurbescherming voor de instandhouding van waardevolle natuur- en landschapelementen;

  • -

    de gemeente heeft een zorgplicht voor een veilig en gezond gemeentelijk bomenbestand.

In Kern en Kader 2 zijn de volgende normen als uitgangspunt voor renovatie van groen en vervanging van bomen vastgesteld:

  • -

    plantsoenen in woonwijken dienen na 25 á 30 jaar gerenoveerd te worden; - bomen langs wegen moeten na ongeveer 50 jaar worden vervangen.

    • 2.

      6 Groenbeleid

In november 2006 is in de gemeenteraad het groenbeleid vastgesteld. De groenbeleidsvisies ‘Onze Groene Ruimte’ en ‘Groen moet je doen’ vormen de basis voor de wijze waarop het openbaar groen wordt aangelegd en beheerd. Het groenbeleid is in eerste instantie vastgesteld voor het openbaar groen. Voor andere vastgoed onderdelen, zoals begraafplaatsen dient het groenbeleid nog nader te worden uitgewerkt. De beleidslijn voor het openbaar groen is hierbij wel leidend.

‘Onze Groene Ruimte’ is een visie op hoofdlijnen waarbij de volgende hoofddoelstellingen zijn vastgesteld:

  • -

    behoud en ontwikkeling van aantrekkelijk en karakteristiek openbaar groen;

  • -

    het duurzaam instandhouden van het openbaar groen;

Voor de groenstructuur en de kwaliteit van het openbaar groen zijn de volgende aanvullende doelstellingen geformuleerd:

  • -

    aandacht voor cultuurhistorische aspecten en versterking van karakteristieke elementen;

  • -

    streven naar inheemse beplanting en eenvoud in materiaalgebruik;

  • -

    karakteristieke eenvoud en kwaliteitsniveau ook doorvoeren in nieuw te realiseren projecten;

  • -

    door eenvoud, rust en ruimte in het openbaar groen, bijzondere gemeenschappelijke plekken extra tot hun recht laten komen;

  • -

    een eenduidige keuze in kwaliteitsniveaus binnen de gemeente in totaliteit;

  • -

    kwaliteitskeuzes worden gemaakt met het oog op duurzaamheid en de langere termijn.

De essentie van de doelstellingen voor het groen:

  • -

    eenvoudig groen (wel netjes);

  • -

    minder intensief onderhoud waar mogelijk - eenduidigheid met oog voor karakteristiek.

De visie ‘Groen moet je doen’ is een uitwerking van ‘Onze Groene Ruimte’, waarbij het groen in thema’s is verdeeld. Elk thema is nader uitgewerkt en per thema is het onderhoudsniveau vastgesteld. Voor de begraafplaatsen zijn de thema’s bomen, dorpsgroen en landschappelijke elementen van toepassing.

3 Toekomstige verwachtingen en trends

Er zijn verschillende maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van begraven en cremeren waarmee op de begraafplaatsen rekening moet worden gehouden.

In 2002 zijn door het NIPO de uitvaartwensen en het begraafplaatsbezoek bij 1428 Nederlanders van achttien jaar en ouder ondervraagd. Opvallend in het onderzoek is dat de keuze tussen crematie en begraven vooral wordt gemaakt op basis van gevoelsmatige argumenten. Bij ouderen speelt het geloof ook een grote rol. Zakelijke argumenten zoals kosten spelen een minder grote rol.

Eveneens uit het NIPO-onderzoek blijkt dat in 2002 67% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder wel eens een begraafplaats bezoekt. In 2000 was dit nog 60%. Als belangrijkste reden voor het bezoek geeft 73% van de bezoekers ‘het bezoeken van een graf’; 16% noemt ‘rust en stilte’ en het resterende percentage gaf allerlei redenen op.

Onderstaande paragrafen beschrijven de belangrijkste verwachtingen en trends.

3.1 Demografische ontwikkelingen

De demografische ontwikkelingen (het aantal geboorten, immigratie, emigratie, leeftijdsopbouw van de bevolking en sterfte) vormen het belangrijkste uitgangspunt om de benodigde capaciteit van begraafplaatsen en crematoria in te kunnen schatten.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft aan dat zij landelijk een verhoging van het sterftecijfer verwachten van 60% tot 2040.

De bevolkingsprognose 2006 van de provincie Drenthe geeft tot 2030 een soortgelijke stijging (net iets forser) aan. Dat er meer mensen zullen overlijden is een gevolg van de vergrijzende babyboomgeneratie (1946-1970) van de Drentse bevolking.

Aantal sterfgevallen in de gemeente Borger-Odoorn

Jaar

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

Sterfte

238

226

222

225

255

254

230

226

208

Vanaf 1998 lijkt het aantal sterfgevallen redelijk constant, met een stijging in 2002 en 2003 en weer een lichte afname in 2006.

Rekening houdend met de toename van sterfgevallen volgens de prognose van het CBS sterven er in 2040 ongeveer 335 inwoners per jaar. In de gemeente Borger-Odoorn kiezen globaal 35% van de burgers voor begraven en 6% voor urnenbijzetting op de gemeentelijke begraafplaatsen. Dit betekent dat het aantal begravingen tot 2040 stijgt met ongeveer 45 begravingen en 8 urnen bijzettingen per jaar.

3.2 Individualisering

Traditioneel bieden de kerk en de maatschappij vaste rituelen voor de uitvaart. De laatste jaren zien we steeds meer eigen inbreng en wordt gezocht naar meer individueel vormgegeven rituelen.

Ook in de gedenktekens is deze individualisering te zien.

In de ‘Verordening (reglement) voor het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Borger-Odoorn 2005’ zijn de regels voor het plaatsen van een gedenksteen verruimd om zo meer mogelijkheden te bieden om een persoonlijkere herdenkingsplek te kunnen maken.

3.3 Cremeren

Landelijk gezien ligt de verhouding tussen begraven en cremeren al jaren ongeveer gelijk, met een iets grotere voorkeur voor begraven. In 2003 overtrof het crematiepercentage voor het eerst het aantal begrafenissen: in 2002 werd 49,8% gecremeerd, in 2003 50,9%.

Crematie had vroeger een anoniem karakter, waarbij waardigheid voorop stond. Het uitstrooien gebeurde zonder een plek voor nagedachtenis, terwijl bij bijzetting in een urnenmuur alle urnen identiek waren.

Inmiddels zijn nieuwe vormen van asbestemming ontwikkeld, die met een graf gemeen hebben dat ze een plek ter nagedachtenis bieden. Mogelijkheden zijn bijvoorbeeld een urnentuin of- muur of een strooiveld. Belangrijk bij een strooiveld is een herkenbare en terug te vinden plaats of een mogelijkheid voor een herinneringsplekje/ plaatje.

In de gemeente Borger-Odoorn zijn wel mogelijkheden voor het bijzetten van urnen in nissen en in graven, maar er ontbreekt een voorziening voor het uitstrooien van as.

Een crematiepercentage in de gemeente Borger-Odoorn is niet bekend. Van de totaaluitgifte van graven en urnennissen is het percentage uitgegeven urnenvoorzieningen 14%.

4 De begraafplaatsen

De gemeente Borger-Odoorn heeft 8 gemeentelijke begraafplaatsen:

  • -

    Algemene begraafplaats Borger

  • -

    Begraafplaats Nieuw Buinen 32 (Kerklaan)

  • -

    Begraafplaats Nieuw Buinen 42

  • -

    Begraafplaats 2e Exloërmond

  • -

    Begraafplaats Valthermond-Oost - Begraafplaats Valthermond-West

  • -

    Begraafplaats Odoorn - Begraafplaats Valthe

Daarnaast zijn er in de gemeente nog drie particuliere begraafplaatsen: een katholieke begraafplaats te Zandberg, een begraafplaats te Drouwenerveen en een Joodse begraafplaats te Borger. De gemeente beheert deze begraafplaatsen niet en deze beleidsvisie is hierop niet van toepassing.

Een inventarisatie van de gemeentelijke begraafplaatsen is bijgevoegd bij deze nota. Hierin wordt de inrichting, het huidige onderhoudsniveau, het aantal begravingen per jaar en de kosten van 2003 tot en met 2005 beschreven.

Als aanvulling op de inventarisatie worden in dit hoofdstuk de plus- en knelpunten, de huidige graf- en urnencapaciteit en een nadere toelichting op de financiën gegeven.

4.1 Plus- en knelpunten

4.1.1 Pluspunten

Begraafplaatsen zijn door de tijd uitgegroeid tot wat zij nu zijn. Zij dragen een stukje historie van een dorp met zich mee en vormen vaak een markante plek in een dorp. Door de rust en de ruimte op de begraafplaatsen hebben bomen en struiken ongestoord kunnen groeien. Sommigen bomen kunnen met recht monumentale bomen worden genoemd. Hierdoor zijn de begraafplaatsen een belangrijk groenelement in de totale hoofdgroenstructuur van een dorp.

Onderling verschillen de begraafplaatsen door hun ligging, oorsprong, structuur en indeling. Elke begraafplaats heeft zijn eigen identiteit en uitstraling. Daarnaast zijn er specifieke opvallende elementen, zoals diverse fraaie toegangspoorten, kunstwerken en cultuurhistorische grafmonumenten aanwezig.

Begraafplaatsen zoals bijvoorbeeld Valthe, Valthermond-Oost en het oude gedeelte van Borger hebben een zeer karakteristieke uitstraling en specifieke sfeer.

De begraafplaatsen hebben in de gemeente Borger-Odoorn een locale functie. Zij liggen letterlijk en figuurlijk dicht bij de burgers. Doordat er in meerdere kernen een begraafplaats is, is er voor de burgers een ruime keuzemogelijkheid waar men begraven wil worden. Daarmee zijn de begraafplaatsen voor iedereen redelijk dicht bij huis.

De betrokkenheid van de burgers blijkt ook uit het feit dat in elke hoofdkern waar een begraafplaats is een uitvaartvereniging actief bij de begraafplaats betrokken is.

4.1.2 Knelpunten

Door de wettelijke kaders en de te verwachten ontwikkelingen op begraafplaatsgebied inzichtelijk te maken en af te zetten tegen onze eigen inventarisatie van de begraafplaatsen is duidelijk geworden welke problematiek er op de begraafplaatsen speelt. Een nadere uitleg van de huidige graf- en urnencapaciteit wordt gegeven in paragraaf 4.2 en van de financiën in paragraaf 4.3.

Op de begraafplaatsen in de gemeente Borger-Odoorn worden de volgende knelpunten gesignaleerd:

  • -

    in totaal is voor de grafcapaciteit 9 jaar voorraad verspreid over alle begraafplaatsen, zonder dat er investeringen worden gedaan. Een capaciteit van minimaal 10 jaar is wettelijk verplicht. Zonder investering is de begraafplaats Nieuw Buinen 42 vol en zijn de begraafplaatsen Odoorn, Valthe en Valthermond-Oost binnen 2 jaar vol;

  • -

    de vraag naar urnenvoorzieningen neemt toe. De huidige nissen zijn nagenoeg vol. Dit speelt op de begraafplaatsen in Borger, Nieuw Buinen 32 en Odoorn;

  • -

    op de begraafplaatsen bevinden zich slechte grafmonumenten waarvan de rechthebbenden veelal niet meer te achterhalen zijn en waarvan de verantwoordelijkheid bij de gemeente ligt;

  • -

    zand- en graspaden zijn onderhoudsintensief en minder toegankelijk voor invaliden;

  • -

    er is geen mogelijkheid tot het verstrooien van as;

  • -

    er zijn 8 begraafplaatsen. Deze kosten de gemeenschap € 177.391 per jaar. De kostendekkendheid die in 2005 wordt gehaald is 43%, en in 2006 32%. De raad heeft aangegeven naar een kostendekkendheid van 75% in 2008 toe te willen.

    • 4.

      2 Graf- en urnencapaciteit

Voor elke begraafplaats is (in het voorjaar van 2007) de graf- en urnencapaciteit bepaald; dat wil zeggen de voorraad uit te geven graven c.q. urnennissen.

In onderstaande tabel wordt het aantal begrafenissen en urnenbijzettingen per jaar aangegeven. Hiervoor is het gemiddelde berekend over de jaren 2003 tot en met 2005. Er is een globale inschatting gemaakt van de voorraad per begraafplaats; in de tabel omgerekend naar capaciteit in aantal jaren.

Begraafplaats

Begrafenis per jaar *

Capaciteit begraven in jaren **

Urnenbijzetting per jaar *

Capaciteit urnenvoor

z.In jaren **

Borger

21

23

7

0,75

Nieuw Buinen 32

13

9

1

0

Nieuw Buinen 42

4

0

0

n.v.t.

Valthermond Plaats 60

9

12

1

5

Valthermond-Oost

6

3

0,5

n.v.t.

2e Exloërmond

19

6

0,5

10

Odoorn

11

0,5

4

1

Valthe

5

1

2

3

Totaal

88

9

16

2

* = een gemiddelde van 2003 t/m 2005

** = exclusief mogelijke capaciteitsuitbreiding na onderzoek c.q. investering

Daarnaast is in totaliteit uitgerekend hoeveel jaar er nog begraven kan worden indien rekening gehouden wordt met de toename van begravingen per jaar aangegeven door het CBS. Momenteel wordt de totale grafcapaciteit ingeschat op 9 jaar en de totale urnencapaciteit op 2 jaar. De officiële grafcapaciteit van 10 jaar wordt op dit moment niet waar gemaakt.

Indien geen nieuwe investeringen worden gedaan in het uitbreiden van grafcapaciteit, zijn op korte termijn de begraafplaatsen Nieuw Buinen 42, Valthermond Oost, Odoorn en Valthe voor begraven vol.

Naar urnennissen en urnengraven is de grootste vraag in Borger, Nieuw Buinen 32 en Odoorn. Uit de tabel blijkt dat deze nissen op deze begraafplaatsen nagenoeg vol zijn.

4.3 Financiën

Om een goed inzicht te krijgen in de jaarlijkse kosten en inkomsten van de begraafplaatsen zijn de financiële gegevens van de jaren 2003 tot en met 2006 op een rij gezet. Tevens is de kostendekkendheid berekend. In onderstaande grafiek zijn de totale kosten en inkomsten weergegeven. De oranje lijn geeft de (afnemende) kostendekkendheid aan.

In dit hoofdstuk worden de conclusies aangegeven. In bijlage 1 wordt dit met cijfers nader toegelicht.

 

4.3.1 Kosten

De kosten zijn gebaseerd op rekeningcijfers en niet op begrotingscijfers. De kosten nemen in 2004 en 2005 licht af en in 2006 weer iets toe. Bij het kostenoverzicht dienen de onderstaande opmerkingen te worden gemaakt:

-In de loop van 2005 zijn de banenpoolers opgenomen in de ploeg OOR

(Onderhoudsploeg Openbare Ruimte); de ploeg kreeg in 2005 een uurtarief. Voor die tijd waren ze niet opgenomen in de begroting en/of nacalculatie en werden de kosten van de banenpoolers niet doorgerekend naar de begraafplaats (betreft Odoorn);

-het uurloon van de buitendienst is van € 37 in 2003 naar € 44 in 2006 gestegen.

Procentueel gemiddeld zo’n 4,75 % per jaar;

  • -

    in 2005 zijn géén verplichte grafrechten (voor jaarlijks grafonderhoud) meer geïnd; het grafonderhoud is daardoor als werkzaamheid voor de afdeling BORG vervallen: er worden minder uren gewerkt op de begraafplaats Borger en Nieuw Buinen (ongeveer 600 uur);

  • -

    de kosten van uren van afdeling Burgerzaken en BOWG worden berekend door middel van een verdeelsleutel; het doorberekende bedrag varieert sterk, bijvoorbeeld: Burgerzaken in 2003 wordt doorberekend € 54.500, in € 2004: € 75.700 en in 2005 € 32.300;

  • -

    het aantal uren dat door de afdeling BORG jaarlijks wordt geboekt is wisselend. Bepaalde werkzaamheden worden slechts een in de drie á vijf jaar uitgevoerd, zoals snoeien van bosplantsoen en bomen, rooi- en aanplantwerkzaamheden en aanvullen grond. Ook het aantal begravingen is niet elk jaar hetzelfde;

  • -

    voor het groenonderhoud speelt ook het weer een belangrijke factor in de hoeveelheid uren die aan het groen op de begraafplaats wordt gewerkt. Bij mooi droog en zonnig weer kost het groenonderhoud minder uren;

  • -

    globaal 60 % van de totale kosten op de begraafplaatsen zijn voor het onderhoud van het groen.

4.3.2 Opbrengsten

In het overzicht van kosten en opbrengsten blijven de kosten nagenoeg gelijk. Wat opvalt zijn de teruglopende opbrengsten. Hiervoor zijn de onderstaande opmerkingen te maken:

  • -

    er is een groot verschil in inkomsten tussen 2003 en 2004, wat wellicht komt door een het teruglopend aantal begrafenissen (of verkoop van graven);

  • -

    zoals is besloten bij de aangenomen nieuwe verordening worden er vanaf 2005 geen verplichte grafrechten (=jaarlijks onderhoud grafbeplanting/ schoonhouden grafmonument) meer geheven in Borger en Nieuw Buinen. Het wegvallen van de verplichte grafrechten geeft geen verschil aan de inkomstenkant te zien tussen 2004 en 2005, waarschijnlijk vanwege het eveneens in dat jaar met 5% verhoogde begrafenisrecht.

  • -

    voor een aantal graven is het onderhoud voor onbepaalde tijd afgekocht door de nabestaanden. Daarvoor wordt eenmalig een bedrag betaald. Deze gelden zijn in het verleden niet gereserveerd, maar toegevoegd aan de algemene middelen;

  • -

    met ingang van 2004 zijn de begrafenisrechten steeds jaarlijks 5% verhoogd. Deze jaarlijkse verhoging loopt nog door tot 2008.

  • -

    de inkomsten nemen voor het grootste deel af door minder overledenen in 2006.

In onderstaande tabel is het verloop van het aantal overledenen in de gemeente aangegeven, met daarnaast het aantal begravingen en urnenbijzettingen op de begraafplaatsen van de gemeente Borger-Odoorn. Op de afname van het aantal overledenen heeft de gemeente natuurlijk geen invloed. Wellicht kan de gemeente wel het percentage of aantal burgers wat gebruik maakt van de begraafplaatsen beïnvloeden.

Overzicht begraafplaatsengebruik

Totaaloverzicht

2003

2004

2005

2006

Overledenen

254

230

226

208

Begravingen

95

80

81

73

Bijzetting urnennissen

10

20

14

12

Percentage begravingen*

37%

35%

36%

35%

Percentage urnenbijzetting*

4%

9%

6%

6%

* percentage van totaal overledenen die worden begraven c.q. worden bijgezet in de gemeente Borger-Odoorn

4.3.3 Kostendekkendheid

De grafiek in paragraaf 4.3 geeft aan dat de kostendekkendheid verder afneemt. Het streven was naar een kostendekkendheid van 75% in 2008. Het lijkt erop dat dit niet wordt gehaald.

De totale kosten 2006 zijn ten opzichte van 2003 slechts met 4% gestegen ondanks uurloonstijgingen en een extra begraafplaats in onderhoud (Odoorn) is bijgekomen.

De totale opbrengsten daarentegen zijn ondanks de jaarlijkse 5% verhoging van de leges met 31% gedaald.

