Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2018, 45284 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2018, 45284 | Beleidsregels |
Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet Rotterdam 2018
De directeur Maatschappelijke Ondersteuning in de Wijk van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling,
de artikelen 1.3, tweede lid, en 5.2, vijfde lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016, artikel 2, eerste en derde lid van het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de algemeen directeur 2016 en artikel 3.1, eerste lid, van het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging cluster Maatschappelijke Ontwikkeling 2016;
dat het, in verband met het feit dat de gemeenteraad een nieuwe Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Rotterdam 2018 heeft vastgesteld, noodzakelijk is om nieuwe beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de uitvoering van artikel 36 van de Participatiewet en de Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Rotterdam 2018;
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
maatregel: een maatregel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder j, van de Verordening maatregelen en handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ, voor zover het een maatregel betreft van 100% en deze betrekking heeft op het niet nakomen van een arbeidsverplichting.
Artikel 4 Intrekking oude beleidsregels
De Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet Rotterdam 2017 worden ingetrokken.
Op een aanvraag of een bezwaarschrift die/dat zijn ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels en waarop op die datum nog niet onherroepelijk is beslist, wordt beslist met toepassing van de Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet Rotterdam 2017.
A.G. Coenen
Directeur Maatschappelijke Ondersteuning in de Wijk
Cluster Maatschappelijke Ontwikkeling
De gemeenteraad heeft op 1 februari 2018 de Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Rotterdam 2018 vastgesteld. Hierin is opgenomen dat een inwoner van Rotterdam in aanmerking kan komen voor een individuele inkomenstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de Participatiewet, als zijn inkomen in het refertejaar niet meer bedraagt dan 130% van het minimumloon dat is gedefinieerd als het bedrag dat gelijk staat aan het bedrag als bedoeld in artikel 21 aanhef en onder b van de Participatiewet, zijnde de netto bijstandsnorm voor gehuwden.
Het college verstrekt een toeslag als iemand op het moment van de aanvraag voldoet aan de gestelde voorwaarden. Artikel 36 van de Participatiewet stelt als voorwaarde dat het recht op een individuele inkomenstoeslag alleen bestaat als er geen uitzicht is op inkomensverbetering. In deze beleidsregels geeft het college aan wanneer naar zijn oordeel hiervan sprake is.
Alleen die bepalingen die nadere toelichting nodig hebben worden hier behandeld.
Naast de begrippen die al in de Participatiewet of in de verordening staan gedefinieerd, wordt in dit artikel het begrip maatregel nader toegelicht.
Voor het begrip maatregel wordt verwezen naar het begrip zoals vermeld in artikel 1, eerste lid, onder j, van de Verordening maatregelen en handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ, voor zover het een maatregel betreft van 100% en betrekking heeft op het niet nakomen van een arbeidsverplichting.
Artikel 2 Verzoek en besluitvorming
Om aan te kunnen tonen dat er gedurende de referteperiode sprake is geweest van een langdurig laag inkomen zoals bedoeld in de verordening, dienen belanghebbenden bewijsstukken bij de aanvraag te voegen. Welke dat zijn staat in het door het college vastgestelde aanvraagformulier.
Belanghebbenden die gedurende de gehele referteperiode bijstand hebben ontvangen, behoeven geen kopieën betreffende het inkomen en vermogen mee te sturen. Het college beschikt in dat geval al over de benodigde gegevens.
Artikel 3 Uitzicht op inkomensverbetering
In dit artikel wordt het begrip ‘uitzicht op inkomensverbetering’ nader uitgewerkt.
Als belanghebbende op de datum waarop de aanvraag is ingediend een studie of opleiding volgt is er sprake van uitzicht op inkomensverbetering. Een studie of opleiding is immers uiteindelijk gericht op arbeidsinschakeling en daarmee is er een reëel perspectief op inkomensverbetering. Ook is sprake van uitzicht op inkomensverbetering als belanghebbende in de twaalf maanden voorafgaand aan de datum waarop de aanvraag is ontvangen, een studie of opleiding heeft afgerond. In deze gevallen wordt de aanvraag afgewezen.
Als er sprake is geweest van een gedraging waarvoor een maatregel van 100% is opgelegd, deze maatregel houdt verband met het niet nakomen van verplichtingen gericht op arbeidsinschakeling en de maatregel is opgelegd in de twaalf maanden die voorafgaan aan de datum waarop de aanvraag is ingekomen, dan wordt gesteld dat belanghebbende onvoldoende inspanning heeft verricht om te komen tot inkomensverbetering en wordt de aanvraag afgewezen. Gekeken wordt naar de datum van de beschikking waarbij de maatregel is opgelegd, niet naar de datum waarop de maatregelwaardige gedraging heeft plaatsgevonden.
Het uitgangspunt is dat bij gehuwden (of daarmee gelijk gestelden als bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, van de Participatiewet) uitzicht op inkomensverbetering door beide partners gerealiseerd kan worden. Bij gehuwden wordt dan ook bij beide partners gekeken of bij één van hen één van de weigeringsgronden van toepassing is. Als dat het geval is, is er voor de gehuwden uitzicht op inkomensverbetering. Als voor één van de partners geconstateerd wordt dat er uitzicht is op inkomensverbetering, bestaat er geen recht op een individuele inkomenstoeslag voor beide partners.
In het vierde lid is opgenomen dat het college van de vorige leden kan afwijken op grond van de individuele omstandigheden van belanghebbende(n).
Gekozen is voor een overgangsbepaling met eerbiedigende werking. Deze sluit aan bij de overgangsbepaling in de Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Rotterdam 2018.
Dit gemeenteblad 2018, nummer 26, is uitgegeven op 14 februari 2018 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-45284.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.