Verordening Meedoen Ridderkerk 2018

De raad van de gemeente Ridderkerk

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

 

gelet op artikel 108 en artikel 147 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat het wenselijk is dat volwassenen en kinderen met een laag inkomen kunnen Meedoen aan allerlei maatschappelijke activiteiten van sport, cultuur en school;

BESLUIT:

 

Vast te stellen de

 

Verordening Meedoen Ridderkerk 2018

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als omschreven in de Participatiewet (Pw) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      rechthebbende:

      • i.

        de inwoner van de gemeente Ridderkerk vanaf 18 jaar en ouder en diens ten laste komende minderjarige kinderen van 0 t/m 17 jaar met een inkomen tot 110% van de toepasselijke norm Pw ,zonder toepassing kostendeling artikel 22a Pw.

      • ii.

        kinderen van 0 tot en met 17 jaar die bij ouders wonen die een minnelijk of wettelijk traject schuldhulpverlening volgen en een ‘besteedbaar’ inkomen hebben dat niet hoger is dan 110% van de toepasselijke norm Pw en inwoner van de gemeente Ridderkerk zijn.

    • b.

      Kalenderjaar: tijdvak van een jaar lopend van 1 januari tot 1 januari van het jaar daarop volgend.

    • c.

      Schooljaar; tijdvak van een jaar lopend van 1 augustus van een bepaald jaar tot 31 juli van het jaar daarop.

    • d.

      Peildatum; 1 januari van een kalenderjaar en 1 augustus van een schooljaar.

    • e.

      Tegemoetkoming: het maximale bedrag dat die op grond van deze verordening verstrekt kan worden.

    • f.

      Voortgezet onderwijs; is praktijkonderwijs, vmbo, havo of vwo.

    • g.

      Schoolkosten; de kosten die in rekening gebracht worden door de school.

    • h.

      Vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Pw waarbij het vermogen in de eigen woning niet wordt meegeteld.

    • i.

      Ridderkerkpas: een pas met daarop een tegoed in euro’s ten bedrage van maximaal de tegemoetkoming genoemd in de artikelen 2 en 3, voor de bekostiging van de in deze artikelen genoemde activiteiten en artikelen.

    • j.

      Aanvrager: de meerderjarige die rechtens een aanvraag kan indienen en zijn echtgenoot, geregistreerde partner of de persoon met wie een gezamenlijke huishouding als bedoeld in artikel 3 van de Pw.

Artikel 2. Sociale en culturele activiteiten rechthebbende vanaf 18 jaar

  • 1.

    Het college kan aan een rechthebbende vanaf 18 jaar een tegemoetkoming verstrekken in de kosten van deelname aan sport en sociale en culturele activiteiten, recreatieve uitjes, museum jaarkaart, bibliotheek lidmaatschap, Rotterdampas, of voor de aanschaf van een computer of fiets. Dit is een limitatieve lijst;

  • 2.

    Deze tegemoetkoming wordt verstrekt middels een Ridderkerkpas.

  • 3.

    De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 150, - per persoon per kalenderjaar;

  • 4.

    Per kalenderjaar wordt 1 keer beoordeeld of iemand rechthebbende is conform de regels van artikel 1 van deze verordening. De aanvrager die geen Pw uitkering ontvangt verklaart dat het inkomen en vermogen niet hoger is dan het gestelde maximum in artikel 1 van deze verordening, zonder opgave van bewijzen;

  • 5.

    De niet uitgegeven tegemoetkoming vervalt per 1 januari van het nieuwe jaar.

Artikel 3. Kindpakket

  • 1.

    Het college verstrekt aan de rechthebbende ouder/verzorger van het kind vanaf 0 jaar tot en met 17 jaar een tegemoetkoming voor de kosten van sport, cultuur, cursussen, plaatselijke seizoensactiviteiten, muziekles, instrumenten, sportbenodigdheden, recreatieve uitjes, aanschaf van een computer, fiets of kleding, voor verjaardagsfeestjes en indirecte schoolkosten. Dit is geen limitatieve lijst. Voorwaarde is wel dat het aan het kind besteed wordt.

  • 2.

    Deze tegemoetkoming wordt verstrekt middels een Ridderkerkpas.

  • 3.

    De tegemoetkoming bedraagt maximaal 200 euro voor een kind van 0 tot en met 3 jaar per kalenderjaar. Het pas geboren kind heeft recht vanaf het kalenderjaar waarin het geboren is.

  • 4.

    De tegemoetkoming bedraagt maximaal 350 euro voor een kind van 4 tot en met 11 jaar per kalenderjaar. Is het kind op de peildatum 4 jaar of wordt het kind lopende het kalenderjaar 4 jaar, dan is er recht op deze tegemoetkoming.