Gezien de tabel: overzicht begraafplaatsengebruik in paragraaf 4.3.3 lijkt het er niet op dat er verhoudingsgewijs minder gebruik van de begraafplaatsen wordt gemaakt. De verwachting is een sterke toename van het aantal overledenen in de komende jaren. Het teruglopen van de inkomsten en daarmee van de kostendekkendheid zou daarmee als tijdelijk gezien kunnen worden.

Indien de kostendekkendheid per begraafplaats wordt bekeken (zie onderstaande grafiek) dan daalt de kostendekkendheid op nagenoeg alle begraafplaatsen. Alleen op begraafplaats

Valthermond 60 wordt de kostendekkendheid van 100% gehaald. Dit heeft te maken met het niet volledig doorrekenen van de kosten van grafdelven en groenonderhoud. Het groenonderhoud wordt uitgevoerd door een werkvoorzieningschap; die al jaren een ongewijzigd tarief doorrekent.

Verder hebben in 2006 vooral de begraafplaatsenValthe en Valthermond-Oost een zeer lage kostendekkendheid. Meer informatie hierover is opgenomen in bijlage 1.

 

 

5 Afweging beleid begraafplaatsen

5.1 Workshops

Om te komen tot begraafplaatsenbeleid zijn een aantal workshops gehouden:

  • -

    een workshop voor het college en DT op 30 oktober 2006, zie bijlage 2;

  • -

    een workshop in de raadscommissie Grondgebied op 16 mei 2007 (afgekort:

raadscommissie), zie bijlage 3;

  • -

    een workshop met plaatselijke uitvaartverenigingen, verenigingen dorpsbelangen en cultuurhistorische verenigingen op 2 oktober 2007 (afgekort: plaatselijke verenigingen), zie bijlage 4;

  • -

    een workshop met professionele uitvaartverenigingen en steenhouwers op 7 november 2007 (afgekort: uitvaartverzorgers), zie bijlage 5.

In de gehouden workshops is gevraagd om een voorkeur aan te geven voor bepaalde beleidszaken op basis van een eerste indruk of een eigen mening. Dit om te peilen wat er in de gemeente ‘leeft’ ten aanzien van begraven en begraafplaatsen. Begraafplaatsenbeleid is namelijk niet alleen een afweging van kosten en baten maar voor een groot aantal inwoners heeft dit alles met emotie en gevoel te maken.

Samenvattingen van de workshops van de raadscommissie, de plaatselijke verenigingen en de uitvaartverzorgers hebben weergegeven in bijlage 6. De meningen en opmerkingen zijn gebruikt voor het opstellen van scenario’s voor het beleid van begraafplaatsen. In dit hoofdstuk worden drie onderdelen van de workshop toegelicht, namelijk de beleidsonderdelen Kern en Kader, vergroten graf- en urnencapaciteit en kwaliteit.

5.2 Kern en Kader

5.2.1 Begraafplaatsen sluiten

De gemeente heeft acht begraafplaatsen. De meeste hiervan liggen in of bij een hoofdkern gezien vanuit de Kern en Kadervisie (zie paragraaf 2.5. De begraafplaats Valthe ligt bij een kleine kern. Op een drietal begraafplaatsen zijn slechts 4 tot 6 begrafenissen per jaar. Dit betreft de begraafplaatsen Valthe, Valthermond-Oost en Nieuw Buinen 42.

De vraag is of de 4 tot 6 begrafenissen per jaar (inkomsten gemiddeld globaal 5 x € 1.200 = € 7.000 voldoende is om deze begraafplaatsen in stand te houden (zie paragraaf 4.3.3). Kunnen we dit zo rechtlijnig stellen of speelt er op een begraafplaats meer dan alleen het kosten – batenverhaal?

Indien de kleinste begraafplaatsen worden gesloten zou dit betekenen dat in elke hoofdkern één begraafplaats in stand wordt gehouden.

Om de meningen en gevoelens van het onderwerp ‘begraafplaatsen sluiten’ te peilen is hierover in de workshops een vraag gesteld.

In de raadscommissie is gevraagd of de beleidskeuze ‘begraafplaatsen sluiten of niet’ verder moet worden uitgewerkt of niet. Slechts 19% heeft aangegeven dat ‘sluiten’ verder uitgewerkt moet worden. De meeste raadsleden hebben over ‘sluiten of niet” al een mening, waarbij niet sluiten van begraafplaatsen het hoogst scoort (44%).

Het sluiten van een begraafplaats brengt géén grote financiële consequenties met zich mee. Er kunnen eventueel verzoeken komen tot herbegraven naar een nog ‘open’ begraafplaats of claims van rechthebbenden, die nog géén gebruik hebben gemaakt van hun graf. Er is geen inschatting te maken op de eventuele kosten hiervan.

De meeste kosten voor het officieel sluiten van een begraafplaats zijn administratief (uren BZ en BOWG) en wellicht juridische bijstand (inhuur p.m.).

Bij de workshop van de plaatselijke verenigingen kon de helft van de aanwezigen zich vinden in het sluiten van de kleinste begraafplaatsen.

De plaatselijke verenigingen hebben daarbij zwaar benadrukt dat sluiten van een begraafplaats wel een optie kan zijn, mits eerder uitgegeven graven, bijvoorbeeld bedoeld voor een partner van iemand die al op de begraafplaats begraven is, na sluiting alsnog op de aangewezen plaats begraven kan worden. Er wordt tevens geopperd dat er best nog wel wat grafruimte op de begraafplaatsen gecreëerd kan worden.

Er is een mogelijkheid om een begraafplaats te sluiten met uitzondering van een aantal (verspreid liggende) op een lijst vermelde (lege) graven. Zodra één van deze graven wordt gebruikt valt deze ook onder de geslotenverklaring. Mensen die een recht op een dubbel graf hebben, maar waar één graf nog niet van is gebruikt, kunnen dan toch het tweede graf gebruiken. Gevolg is wel dat de termijn voor bestemmingswijziging van de begraafplaats van 50 jaar pas kan ingaan na sluiting van het laatste graf. Die tweede graven kunnen op termijn dan wellicht een flinke belemmering worden. Over het algemeen wordt geadviseerd om deze graven dan ook niet uit te zonderen.

Bovendien is een dergelijke regeling juridisch discutabel.

Het is eenvoudiger om te stoppen met begraven en daarna te wachten met officieel sluiten van de begraafplaats tot alle graven gevuld zijn. Hoeveel ongevulde reeds uitgegeven graven er per begraafplaats zijn, is op dit moment niet inzichtelijk. Het is ook niet in te schatten hoelang de termijn kan worden totdat de bestemming van de begraafplaats kan wijzigen.

Zodra een begraafplaats officieel gesloten wordt verklaard vervallen alle grafrechten. Dit is in de oude begraafplaatsverordeningen opgenomen. Graven van vóór 1 januari 2005 zijn namelijk voor onbepaalde tijd uitgegeven tot de sluiting van de begraafplaats.

Het merendeel van de uitvaartverzorgers geeft in de workshop aan (70%) dat géén van de begraafplaatsen gesloten moet worden.

Op de nominatie om te sluiten staan o.a. de begraafplaatsen Valthermond-Oost en Valthe. Cultuurhistorisch en ontwerptechnisch gezien zijn het zeer mooie en waardevolle begraafplaatsen. Verzocht wordt door de uitvaartverzorgers om zuinig te zijn op wat we in de gemeente Borger-Odoorn hebben.

Verder wordt aangegeven dat sluiten van een begraafplaats sterk emotionele reacties uit de bevolking kan geven; die emoties waar de uitvaartverzorgers dagelijks mee te maken hebben.

Functie, onderhoud en kosten van een gesloten begraafplaats

De functie van een begraafplaats kan na sluiting veranderen in een groenvoorziening: bijvoorbeeld in een rust- en stilte park. Het onderhoud van deze groenvoorziening moet minimaal nog 20 jaar op ongeveer hetzelfde niveau worden gehandhaafd. Pas na twintig jaar kan het onderhoudsniveau afhankelijk van de toebedeelde functie sterk worden teruggebracht, maar het onderhoud van de groenvoorziening blijft totdat de bestemming wijzigt en er bijvoorbeeld gebouwd mag worden (zo dit al wenselijk wordt gevonden).

Dus na sluiting verandert er geruime tijd niets in het onderhoud en de kosten hiervan. Er staan echter voor deze begraafplaatsen géén inkomsten meer tegenover. Het is bovendien niet zeker dat bewoners, die nu zouden kiezen voor bijvoorbeeld een graf in Valthermond-Oost of Valthe, na sluiting van deze begraafplaatsen in de toekomst ook in onze gemeente begraven willen worden, of uitwijken naar Stadskanaal (i.p.v. Valthermond-Oost) of Emmen (i.p.v. Valthe).

Het kan dus zijn dat inkomsten door sluiten van deze begraafplaatsen wegvallen.

De onderhoudskosten van een gesloten begraafplaats blijven op de jaarlijkse gemeentebegroting drukken en de post openbaar groen zal vanuit de algemene middelen moeten worden verhoogd.

5.2.2 Uitbreiden begraafplaatsen

De tweede vraag in de workshops ging over het uitbreiden van begraafplaatsen. In de workshops is aangegeven dat uitbreiding het meest wenselijk is bij de begraafplaatsen in de hoofdkernen, liefst daar waar het technisch het meest gunstig is en het liefst altijd bij een gebrek aan grafruimte. Voor een nieuwe centraal gelegen begraafplaats is weinig draagvlak en er wordt daarom in deze visie niet verder op ingegaan.

Daar waar het technisch het meest gunstig is zou een wat grotere uitbreiding gemaakt kunnen worden, om voldoende buffer voor de toekomst te krijgen. Het is denkbaar dat een wat grotere uitbreiding van een begraafplaats in fasen wordt aangelegd.

5.2.3. Gebouwen

Een onderdeel waar in het Kern en Kaderproject veel nadruk op wordt gelegd zijn de gebouwen.

In de workshops zijn de gebouwen op de begraafplaatsen niet aan de orde gesteld.

Bij de begraafplaatsen in Odoorn, Valthermond 60 en Borger is een aula aanwezig. De aula’s zijn eigendom van de uitvaartverenigingen en het beheer en onderhoud wordt door de uitvaartverenigingen uitgevoerd.

De gebouwen óp de begraafplaatsen zijn van de gemeente. Ze worden gebruikt voor opslag van materialen die nodig zijn voor een begrafenis. Een deel van deze gebouwen zijn cultuurhistorisch waardevol. Niet op elke begraafplaats is een gebouw.

Er wordt vanuit gegaan dat de gebouwen een duidelijke functie hebben en dienen te worden behouden. Per renovatie kan te zijner tijd het gebruik per gebouw worden beoordeeld.

5.3 Vergroten graf- en urnencapaciteit

Onder capaciteitsuitbreiding wordt verstaan zowel uitbreiding van urnenvoorzieningen als grafcapaciteitsuitbreiding. In de workshops zijn vragen gesteld over beide onderwerpen. De uitkomsten en bevindingen worden hieronder in de toelichting gegeven.

5.3.1 Uitbreiden grafcapaciteit

In de workshops kwam naar voren dat van de mogelijkheden voor grafuitbreiding voor bovengronds begraven géén belangstelling was. Vandaar dat in deze visie deze mogelijkheid niet is uitgewerkt.

In het kort volgt hieronder een toelichting op de mogelijke uitbreiding van de grafcapaciteit zoals besproken in de workshops in volgorde van voorkeur (zie bijlage 6).

Herinrichting op de begraafplaats indien mogelijk (Inbreiden)

Een relatief goedkope oplossing is het verwijderen van bosplantsoen en heesterbeplantingen en de vrijkomende ruimte inrichten met grafvakken. In de raadscommissie en de plaatselijke verenigingen had deze optie de meeste voorkeur; bij de uitvaartverzorgers stond deze optie op de vierde plaats.

Voordelen:

  • -

    er vindt op de totale exploitatie van de begraafplaatsen géén areaaluitbreiding plaats; - een van de goedkopere oplossingen.

    Nadelen:

  • -

    investering nodig;

  • -

    alleen mogelijk op plaatsen waar het de groenstructuur en de uitstraling van de begraafplaats niet aantast.

Ruimen van oude grafvakken

Er zijn op diverse begraafplaatsen oude grafvakken, waar vervallen grafmonumenten in het verleden al zijn verwijderd. Deze vakken kunnen ondergronds worden geruimd. Hierbij worden de begraafresten op respectvolle wijze verwijderd en in een verzamelgraf op de begraafplaats herbegraven. Eventueel kan een herinneringsmonument worden geplaatst.

Het hergebruiken van oude grafvakken wordt in de workshops positief beoordeeld (>80%).

In de toekomst zal moeten worden toegewerkt naar een daadkrachtig ruimingbeleid omdat vanaf 1 januari 2005 de graven voor 20 jaar worden uitgegeven. Indien de grafrechten niet worden verlengd kunnen graven worden geruimd, waarbij in eerste instantie alleen het grafmonument wordt geruimd en later de ondergrondse resten.

Voordelen:

  • -

    er vindt op de totale exploitatie van de begraafplaatsen géén areaaluitbreiding plaats; - een van de goedkopere oplossingen;

  • -

    vaststellen en strikt uitvoeren van een ruimingbeleid geeft duidelijkheid naar burgers: niet betalen of slecht onderhouden grafmonument houdt in: ruimen;

  • -

    te ruimen graven kunnen toegevoegd worden aan de beschikbare grafcapaciteit.

    Nadelen:

  • -

    grotere investering nodig dan bij herinrichten;

  • -

    specifieke know-how inhuren;

  • -

    kan enige emoties losmaken bij burgers;

  • -

    lange en zorgvuldige voorbereidingstijd nodig: minimaal anderhalf jaar.

Uitbreiden

Uitbreiden van de begraafplaatsen is naast een bestaande begraafplaats of op een nieuwe locatie een nieuw deel of een nieuwe begraafplaats aan te leggen. Bij de uitvaartverzorgers had deze optie de meeste voorkeur; in de raadscommissie en bij de plaatselijke verenigingen had deze optie de derde c.q. vierde plaats.

Voordelen:

  • -

    in één keer een grote capaciteitsvoorraad;

  • -

    geen grote emotionele impact bij burgers;

  • -

    inrichting voldoet aan de eisen van de tijd.

Nadelen:

  • -

    grotere investering t.o.v. van ruimen wegens aankoop van grond en geheel opnieuw inrichten van een terrein (ontwerp opstellen; totale inrichting met paden e.d.);

  • -

    lange en zorgvuldige voorbereidingstijd nodig: bestemmingsplanwijziging, aankoop grond, archeologisch onderzoek, flora- en faunaonderzoek: minimaal 2 jaar;

  • -

    Specifieke know-how inhuren; - uitbreiding van de jaarlijkse exploitatie door areaaluitbreiding van de begraafplaatsen.

Schudden

Bij het schudden van graven worden oude graven opnieuw gebruikt door bij het begraven van een overledenen begraafresten onder in het graf te herbegraven. Deze optie voor grafcapaciteitsuitbreiding heeft bij de workshops weinig voorkeur gekregen.

Voordelen:

  • -

    geen investeringskosten; een van de goedkoopste oplossingen;

  • -

    er vindt op de totale exploitatie van de begraafplaatsen géén areaaluitbreiding plaats;

  • -

    per graf schudden: er kan tussen de oude graven opnieuw worden begraven.

Nadelen:

  • -

    het regelmatig een confronteren van de grafdelver met grafrestanten (vooral indien géén goede lijkvertering heeft plaatsgevonden);

  • -

    wellicht neemt het grafdelven een iets langere tijd in beslag.

Tweelaags begraven

Met tweelaags begraven wordt bedoeld dat twee lagen diep wordt begraven. Over tweelaags begraven werd in de workshop van de raadscommissie wat twijfelend gesproken, omdat vreemden boven elkaar begraven kunnen worden. In Emmen en Assen is het voor familieleden al jaren mogelijk om twee diep begraven te worden. In de andere workshops wordt ook aangegeven dat voor familie tweelaags begraven wel een goed idee is. Het grafrecht kan dan wellicht aangepast worden.

Voordelen:

  • -

    de grafcapaciteit verdubbelt;

  • -

    er vindt op de totale exploitatie van de begraafplaatsen géén areaaluitbreiding plaats; - investering is alleen een geohydrologisch onderzoek.

Nadelen:

  • -

    op de begraafplaats een speciale plaats aangeven voor tweelaags begraven zodat géén fouten worden gemaakt bij het begraven van de eerste overledenen in het graf;

  • -

    afstemming met de grafdelver : dieper graven; - alleen zonder grondophoging daar te realiseren waar het technisch van nature mogelijk is.

5.3.2 Kosten uitbreiden grafcapaciteit

Op diverse begraafplaatsen is door herinrichting, door het ruimen van oude graven of een kleine uitbreiding nog voldoende grafruimte te realiseren. Voor het uitvoeren van deze werkzaamheden is een investering nodig.

Hieronder volgt een globale inschatting van de kosten per 1000 graven (= globaal 10 jaar capaciteitsuitbreiding). Dit om de verhouding aan te geven van de kosten per mogelijkheid voor uitbreiding van de grafcapaciteit. De cijfers zijn verzameld bij omringende gemeenten en door globale prijsopgaaf door bedrijven.

Globale inschatting kosten capaciteitsuitbreiding van 1000 graven (1 ha grond)

 

Planvorming

Rooien beplanting

Ruimen

Aankoop grond

(Her-) inrichting

Totaal geschat

Inbreiden

€ 6.000

€ 50.000

 

 

€ 180.000

€ 236.000

Ruimen

€ 15.000

€ 10.000

€ 130.000

 

€ 180.000

€ 335.000

Uitbreiden

€ 75.000

 

 

€ 50.000

€ 425.000

€ 550.000

Schudden

€ 6.000

 

 

 

 

€ 6.000

Tweelaags begraven

€ 9.000

 

 

 

 

€ 9.000

Alle bedragen zijn inclusief BTW, exclusief uren BOWG/ Burgerzaken.

Planvorming is inclusief kosten van eventuele onderzoeken, zoals bijvoorbeeld geohydrologisch, flora - en fauna onderzoek en bestemmingsplanwijziging.

Het is onduidelijk of op bepaalde delen begraven is; deze delen kunnen worden onderzocht door middel van het graven van proefsleuven of grondradar. Bij ‘ruimen’ worden geen kosten berekend voor het opruimen van slechte graven. Indien er een uitbreiding wordt gerealiseerd dienen ook de slechte graven in ieder geval bovengronds te worden geruimd.

Tweelaags begraven alleen mogelijk daar waar de grondslag het van nature toelaat in verband met de grondwaterstand; anders dienen er ook kosten opgenomen te worden om grond op te hogen en of te draineren.

Pas na vaststellen van een specifieke locatie en gedetailleerde planvorming is een precieze raming mogelijk.

De jaarlijkse kosten voor de exploitatie bij uitbreiding nemen toe. Bij een uitbreiding van 1000 graven (10.000 m2 begraafplaats) wordt een verhoging van de jaarlijkse kosten geschat op € 30.000.

Bij inbreiden, ruimen, schudden en tweelaags begraven wordt geen tot weinig uitzetting van de exploitatie verwacht.

5.3.3 Uitbreiden urnencapaciteit

De aanleg van nieuwe urnenvoorzieningen is zeer wenselijk. Vooral op de begraafplaats in Borger, Odoorn en Nieuw Buinen 32 is de vraag naar urnennissen groot.

Het aantal overledenen dat wordt gecremeerd is 50% en dat lijkt nog verder toe te nemen.

