VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2018

De raad van de gemeente DONGEN

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

Besluit vast te stellen de volgende:

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit.

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de grondslagen genoemd in lid 2 van dit artikel en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    De grondslagen van de belasting zijn:

    • a.

      Een vast bedrag per perceel;

    • b.

      Het op afroep inzamelen of achterlaten op de milieustraat of andere incidentele dienstverlening als bedoeld in de hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 4, lid 2, letter a, hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 4, lid 2, letter b, hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting als bedoeld in artikel 4, lid 2, letter a is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting als bedoeld in artikel 4, lid 2, letter b, is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 6.

    Voor de bij wege van aanslag geheven belasting geldt dat belastingbedragen van minder dan € 5,00 niet worden geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van alle op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 10.000, dat dit bedrag en een bestuurlijke boete op dit aanslagbiljet moeten worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 100,00 of meer, doch niet meer dan € 10.000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnbedragen, waarvan de eerste vervalt op de 28e dag van elke maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnbedragen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen 56 dagen na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan geldt de betaaltermijn als bedoeld in het eerste lid.

  • 5.

    In afwijking van de voorgaande leden moet de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid, worden betaald:

    • ingeval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • ingeval de kennisgeving mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving.

  • 6.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het dagelijks bestuur

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing, genoemd in hoofdstuk 1 van de tarieventabel.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1. onderdelen 1.1 en 1.2 kan kwijtschelding worden verleend.

Artikel 11 Overgangsrecht en inwerkingtreding

  • 1.

    De ‘Verordening afvalstoffenheffing Dongen 2017’, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening afvalstoffenheffing Dongen 2018’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2017

, voorzitter.

, griffier.

Tarieventabel behorende bij de verordening afvalstoffenheffing Dongen 2018

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar, indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar bij de aanvang wordt gebruikt door:

1.1 één persoon € 179,40

1.2 meer dan één persoon € 276,24

1.3 De belasting in onderdeel 1 wordt voor een 2e GFT container per jaar verhoogd met € 60,00

Hoofdstuk 2 Tarieven milieustraat, op afroep inzamelen, incidentele dienstverlening afvalstoffenheffing

2.1 Onverminderd het bepaalde in de vorige onderdelen bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van ongesorteerd huishoudelijk afval, per rit met een maximum van 2 m3 € 75,00

2.2 Onverminderd het bepaalde in de vorige onderdelen bedraagt de belasting voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vervangen van een verloren of beschadigde toegangspas(milieupas) voor het gebruik van een ondergrondse afvalcontainer/milieustraat, per pas € 17,50

2.3 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden bedraagt de belasting voor het aanbieden/afgeven van afvalstoffen op de milieustaat ‘De Coolhof’, met inachtneming van het ‘Aanbiedings- en acceptatiereglement voor de milieustraat en het KCA-depot van de gemeente Dongen’, zoals dit op 1 september 1998 is vastgesteld en sedertdien gewijzigd:

Tariefgroep per hoeveelheid kubieke meters aangeboden afval

tot 0,25 m3 0,25-0,5 m3 0,5-1 m3 1-2 m3

Tariefgroep 1 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00

Tariefgroep 2 € 0,00 € 10,00 € 20,00 € 40,00

Tariefgroep 3 € 5,00 € 10,00 € 20,00 € 40,00

soort afval per tarief groep:

Tariefgroep 1: (huishoudelijke afvalstromen)

Afgewerkte olie; Batterijen, accu’s; Frituurvet, slaolie; Geëxpandeerd polystyreen (EPS of piepschuim); Glas (flessen en potten); Grof huisvuil (kasten, stoelen, plastic tuinstoelen/speelgoed e.d.); Kadavers van kleine huisdieren (kat, hond, konijn e.d.); KCA en oude medicijnen; Kerstbomen; Kunststofverpakkingenafval; Luiers; Matrassen; Metaal; Mobiele telefoons; Oud papier/ karton; Snoeiafval; Spaarlampen, Spiegels; TL-lampen; Tapijt; Textiel; Vlak glas (vensterglas, thermopaneruiten, draad glas); Wit- en bruingoed, ICT apparatuur;

Tariefgroep 2: (Verbouwingsafval en niet huishoudelijke afvalstromen)

Dakgrind; Dakleer; Gasbetonblokken; Geïmpregneerd hout (tuin schermen, boom palen e.d.); Gipsplaten, gipsblokken; Puin; Schone grond; Sloophout; Zand

Tariefgroep 3:

Ongesorteerd afval

soort afval per eenheid

asbest:

a. kleine gebruiksvoorwerpen € 0,00

b. dakplaten, tot maximaal 5 stuks per aanbieding € 1,00

autobanden (uitsluitend personenauto’s):

a. zonder velg € 0,00

b. met velg € 10,00

Behorende bij raadsbesluit van 21 december 2017

De griffier,

Naar boven