  • 5.

    De tegemoetkoming bedraagt maximaal 450 euro voor een kind van 12 tot en met 17 jaar per kalenderjaar. Is het kind op de peildatum 12 jaar of wordt het kind lopende het kalenderjaar 12 jaar dan is er recht op deze tegemoetkoming. Het kind dat lopende het kalenderjaar 18 jaar wordt krijgt voor het laatste jaar deze tegemoetkoming. Het kind dat op de peildatum 18 jaar is kan als volwassene een tegemoetkoming aanvragen.

  • 6.

    De ouder/verzorger van het kind die geen Pw uitkering ontvangt, verklaart dat het inkomen en vermogen niet hoger is dan de gestelde voorwaarden in artikel 1 van deze verordening, zonder opgave van bewijzen.

  • 7.

    De niet uitgegeven tegemoetkoming vervalt per 1 januari van het nieuwe jaar met uitzondering van de schoolkosten voortgezet onderwijs artikel 4 van deze verordening.

Artikel 4. Schoolkosten voortgezet onderwijs

  • 1.

    Rechthebbende is het kind dat in het bezit is van een Ridderkerkpas en bij de start van een schooljaar voortgezet onderwijs volgt en niet ouder is dan 18 jaar.

  • 2.

    De maximale tegemoetkoming voor het kind in de brugklas voortgezet onderwijs is 250 euro per schooljaar.

  • 3.

    De maximale tegemoetkoming voor het kind in de overige leerjaren voortgezet onderwijs is 100 euro per schooljaar.

  • 4.

    De tegemoetkoming wordt beschikbaar gesteld na inlevering van de door de gemeente opgestelde schoolverklaring.

Artikel 5. Ridderkerkpas

De gemeente Ridderkerk verstrekt een Ridderkerkpas aan alle rechthebbenden.

  • 1.

    Inwoners, die op 1 januari van elk kalenderjaar een uitkering ingevolge de Pw ontvangen, ontvangen de tegemoetkoming artikel 2 en 3 ambtshalve in de vorm van een Ridderkerkpas.

  • 2.

    Inwoners die op enig moment in het kalenderjaar tot de rechthebbenden gaan behoren, kunnen op aanvraag in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de vorm van een Ridderkerkpas;

  • 3.

    De Ridderkerkpas wordt per persoon verstrekt met een tegoed waar de persoon maximaal recht op kan hebben.

  • 4.

    Inwoners, die in de loop van het kalenderjaar tot de kring van rechthebbenden zijn gaan behoren, kunnen een Ridderkerkpas verstrekt krijgen en in het restant van dat kalenderjaar gebruik maken van de maximale tegemoetkomingen waar recht op bestaat, zonder verrekening naar duur van de periode waarin zij rechthebbende zijn.

  • 5.

    Inwoners, die in de loop van het kalenderjaar niet meer tot de kring van rechthebbenden behoren maar nog wel beschikken over een Ridderkerkpas, kunnen in het restant van dat kalenderjaar gebruik blijven maken van het tegoed op de Ridderkerkpas, zonder verrekening naar duur van de periode waarin zij rechthebbende zijn.

  • 6.

    Het tegoed op de Ridderkerkpas is niet over te dragen aan een ander (gezinslid). Bij de aanschaf van een computer kunnen gezinsleden wel de tegoeden op de Ridderkerkpassen samenvoegen;

  • 7.

    Het college kan in beleidsregels nadere bepalingen opnemen over de voorwaarden en werking van de Ridderkerkpas.

Artikel 6. Declaraties

  • 1.

    De kosten van deelname aan sportieve en culturele activiteiten, maatschappelijke participatie, enzovoort, die niet via de Ridderkerkpas kunnen worden betaald, kunnen worden gedeclareerd door inlevering van een pro forma nota of betaalbewijzen (bonnetjes, toegangskaartjes, en dergelijke) bij de gemeente Ridderkerk. De gemeente Ridderkerk keert het bedrag van de gemaakte kosten uit aan de aanvrager en verrekent dit met het tegoed op de Ridderkerkpas van de persoon voor wie de kosten zijn gemaakt.

  • 2.

    Het uit te keren bedrag kan niet hoger zijn dan het tegoed op dat moment op de Ridderkerkpas van de persoon voor wie de kosten zijn gemaakt.

Artikel 7. Hardheidsclausule

In bijzondere situaties kan er afwijkend (positief) worden besloten van de regels in deze verordening als dit in het kader van maatwerk nodig is.

Artikel 8. Rechtmatigheid

  • 1.