In de workshop in raadscommissie zijn geen vragen gesteld over de hoedanigheid van de te realiseren urnenvoorzieningen. Bij de plaatselijke verenigingen en uitvaartverzorgers wél. De plaatselijke verenigingen gaven aan meer voorkeur te hebben voor een urnenmuur en de uitvaartverzorgers voor urnengraven.

De plaatselijke verenigingen verzochten om de plaats en de hoedanigheid van de urnenvoorzieningen in overleg te realiseren. De uitvaartverzorgers bieden hierbij hun specialistische kennis aan.

Er is nog weinig inzicht in de behoefte aan een strooiveld. Dit dient nog nader onderzocht te worden.

5.4 Kwaliteit

Onder kwaliteit wordt verstaan het na te streven onderhoudsniveau voor gebouwen, groen, paden en meubilair op de begraafplaats en daarnaast voor de dienstverlening op de begraafplaatsen in het algemeen.

In de raadscommissie is in de workshop een vraag gesteld over de verhouding dienstverlening – kostendekkendheid. Slechts 12% van de raadscommissie gaf aan dat kostendekkendheid het belangrijkste is. Kwaliteit van dienstverlening wordt belangrijk gevonden (44%); het liefst tegen redelijke kosten oftewel met een goede kostendekkendheid (38%). Bij de plaatselijke verenigingen en de uitvaartverzorgers is deze vraag niet gesteld.

Als voorbeeld voor een keuze in kwaliteit zijn in alle workshops vragen gesteld over het behoud van cultuurhistorische grafmonumenten en het onderhoudsniveau van het groen op de begraafplaats.

5.4.1 Grafmonumenten

Op de begraafplaatsen zijn 1575 matige en 650 slechte grafmonumenten geïnventariseerd. De gemeente is door natrekking altijd eindverantwoordelijk voor de staat van onderhoud van de grafmonumenten (zie paragraaf 2.2). In de begraafplaatsenverordening zijn bepalingen opgenomen om de rechthebbenden te verplichten het grafmonument goed te onderhouden. Indien rechthebbenden nalaten de grafmonumenten goed te onderhouden dient de gemeente slecht geworden grafmonumenten te verwijderen.

Het is niet de bedoeling alle slechte grafmonumenten zomaar te verwijderen. Een aantal zijn cultuurhistorisch belangrijk. Dit betreft bijvoorbeeld oorlogsgraven, graven van plaatselijk belangrijke personen, bijzondere gebeurtenissen of grafmonumenten van bijzondere bouw of steensoort. Een vraag in de workshops was daarom of cultuurhistorische grafmonumenten behouden zouden moeten worden.

Er is hierover weinig discussie gevoerd. Het merendeel is vóór behoud van de cultuurhistorische graven: raadscommissie 63%, plaatselijke verenigingen 86% en de uitvaartverzorgers 100%. De voornaamste reden is dat we zuinig moeten zijn op onze cultuurhistorie in het algemeen en dus ook op de cultuurhistorische graven.

Wel wordt aangegeven dat eerst een definitie moet worden vastgesteld wat er wordt verstaan onder een cultuurhistorisch grafmonument. Daarna kan per begraafplaats een lijst van cultuurhistorische graven worden gemaakt. De plaatselijke (cultuurhistorische) verenigingen hebben aangegeven daarin mee te willen denken. Tevens kan de stichting Terebinth (landelijke vereniging voor funeraire Cultuur) hierin een rol spelen.

5.4.2. Groen

De kosten van het groenonderhoud zijn ongeveer 60% van de totale kosten van de begraafplaatsen (zie paragraaf 4.3.1). Vandaar dat de kwaliteit van het groenonderhoud als vraag is opgenomen in de workshops.

Bij het onderhoudsniveau van het groen op de begraafplaats wordt in de workshops aangegeven dat het niveau minimaal hetzelfde moet zijn als het openbaar groen. De percentages voor in ieder geval hetzelfde onderhoudsniveau aanhouden, zijn bij raadscommissie: 57%, plaatselijke verenigingen 55% en de uitvaartverzorgers 38%.

Bij de uitvaartverzorgers zou 62% liever een hoger onderhoudsniveau nastreven in verband met de gevoeligheid en emoties die meespelen bij begraven en herdenken. Het percentage voor een hoger onderhoudsniveau is bij de raadscommissie en de plaatselijke verenigingen wat lager; respectievelijk 31 en 45%, maar is ook wel vrij hoog te noemen.

Bij de kwaliteitsvraag ‘onderhoudsniveau groen’ wordt in de workshops door de plaatselijke verenigingen en de uitvaartverenigingen aangegeven dat

  • -

    qua onderhoudsniveau uniformiteit moet worden nagestreefd;

  • -

    dat het onderhoudsniveau van het openbaar groen als erg laag wordt beoordeeld;

  • -

    dat een begraafplaats er verzorgd en netjes uit dient te zien in verband met de gevoeligheid en emoties die bij rouwverwerking aan de orde zijn.

6 Beleid begraafplaatsen

De hoofddoelstelling vormt de basis voor het begraafplaatsenbeleid. De volgende algemene hoofddoelstelling is van kracht:

Hoofddoelstelling

De begraafplaatsen dienen de mogelijkheid te bieden om overledenen op een waardige en respectvolle wijze te begraven en te herdenken.

Op de begraafplaatsen is voor het ‘respectvol herdenken’ grafrust belangrijk. Mede daardoor vormt een begraafplaats een rustpunt in het dorp of landschap en biedt daarmee een basis voor de ontwikkeling van waardevolle flora en fauna. Een begraafplaats vormt met monumentale bomen en een karakteristieke groenstructuur een waardevol groenelement in een dorp en maakt als zodanig onderdeel uit van de hoofdgroenstructuur van een dorp.

6.1 Kern en Kader/ vergroten graf- en urnencapaciteit

De beleidskeuzes Kern en Kader en het vergroten van de grafcapaciteit beïnvloeden elkaar. Beide beleidskeuzes zijn daarom in één schema gezet. Dit beleidskeuze schema is weergegeven in bijlage 7. De belangrijkste vragen die hierbij worden gesteld zijn:

  • -

    Moeten oude grafvakken worden geruimd?

  • -

    Moeten de kleinste begraafplaatsen sluiten?

Dit heeft geresulteerd in 5 scenario’s. Per scenario zijn de consequenties en de voor- en nadelen aangegeven.

Bij elk antwoord (ja/nee) op bovengenoemde vragen in het schema zijn de scores van de workshops (zie ook bijlage 6) weergegeven. Voor ruimen was in de workshops een duidelijke voorkeur (alle workshops hoger dan 80% vóór ruimen). Over ‘begraafplaatsen sluiten’ waren de meningen verdeeld en de workshopscore is variabel voor wel of niet sluiten.

Vandaar dat is gekozen voor een tussenoplossing. Op de kleinste begraafplaatsen wordt de grafcapaciteit wel vergroot door ruimen en/ of inbreiden maar er worden géén uitbreidingen meer gedaan. Met als voornaamste reden dat de kosten van een uitbreiding bij de kleinste begraafplaatsen niet opwegen tegen de opbrengsten. Zo mogelijk wordt door een ruimingcyclus de kleinste begraafplaatsen in stand gehouden.

 

 

Scenario II

Bij elke hoofdkern één begraafplaats handhaven: de kleinste begraafplaatsen

(Valthermond-Oost, Nieuw Buinen 42 en Valthe) op lange termijn sluiten

  • -

    De grafcapaciteit op de kleinste begraafplaatsen vergroten door ruimen en inbreiden; maar gezien de grote investering niet uitbreiden;

  • -

    Op de grootste begraafplaatsen bij de hoofdkernen de grafcapaciteit vergroten door inbreiden, ruimen én uitbreiden.

 

 

De voordelen van scenario II zijn:

  • a.

    de aanwezige ruimte op de huidige begraafplaatsen wordt volledig benut;

  • b.

    kosten van capaciteitsuitbreiding en onderhoud van begraafplaatsen worden beperkt;

  • c.

    gestreefd moet worden naar een ruimingcyclus; waardoor ook de kleine begraaf- plaatsen wellicht in stand gehouden kunnen worden;

  • d.

    de mogelijkheid van sluiten openhoudt;

  • e.

    er rekening wordt gehouden met emoties die spelen bij de nabestaanden.

De begraafplaatsen in Nieuw Buinen 42 en Valthe zijn op een aantal graven na ‘vol’. Valthermond-Oost is binnen nu en 2 jaar vol. Het is niet inzichtelijk hoeveel dubbele graven (grafrechten) reeds zijn uitgegeven voor een familielid van iemand die al op de begraafplaats begraven is. Wellicht is dit na de automatisering van de begraafplaatsadministratie op een eenvoudige manier te achterhalen.

Door te investeren in ruimen en/of herinrichten, zijn de bovengenoemde begraafplaatsen op een eenvoudige manier weer een lange periode te gebruiken. Mogelijkheden voor het uitbreiden van de grafcapaciteit zijn:

  • -

    om van de begraafplaats Valthe een natuurbegraafplaats te maken of nog een gedeelte van het bos voor graven op te offeren passend binnen het bestaande ontwerp. Hierbij dient wel rekening te worden gehouden te worden met de aanwezige natuurwaarde! Het bos rond de begraafplaats in Valthe heeft de bestemming ‘begraafplaats’.

  • -

    in Valthermond-Oost en Nieuw Buinen 42 zijn oude grafvakken die na ruimen opnieuw voor begraven gebruikt kunnen worden. Het is op de begraafplaats Nieuw Buinen 42 onduidelijk of op bepaalde delen begraven is; deze delen kunnen worden onderzocht door middel van het graven van proefsleuven of grondradar.

Een globale inschatting van de kosten die nodig zijn voor het vergroten van de graf- en urnencapaciteit zijn weergegeven in hoofdstuk 7.

 

6.1.1 Ruimen

Belangrijk is het invoeren van een ruimingbeleid. Dit heeft veel consequenties voor de uitwerking van het beleid en de kosten daarvan. Niet ruimen betekent in ieder geval dat er meer en eerder uitbreidingen plaats dienen te vinden en dat de begraafplaatsen Valthermond-Oost, Nieuw Buinen 42 - en over een aantal jaren ook begraafplaats Odoorn - zullen moeten worden gesloten, indien daar geen uitbreiding plaats vindt.

Uitbreiden van een begraafplaats is veel duurder dan ruimen. Daarnaast is het onderhoud van de areaaluitbreiding een jaarlijkse kostenpost op de gemeentebegroting. Door oude graven te ruimen en opnieuw te gebruiken wordt in ieder geval alle beschikbare ruimte voor begraven zo optimaal mogelijk benut.

Met ingang van 1 januari 2005 worden graven voor 20 jaar uitgegeven. Na 20 jaar komt het grafrecht te vervallen tenzij het wordt verlengd met 10 jaar. Indien nabestaanden het grafrecht niet verlengen en dus niet meer betalen, dan mag de gemeente de grafruimte opnieuw benutten. Zowel bij verlenging als bij opnieuw uitgeven van de graven worden weer inkomsten verkregen ten gunste van de begraafplaatsen. Dus in principe is door het vaststellen van een graftermijn van 20 jaar een eerste aanzet gedaan voor een ruimingscyclus op termijn.

In de gehouden workshops komt duidelijk naar voren dat ruimen van oude grafvakken een goede, redelijke betaalbare en haast noodzakelijke optie is om de grafcapaciteit uit te breiden.

Ruimingbeleid houdt het volgende in:

Voor graven uitgegeven vóór 1 januari 2005 (betreft de zogenoemde eeuwigdurende graven):

  • 1.

    indien vervallen grafmonumenten aanwezig zijn: de rechthebbenden proberen te achterhalen (gesprekken, oproepen in de krant, internet e.d.):

    • a.

      de rechthebbenden de grafmonumenten laten opknappen;

    • b.

      de rechthebbenden afstand laten doen van hun recht;

  • 2.

    indien het past binnen de oude verordeningen de oude grafvakken ruimen en opnieuw gebruiken voor begraven; hierbij de procedure volgen zoals in de wet op de lijkbezorging is aangegeven.

Voor graven uitgegeven ná 1 januari 2005:

  • 1.

    wordt het grafrecht door nabestaanden na 20 jaar niet verlengd; dan wordt het grafmonument bovengronds verwijderd: het graf kan na ondergronds ruimen opnieuw worden gebruikt;

  • 2.

    er wordt bewust door de gemeente actie ondernomen om de grafrechten te verlengen; dit om inkomsten te vergaren; maar ook om niet-verlengde graven opnieuw te kunnen gebruiken (=toevoegen aan de grafvoorraad);

  • 3.

    slechte monumenten worden na aanschrijven van de rechthebbenden en bij uitblijvende actie, zo spoedig mogelijk verwijderd: hiervoor dient een goede procedure opgezet te worden. Na het verwijderen van een slecht grafmonument vervalt het graf ook aan de grafvoorraad.

Voor ruimen de procedures volgen, zoals in de Wet op de lijkbezorging zijn aangegeven. Daarnaast richting burgers duidelijk communiceren en op de begraafplaats steeds netjes en met eerbied handelen.

6.1.2 Sluiten

Het sluiten van een begraafplaats levert op korte termijn niet veel geld op. De grond die na 50 jaar vrij komt is minder aantrekkelijk voor woningbouw en vervalt wellicht aan de openbare groenvoorziening en wordt al dan niet ingericht als parkje of bosje.

Begraafplaatsen zijn cultuurhistorisch waardevol en leveren door de mooie veelal monumentale bomen een grote bijdrage aan de groenstructuur van een dorp. Daarnaast hebben begraafplaatsen een vrij grote emotionele waarde voor nabestaanden. Vandaar dat met direct sluiten van begraafplaatsen voorzichtig moet worden omgegaan.

Wordt het begraven op de kleinste begraafplaatsen voortgezet, dan ontvangt de gemeente in ieder geval nog inkomsten op deze begraafplaatsen. Het is niet bekend waar de overledenen zullen worden begraven indien deze begraafplaatsen sluiten (Valthe, Nieuw Buinen 42 en ValthermondOost).

Door op de kleinste begraafplaatsen alle mogelijke grafruimte door ruimen van oude graven of door inbreiding (omvormen van beplantingen naar grafruimte) te benutten, kan nog geruime tijd worden begraven. Indien ruimen of inbreiden op de kleinste begraafplaatsen niet meer mogelijk is, dan worden deze gesloten. Zo mogelijk wordt door een ruimingcyclus de begraafplaatsen in stand gehouden.

Alleen bij de begraafplaatsen in de hoofdkernen wordt de grafcapaciteit indien nodig door een uitbreiding vergroot.

6.1.3 Tweelaags begraven

Met tweelaags begraven wordt bedoeld dat twee lagen diep wordt begraven. Over tweelaags begraven is in de workshop van de raadscommissie wat twijfelend gesproken, omdat vreemden boven elkaar begraven kunnen worden. In Emmen en Assen is het voor familieleden al jaren mogelijk om tweelaags begraven te worden. In de andere workshops werd aangegeven dat voor familie tweelaags begraven wel een goed idee is. Het grafrecht kan dan wellicht aangepast worden.

Het is wenselijk de optie tweelaags begraven nader uit te werken en op termijn een proef te starten in een grafvak. Bijvoorbeeld op de begraafplaats in Odoorn en hiervoor een speciaal tarief vaststellen.

6.1.4 Vergroten urnencapaciteit

Om te blijven voldoen aan de vraag is het noodzakelijk nog dit jaar te starten met de inrichting en aanleg van urnenvoorzieningen op de begraafplaatsen in Borger, Odoorn en Nieuw Buinen 32.

De huidige urnennissen zijn (bijna) vol.

Om een goede plaats en inrichting op de begraafplaatsen te realiseren wordt te zijner tijd met de plaatselijke verenigingen overlegd.

Het opstellen van een ontwerp kost ongeveer € 6.000. De kosten van de aanleg van een urnenvoorziening zijn afhankelijk van locatie, materiaalgebruik en afmetingen e.d. De behoefte aan een strooiveld dient nog nader te worden onderzocht.

6.2 Kwaliteit

In verband met de gevoeligheid en de emoties die meespelen bij begraven en herdenken is in december 2004 door het college vastgesteld dat een begraafplaats sober en respectvol moet zijn.

Sober kan gezien worden als een ‘hoedanigheid van de inrichting’ (zie paragraaf 6.2.7). Respectvol als onderhoudsniveau betekent dat de begraafplaatsen er netjes en verzorgd uit moeten zien, zodanig dat de begraafplaatsen een waardige uitstraling hebben.

Bij het onderhoudsniveau van het groen op de begraafplaats wordt in de workshops aangegeven dat het niveau minimaal hetzelfde moet zijn als het openbaar groen. Door de plaatselijke verenigingen en de uitvaartverzorgers wordt het vastgestelde onderhoudsniveau van het openbaar groen ‘laag’ genoemd. Bij de uitvaartverzorgers zou 62% liever een hoger onderhoudsniveau nastreven, bij de raadscommissie en de plaatselijke verenigingen respectievelijk 31 en 45%.

Om het onderhoudsniveau ‘respectvol’ op de begraafplaatsen te realiseren is daarom een ‘goed’ onderhoudsniveau wenselijk. De financiële consequenties hiervan zijn opgenomen in hoofdstuk 7; dit betreft voornamelijk een budget voor het uitvoeren van renovaties van groen, paden, meubilair en gebouwen en het opruimen van slechte grafmonumenten.

Om overledenen waardig en respectvol te herdenken zijn een aantal doelstellingen geformuleerd voor de na te streven kwaliteit:

Doelstellingen kwaliteit

-

Zorgen voor een goede dienstverlening;

-

Duurzaam beheer nastreven met een eenduidig kwaliteitsniveau voor alle begraafplaatsen;

-

Kwaliteit van beheer en onderhoud: een goed onderhoudsniveau (‘niveau 2’ voor groen; ‘conditieniveau 2’ voor gebouwen);

-

Zorgen voor een goede toegankelijkheid.

6.2.1 Dienstverlening

In de gemeente Borger-Odoorn zijn vier afdelingen betrokken bij het product ‘begraven’, namelijk afdeling Burgerzaken, BOWG, BORG en Financiën.

Om de dienstverlening te verbeteren dient kritisch te worden gekeken naar de huidige processen van aangifte, administratie, grafdelven, nazorg en informatievoorziening. Dit is vooral een interne aangelegenheid.

6.2.2 Grafmonumenten

Voordat tot het ruimen van slechte grafmonumenten wordt overgegaan dienen eerst de rechthebbenden zo mogelijk te worden getraceerd. Ook dient een voornemen tot ruimen van een grafvak minimaal een jaar van te worden aangeven bij de ingang van de begraafplaats en bij het grafvak zelf.

Samen met de plaatselijke (cultuurhistorische) verenigingen kan een definitie worden opgesteld wat wordt verstaan onder een cultuurhistorisch grafmonument. Daarna kan per begraafplaats een lijst van cultuurhistorische graven worden gemaakt in samenwerking met de stichting Terebinth (landelijke vereniging voor funeraire Cultuur). Dit werk zal voornamelijk door vrijwilligers worden uitgevoerd.

Indien duidelijk is geworden welke grafmonumenten als cultuurhistorisch wordt aangemerkt kan inzicht worden verkregen in eventuele kosten voor behoud van deze grafmonumenten. Om de slechte grafmonumenten, die niet cultuurhistorisch zijn, te verwijderen dienen voldoende middelen opgenomen te worden. Zie hiervoor hoofdstuk 7.

