Gemeenteblad van Laarbeek
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Laarbeek | Gemeenteblad 2018, 45421 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Laarbeek | Gemeenteblad 2018, 45421 | Verordeningen |
Verordening burgerparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Jeugdwet gemeente Laarbeek 2018
Artikel 8. Huishoudelijk reglement
Met inachtneming van deze verordening kan de adviesraad Sociaal Domein bij huishoudelijk reglement nadere regels stellen ten aanzien van de eigen werkwijze.
De gemeenteraad dient één of meer plannen vast te stellen, die richting geven aan te nemen beslissingen betreffende maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp.
Artikel 2.1.3 van de Wmo 2015 schrijft voor dat het college de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente belanghebbende natuurlijk en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning betrekt, op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordeningen.
Artikel 2.5.1 van de Wmo 2015 schrijft voor dat gemeenten, voordat een voordracht tot vaststelling (van het plan) aan de gemeenteraad wordt gedaan, advies wordt gevraagd aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.
In de Jeugdwet is niet specifiek benoemd dat er een adviesorgaan voor jeugdhulp moet worden aangewezen. Wel wordt in artikel 2.10 Jeugdwet de artikelen 2.1.3 lid 3 2015 Wmo en 2.5.1 Wmo 2015 van overeenkomstige toepassing verklaard op de Jeugdwet. Het is om die reden logisch ook vertegenwoordigers vanuit het jeugdhulpdomein in de adviesraad Sociaal Domein op te nemen.
In deze verordening wordt geregeld op welke wijze dit advies wordt ingewonnen.
Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.
In dit artikel is de taak van de adviesraad Sociaal Domein.
De adviesraad Sociaal Domein kan verschillende vormen van overleg hebben. Met dit artikel is een minimumfrequentie bepaald van de overleggen. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen overleggen in het kader van de Wmo en Jeugd. De portefeuillehouder Sociaal Domein voert overleg met de adviesraad Sociaal Domein. Ambtelijk wordt ook overleg gevoerd met de adviesraad en met het deel van adviesraad dat jeugd als aandachtsgebied heeft. Voor beide overleggen geldt een minimum van twee (Wmo en Jeugdwet bestuurlijk) of zes (ambtelijk) keer per jaar.
Duidelijk is dat het advies op een zodanig tijdstip wordt gevraagd, dat het nog van wezenlijke invloed kan zijn op de gemeentelijke besluitvorming. Ook moet de adviesraad Sociaal Domein een redelijke termijn hebben om het advies uit te kunnen brengen. De termijn mag echter niet dusdanig lang zijn dat het besluitvormingsproces onnodig wordt vertraagd. Een termijn van maximaal vier weken na verzending van de adviesaanvraag is hiervoor een redelijke termijn.
Om goed geïnformeerd te zijn, kan de adviesraad Sociaal Domein zich door derden laten adviseren. Op verzoek van de adviesraad zullen ambtenaren een nadere uitleg geven over de onderliggende stukken, wat niet tot vertraging van het uitbrengen van het advies mag leiden.
Het advies van de adviesraad Sociaal Domein kan als bijlage deel uit van het college- en/of raadsvoorstel. Het college en de raad kunnen op deze wijze kennisnemen van het advies.
Om het adviesrecht goed uit te kunnen voeren, is het noodzakelijk dat de adviesraad Sociaal Domein over voldoende informatie beschikt. Het is een taak van het college dat deze informatievoorziening adequaat is. Welke informatie verstrekt moet worden is op voorhand niet te zeggen. De raadsstukken worden aan alle leden van de adviesraad ter beschikking gesteld, zodat zij kennis kunnen nemen van alle raadsvoorstellen.
Ten aanzien van de samenstelling van de adviesraad, kan worden vermeldt dat artikel 12 Wmo 2015 zich nadrukkelijk richt op de vragers van maatschappelijke ondersteuning en niet op aanbieders.
Het woord vragers dient ruim te worden opgevat. Het gaat niet alleen om mensen die een individuele voorziening vragen, maar evenzeer om potentiële vragers.
De Wmo en Jeugdwet bestrijken een breed terrein van onderwerpen. Daarom dient de adviesraad ernaar te streven een representatieve afspiegeling te zijn van deze groepen. Dit betekent dat bij de samenstelling van de adviesraad ook gekeken dient te worden naar de getalsmatige verhouding doelgroepen en een evenredige representatie vanuit de dorpskernen.
Om eventuele belangenverstrengeling te voorkomen is een aantal functies uitgesloten van lidmaatschap van de adviesraad. Juist om onafhankelijkheid te waarborgen van de verschillende adviesorganen en de unieke rol van de voorzitter, is een aantal functies uitgesloten van voorzitterschap van de adviesraad. De functie van voorzitter is niet verenigbaar met het lidmaatschap van een ander adviesorgaan dat het college of de raad adviseert.
Dit artikel beschrijft de verdere invulling van de werkwijze.
Om de werkzaamheden goed te kunnen verrichten, dient de adviesraad Sociaal Domein over eigen middelen te beschikken. De middelen worden door het college verstrekt in de vorm van een subsidie. De adviesraad dient hiervoor jaarlijks een begroting in en legt verantwoording af door middel van een financieel jaarverslag.
Voorgesteld wordt om de verordening de dag na publicatie in werking te laten treden. In de praktijk wordt per genoemde datum gewerkt met advisering door de adviesraad Sociaal Domein.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-45421.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.