    Het college kan achteraf middels steekproeven het recht en de rechtmatigheid van de verstrekkingen controleren tot 1 juli van het volgend kalenderjaar.

  • 2.

    Het college kan de tegemoetkoming terugvorderen als blijkt dat er sprake is van fraude.

Artikel 9. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de dag na de elektronische bekendmaking op www.officielebekendmakingen.nl, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2018.

  • 2.

    Op de dag van inwerkingtreding als bedoeld in het eerste lid wordt ingetrokken;

    • -

      de verordening Meedoen Ridderkerk 2017;

    • -

      de regeling Tegemoetkoming schoolkosten voortgezet onderwijs Ridderkerk 2017

    • -

      de regeling Uitbreiding Meedoen 0 tot 4 jaar Ridderkerk 2017

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ridderkerk van 25 januari 2018.

De griffier,

mr. J.G. van Straalen

De voorzitter,

mw. A. Attema

ALGEMENE TOELICHTING

 

Meedoen aan de samenleving is belangrijk, ook als je een laag inkomen hebt. Deze verordening geeft de mogelijkheid aan volwassen en kinderen om op eigen wijze deel te nemen aan verschillende activiteiten of geeft mogelijkheid tot het aanschaffen van een product in het kindpakket, bijvoorbeeld kleding, computer of fiets.

 

Voor het kind vanaf 4 jaar tot 17 jaar is er een bedrag beschikbaar gesteld dat kan worden besteed aan een breed scala van kosten, we noemen dit het ‘kindpakket’. Ook kinderen in gezinnen met problematische schulden die een wettelijk of minnelijk traject volgen komen in aanmerking voor een vergoeding van het kindpakket, ongeacht de hoogte van het inkomen van de ouders. De inhoud van het kindpakket is breed, de mogelijkheden zijn opgesomd maar niet limitatief. Als een kind iets anders nodig heeft dan kan dit gemotiveerd worden gevraagd.

 

Het (schoolgaande) kind vanaf 18 jaar valt niet meer onder het kindpakket, er is vanaf deze leeftijd zelfstandig recht op een vergoeding voor sport en culturele activiteiten zoals is gesteld in artikel 3 van deze verordening.

Uitvoering en uitgangspunten

De uitgangspunten bij het opstellen van deze verordening zijn als volgt:

  • -

    de tegemoetkoming wordt verstrekt als Ridderkerkpas;

  • -

    de uitvoeringskosten voor de gemeente zijn zo laag mogelijk, de drempel voor de klant is zo laag mogelijk;

  • -

    er hoeft geen geld te worden voorgeschoten;

  • -

    we gaan uit van “vertrouwen’ in plaats van een uitgebreide controle;

  • -

    achteraf kan worden gecontroleerd op rechtmatigheid tot 1 juli van het jaar erop;

  • -

    als blijkt dat het vertrouwen is geschonden zal het vertrouwen er niet meer zijn en worden gevraagd naar bewijzen bij een volgende aanvraag.

De burger met een uitkering Pw krijgt automatisch de pas toegestuurd. Voor de overige minima geldt dat er verklaard moet worden dat het inkomen en vermogen voldoet aan de gestelde eisen.

De rechthebbende krijgt een Ridderkerkpas voor elke gezinslid met daarom een tegoed conform de bedragen van deze verordening. Hiermee kan de pashouder diverse artikelen of activiteiten bekostigen. De tegemoetkoming, die niet is uitgegeven op 31 december van een jaar, vervalt. Per kalenderjaar wordt er een nieuwe pas beschikbaar gesteld.

Vertrouwen en controle

We gaan uit van vertrouwen totdat het tegendeel blijkt. We controleren achteraf door middel van een steekproef die kan plaatsvinden tot 1 juli van het volgend kalenderjaar. De mogelijkheid tot controle achteraf is afgebakend zodat de aanvrager weet tot wanneer de controle kan plaatsvinden. Bij verwijtbaar handelen heeft dit tot gevolg dat er bij een volgende aanvraag wel om bewijzen rondom inkomen, vermogen en besteding zal worden gevraagd.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Begripsbepalingen

De inkomensgrens is gesteld op 110% van de bijstandsnorm, dit is reeds door de raad vastgesteld in de “Kaders minimabeleid”.. De inkomenstoets wordt simpel uitgevoerd. Er zijn drie gezinssituaties, een alleenstaande, een alleenstaande ouder of een samenwonend stel c.q. echtpaar. Er wordt niet gekeken naar de situatie van kostendeling zoals de Participatiewet (Pw) voorschrijft. Inkomensbestanddelen die in de Participatiewet niet meetellen als inkomen worden ook nu buiten beschouwing gelaten.