6.2.3 Groen

Bij het onderhoudsniveau van het groen op de begraafplaats wordt in de workshops aangegeven dat het niveau minimaal hetzelfde moet zijn als het openbaar groen. Een groot percentage geeft aan liever een hoger niveau te zien toegepast. Doordat de begraafplaatsen door diverse dorpsploegen wordt onderhouden en er van oudsher verschillende werkwijzen worden gehanteerd, is er ook een onderhoudsverschil te zien tussen de verschillende begraafplaatsen. Over het algemeen is het onderhoudsniveau van het groen op de begraafplaatsen in de huidige situatie hoger dan het niveau van het openbaar groen. In de inventarisatie begraafplaatsen oktober 2006 wordt het merendeel van het groenonderhoudsniveau op de begraafplaatsen beoordeeld op niveau 2.

Op de begraafplaatsen in Valthermond-Oost en Valthermond 60 is het onderhoudsniveau van het groen (en de paden) in 2007 nog lager geweest dan het openbaar groen. Een upgrading van het onderhoudsniveau is nodig.

In bijlage 8 zijn de onderhoudsniveaus van het groen uit het referentieboek, behorende bij de visie ‘Groen moet je doen’ weergegeven. Daarnaast zijn per onderhoudsniveau globaal de kosten uitgerekend: ‘niveau 2’ voor groen en ‘conditieniveau 2’ voor gebouwen voor het groenonderhoud op de begraafplaatsen.

Heesters: niveau 2 Heesters: niveau 3

De werkelijke kosten zijn gebaseerd op de werkelijke uren en kosten van 2006. Financieel gezien nadert de huidige werkwijze groenonderhoudsniveau 2.

In de praktijk is het onderhoudsniveau van het groen wisselend per begraafplaats (hoger of lager dan niveau 2). Door de inzet per dorpsploeg overal gelijk te trekken en meer planmatig te werken kan onderhoudsniveau 2 op alle begraafplaatsen worden gehaald.

Voor de begraafplaatsen Valthermond-Oost en Valthermond 60 geldt dit niet. Het onderhoud wordt aan een werkvoorzieningschap uitbesteed. Het tarief is al jaren ongewijzigd. Voor 2008 worden nieuwe afspraken gemaakt over het onderhoudsniveau en wordt het onderhoud opnieuw aanbesteed. Deze wijziging zal in de najaarsnota 2008 of de begroting van 2009 worden opgenomen.

6.2.4 Paden

Op de begraafplaatsen zijn diverse soorten paden: asfalt, klinkers, halfverharding, graspaden en zandpaden. Het onderhoudsniveau van de paden is bij de inventarisatie begraafplaatsen in 2006 beoordeeld als ‘goed’. Maar niet alle paden zijn even goed begaanbaar voor minder validen. Met name de gras- en zandpaden zijn niet geschikt voor een rollator en de zandpaden worden glad bij nat weer indien de paden niet worden geschoffeld.

Door vergrijzing (zie paragraaf 3.1) van onze gemeente is vooral de begaanbaarheid van de paden en daarmee de bereikbaarheid van de graven in de nabije toekomst een belangrijk aandachtspunt. Bij een renovatie van de begraafplaatsen dienen (een deel van) de paden te worden verhard; een schatting van de kosten is weergegeven in hoofdstuk 7.

6.2.5 Gebouwen en poorten

Het na te streven onderhoudsniveau van de gebouwen op de begraafplaatsen is in de workshops niet aan de orde gesteld. De huidige staat van onderhoud en het gebruik van de gebouwen op de begraafplaatsen dient nog nader te worden geïnventariseerd. Voor de gebouwen op de begraafplaatsen heeft het gekozen onderhoudsniveau de consequentie dat gekozen wordt voor conditieniveau 2 : ‘goed’. De kwaliteitsomschrijving van de gebouwen staat in bijlage 9.

Bij elke begraafplaats zijn een of meerdere toegangspoorten. Een tweetal is in slechte staat. Deze dienen te worden hersteld of vervangen. Dit zijn de achterpoort bij de begraafplaats Tweede Exloërmond en de poort bij de begraafplaats Valthermond 60.

6.2.6 Meubilair

Uit de inventarisatie begraafplaatsen 2006 blijkt dat de onderhoudstoestand van de aanwezige zitbanken matig tot slecht zijn, dat rijnummers van de graven niet aanwezig of niet leesbaar zijn. Bij de renovatie van een begraafplaats dient ook het meubilair te worden opgeknapt.

6.2.7 Inrichting begraafplaatsen

Belangrijk bij het streven naar een sobere inrichting van de begraafplaatsen is de karakteristieke van oudsher aanwezige groenstructuren en hoofdopzet te behouden en indien mogelijk te versterken. Door beplantingen te renoveren of gedeeltelijk om te vormen wordt een rustige uitstraling van het groen op de begraafplaatsen nagestreefd, die bovendien ook nog onderhoudsarmer is.

Doelstellingen voor de inrichting van de begraafplaatsen

-

Een eenvoudige, rustige en ruimtelijke inrichting waarborgen volgens vastgesteld groenbeleid;

-

Behouden en versterken van de karakteristieke (groene) opbouw van de begraafplaatsen;

-

Meerdere mogelijkheden aanbieden zoals graven en urnenvoorzieningen;

-

Streven naar inheemse beplanting en eenvoud in materiaalgebruik;

-

Aandacht voor cultuurhistorische en karakteristieke elementen;

-

Zand- en graspaden verharden voor een goede toegankelijkheid van minder validen;

-

Nieuw te ontwikkelen begraafplaatsen, c.q. uitbreidingen moeten passen binnen de beleidsdoelstellingen; en bij een uitbreiding tevens aansluiten bij het karakter van de bestaande begraafplaats.

7 Kosten

De kosten die voor een uitbreiding van de graf- en urnencapaciteit of renovatie nodig zijn, zijn pas inzichtelijk te maken indien per begraafplaats een plan wordt gemaakt. Vandaar dat in dit hoofdstuk wordt volstaan met een globale schatting van de kosten voor de komende 5 jaar.

Schatting kosten binnen 5 jaar

Uitwerken beleidsplan

  • -

    inhuren advies bij uitwerken beleid € 15.000

  • -

    communicatie € 5.000

Subtotaal uitwerken beleidsvisie € 20.000

Renovatie

  • -

    herstel poort 2e Exloërmond/ Valthermond Plaats 60 € 10.000

  • -

    renovatie begraafplaatsen (groen, paden, meubilair) € 140.000

  • -

    verwijderen slechte grafmonumenten € 100.000

  • -

    gebouwen € 50.000

Subtotaal renovatie € 300.000

Uitbreiding graf- en urncapaciteit

  • -

    onderzoek naar begraafresten div locaties € 15.000

    - geohydrologisch onderzoek div locaties € 20.000

  • -

    ruimen diverse grafvakken diverse begraafplaatsen € 60.000

-voorbereidingskrediet uitbreiding Odoorn/2e Exloërmond

€ 60.000

-aankoop grond

 

p.m.

-inbreiding Valthe

 

p.m.

-ontwerp/bestek urnenvoorzieningen

 

€ 20.000

-urnenvoorzieningen Borger, Nieuw Buinen, Odoorn

 

€ 55.000

Subtotaal uitbreiding graf- en urncapaciteit

Bedragen zijn inclusief btw.

 

€ 230.000

Totaal begraafplaatsen Borger-Odoorn

 

€ 550.000

-uitbreiden begraafplaatsen Odoorn en 2e Exloërmond (de kosten zijn afhankelijk van de locatie, grondprijs e.d.)

 

 

8 Samenvatting

De gemeente Borger-Odoorn heeft acht begraafplaatsen. In oktober 2006 zijn de begraafplaatsen geïnventariseerd, waarin de kwantiteit en kwaliteit van het groen, de grafcapaciteit, de kosten en de uitbreidingsmogelijkheden zijn bekeken.

Gewenst is een duidelijk eenduidig beleid voor alle begraafplaatsen. In deze visie worden drie beleidsonderdelen uitgewerkt; namelijk Kern en Kader, vergroten graf- en urncapaciteit en de kwaliteit.

Voor de raadscommissie grondgebied, de plaatselijke verenigingen (uitvaartverenigingen, dorpsbelangen, cultuurhistorische verenigingen) en voor de uitvaartverzorgers (steenhouwers, uitvaartverzorgers) zijn workshops gehouden om de meningen en ideeën te peilen ten aanzien van de begraafplaatsen en draagvlak te creëren voor het nieuwe beleid. De uitkomsten van de workshops zijn gebruikt voor het opstellen van het begraafplaatsenbeleid.

De beleidsvisie is daarnaast gebaseerd op bestaand beleid van verschillende overheidsniveaus, toekomstige verwachtingen en trends en gemeentelijk beleid. Het gemeentelijk groenbeleid is verwoord in ‘Kern en Kader 2’ en in de groenbeleidsvisies ‘Onze Groene Ruimte’ en ‘Groen moet je doen’. De begraafplaatsen vormen met hun monumentale bomen, karakteristieke groenstructuur en grafrust een waardevol groenelement in een dorp en maken onderdeel uit van de hoofdgroenstructuur van een dorp.

De grootste knelpunten van de begraafplaatsen zijn:

  • -

    in totaal is voor de grafcapaciteit 9 jaar voorraad verspreid over alle begraafplaatsen, zonder dat er investeringen worden gedaan. Een capaciteit van minimaal 10 jaar is wettelijk verplicht.

  • -

    zonder dat er investeringen worden gedaan is de begraafplaats Nieuw Buinen 42 vol en zijn de begraafplaatsen Odoorn, Valthe en Valthermond-Oost binnen 2 jaar vol;

  • -

    de vraag naar urnenvoorzieningen neemt toe. De huidige nissen zijn nagenoeg vol.

  • -

    op de begraafplaatsen bevinden zich slechte grafmonumenten waarvan de rechthebbenden veelal niet meer te achterhalen zijn en waarvan de verantwoordelijkheid bij de gemeente ligt;

  • -

    zand- en graspaden zijn onderhoudsintensief en minder toegankelijk voor invaliden;

  • -

    de kostendekkendheid die in 2005 wordt gehaald is 43%, en in 2006 32%. De raad heeft aangegeven naar een kostendekkendheid van 75% in 2008 toe te willen; deze wordt niet gehaald.

Het beleid is verwoord in een algemene doelstelling:

‘De begraafplaatsen dienen de mogelijkheid te bieden om overledenen op een waardige en respectvolle wijze te begraven en te herdenken’.

Op de kleinste begraafplaatsen (Valthe, Valthermond-Oost en Nieuw Buinen 42) zijn 4 tot 6 begravingen per jaar. Door op deze kleinste begraafplaatsen alle mogelijke grafruimte door ruimen van oude graven of door inbreiding (omvormen van beplantingen naar grafruimte) te benutten, kan nog geruime tijd worden begraven. Indien ruimen of inbreiden op de kleinste begraafplaatsen niet meer mogelijk is, dan worden deze gesloten. Zo mogelijk wordt door een ruimingcyclus de kleinste begraafplaatsen in stand gehouden.

Alleen bij de begraafplaatsen in de hoofdkernen wordt de grafcapaciteit indien nodig ook door een uitbreiding vergroot.

Voor alle begraafplaatsen moet een duurzaam beheer worden nagestreefd met een eenduidig en goed kwaliteitsniveau voor alle begraafplaatsen. De dienstverlening en de toegankelijkheid voor minder validen dienen te worden verbeterd.

Om het kwaliteitsniveau te halen dienen renovaties per begraafplaats te worden uitgevoerd. Het is wenselijk om dan te bepalen wat wel en niet behouden moet blijven. De geschiedenis van de begraafplaatsen mag niet zomaar verdwijnen; we moeten zuinig zijn op wat onze voorouders ons hebben nagelaten.

Voor het vergroten van de graf- en urnencapaciteit en de renovatie van de begraafplaatsen moeten voldoende (financiële) middelen beschikbaar komen.

 

 

Bijlagen behorend bij ‘Ruimte voor de laatste rustplaats’

 

Bijlage 1: Financiën

De totale kosten en opbrengsten van de begraafplaatsen; met daarbij de kostendekkendheid:

Kostendekkendheid begraafplaatsen

Begraafplaatsen

2003

2004

2005

2006

Kosten

€ 335.973

€ 336.835

€ 313.314

€ 350.868

Opbrengsten

€ 163.480

€ 133.070

€ 133.736

€ 113.079

Kostendekkendheid

49%

40%

43%

32%

Kosten

De kosten bestaan voor een groot deel uit uren van de afdeling BORG. Het aantal uren dat de afdeling BORG jaarlijks boekt is wisselend. Bepaalde werkzaamheden worden slechts een in de drie á vijf jaar uitgevoerd, zoals snoeien van bosplantsoen en bomen, rooi- en aanplantwerkzaamheden en aanvullen grond. Ook het aantal begravingen is niet elk jaar hetzelfde;

Voor het groenonderhoud speelt ook het weer een belangrijke factor in de hoeveelheid uren die aan het groen op de begraafplaats wordt gewerkt. Bij mooi droog en zonnig weer kost het groenonderhoud minder uren;

Werkelijke uren BORG van 2003 t/m 2007

Uren buitendienst (BORG)

Uren

 

rek

rek

rek

rek

rek

Omschrijving

2003

2004

2005

2006

2007

Begraafplaats Borger

2.169

2.012

1.693

1.490

1.816

Begraafplaats 2e Exloërmond

993

710

760

1.182

595

Begraafplaats Nieuw-Buinen

1.038

1.151

1.303

1.083

1.040

Begraafplaats Odoorn

0

15

613

890

904

Begraafplaats Valthe

542

572

582

658

402

Begraafplaats Valthermond-West

10

0

0

0

54

Begraafplaats Valthermond-Oost

0

2

19

0

17

Totaal uren

4751

4461

4969

5.302

4828

Het urenoverzicht van de afdeling BORG laat zien dat op de begraafplaats Odoorn eerst geen uren werden geschreven en vanaf 2005 wel. In Borger zijn duidelijk minder uren gewerkt; dit kan worden verklaard door het gedeeltelijk wegvallen van het onderhoud aan de grafbeplantingen. In Nieuw Buinen is dat verschil wat minder duidelijk. Op de overige begraafplaatsen zijn meer liggende grafmonumenten aanwezig en speelt het onderhoud van grafbeplantingen vanuit het verleden niet.

Om meer inzicht te krijgen hoeveel uren waaraan wordt gewerkt is in het jaar 2006 door de afdeling BORG de gewerkte uren op de begraafplaats per werksoort apart geboekt. Dit resulteert in het onderstaande kostenoverzicht (uren omgerekend naar kosten). De kosten voor afdeling Burgerzaken en BOWG zijn doorgerekend via een (variabele) verdeelsleutel.

Verdeling kosten begraafplaatsen 2006

Begraafplaats

Kosten uren

BORG

Kosten uren

BZ/BOWG

Kosten tractie

Kosten derden

Kosten totaal

Algemeen beheer

€ 607

€ 13.422

 

€ 33.992

€ 47.802

Grafdelven

€ 8.992

 

 

€ 4.790

€ 13.782

Graven/stenen schoonmaken

€ 5.538

 

 

 

€ 5.538

Plantsoenen/ bomen

€ 180.109

 

€ 3.755

€ 21.750

€ 205.614

Paden

€ 26.823

 

 

 

€ 26.823

Opslagruimte

€ 6.364

 

 

 

€ 6.364

Aanvullen grond

€ 3.648

 

 

 

€ 3.648

Administratie burgerzaken

 

€ 41.297

 

 

€ 41.297

Totaal

€ 232.081

€ 54.719

€ 3.755

€ 45.234

€ 350.868

De hoogste kostenposten zijn het onderhoud van plantsoenen en bomen, algemeen beheer, administratie burgerzaken en het onderhoud van (onkruidvrij houden van) paden.

Globaal 60 % van de totale kosten op de begraafplaatsen zijn voor het onderhoud van het groen

Op de post ‘kosten derden’ van algemeen beheer worden diverse kosten betaald. In onderstaand overzicht is een uitsplitsing gemaakt van deze kosten.

Kapitaalslasten komen voort uit de laatste investering in Odoorn door het opknappen van een deel van de oude begraafplaats.

Overzicht kosten

Algemeen beheer 2006

Kosten derden

Kosten onroerend goed

€ 1.474

Waterverbruik

€ 1.950

Grofvuil afv container

€ 1.614

Materialen

€ 12.851

Kapitaalslasten

€ 14.969

Subsidie Drouwenerveen

€ 1.134

Totaal

€ 33.992

Opbrengsten

De totale opbrengsten van de begraafplaatsen zijn in onderstaande tabel weergegeven. De grafrechten (verplicht jaarlijks onderhoudskosten voor de graven op Borger en Nieuw Buinen)

Opbrengsten begraafplaatsen

Begraafplaatsen

2003

2004

2006

Begrafenisrechten

€ 142.478

€ 108.438

€ 113.079

Grafrechten

€ 21.002

€ 24.632

€ 0

Totaal

€ 163.480

€ 133.070

€ 113.079

Kosten en opbrengsten per begraafplaats

Financiën per begraafplaats

Borger

2003

2004

2005

2006

Kosten

€ 93.650

€ 89.928

€ 81.174

€ 74.224

Inkomsten

€ 70.426

€ 51.115

€ 41.706

€ 36.713

Kostendekkendheid

75%

57%

51%

49%

 

 

 

 

 

Tweede Exloërmond

2003

2004

2005

2006

Kosten

€ 42.492

€ 32.111

€ 34.499

€ 56.558

Inkomsten

€ 25.664

€ 19.490

€ 18.582

€ 25.443

Kostendekkendheid

60%

61%

54%

45%

 

 

 

 

 

Nieuw Buinen 32 en 42

2003

2004

2005

2006

Kosten

€ 56.319

€ 49.535

€ 59.477

€ 53.221

Inkomsten

€ 30.469

€ 30.833

€ 26.105

€ 16.853

Kostendekkendheid

54%

62%

44%

32%

 

 

 

 

 

Odoorn

2003

2004

2005

2006

Kosten

€ 15.224

€ 13.698

€ 36.687

€ 51.532

Inkomsten

€ 12.129

€ 13.165

€ 13.951

€ 12.994

Kostendekkendheid

80%

96%

38%

25%

 

 

 

 

 

Valthe

2003

2004

2005

2006

Kosten

€ 22.600

€ 23.914

€ 26.696

€ 30.688

Inkomsten

€ 11.585

€ 3.790

€ 7.240

€ 2.368

Kostendekkendheid

51%

16%

27%

8%

 

 

 

 

 

Valthermond 60

2003

2004

2005

2006

Kosten

€ 11.754

€ 10.925

€ 10.765

€ 10.463

Inkomsten

€ 7.510

€ 8.422

€ 18.558

€ 18.264

Kostendekkendheid

64%

77%

172%

175%

 

 

 

 

 

Valthermond-Oost

2003

2004

2005

2006

Kosten

€ 9.140

€ 10.387

€ 11.187

€ 9.926

Inkomsten

€ 5.697

€ 6.255

€ 7.594

€ 446

Kostendekkendheid

62%

60%

68%

4%

 

 

 

 

 

Kosten algemeen

€ 84.794

€ 106.337

€ 52.829

€ 64.256

Opmerking: de kosten van de begraafplaatsen in Borger en Nieuw Buinen zijn inclusief de kosten van grafdelven. De kosten van grafdelven van de overige begraafplaatsen vallen onder kosten algemeen.

De kosten van de begraafplaatsen Valthermond-Oost en Valthermond Plaats 62 zijn doorberekende kosten van de Emco; via een verrekenslag tot stand gekomen. De verrekensleutel is niet bekend.

Voor een goed overzicht zijn bovenstaande gegevens in twee grafieken gezet.

 

 

 

Bijlage 2: Samenvatting workshop begraafplaatsen College en DT

Gemeentehuis Exloo, 30 oktober 2006 aanwezig: T. Slagman, J. Bruintjes, T. Meedendorp, J. Jaarda, J. Gorseling, L. Luijben, P. van Houten, D. ter Braak, W. Brandt, P. Hurkmans.

Stellingen

1.Waardevolle grafmonumenten ( bijzonder mooie, oude, van bekende Nederlanders/ afkomstig uit de streek /regio of anderszins van cultuur historisch belang (b.v. Veenbrand)) moeten in stand worden gehouden; ja, monumentale grafzerken behouden indien mogelijk

2. Bij het opheffen van een begraafplaats moeten alle grafbedekkingen verwijderd worden; ja, na 30 jaar, mogelijk een parkachtige omgeving creëren, bestuurlijk afbreukrisico aanwezig

3.Vanaf 2012 heeft Borger-Odoorn om te begraven nog maar één begraafplaats nodig op het zandgedeelte en één in het veengedeeelte nee, volgens Kern & Kader niet logisch: 5 á 6 is logischer, bestuurlijk afbreukrisico bij sluiten begraafplaats

4. In 2010 zullen de begrafenisrechten tot de gemiddeld 10 hoogste (=duurste) van Nederland behoren raad heeft al besloten dat kostendekkendheid 75% moet zijn; een reële kostprijs voor het grafrecht lijkt logisch

5.Een begraafplaats dient even representatief te zijn als het gemeentehuis en omgeving

(nabestaanden kunnen in een nette, verzorgde omgeving de laatste eer bewijzen)

begraafplaats zit qua onderhoudsniveau tussen openbaar groen en gemeentehuis in, op basis van systematiek van groenbeleidsplan

 

Bijlage 3: Uitkomsten workshop begraafplaatsen raadscommissie

Onderdeel van de openbare vergadering van de raadscommissie Grondgebied van de gemeente Borger-Odoorn, d.d. woensdag 16 mei 2007 om 19.30 uur in de raadzaal van het gemeentehuis te Exloo

Voorzitter:

H.van Benthem

Griffier:

E.Rossèl

Notulist:

A.A.M. Wolbers (Notuleerservice Nederland)

 

 

Raadsleden:

PvdA: H. Bijker, G.J. van Delden, H. Bos

 

Gemeentebelangen: M. Eshuis, G. Plat

 

VVD: R. Ijlenhave

 

CDA: R. Tuin, G. Schuil

 

Democraten66: P. de Graaf

 

GroenLinks: J. Marskamp

Afwezig:

ChristenUnie: K. Brandsema

 

 

Collegeleden:

J.J. Bruintjes (wethouder PvdA), T.J. Meedendorp (wethouder PvdA)

Ambtenaren:

W.Brandt, P. Hurkmans, H. Moes, E. Rossèl (afdelingshoofd VROM)

Hieronder de uitkomsten van de workshop begraafplaatsen. De formulieren zijn ingevuld door 16 raadsleden. Bij de meeste vragen is de voorkeur in een percentage weergegeven (hoger percentage= meer voorkeur). Bij de niet-percentage antwoorden is het volgende aangegeven: 1= hoogste, 6 = laagste voorkeur.

Onder opmerkingen/ ander voorstel worden de opmerkingen weergegeven die door de raadsleden zijn gemaakt bij het invullen van het workshopformulier of aantekeningen bij de wijze waarop het formulier is ingevuld.

Tevens is een kopie toegevoegd van agendapunt 10 uit het verslag van de raadscommissie grondgebied van 16 mei 2007.

Uitkomsten workshop begraafplaatsen raadscommissie

Vraag 1: op termijn de kleinste begraafplaatsen sluiten?

Kleinste begraafplaatsen sluiten 25%

Niet sluiten 44%

2 of 3 scenario’s uitwerken 19% Geen mening/ ander voorstel 12%

100%

Opmerkingen bij vraag 1/ander voorstel:

Op de vraag of er een beleidsvoorstel zou moeten komen met meerdere scenario’s werd door de meeste raadsleden over het algemeen direct aangegeven hoe over sluiten van begraafplaatsen werd gedacht. Drie raadsleden gaven aan dat de scenario’s moeten worden uitgewerkt. Zeven raadsleden zijn ervoor om de begraafplaatsen niet te sluiten; vier raadsleden gaven aan de kleinste te willen sluiten en bij 2 raadsleden was bij deze vraag geen antwoord ingevuld.

Opgemerkt is:

  • -

    sluiten op lange termijn is wel mogelijk;

  • -

    begraafplaatsen niet sluiten omdat deze van grote emotionele betekenis zijn voor de inwoners;

  • -

    een derde scenario toevoegen: nl. een grote algemene begraafplaats maken voor de hele gemeente;

  • -

    waar in een dorp twee begraafplaatsen zijn: één begraafplaats sluiten (kleinste).

Conclusie vraag 1:

De meerderheid geeft op voorhand aan dat de kleinste begraafplaatsen moeten worden behouden. Een minderheid wil graag de scenario’s verder uitgewerkt zien.

Vraag 2: waar uitbreiding van begraafplaatsen? (1=hoogst, 6=laagst)

Alleen bij begraafplaatsen in de hoofdkernen 1 Bij een of meerdere begraafplaatsen uitbreiden,

waar het technisch het meest gunstig is 2

Altijd bij een begraafplaats met gebrek aan grafruimte 3 Bij elke begraafplaats een kleine uitbreiding 4 Uitbreiden van de begraafplaats alleen in de grootste kern (Borger) 5 Geen uitbreiding van de huidige begraafplaatsen:

Een nieuwe centraal gelegen begraafplaats realiseren 6

Opmerkingen bij vraag 2/ ander voorstel:

Deze vraag is door een aantal aanwezigen anders geïnterpreteerd. Deze hadden alleen eenmaal 1 ingevuld. De uitkomst toont echter weinig verschil tussen alle ingevulde vragen meerekenen of alleen maar de “juist ingevulde”.

Verder gemaakte opmerkingen:

  • -

    uitbreiding van grafruimte moet binnen de begraafplaats plaatsvinden;

  • -

    mogelijkheid bekijken binnen Lofarterrein voor realiseren van een nieuwe begraafplaats..

Conclusie vraag 2:

De meerderheid geeft aan dat de voorkeur uitgaat naar op meerdere plaatsen (hoofdkernen) een kleine uitbreiding realiseren dan alleen uitbreiden in de grootste kern (Borger). Een nieuwe centraal gelegen begraafplaats realiseren scoort het laagst.

Vraag 3: vergroten van grafcapaciteit door oude begraafvakken opnieuw bruikbaar te maken door ruimen?

Wel ruimen

81%

Niet ruimen

6%

Geen mening/ ander voorstel

13%

 

100%

Opmerkingen bij vraag 3/ ander voorstel:

  • -

    onderzoek naar en ruimen van oude graven brengen wellicht hoge kosten met zich mee;

  • -

    voordat wordt over gegaan tot ruimen de nabestaanden opzoeken (indien mogelijk);

  • -

    respect en eerbied voorop!;

  • -

    de resten op een daarvoor aangewezen plekje herbegraven; - ruimen alleen als de wettelijke termijn is verstreken.

Conclusie vraag 3:

De conclusie is duidelijk: 81% is positief over het ondergronds ruimen van oude begraafvakken voor het opnieuw gebruiken van die begraafvakken.

Vraag 4: uw voorkeur voor het vergroten van de grafcapaciteit?

(1=hoogst, 6=laagst)

Herinrichting op de begraafplaats indien mogelijk 1

Ruimen 2

Uitbreiden 3

Schudden 4

Twee laags begraven 5 Bovengronds begraven 6

Opmerkingen bij vraag 4/ ander voorstel:

Deze vraag is door een aantal aanwezigen anders geïnterpreteerd. Deze hadden alleen eenmaal 1 ingevuld. De uitkomst toont echter geen verschil tussen alle ingevulde vragen meerekenen of alleen maar de “juiste”.

-twee-laags begraven is voor familieleden wel een goede optie.

Conclusie vraag 4:

Voor het vergroten van de grafcapaciteit is bovengenoemde volgorde volgens de meerderheid het meest wenselijk.

Vraag 5: cultuurhistorische graven opgenomen in een monumentenlijst behouden?

Wel behouden 63% Niet behouden 31%

Geen mening/ ander voorstel 6%

100%

Opmerking bij vraag 5/ ander voorstel:

  • -

    cultuurhistorische graven van families van goede stand moeten niet door de gemeente worden onderhouden;

  • -

    cultuurhistorische grafmonumenten eventueel verzamelen op één begraafplaats in de gemeente;

  • -

    eerst cultuurhistorische graven inventariseren; dan pas beslissen over wel of niet behouden;

  • -

    cultuurhistorische waarde van graven kan zijn bijvoorbeeld graven van mensen die omgekomen zijn bij een ramp of voor het dorp ingrijpende gebeurtenis (veenbrand, oorlogsslachtoffers, milieuramp e.d.);

  • -

    we moeten zuinig zijn op onze cultuurhistorie in zijn algemeenheid en dus ook op cultuurhistorische graven.

Conclusie vraag 5:

De meerderheid is voor het behoud van cultuurhistorische grafmonumenten. Wel eerst benoemen wat wel en niet een cultuurhistorisch waardevol grafmonument is.

Vraag 6: op de begraafplaatsen hetzelfde onderhoudsniveau nastreven als in het openbaar groen?

Hoger onderhoudsniveau

31%

Hetzelfde onderhoudsniveau

57%

Lager onderhoudsniveau

6%

Geen mening/ ander voorstel

6%

 

100%

Opmerking bij vraag 6/ ander voorstel:

  • -

    uniformiteit nastreven is wenselijk; dus even netjes als openbaar groen maar met op enkele items een wijziging; bv mate van aanwezigheid van zwerfvuil;

  • -

    een begraafplaats moet er niet uit gaan uitzien als een milieu- cultuurhistorische tuin, maar moet er netjes uit zien;

  • -

    een hoger niveau is mogelijk i.v.m. piëteit nabestaanden;

  • -

    het onderhoudsniveau mag tussen 2 en 3 inzitten;

  • -

    een begraafplaats is van een andere orde dan openbaar groen; dus een hoger niveau nastreven;

  • -

    als we besluiten de begraafplaatsen te behouden, dan ook een redelijk niveau nastreven: in ieder geval hetzelfde niveau als het openbaar groen.

Conclusie vraag 6:

In ieder geval hetzelfde onderhoudsniveau aanhouden als het openbaar groen.

Vraag 7: Wat vindt u belangrijker: de kwaliteit van dienstverlening met betrekking tot de begraafplaats en begraven of kostendekkendheid ?

Dienstverlening

44%

Beiden in verhouding

38%

Kostendekkendheid

12%

Geen mening/ ander voorstel

6%

 

100%

Opmerking bij vraag 7/ ander voorstel:

  • -

    het is belangrijk dat begraven betaalbaar blijft;

  • -

    goede kwaliteit moet samen opgaan met kostendekkendheid.

Conclusie vraag 7:

Zowel kostendekkendheid als dienstverlening worden beiden belangrijk gevonden, waarbij de meerderheid aangeeft dat dienstverlening belangrijker is.

Vraag 8: Welk percentage kostendekkendheid zou de gemeente volgens u in welk jaar moeten realiseren?

Kostendekkendheid 50%

6%

Kostendekkendheid 75%

50%

Kostendekkendheid 100%

25%

Geen mening

13%

 

100%

In welke jaar zou dit bereikt moeten worden is in onderstaande tabel gezet.

Hoogte kostendekkendheid, wanneer te bereiken ingevuld door aantal raadsleden

Jaartal

2008

 

2010

 

2012

 

2016

Op

termijn

Geen mening

Hoogte

50%

75%

100%

75%

80%

75%

100%

75%

100%

 

Aantal

1

2

2

2

1

2

1

2

1

2

Opmerking bij vraag 8/ ander voorstel:

  • -

    het is belangrijk dat begraven betaalbaar blijft;

  • -

    tariefsstijging is afhankelijk van kostenstijgingen en ontwikkeling van lonen e.d.;

  • -

    het onderhoud uit het verleden (oude begraafgedeelten) moet afgezonderd worden; nieuwe graven hoeven niet de kosten van de oude graven op te brengen;

  • -

    het zou voor minder draagkrachtigen mogelijk moeten zijn om gespreid te kunnen betalen. De reden hiervoor is dat nabestaanden niet in de knel moeten komen met principiële gevoelens die de overledene bij leven kenbaar heeft gemaakt;

  • -

    het besluit van 2003 handhaven.

Conclusie vraag 8:

Begraven voor iedereen betaalbaar houden. De meerderheid geeft aan dat 75% kostendekkendheid maximaal is.

Wanneer de kostendekkendheid moet worden behaald is niet eenduidig aangegeven.

Overige opmerkingen/ aandachtspunten:

  • 1.

    Privatisering - grafrechten.

  • 2.

    Aanleg van een natuurbegraafplaats onderzoeken.

Verslag commissievergadering Grondgebied 16-5-2007

De heer Van Benthem draagt het voorzitterschap van de vergadering over aan wethouder Meedendorp.

De voorzitter legt uit welke redenen er zijn om het beleid voor de begraafplaatsen opnieuw vast te stellen:

  • Borger en Odoorn hadden verschillend beleid.

  • Veel grafmonumenten verkeren in een erbarmelijke staat.

  • Er moet voldaan worden aan de wettelijke eis dat er voldoende capaciteit moet zijn voor tien jaar. Er zijn vier begraafplaatsen die in de komende jaren vol raken.

Mevrouw Hurkmans geeft een presentatie.

De commissieleden stellen daarna vragen. Enkele belangrijke vragen zijn:

  • Het is niet gelukt om de kostendekkendheid te verhogen naar 75%. Hoe komt dat?

  • Wat wordt bedoeld met tweelaags begraven? Gebeurt dat alleen bij familie?

  • Wat doet de gemeente aan kapotte monumenten?

  • Is de capaciteit ook meegerekend van de begraafplaatsen in Zandberg en

Drouwenermond die geen eigendom van de gemeente zijn? Wordt daar ook leges geheven?

  • De inkomsten uit de grafrechten zijn steeds naar de algemene middelen gegaan. Hoe denkt het college daarover?

  • Het lijkt erop dat je niet ontkomt aan uitbreiden. Zou het handig zijn om op één plaats uit te breiden?

  • De kostendekkendheid verschilt heel veel per begraafplaats. Hoe komt dat? Kunnen de kosten inzichtelijk gemaakt worden?

  • Zijn de kosten die in de eerste tabel staan in paragraaf 1.4 ook opgenomen in de kosten per begraafplaats?

  • Waarvoor zijn de kosten van 50.000 euro aan begraafplaatsadministratie?

  • Wat is natuurvriendelijk gras?

  • Wat is de verhouding tussen het aantal begrafenissen en crematies?

Mevrouw Hurkmans, wethouder Meedendorp, de heer Brand en mevrouw Moes beantwoorden de vragen.

  • De kostendekkendheid is gemiddeld 43%. De kosten zijn omhoog gegaan. Wellicht is het aantal begrafenissen omlaag gegaan of juist omhoog gegaan. Het maakt veel uit of er met vrijwilligers gewerkt wordt of met de gemeentelijke dienst. Dat kan 10 tot 30.000 euro schelen. Misschien zijn de interne uren anders toegedeeld.

  • Bij tweelaags begraven kunnen mensen die geen familie zijn boven elkaar worden begraven.

  • Bij kapotte monumenten worden de nabestaanden aangeschreven. Als ze niet reageren, wordt een bericht gepubliceerd. Als er dan nog geen reactie komt, wordt het monument opgeruimd, tenzij het heel bijzonder is.

  • Waarschijnlijk is de capaciteit van de begraafplaatsen in Zandberg en Drouwenermond niet meegerekend en waarschijnlijk wordt daar geen leges betaald.

  • Uitbreiding is niet noodzakelijk als de te ruimen graven ook geruimd worden. Dat kan door middel van planning.

  • De wethouder wil liever niet alle kosten per begraafplaats inzichtelijk maken. Het gaat om de totale kosten.

  • De kosten in paragraaf 1.4 vallen buiten de kosten die genoemd zijn per begraafplaats. Er was een piek in 2004, waarschijnlijk vanwege activiteiten die niet elk jaar moeten gebeuren.  Die 50.000 euro is nodig om de administratie te automatiseren. Het is voor de software, de koppeling aan de gemeentelijke basisadministratie, de opleiding en de inrichting. Als deze efficiencyslag is gedaan, kunnen de nabestaanden aangeschreven worden over kapotte monumenten en over het ruimen.

  • Natuurvriendelijk gras is gras dat pas gemaaid wordt nadat de kruiden gebloeid hebben.

  • Er zijn ongeveer evenveel begrafenissen als crematies.

Mevrouw Hurkmans deelt vragenlijsten uit aan de commissieleden.

Wethouder Meedendorp wil graag binnen twee weken antwoorden per e-mail ontvangen. Hij zal terugrapporteren in de volgende commissievergadering. In die vergadering zal besproken worden in welke richting er een raadsvoorstel geschreven moet worden.

Exloo, 28-11-2007

P.Hurkmans

 

Bijlage 4: Verslag workshop begraafplaatsen 2 oktober 2007: dorpsbelangen,

uitvaartverenigingen en cultuurhistorische verenigingen

Aanwezig:

Presentielijst

Workshop begraafplaatsen

Naam

Organisatie

J.Haandrikman

Uitvaartvereniging Borger

Jan de Vrieze

Uitvaartvereniging Nieuw Buinen

G.Hurkes

Uitvaartvereniging Nieuw Buinen

B.J.M. Schnieders

Uitvaartvereniging Zandberg

M.M. Heller

Uitvaartvereniging Zandberg

H.Speelman

Begraafplaats Drouwenermond

L. H. Kroezinga

Begraafplaats Drouwenermond

G.P. Többen

Dorpsbelangen Valthe

Albert Hoven

Dorpsbelangen Valthe

G.A. Bahlman-Brouwer

Uitvaartvereniging Borger

P.Bahlman

Uitvaartvereniging Borger

Martend Bos

Uitvaartvereniging 2e Exloërmond

L.Smit- Ratgers

Uitvaartvereniging 2e Exloërmond

J.Boelema-Venema

Vereniging dorpsbelangen Buinen

G.Haandrikman

Vereniging dorpsbelangen Buinen

R.Hoving

HV Carspel Oderen

K.Klomp

Dorpsbelangen Drouwen

A.Klamer

Dorpsbelangen Drouwen

S.Kompduur

Uitvaartvereniging Odoorn e.o.

A.Kuipers

Uitvaartvereniging Odoorn e.o.

Gea Eding

Gildevereniging Valthermond

H.J. Piening

Gildevereniging Valthermond

 

 

 

 

Afgemeld:

 

Henk Jongsma

Dorpsbelangen 2e Exloërmond

Dhr. L. Schomaker

St. Culth. Waarden v/d Drentse Veenkoloniën

Aanwezig namens de gemeente Borger-Odoorn: T. Meedendorp, H. Moes, W. Brandt, D. ter Braak, P. van Houten en P. Hurkmans.

Hieronder volgen de uitkomsten zoals besproken in de workshop begraafplaatsen.

Vraag 1: op termijn de kleinste begraafplaatsen sluiten?

Kleinste begraafplaatsen sluiten 55%

Niet sluiten 18%

Geen mening/ ander voorstel 27%

100%

Opmerkingen bij vraag 1/ander voorstel:

Daar waar in één plaats meerdere begraafplaatsen zijn: de eerste begraafplaats die vol is sluiten; wel de grafrechten respecteren.

Bij sluiting van een begraafplaats de lokale uitvaartvereniging er bij betrekken

Conclusie vraag 1:

De meerderheid geeft aan geen moeite te hebben met sluiten van de kleinste begraafplaatsen, mits de grafrechten gerespecteerd worden. Voordat tot sluiten mag worden overgegaan wordt uitdrukkelijk aangegeven dat alle uitgegeven grafrechten ook voor begraven benut moeten zijn. Dit om te zorgen dat familie naast elkaar begraven kan worden.

Gesloten begraafplaats in de toekomst bijvoorbeeld als park verder beheren.

Vraag 2: waar uitbreiding van begraafplaatsen? (1=hoogst, 6=laagst)

Alleen bij begraafplaatsen in de hoofdkernen 1 Bij een of meerdere begraafplaatsen uitbreiden,

waar het technisch het meest gunstig is 2

Bij elke begraafplaats een kleine uitbreiding 3 c.q. 4 Altijd bij een begraafplaats met gebrek aan grafruimte 4 c.q. 3 Uitbreiden van de begraafplaats alleen in de grootste kern (Borger) 5 Geen uitbreiding van de huidige begraafplaatsen:

Een nieuwe centraal gelegen begraafplaats realiseren 6

Opmerkingen bij vraag 2/ ander voorstel:

Deze vraag is door een aantal aanwezigen niet helemaal correct ingevuld. Deze hadden bijvoorbeeld 3x6 of alleen een 1 ingevuld. De uitkomst toont echter weinig verschil tussen alle ingevulde vragen meerekenen ( voorste gegevens) of alleen maar de “juiste” (achterste gegevens).

Conclusie vraag 2:

De meerderheid geeft aan dat de voorkeur uitgaat naar op meerdere plaatsen (hoofdkernen) een kleine uitbreiding realiseren dan alleen uitbreiden in de grootste kern (Borger). Een nieuwe centraal gelegen begraafplaats realiseren scoort het laagst.

Vraag 3: vergroten van grafcapaciteit door oude begraafvakken opnieuw bruikbaar te maken door ruimen?

Wel ruimen

95%

Niet ruimen

0%

Geen mening/ ander voorstel

5%

 

100%

Opmerkingen bij vraag 3/ ander voorstel:

Grafkelders tussen “gewone” graven beter niet meer toestaan i.v.m. moeizamere en duurdere ruimwerkzaamheden; op de begraafplaatsen vakken maken met en zonder kelders.

Bij ruimen rekening houden met monumentale grafmonumenten.

Bij ruiming op een begraafplaats de lokale uitvaartvereniging er bij betrekken.

Conclusie vraag 3:

De conclusie is duidelijk: 95 % is positief over het ondergronds ruimen van oude begraafvakken voor het opnieuw gebruiken van die begraafvakken.

Vraag 4: uw voorkeur voor het vergroten van de grafcapaciteit?

(1=hoogst, 6=laagst)

Herinrichting op de begraafplaats indien mogelijk 1

Ruimen 2 Schudden 3

Uitbreiden

4

Twee laags begraven

5

Bovengronds begraven

6

Opmerkingen bij vraag 4/ ander voorstel:

Deze vraag is door een aantal aanwezigen niet helemaal correct ingevuld. Deze hadden bijvoorbeeld 3x6 of alleen een 1 ingevuld. De uitkomst toont echter geen verschil tussen alle ingevulde vragen meerekenen of alleen maar de “juiste”.

Conclusie vraag 4:

Voor het vergroten van de grafcapaciteit is bovengenoemde volgorde volgens de meerderheid het meest wenselijk.

Vraag 5: heeft u voorkeur voor een urnenmuur of urnengraven?

Urnenmuur

46%

Urnengraven

36%

Geen voorkeur; e.e.a. afh van kosten en/ of inrichting

18%

 

100%

Opmerkingen bij vraag 5/ ander voorstel:

Graag per begraafplaats overleggen met betrokken mensen.

Urnenmuur, maar dan stapelbaar.

Urnenmuur omdat het weinig onderhoud vraagt.

Urnenelementen zoals in Borger zijn ook erg mooi.

Urnengraven niet in een verloren hoekje wegstoppen.

Conclusie vraag 5:

Er is niet echt een duidelijke meerderheid voor een keuze tussen urnenmuren of urnengraven. Voor deze keuze wordt het belangrijk gevonden dat eventuele plannen worden besproken met de betrokken uitvaartverenigingen, c.q. verenigingen dorpsbelangen.

Vraag 6: cultuurhistorische graven opgenomen in een monumentenlijst behouden?

Wel behouden

86%

Niet behouden

9%

Geen mening/ ander voorstel

5%

 

100%

Opmerking bij vraag 6/ ander voorstel:

Kosten van behoud voor degene die de grafrechten heeft.

Cultuurhistorische grafmonumenten wel goed onderhouden anders ruimen.

Cultuurhistorische grafmonumenten eventueel verzamelen op één begraafplaats in de gemeente.

Voorbeeld nemen aan Gronings Landschap.

Cultuurhistorische verenigingen kunnen mogelijk een rol spelen bij het onderzoek naar cultuurhistorisch waardevolle graven. Als voorbeeld Stichting Cultuurhistorische Waarden in de Drentse Veenkoloniën die de graven heeft geïnventariseerd in Valthermond-Oost en het graf van Janneke Vos heeft opgeknapt.

Waarom het ene grafmonument wel en de ander niet?

Ook respect voor ieders laatste rustplaats. Toerisme.

Monumenten bij opheffing van een begraafplaats naar een centrale plek overbrengen.

Conclusie vraag 6:

De meerderheid is voor het behoud van cultuurhistorische grafmonumenten. Wel eerst benoemen wat wel en niet een cultuurhistorisch waardevol grafmonument is.

Vraag 7: op de begraafplaatsen hetzelfde onderhoudsniveau nastreven als in het openbaar groen?

Hoger onderhoudsniveau

45%

Hetzelfde onderhoudsniveau

55%

Lager onderhoudsniveau

0%

Geen mening/ ander voorstel

0%

 

100%

Opmerking bij vraag 7/ ander voorstel:

Kosten verlagen door bv. mensen die een uitkering ontvangen bij het onderhoud te betrekken. Geen bomen en struiken op de graven toestaan.

Conclusie vraag 7:

In ieder geval minimaal hetzelfde onderhoudsniveau aanhouden als het openbaar groen.

Vraag 8:hoe hoog mogen de grafrechten zijn?

Concurrerend met andere gemeenten

50%

Kostendekkendheid 75%

23%

Kostendekkenheid 100%

0%

Geen mening

27%

 

100%

Opmerking bij vraag 8/ ander voorstel:

Hoogte leges betaalbaar houden; niet met buurgemeenten de prijzen opdrijven.

Zo houden dat het voor iedereen betaalbaar blijft.

Kostendekkendheid is niet mogelijk.

Kostendekkendheid van 75% is echt voldoende.

De kosten van de begraafplaatsen moeten door de gemeenschap worden betaald: dus 50% kostendekkendheid.

Conclusie vraag 8:

Begraven voor iedereen betaalbaar houden. De meest gehoorde mening is dat 75 % kostendekkendheid maximaal is en dat tevens naar de prijzen van de omliggende gemeenten moet worden gekeken.

Laatste vraag: wat zou u als uitvaartvereniging/ dorpsbelangen/ cultuurhistorische vereniging voor de begraafplaatsen kunnen betekenen?

Ideeën voor de begraafplaatsen die naar voren worden gebracht tegen elkaar afwegen.

Vrijwilligers zijn sporadisch te vinden.

Misschien toezicht houden; verder niets.

Als vereniging kunnen wij weinig concreets betekenen. We kunnen bewoners oproepen om mee te werken aan onderhoud etc.

Inzet op de begraafplaats (eventueel inclusief de administratie, grafuitgifte e.d.) door verenigingen en vrijwilligers tegen vergoeding laten uitvoeren.

Vrijwilligerswerk wordt erg moeilijk. Er zijn maar 5 bestuursleden. Deze zijn al druk bezet.

Als uitvaartvereniging een controlerende functie uitoefenen.

Als vereniging kunnen we weinig betekenen; we kunnen wel inventariseren wat we in het dorp kunnen doen.

De dorpsbevolking zal onderhoud op de begraafplaats kunnen plegen.

Meedenken over welke graven behouden zouden moeten worden.

Plaatselijke belangenverenigingen of uitvaartverenigingen tegen een vergoeding de begraafplaats laten beheren/onderhouden. Evt. kan zelfs de administratie worden overgenomen.

Een begraafplaats privatiseren (evt. commercieel). (Met zak geld er bij is afstoting mogelijk: zaal is niet tegen.) Een beheersstichting wordt zeker mogelijk geacht.

Overige opmerkingen/ aandachtspunten:

  • 1.

    Deze bijeenkomst had drie jaar eerder moeten plaatsvinden.

  • 2.

    Op een begraafplaats een bankje plaatsen ( gedenkplekje). (bv. In nabijheid strooiveldje) Evt.

met naambordjes er op of er bij om overledenen ( die verstrooid zijn) te kunnen gedenken. Of een zuil waarop naamplaatjes kunnen worden aangebracht.

  • 1.

    Verenigingen bij het onderzoek naar de cultuur historisch waardevolle graven betrekken ( zie graf Janneke Vos)

  • 2.

    Suggestie om op begraafplaatsen de keuze te laten om op een bepaald gedeelte dubbel te begraven en/of te ruimen na 18 jaar.

Exloo, 8-10-2007

P.Hurkmans

 

 

Bijlage 5: Verslag workshop begraafplaatsen 7 november 2007: uitvaartverzorgers en

steenhouwers

Gemeentehuis Borger-Odoorn te Exloo.

Aanwezig:

Presentielijst

Workshop begraafplaatsen

Naam

Organisatie

Paul Engberts

Steenhouwerij Engberts BV

Jan Kalk

Jan Kalk natuursteen

Rolf Dijkstra

Jan Kalk natuursteen

Teun Juk

Uitvaartverzorging DLE Emmen

Leo Potze

Potze Natuursteen

Henny Baas

Fabuglas Europe Odoorn

T.van Klinken

Fabuglas Europe Odoorn

Willem Bennink

Monuta uitvaartzorg

Johan Klaassen

Uitvaartvereniging Nw Amsterdam

Jan Rolleman

Uitvaartvereniging Nw Amsterdam

Olaf Boxem

Uitvaartvereniging Nw Amsterdam

Jan Hooiveld

Cuperus de Wiligen

Sjaco Maat

Cuperus de Willigen

Tammo Meedendorp

Gemeente Borger-Odoorn

Henriëtte Moes

Gemeente Borger-Odoorn

Ina Poppen

Gemeente Borger-Odoorn

Jan de Vries

Gemeente Borger-Odoorn

Kees Martena

Gemeente Borger-Odoorn

Wim Brandt

Gemeente Borger-Odoorn

Diane ter Braak

Gemeente Borger-Odoorn

Petra Hurkmans

Gemeente Borger-Odoorn

Hieronder volgen de uitkomsten zoals besproken in de workshop begraafplaatsen.

Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat het hiernavolgende een weergave is van de reacties van de aanwezigen en niet gebaseerd is op beleidsuitspraken van de gemeente.

Vraag 1: op termijn de kleinste begraafplaatsen sluiten?

Kleinste begraafplaatsen sluiten 8%

Niet sluiten 69%

Geen mening/ ander voorstel 23%

100%

Opmerkingen bij vraag 1/ander voorstel:

Indien mogelijk zou gedacht kunnen worden aan het beperken van begraven: bijvoorbeeld alleen begraven op de kleine begraafplaatsen voor inwoners van de desbetreffende dorpen.

Onder andere de twee mooiste begraafplaatsen staan op de nominatie om te verdwijnen; namelijk de begraafplaatsen bij Valthe en Valthermond-Oost. Het zou erg jammer zijn als weer een stukje cultuurhistorie verdwijnt.

Een mooie begraafplaats is een verrijking van een dorp. In de vakantie gaan mensen juist oude begraafplaatsen bezoeken. Laten we zuinig zijn op wat we hebben.

Conclusie vraag 1:

Niet sluiten van de begraafplaatsen heeft de meeste stemmen. Respecteren en behouden van de huidige begraafplaatsen wordt belangrijk gevonden.

Vraag 2: waar uitbreiding van begraafplaatsen? (1=hoogst, 6=laagst) Bij een of meerdere begraafplaatsen uitbreiden,

waar het technisch het meest gunstig is 1

Altijd bij een begraafplaats met gebrek aan grafruimte 2 Bij elke begraafplaats een kleine uitbreiding 3 Alleen bij begraafplaatsen in de hoofdkernen 4

Uitbreiden van de begraafplaats alleen in de grootste kern (Borger) 5 Geen uitbreiding van de huidige begraafplaatsen: maar een nieuwe centraal gelegen begraafplaats realiseren 6

Conclusie vraag 2:

De meerderheid geeft aan dat de voorkeur uitgaat naar een technisch meest gunstige locatie. Liefst bij voorkeur altijd uitbreiden bij een begraafplaats met gebrek aan grafruimte; dat betekent wellicht bij elke begraafplaats een kleine uitbreiding. Een nieuwe, centraal gelegen begraafplaats realiseren scoort het laagst.

Vraag 3: vergroten van grafcapaciteit door oude begraafvakken opnieuw bruikbaar te maken door ruimen?

Wel ruimen

85%

Niet ruimen

0%

Geen mening/ ander voorstel

15%

 

100%

Opmerkingen bij vraag 3/ ander voorstel:

Alleen ruimen indien cultuurhistorische grafmonumenten behouden worden.

Conclusie vraag 3:

De conclusie is duidelijk: 85 % is positief over het ondergronds ruimen van oude begraafvakken voor het opnieuw gebruiken van die begraafvakken. Cultuurhistorische grafmonumenten worden wel belangrijk gevonden; die mogen niet zonder meer verdwijnen.

Vraag 4: uw voorkeur voor het vergroten van de grafcapaciteit? (1=hoogst, 6=laagst)

Uitbreiden 1

Twee laags begraven 2

Ruimen 3

Herinrichting op de begraafplaats indien mogelijk 4

Schudden 5

Bovengronds begraven 6

Opmerkingen bij vraag 4/ ander voorstel:

Bij bovengronds begraven is de aantekening geplaatst dat die oplossing veel te duur is.

Bij twee laags begraven wordt opgemerkt dat deze mogelijkheid afvalt bij Valthe in verband met de harde onderlaag en in het veengedeelte door de hoge grondwaterstand.

Aangegeven wordt dat twee laags begraven voor familieleden op andere begraafplaatsen wel wordt gedaan (Emmen, Assen).

Conclusie vraag 4:

Voor het vergroten van de grafcapaciteit is bovengenoemde volgorde volgens de meerderheid het meest wenselijk.

Vraag 5: heeft u voorkeur voor een urnenmuur of urnengraven?

Urnenmuur

8%

Urnengraven

77%

Geen voorkeur; e.e.a. afh van kosten en/ of inrichting

15%

 

100%

Opmerkingen bij vraag 5/ ander voorstel:

Géén urnenmuur omdat het teveel onderhoud vraagt.

Liever een urnenmuur én urnengraven omdat er dan meer keuze is.

Het voorstel wordt gedaan om de mogelijkheid te bieden voor grotere urnengraven, bijvoorbeeld één meter bij één meter, waar meerdere urnen in geplaatst kunnen worden; voor bijvoorbeeld een familie.

Conclusie vraag 5:

Er is een duidelijke meerderheid voor de keuze urnengraven. Naar het plaatsen van een urn in een urnenmuur is volgens de aanwezigen minder vraag.

Vraag 6: cultuurhistorische graven opgenomen in een monumentenlijst behouden?

Wel behouden

100%

Niet behouden

0%

Geen mening/ ander voorstel

0%

 

100%

Conclusie vraag 6:

De meerderheid is voor het behoud van cultuurhistorische grafmonumenten. Wel eerst vaststellen wat wel en niet een cultuurhistorisch waardevol grafmonument is.

Vraag 7: op de begraafplaatsen hetzelfde onderhoudsniveau nastreven als in het openbaar groen?

Hoger onderhoudsniveau

62%

Hetzelfde onderhoudsniveau

38%

Lager onderhoudsniveau

0%

Geen mening/ ander voorstel

0%

 

100%

Conclusie vraag 7:

Liever een hoger onderhoudsniveau nastreven in verband met de gevoeligheid en emoties die meespelen op de begraafplaatsen. Het niveau van het openbaar groen wordt erg laag gevonden.

Vraag 8: hoe hoog mogen de grafrechten zijn?

Concurrerend met andere gemeenten

54%

Kostendekkendheid 75%

0%

Kostendekkenheid 100%

0%

Geen mening/ ander voorstel:

46%

 

100%

Opmerking bij vraag 8/ ander voorstel:

Bij ‘ander voorstel’ is aangegeven dat de kosten van de begraafplaatsen door de gemeenschap betaald moeten worden: 50% kostendekkendheid is het maximum. Leges voor iedereen betaalbaar houden.

Conclusie vraag 8:

Begraven voor iedereen betaalbaar houden. Naar de prijzen van de omliggende gemeenten kijken; maar de leges zeker niet te hoog maken.

Laatste vraag: wat zou u als uitvaartverzorger/ steenhouwer voor de begraafplaatsen kunnen betekenen?

  • -

    Aanpassen van het weekendtarief

  • -

    Als leverancier van kunststof graf- en urnmonumenten zouden we een grote rol kunnen spelen in het opknappen/ vervangen van de monumenten die in slechte staat verkeren. Om maar een voordeel hiervan te noemen: het kostenaspect.

  • -

    Onderhoud en ruimen van de graven

  • -

    Meedenken in aanleg en uitvoering - Een kwaliteitsproduct leveren voor normale kosten zodat iedereen kan kiezen wat men wil:

begraven of cremeren. Wij bieden een kunststof grafmonument met het uiterlijk van steen; maar is onderhoudsvriendelijk en verzakt niet: dus altijd netjes.

  • -

    Onderhoud van de begraafplaats; ruimen van graven en het delven van graven.

  • -

    Begraafplaats bepalingen binnen kaders zo ruim mogelijk interpreteren t.a.v. urnbestemming bijvoorbeeld: urn graven van 90X 90 cm met ruimte voor meerdere urnen (z.g.

familiegraven)

  • -

    Meedenken over de inrichting, indeling en kostenreductie

  • -

    Stijgende uitvaartkosten meenemen in passend/ maatwerk uitvaartverzekering, zodat begraven voor iedereen mogelijk blijft

  • -

    Begraven op zaterdag veel duurder maken

  • -

    Schakel (zoals we dat nu al zijn) tussen gemeente en burger

  • -

    Graag volgende bijeenkomst met als doel kostenbepaling, ruimen of herindeling etc; De gemeente Vlagtwedde heeft ervaring op dit gebied.

Overige opmerkingen/ aandachtspunten:

  • 1.

    Als het kan de workshop op internet zetten, anders zonder foto’s mailen.

  • 2.

    Kritisch moet worden gekeken naar de diverse onderhoudswerkzaamheden op de begraafplaats (rekening houdend dat de werkzaamheden deels door vrijwilligers en voormalige banenpoolers worden uitgevoerd)

  • 3.

    Waarom moet begraven kostendekkend zijn?

  • 4.

    Ook natuursteenbedrijven kunnen graven ruimen.

  • 5.

    Graag in samenwerking nieuwe voorzieningen ontwikkelen.

  • 6.

    Over overname begraafplaatsen/ bepaalde werkzaamheden op begraafplaatsen kan worden gesproken.

  • 7.

    Rekening houden met de gevoeligheid van de begraafplaatsen en niet alleen denken aan de kosten.

  • 8.

    Burgers vinden begraven te duur en laten zich daardoor eerder cremeren.

Exloo, 14-11-2007

P.Hurkmans

 

 

Bijlage 6: Samenvatting workshops begraafplaatsen

 

 

16-mei-07

2-okt-07

Cult hist

7-nov-07

Workshop vragen

Gemeente-

 

Professionele

 

raad

Dorpsbel Uitvaartvere

Uitvaartverzo

 

 

 

Steenhouwers

 

 

 

 

Vraag 1: begraafplaatsen sluiten/ scenario's uitwerken ja/nee?

Kleinste begraafplaatsen sluiten

25%

55%

8%

Niet sluiten

44%

18%

69%

2 of 3 scenario's uitwerken

19%

nvt

nvt

Geen mening

12%

27%

23%

 

100%

100%

100%

 

 

 

 

Vraag 2: waar uitbreiding meest wenselijk? (1=hoogst, 2=laagst)

Alleen bij begraafplaatsen in de hoofdkernen

1

1

4

Altijd bij een begraafplaats met gebrek aan grafruimte

3

4 c.q. 3

2

Bij elke begraafplaats een kleine uitbreiding

4

3 c.q. 4

3

Bij een of meerdere begraafplaatsen uitbreiden,

 

 

 

waar het technisch het meest gunstig is

2

2

1

Uitbreiden van de begraafplaats alleen in de grootste kern

5

5

5

Geen uitbreiding van de huidige begraafplaatsen:

 

 

 

een nieuwe centraal gelegen begraafplaats realiseren

6

6

6

 

 

 

 

Vraag 3: oude begraafvakken opnieuw gebruiken voor begraven door ruimen of schudden?

Wel ruimen/ schudden

81%

95%

85%

Niet ruimen/ schudden

6%

0%

0%

Geen mening

13%

5%

15%

 

100%

100%

100%

 

 

 

 

Vraag 4: voorkeur vergroten grafcapaciteit? (1=hoogst, 2=laagst)

Bovengronds begraven

6

6

6

Herinrichting op de begraafplaats indien mogelijk

1

1

4

Ruimen

2

2

3

Schudden

4

3

5

Twee laags begraven

5

5

2

Uitbreiden

3

4

1

 

 

 

 

Vraag 5: Heeft u voorkeur voor een urnenmuur of urnengraven?

Urnenmuur

nvt

46%

8%

Urnengraven

nvt

36%

77%

Geen voorkeur; e.e.a. afh van kosten en/ of inrichting

nvt

18%

15%

 

 

100%

100%

 

 

 

 

Vraag 6: cultuurhistorische graven opgenomen in monumentenlijst behouden?

Wel behouden

63%

86%

100%

Niet behouden

31%

9%

0%

Geen mening

6%

5%

0%

 

100%

100%

100%

 

 

 

 

 

16-mei-07

2-okt-07

Cult hist

Dorpsbel

Uitvaartvere

7-nov-07

Workshop vragen

Gemeente-

 

Professionele

 

raad

 

Uitvaartverzo

 

 

 

Steenhouwers

 

 

 

 

Vraag 7: Op begraafplaatsen hetzelfde onderhoudsniveau groen als openbaar groen?

Hoger onderhoudsniveau

31%

45%

62%

Hetzelfde onderhoudsniveau

57%

55%

38%

Lager onderhoudsniveau

6%

0%

0%

Geen mening

6%

0%

0%

 

100%

100%

100%

 

 

 

 

 

 

 

 

Vraag 7a: Wat is belangrijker: kwaliteit van dienstverlening of kostendekkendheid ?

Dienstverlening

44%

nvt

nvt

Beiden in verhouding

38%

nvt

nvt

Kostendekkendheid

12%

nvt

nvt

Geen mening

6%

nvt

nvt

 

100%

nvt

nvt

 

 

 

 

Vraag 8: Welk percentage kostendekkendheid zou de gemeente moeten realiseren?

Concurrerend met andere gemeenten

nvt

50%

54%

Kostendekkendheid 50%

6%

6%

23%

Kostendekkendheid 75%

50%

22%

0%

Kostendekkendheid 80%

6%

0%

0%

Kostendekkenheid 100%

25%

0%

0%

Geen mening

13%

22%

23%

 

100%

100%

100%

 

 

 

 

Bijlagen behorend bij ‘Ruimte voor de laatste rustplaats’

Scenario I:

Bij elke hoofdkern één begraafplaats handhaven: kleinste begraafplaatsen direct sluiten

-Grafcapaciteit niet vergroten op kleinste begraafplaatsen - Grootste begraafplaatsen bij hoofdkernen: grafcapaciteit vergroten door inbreiden, ruimen en uitbreiden

 

Bijlage 7: Begraafplaatsen beleidskeuze schema

 

 

Ruimen = verwijderen van grafresten

Sluiten = stoppen met begraven

Scenario I:

Consequenties korte termijn:

-in 2008 opstarten voorbereiding van ruimen van oude grafvakken op begraafplaats Odoorn; - in 2012 opstarten voorbereiding uitbreiding 2e Exloërmond en Odoorn.

Voordelen:

  • -

    Niet investeren in uitbreiden grafcapaciteit op de begraafplaatsen Valthe, Valthermond-Oost en Nieuw Buinen 42;

  • -

    Op zeer lange termijn drie begraafplaatsen minder en na 50 jaar mogelijke bestemmingsplanwijziging;

  • -

    Onderhoudsniveau van het groen op een gesloten begraafplaatsen kan op termijn lager dan de “open” begraafplaatsen Nadelen:

  • -

    Op begraafplaats Nieuw Buinen 42 is niet duidelijk of op een bepaald deel al eerder begraven is: beter is dit eerst te onderzoeken: nu is er wellicht wel grafruimte maar het wordt niet benut omdat het ‘vol’ lijkt;

  • -

    Abrupt sluiten kan grote emotionele weerstand geven bij de bevolking;

  • -

    Geen inkomsten meer op bovengenoemde begraafplaatsen; geen inzicht op verschuiving van de begrafenissen van deze begraafplaatsen naar elders in deze gemeente (kan ook verschuiving zijn naar Emmen of Stadskanaal);

  • -

    De onderhoudskosten verschuiven van ‘begraafplaatsen’ naar ‘groene ruimte’; - Grafvoorraad overige begraafplaatsen neemt sneller af: er is eerder een uitbreiding van begraafplaatsen nodig .

Scenario II:

Consequenties korte termijn:

-in 2008 opstarten voorbereiding van ruimen van oude grafvakken op Valthermond-Oost, Odoorn en Nieuw

Buinen 42 en inbreiding van begraafplaats Valthe;

-in 2012 opstarten voorbereiding uitbreiding 2e Exloërmond en Odoorn;

Voordelen:

  • -

    Alle mogelijke grafruimte wordt benut;

  • -

    Indien mogelijkheid om te begraven nog aanwezig is, dan de begraafplaatsen niet sluiten: streven naar een ruimingscyclus;

  • -

    Op zeer lange termijn mogelijk drie begraafplaatsen minder en na niet in te schatten aantal jaren mogelijke bestemmingsplanwijziging;

  • -

    Het besluit om begraafplaatsen te sluiten kan langzaam een plaats krijgen bij de burgers van de gemeente Borger-Odoorn;

  • -

    Alle dorpen behouden de begraafplaatsen voorlopig zoals ze nu gewend zijn;

  • -

    Meer mogelijkheden om de cultuurhistorische elementen op de begraafplaatsen te behouden.

Nadelen:

  • -

    Op lange termijn geen inkomsten meer op bovengenoemde begraafplaatsen; geen inzicht op verschuiving van de begrafenissen van deze begraafplaatsen naar elders in deze gemeente (kan ook verschuiving zijn naar Emmen of Stadskanaal);

  • -

    De onderhoudskosten verschuiven op lange termijn van ‘begraafplaatsen’ naar ‘groene ruimte’;

  • -

    Het is mogelijk dat het aantal begravingen op de desbetreffende begraafplaatsen terugloopt in verband met het genomen besluit op termijn de begraafplaatsen te sluiten.

Scenario III:

Consequenties korte termijn:

-in 2008 opstarten voorbereiding van ruimen van oude grafvakken op Valthermond-Oost, Odoorn en Nieuw

Buinen 42 en inbreiding van begraafplaats Valthe;

-in 2012 opstarten voorbereiding uitbreiding 2e Exloërmond en Odoorn;

Voordelen:

  • -

    alle mogelijke grafruimte wordt benut;

  • -

    alle dorpen behouden de begraafplaatsen zoals ze nu gewend zijn ook op lange termijn;

  • -

    meer mogelijkheden om de cultuurhistorische elementen op de begraafplaatsen te behouden; ook op lange termijn.

Nadelen:

  • -

    bij het realiseren van kleine uitbreidingen bij alle begraafplaatsen zijn ook steeds bestemmingsplanwijzigingen nodig; kost tijd en geld;

  • -

    in stand houden van de kleinste begraafplaatsen door het doen van kleine uitbreidingen staat niet in verhouding met de opbrengsten.

Scenario IV:

Consequenties korte termijn:

  • -

    in 2008 opstarten uitbreiding van begraafplaats Odoorn;

  • -

    in 2012 voorbereiding uitbreiding 2e Exloërmond opstarten

Voordelen:

  • -

    Niet investeren in uitbreiden grafcapaciteit op de begraafplaatsen Valthe, Valthermond-Oost en Nieuw Buinen 42;

  • -

    Op zeer lange termijn drie begraafplaatsen minder en na 50 jaar mogelijke bestemmingsplanwijziging.

Nadelen:

  • -

    Op begraafplaats Nieuw Buinen 42 is niet duidelijk of op een bepaald deel al eerder begraven is: beter is dit eerst te onderzoeken: nu is er wellicht wel grafruimte maar het wordt niet benut omdat het ‘vol’ lijkt;

  • -

    Abrupt sluiten kan grote emotionele weerstand geven bij de bevolking;

  • -

    Geen inkomsten meer op bovengenoemde begraafplaatsen; geen inzicht op verschuiving van de begrafenissen van deze begraafplaatsen naar elders in deze gemeente (kan ook verschuiving zijn naar Emmen of Stadskanaal);

  • -

    De onderhoudskosten verschuiven van ‘begraafplaatsen’ naar ‘groene ruimte’;

  • -

    Grafvoorraad overige begraafplaatsen neemt sneller af: er is eerder een uitbreiding van begraafplaatsen nodig;

  • -

    uitbreidingen van het areaal bij begraafplaatsen in de hoofdkernen; terwijl oude grafvakken in stand worden gehouden.

Scenario V:

Consequenties korte termijn:

-in 2008 opstarten voorbereiding van uitbreiding van de begraafplaatsen Valthermond-Oost, Odoorn en Nieuw

Buinen 42 en inbreiding van begraafplaats Valthe;

-in 2012 opstarten voorbereiding uitbreiding 2e Exloërmond en Odoorn;

Voordelen:

  • -

    alle dorpen behouden de begraafplaatsen zoals ze nu gewend zijn ook op lange termijn;

  • -

    meer mogelijkheden om de cultuurhistorische elementen op de begraafplaatsen te behouden; ook op lange termijn.

Nadelen:

  • -

    bij het realiseren van kleine uitbreidingen bij alle begraafplaatsen zijn ook steeds bestemmingsplanwijzigingen, grondaankopen e.d. nodig; kost tijd en geld;

  • -

    in stand houden van de kleinste begraafplaatsen door het doen van kleine uitbreidingen staat niet in verhouding met de opbrengsten;

  • -

    uitbreidingen van het areaal begraafplaatsen; terwijl oude grafvakken in stand worden gehouden

     

Bijlage 8: Kosten groen begraafplaatsen per groenonderhoudsniveau

 

In deze bijlage worden per groentype vier niveaus beschreven. Vervolgens zijn de hoeveelheden per groentype per begraafplaats aangegeven en zijn globaal de kosten per kwaliteitsniveau berekend.

Bomen.

Niveau 1. -Criteria

  • -

    uitstekende gezondheid (volledige bladbezetting en uitstekende bladkleur);

  • -

    te lage takken, waterlot of wortelopslag komen niet voor;

  • -

    de boom is niet aangetast of beschadigd;

  • -

    boombeschermers (boompaal,-band en maaipaaltjes) verkeren in uitstekende staat en bieden uitstekende bescherming.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 8,50/ boom

  • -

    Referentiefoto

Niveau 2. -Criteria

  • -

    goede gezondheid (bladbezetting > 90% en een goede bladkleur);

  • -

    te lage takken, waterlot of wortelopslag komen niet voor;

  • -

    de boom is niet zichtbaar aangetast, niet of zeer licht beschadigd;

  • -

    boombeschermers (boompaal, -band en maaipaaltjes) verkeren in goede staat en bieden voldoende bescherming.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 8,50 /boom

  • -

    Referentiefoto

Niveau 3. -Criteria

  • -

    matige gezondheid (bladbezetting is 50-90% en slechte bladkleur);

  • -

    te lage takken, waterlot of wortelopslag aanwezig; snoei nodig;

    ‘Ruimte voor de laatste rustplaats’, maart 2008 61

  • -

    de boom is matig aangetast (schimmels, insecten), licht beschadigd en heeft een enkele dode tak tot 3 cm. doorsnee;

  • -

    boombeschermers (boompaal, -band en maaipaaltjes) verkeren in matige staat en/of onvoldoende bescherming (b.v. scheve boompaal, te strakke/te losse band).

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 8,00/boom

  • -

    Referentiefoto

Niveau 4. -Criteria

  • -

    slechte gezondheid (bladbezetting is kleiner dan 50%, slechte bladkleur en dode kroondelen);

  • -

    te lage takken, waterlot of wortelopslag zijn veel aanwezig; veel snoei nodig;

  • -

    de boom is duidelijk aangetast (schimmels, insecten), beschadigd en heeft meerdere dode takken > 3 cm.;

  • -

    boombeschermers (boompaal, -band en maaipaaltjes) verkeren in slechte staat en bieden onvoldoende bescherming (b.v. gebroken boompaal).

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 7,00/boom

Bosplantsoen.

Niveau 1. -Criteria

  • -

    de begroeiing ontwikkelt zich uitstekend (niet te dicht of te open);

  • -

    alle bomen/struiken gezond (100% bladbezetting en een goede bladkleur);

  • -

    beplanting blijft binnen de rand van de scheiding/verharding;

  • -

    vrijwel geen ongewenste kruiden (max. 10% van het oppervlak en max. 25 cm hoog);

  • -

    ongewenste opslag is niet aanwezig;

  • -

    geen fysiek onveilige situaties als gevolg van bijvoorbeeld dode takken of scheefstaande bomen;

  • -

    er is geen zwerfvuil aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 0,50/m2 -Referentiefoto’s.

Niveau 2. -Criteria

  • -

    de begroeiing ontwikkelt zich uitstekend (niet te dicht of te open);

  • -

    vrijwel alle bomen/struiken gezond (90% bladbezetting en een goede bladkleur);

  • -

    beplanting blijft binnen de rand van de scheiding/verharding;

  • -

    iets onkruid is toegestaan (max. 25% van het oppervlak en max. 25 cm hoog);

  • -

    weinig ongewenste opslag (van maximaal 0,5 jaar) aanwezig;

  • -

    geen fysiek onveilige situaties als gevolg van bijvoorbeeld dode takken of scheefstaande bomen;

  • -

    er is geen zwerfvuil aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 0,25/m2

  • -

    Referentiefoto

Niveau 3. -Criteria

  • -

    de begroeiing is te dicht, waardoor onderlinge verdringing plaatsvindt;

  • -

    enkele bomen/struiken ongezond (bladbezetting van 50-90% of een slechte bladkleur);

  • -

    beplanting groeit iets (max. 10 cm) over de rand van de scheiding/verharding;

  • -

    veel onkruid (max. 50% van het oppervlak en is max. 25 cm hoog);

  • -

    veel ongewenste opslag (van maximaal 1 jaar) aanwezig;

  • -

    beplanting kan gevaar opleveren door bomen met dode takken tot doorsnee 3 cm boven paden/wegen;

  • -

    meerdere stukken zwerfvuil zijn aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 0,20/m2 -Referentiefoto.

Niveau 4. -Criteria

  • -

    de begroeiing is te dicht, waardoor veel onderlinge verdringing plaatsvindt en zelfs uitval plaatsvindt, of daardoor te open;

  • -

    veel bomen/struiken ongezond (bladbezetting van 50-90% of een slechte bladkleur;

  • -

    beplanting groeit veel (> 10 cm) over de rand van de scheiding/verharding;

  • -

    zeer veel onkruid (max. 75% van het oppervlak en is max. 25 cm hoog)

  • -

    zeer veel ongewenste opslag (van meer dan 1 jaar) is aanwezig;

  • -

    de beplanting levert gevaar op door bijvoorbeeld scheefstaande bomen of bomen; met dode takken dikker dan 3 cm boven paden/wegen;

  • -

    veel grote, maar ook kleine stukken zwerfvuil zijn aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 0,20/m2

Heesters.

Niveau 1.

  • -

    Criteria

  • -

    onkruid is niet aanwezig;

  • -

    beplanting blijft binnen de rand van de scheiding/verharding;

  • -

    alle heesters gezond (100% bladbezetting en een optimale bladkleur;

  • -

    individuele heesters ontwikkelen zich uitstekend; de sluitingsgraad is groter dan 90%;

  • -

    geen visueel hinderlijk blad of bladophopingen;

  • -

    heesters kennen een uitstekende bloei en kleur; - geen ongewenste opslag of “wild”; - er is geen zwerfvuil aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 6,50/m2

  • -

    Referentiefoto

Niveau 2. -Criteria

  • -

    weinig onkruid (maximaal 20% van het oppervlak en maximaal 25 cm. hoogte);

  • -

    beplanting blijft binnen de rand van de scheiding/verharding;

  • -

    vrijwel alle heesters gezond (bladbezetting van meer dan 90% en een goede bladkleur);

  • -

    individuele heesters ontwikkelen zich goed; de sluitingsgraad is groter dan 80%;

  • -

    geen visueel hinderlijk blad of bladophopingen;

  • -

    heesters en rozen kennen een goede bloei en kleur;

  • -

    max. 25% van de bloemen is uitgebloeid;

  • -

    weinig ongewenste opslag en “wild” (van maximaal 0,5 jaar en maximaal 50 cm.); - een enkel stuk of een aantal kleine stukken zwerfvuil is aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 4,75/m2

  • -

    Referentiefoto

Niveau 3. -Criteria

  • -

    veel onkruid (maximaal 40% van het oppervlak en maximaal 25 cm. hoogte);

  • -

    beplanting groeit iets (max. 10 cm.) over de rand van de scheiding/verharding;

  • -

    enkele heesters ongezond (bladbezetting van 50-90% of een goede bladkleur);

  • -

    individuele heesters ontwikkelen zich matig; de sluitingsgraad is 50-80% of is te dicht waardoor verdringing optreedt;

  • -

    veel blad (het oppervlak binnen 2 meter van de scheidingsgrenzen is max. 25% bedekt met visueel hinderlijk blad of bladophopingen);

  • -

    heesters hebben een matige bloei en kleur;

  • -

    veel ongewenste opslag (van maximaal 1 jaar en maximaal 1 m.); - meerdere stukken zwerfvuil zijn aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 3,50/m2

  • -

    Referentiefoto.

Niveau 4. -Criteria

  • -

    zeer veel onkruid (meer dan 40% van het oppervlak en maximaal 25 cm. hoogte);

  • -

    beplanting groeit veel (meer dan 10 cm.) over de rand van de scheiding/verharding; - veel heesters (>5%) ongezond (bladbezetting van 50-90% of een slechte bladkleur);

  • -

    individuele heesters ontwikkelen zich slecht; de sluitingsgraad is minder dan 50% of is veel te dicht waardoor uitval optreedt;

  • -

    zeer veel blad (het oppervlak binnen 2 meter van de scheidingsgrenzen is meer dan

25% bedekt met visueel hinderlijk blad of bladophopingen);

  • -

    heesters hebben een slechte bloei en kleur;

  • -

    zeer veel ongewenste opslag (van langer dan 1 jaar en maximaal >1 m.); - veel grote, maar ook kleine stukken zwerfvuil zijn aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 2,25/m2

Gras.

Niveau 1.

  • -

    Criteria

  • -

    het gazon is geheel gesloten en vlak;

  • -

    ongewenste kruiden zijn niet aanwezig;

  • -

    de kanten zijn uitstekend strak zonder overgroei;

  • -

    langs obstakels is het gras maximaal 10 cm hoog;

  • -

    het gazon is bladvrij; - molshopen zijn niet aanwezig; - er is geen zwerfvuil aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 1,50/m2

  • -

    Referentiefoto

Niveau 2. -Criteria

  • -

    het gazon is voor meer dan 85% gesloten en heeft nauwelijks of geen oneffenheden;

  • -

    ongewenste kruiden beslaan minder dan 5% van het oppervlak;

  • -

    de kanten zijn strak en lopen gelijk met verharding (max. 10 cm. overgroei);

  • -

    langs obstakels is het gras niet langer dan 10 weken gegroeid (tot max. 20 cm.);

  • -

    het gazon is min of meer bladvrij; tijdelijk is max. 20% bedekking toegestaan, maar er is geen schade aan gazon;

  • -

    een enkele molshoop kan slecht enkele weken aanwezig zijn; - een enkel stuk of een aantal stukken zwerfvuil is aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 0,90/m2 -Referentiefoto.

Niveau 3. -Criteria

  • -

    het gazon is voor 65-85% gesloten en heeft lichte oneffenheden;

  • -

    ongewenste kruiden beslaan 5-25% van het oppervlak;

  • -

    de kanten zijn redelijk strak; maar 10-20 cm. overgroei;

  • -

    langs obstakels is het gras 10-20 weken doorgegroeid (tot meer dan 20 cm.);

  • -

    20-50% van het gazon oppervlak wordt tijdelijk met bladeren bedekt, hierdoor is lichte schade aan het gazon;

  • -

    meerdere molshopen zijn langdurig aanwezig; - meerdere stukken zwerfvuil zijn aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 0,70/m2 -Referentiefoto.

Niveau 4. -Criteria

  • -

    het gazon is voor minder dan 65% gesloten en heeft veel oneffenheden;

  • -

    ongewenste kruiden beslaan meer dan 25% van het oppervlak;

  • -

    de kanten zijn niet strak; er is meer dan 20 cm. overgroei;

  • -

    langs obstakels is het gras langer dan 20 weken doorgegroeid (meer dan 20 cm.);

  • -

    meer dan 50% van het gazon oppervlak wordt met bladeren bedekt, hierdoor is schade aan het gazon;

  • -

    veel molshopen zijn lange tijd aanwezig;

  • -

    veel grote, maar ook kleine stukken zwerfvuil zijn aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 0,40/m2 -Referentiefoto.

Natuurvriendelijk gras.

Niveau 1.

  • -

    Criteria

  • -

    het gazon is geheel gesloten en vlak;

  • -

    ongewenste kruiden zijn niet aanwezig;

  • -

    de kanten zijn uitstekend strak zonder overgroei;

  • -

    langs obstakels is het gras niet langer dan 1 groeiseizoen doorgegroeid;

  • -

    het gazon is bladvrij; - molshopen zijn niet aanwezig; - er is geen zwerfvuil aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 0,80/m2 -Referentiefoto.

Niveau 2. -Criteria

  • -

    het gazon is voor meer dan 85% gesloten en heeft nauwelijks of geen oneffenheden;

  • -

    ongewenste kruiden beslaan minder dan 5% van het oppervlak;

  • -

    de kanten zijn niet strak en lopen gelijk met verharding: max. 10 cm overgroei;

  • -

    langs obstakels is het gras niet langer dan 1 groeiseizoen doorgegroeid;

  • -

    het gazon is min of meer bladvrij; tijdelijk is max. 20% bedekking toegestaan, maar er is geen schade aan gazon;

  • -

    een enkele molshoop kan slechts enkele weken aanwezig zijn;

  • -

    een enkel stuk of een aantal kleine stukken zwerfvuil is aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 0,70/m2 -Referentiefoto.

Niveau 3.

  • -

    Criteria

  • -

    het gazon is voor 65-85% gesloten en heeft lichte oneffenheden;

  • -

    ongewenste kruiden beslaan 5-25% van het oppervlak;

  • -

    de kanten zijn redelijk strak, maar 10-20 cm overgroei;

  • -

    langs obstakels is het gras meer dan 1 groeiseizoen doorgegroeid;

  • -

    20-50% van het gazon oppervlak wordt tijdelijk met bladeren bedekt, hierdoor is lichte schade aan het gazon;

  • -

    meerdere molshopen zijn langdurig aanwezig; - meerdere stukken zwerfvuil zijn aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 0,70/m2 -Referentiefoto’s.

Niveau 4.

  • -

    Criteria

  • -

    het gazon is voor 65-85% gesloten en heeft lichte oneffenheden;

  • -

    ongewenste kruiden beslaan meer dan 25% van het oppervlak;

  • -

    de kanten zijn niet strak, er is meer dan 20 cm overgroei;

  • -

    langs obstakels is het gras langer dan 20 weken doorgegroeid, meer dan 20 cm.;

  • -

    meer dan 50% van het gazon oppervlak wordt met bladeren bedekt, hierdoor is schade aan het gazon;

  • -

    veel molshopen zijn lange tijd aanwezig;

  • -

    veel grote, maar ook kleine stukken zwerfvuil zijn aanwezig.

  • -

    Beheerkosten indicatief: € 0,60/m2

  • -

    Referentiefoto

Begraafplaatsen hoeveelheden

Groentype

eenheid

Borger

Odoorn

Valthe

2e Exloër -

Valther -

Valther -

Nieuw

Nieuw

Begraaf-

 

 

 

 

 

mond

mond 60

mond Oost

Buinen 32

Buinen 42

plaatsen

Bomen

stuks

290

58

3

57

25

190

18

17

658

Bos

 

0

0

399

0

3541

0

0

0

3940

Singels

 

1387

0

0

0

0

0

0

0

1387

Houtwal

 

1199

374

0

0

0

0

0

0

1573

bosplantsoen

 

6320

8

0

2043

1207

961

733

0

11272

totaal bos(plantsoen)

m2

8906

382

399

2043

4748

961

733

0

18172

Heesters

 

3442

1651

188

1567

2043

647

951

0

10489

bodembedekkers

 

0

73

0

244

61

319

0

0

697

kruidachtigen

 

0

0

152

68

0

4

0

0

224

Hagen

 

44

142

248

381

0

0

53

0

868

grote hagen

 

58

386

274

237

805

413

338

287

2798

totaal heesters

m2

3544

2252

862

2497

2909

1383

1342

287

15076

gazon intensief

 

8082

4748

1354

3206

5135

6483

268

0

29276

Ecogras

 

9828

134

16

0

0

1276

7489

5116

23859

totaal gras

m2

17910

4882

1370

3206

5135

7759

7757

5116

53135

Subtotaal groen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Correctie 10%

Rand grafmonumenten

stuks

5013

4644

382

2018

2230

1456

2060

1340

19143

Totaal onderhoudskosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

‘Ruimte voor de laatste rustplaats’, maart 2008

Begraafplaatsen schatting kosten per kwaliteitsniveau

Groentype

eenheid

Begraaf-

Kwaliteit

Kosten

Kwaliteit

Kosten

Kwaliteit

Kosten

Kwaliteit

Kosten

 

 

plaatsen

1

kwaliteit 1

2

kwaliteit 2

3

kwaliteit 3

4

kwaliteit 4

Bomen

stuks

658

€ 8,50

€ 5.593

€ 5,50

€ 5.593

€ 5,00

€ 5.264

€ 4,00

€ 4.606

Bos

 

3940

 

 

 

 

 

 

 

 

Singels

 

1387

 

 

 

 

 

 

 

 

Houtwal

 

1573

 

 

 

 

 

 

 

 

bosplantsoen

 

11272

 

 

 

 

 

 

 

 

totaal bos(plantsoen)

m2

18172

€ 0,50

€ 9.086

€ 0,25

€ 4.543

€ 0,20

€ 3.634

€ 0,20

€ 3.634

Heesters

 

10489

 

 

 

 

 

 

 

 

bodembedekkers

 

697

 

 

 

 

 

 

 

 

kruidachtigen

 

224

 

 

 

 

 

 

 

 

Hagen

 

868

 

 

 

 

 

 

 

 

grote hagen

 

2798

 

 

 

 

 

 

 

 

totaal heesters

m2

15076

€ 6,50

€ 97.994

€ 4,75

€ 71.611

€ 3,50

€ 52.766

€ 2,25

€ 33.921

gazon intensief

 

29276

€ 1,50

€ 43.914

€ 0,90

€ 26.348

€ 0,70

€ 20.493

€ 0,40

€ 11.710

Ecogras

 

23859

€ 0,80

€ 19.087

€ 0,70

€ 16.701

€ 0,70

€ 16.701

€ 0,60

€ 14.315

totaal gras

m2

53135

 

 

 

 

 

 

 

 

Subtotaal groen

 

 

 

€ 173.700

 

€ 122.823

 

€ 96.885

 

€ 66.213

Correctie 10%

 

 

10%

€ 17.370

10%

€ 12.282

10%

€ 9.688

10%

€ 6.621

Rand grafmonumenten

stuks

19143

€ 14,67

€ 93.588

€ 12,57

€ 80.218

€ 11,00

€ 70.191

€ 9,78

€ 62.392

Totaal onderhoudskosten

 

 

 

€ 284.658

 

€ 215.323

 

€ 176.764

 

€ 135.227

Werkelijke kosten 2006: € 205.614 (zie bijlage 1: financiën; onderhoud plantsoenen en bomen)

De geïnventariseerde hoeveelheden zijn niet helemaal compleet en op de begraafplaatsen zijn ten opzichte van het openbaar groen veel meer kleine hoekjes en vakjes, vandaar dat een toeslag van 10% is berekend op het subtotaal van de groenonderhoudskosten. Voor de bomen is de eenheidsprijs voor bomen op brinken gebruikt, omdat werken met de hoogwerker op een begraafplaats moeizaam gaat.

De groenranden rond de grafmonumenten kosten veel tijd; hoeveel is niet precies bekend; vandaar dat hier volstaan is met een aanname; aflopend in kosten per kwaliteitsniveau; gerekend per grafmonument.

 

Bijlage 9: Conditieomschrijvingen gebouwen

Conditie 1 = uitstekende onderhoudstoestand

Nieuwbouwkwaliteit en/of met nieuwbouw vergelijkbare kwaliteit.

Nieuwbouwkwaliteit op basis van een gedegen ontwerp, uitvoering en materiaalkeuze. Zeer incidenteel kan een gebrek voorkomen als gevolg van een calamiteit (bijvoorbeeld vandalisme), maar niet door veroudering.

Functioneel:

Functionele gebreken veroorzaakt door veroudering van materialen en constructies mogen niet voorkomen of zijn voorgekomen. Wel kunnen functionele gebreken zijn voorgekomen naar aanleiding van een calamiteit o.i.d.

Veroudering:

Duidelijke ernstige en tamelijk ernstige gebreken, ontstaan door veroudering, mogen niet voorkomen. Zeer incidenteel kunnen lichte mechanische beschadigingen o.i.d. voorkomen die niet bedreigend zijn voor het functioneren van het element. In totaliteit kan het element een zeer geringe vuilaanslag (milieu) vertonen. Zeer incidenteel kan ook graffitibekladding worden aangetroffen.

Basiskwaliteit:

Het werk is zonder meer als goed en deugdelijk te typeren op grond van de toepassing van hoogwaardige en duurzame materialen, een gedegen ontwerp, detaillering, alsmede een gedegen vakkundige uitvoering/montage. Zeer incidenteel wordt een goed uitgevoerde en duurzame reparatie aangetroffen.

Conditie 2 = goede onderhoudstoestand

Nieuwbouwkwaliteit met de eerste tekenen van feitelijke veroudering.

Invloeden vanuit gebruik, weer en wind manifesteren zich in lichte mate. Het bouwdeel/element is “ingelopen” - de “nieuwigheid” is er duidelijk af. Functievervulling is zonder meer gewaarborgd.

Functioneel:

Functionele gebreken in de vorm van tochtoverlast kunnen zich incidenteel onder ongunstige omstandigheden voordoen. Functionele gebreken die vochtoverlast (lekkages/doorslag/optrek e.d.) veroorzaken, mogen niet voorkomen als gevolg van gebreken aan materialen en constructies.

Veroudering:

Zeer incidenteel kan zich een duidelijk ernstig gebrek in de vorm van materiaalaantasting o.i.d. voordoen. Tamelijk ernstige gebreken zoals duidelijke verweringsverschijnselen kunnen zich incidenteel tot plaatselijk voordoen. In totaliteit kan het element al een tamelijk duidelijke vuilaanslag vertonen.

Basiskwaliteit:

Het werk is als redelijk goed te typeren op grond van de toepassing van redelijk hoogwaardige en duurzame materialen en/of een redelijk goed ontwerp, detaillering en/of een redelijk gedegen uitvoering/montage. Plaatselijk kunnen goed uitgevoerde en duurzame reparaties worden aangetroffen.

Conditie 3 = redelijke onderhoudstoestand

Het verouderingsproces is over vrijwel de gehele linie duidelijk op gang gekomen.

Invloeden vanuit gebruik, weer en wind manifesteren zich in de eerste echte gebreken, zoals houtrot, corrosie e.d. het verouderingsproces is over vrijwel de gehele linie duidelijk op gang gekomen. Incidenteel kan een storing in de functievervulling zijn opgetreden.

Functioneel: Functionele gebreken in de vorm van duidelijke tochtoverlast kunnen zich

incidenteel tot plaatselijk onder normale omstandigheden voordoen. Functionele

 

gebreken die vochtoverlast, onbruikbaarheid e.d. veroorzaken, mogen niet voorkomen.

Veroudering:

Plaatselijk kunnen zich ernstige gebreken aan materialen en/of constructies voordoen zonder dat deze resulteren in functionele gebreken. Tamelijk ernstige gebreken zoals een duidelijke verwering kunnen plaatselijk tot regelmatig voorkomen. In totaliteit kan het element een zeer duidelijk vuilaanslag vertonen.

Basiskwaliteit:

Het werk is als matig te typeren door de toepassing van kwalitatief matige materialen en/of duidelijke onvolkomenheden in ontwerp, detaillering, uitvoering e.d. Goed uitgevoerde en duurzame reparaties kunnen regelmatig voorkomen. Ook kunnen plaatselijk reparaties worden aangetroffen die slecht zijn uitgevoerd en/of zijn uitgevoerd met minder geschikte middelen.

Conditie 4 = matige onderhoudstoestand

Het verouderingsproces heeft het element of het gebouw duidelijk in zijn greep.

Het verouderingsproces heeft het bouwdeel/element duidelijk in zijn greep. De beste tijd is voorbij, het einde nadert. Storingen in de functievervulling komen plaatselijk voor en/of zijn reeds meerdere malen voorgekomen.

Functioneel:

Functionele gebreken in de vorm van duidelijke tochtoverlast kunnen zich plaatselijk tot regelmatig onder normale omstandigheden voordoen. Functionele gebreken in de vorm van vochtoverlast, onbruikbaarheid e.d. kunnen zich in de afgelopen paar jaar incidenteel op beperkte schaal hebben voorgedaan naar aanleiding van veroudering van materialen en/of constructies.

Veroudering:

Plaatselijk tot regelmatig kunnen zich ernstige gebreken aan materialen en/of constructies voordoen. (Incidenteel kunnen zich hierdoor functionele gebreken voordoen en/of hebben voorgedaan.) Tamelijk ernstige gebreken zoals een duidelijke verwering kunnen tamelijk algemeen voorkomen. Onderdelen die het directe functioneren van een element niet bedreigen, kunnen vrijwel volledig verdwenen zijn.

Basiskwaliteit:

Het werk is als zeer matig te typeren. Structurele fouten in materiaalkeuze, ontwerp en/of uitvoering kunnen incidenteel reeds functionele gebreken zoals lekkages veroorzaken en/of hebben veroorzaakt.

Conditie 5 = slechte onderhoudstoestand

Het verouderingsproces in min of meer onomkeerbaar geworden c.q. heeft het element/het gebouw zeer duidelijk in zijn greep.

Het verouderingsproces is min of meer onomkeerbaar geworden. Regelmatig komen ernstige gebreken voor. De functievervulling van het totaal is niet meer gewaarborgd. Het einde is in feite bereikt.

Functioneel:

Functionele gebreken in de vorm van duidelijke tochtoverlast kunnen zich regelmatig voordoen. Functionele gebreken in de vorm van vochtoverlast e.d. kunnen zich incidenteel tot plaatselijk voordoen en/of in de afgelopen paar jaar met duidelijke regelmaat op beperkte schaal hebben voorgedaan.

Veroudering:

Regelmatig kunnen zich ernstige gebreken aan materialen en/of constructies voordoen. (Incidenteel kunnen zich hierdoor functionele gebreken voordoen en/of met enige regelmaat voorgedaan hebben.) Tamelijk ernstige gebreken aan materialen en/of constructies kunnen tamelijk algemeen in duidelijk gevorderde

stadia voorkomen. Onderdelen die het directe functioneren van het element bedreigen, kunnen duidelijke gebreken vertonen.

Basiskwaliteit: Het werk is als slecht te typeren. Zeer structurele fouten in materiaalkeuze, ontwerp en/of uitvoering kunnen met duidelijke regelmaat reeds functionele gebreken zoals lekkages veroorzaken en/of veroorzaakt hebben.

Conditie 6 = zeer slechte onderhoudstoestand

Een zodanig slechte toestand dat dit niet meer te classificeren is onder conditie 5.

Het verouderingsproces is dusdanig gevorderd dat sprake is van voortdurende storing in de functievervulling van het bouwdeel/element.

 

Naar boven