Met betrekking tot het vermogen wordt aangesloten bij de vermogensgrens van de Pw, het vermogen in de eigen woning wordt buiten beschouwing gelaten.

Artikel 2. Sociale en culturele activiteiten volwassenen vanaf 18 jaar

In dit artikel is beschreven wat vergoed kan worden aan de volwassene vanaf 18 jaar, de studenten zijn hierop uitgezonderd. De mogelijkheden voor de volwassene zijn divers en liggen op het gebied van sport, cultuur, sociaal, computer, fiets en alles wat nodig om de activiteit uit te oefenen. Denk aan sportkleding, muziekinstrumenten, reiskosten om ergens heen te gaan. De maximale vergoeding is € 150 per kalenderjaar.

Artikel 3. Kindpakket

Dit artikel geeft aan wat de tegemoetkoming is voor kinderen van 0 t/m 17 jaar.

De doelgroep 0 tot 4 jaar is opgenomen in de verordening, hiermee komt de regeling kindpakket 0-4 jaar 2017 te vervallen. De tegemoetkoming voor deze doelgroep is maximaal 200 euro en worden besteed aan dat wat het kind nodig heeft, inclusief kosten van kinderopvang.

 

Voor de doelgroep 0 t/m 17 jaar is de besteding heel breed en kan naar eigen inzicht worden bepaald. De opsomming is niet limitatief en kan individueel worden afgestemd op de wensen en behoefte van het kind. Het belang van het kind is belangrijk bij deze afweging. In ieder geval valt; sport, zwemles, cultuur, opleiding, sociale activiteiten, uitjes, seizoensactiviteiten, computer, fiets, kleding, indirecte schoolkosten. De hoogte van de tegemoetkoming is afgestemd op de leeftijd. Naarmate het kind ouder wordt stijgt de tegemoetkoming omdat de kosten van een kind stijgen naarmate het ouder wordt.

Artikel 4. Schoolkosten voortgezet onderwijs

De schoolkosten voortgezet onderwijs is een regeling die in 2017 is ingegaan. Deze regeling is in deze verordening opgenomen en daarmee komt de regeling te vervallen.

De vergoeding is 250 euro voor het brugklasjaar en 100 euro voor de jaren die volgen. In het brugklasjaar zijn de kosten hoog, veelal moeten er dan digitale leermiddelen worden aangeschaft. Onder schoolkosten wordt bedoeld de kosten die aan school moeten worden betaald. Dat kan zijn een leermiddel, een schoolreisje en andere zaken. De overige schoolkosten zoals bijvoorbeeld een tas, fiets, schriften, agenda, e.d. kunnen worden bekostigd van de tegemoetkoming kindpakket.

Artikel 5. Ridderkerkpas

In dit artikel is geregeld hoe de pas beschikbaar wordt gesteld. De uitkeringsgerechtigde Pw krijgt de pas automatisch, ook als de uitkering lopende het kalenderjaar aanvangt. Ongeacht de ingangsdatum van de uitkering wordt het volledige bedrag beschikbaar gesteld. Bij beëindiging van de uitkering blijft het restant tegoed beschikbaar tot het eind van het betreffende kalenderjaar. Rechthebbenden zonder Pw uitkering moeten een aanvraag indienen.

Artikel 6. Declaraties

De Ridderkerkpas blijft zich ontwikkelen. De aangesloten bedrijven kunnen wijzigen en uitbreiden. Als een gewenste besteding niet via de pas kan worden gedaan kan er een declaratie worden ingediend. Het gedeclareerde bedrag wordt uitbetaald en in mindering gebracht op het tegoed van de pas en kan niet hoger zijn dan het (restant) tegoed van de pas.

Artikel 7. Hardheidsclausule

In sommige situaties is het nodig om toch een tegemoetkoming te verstrekken als de aanvrager niet geheel voldoet aan de voorwaarden. Met name de situatie en het belang van het kind speelt hierbij een rol.

De aanwezigheid van schulden en een laag besteedbaar inkomen kan ook aanleiding zijn om toch tijdelijk een tegemoetkoming te verstrekken.

Artikel 8. Rechtmatigheid

Het college kan controles verrichten op de rechtmatigheid van het recht en van de verstrekte tegemoetkomingen tot 1 juli van het volgende kalenderjaar. Fraude, kan leiden terugvordering van de tegemoetkoming. Indien er sprake is van fraude kan een toekomstige aanvraag worden verwerkt met een intensieve controle. Bewuste fraude (bijvoorbeeld het doorverkopen van een pas) wordt zwaarder beoordeeld dan het bijvoorbeeld niet begrijpen van de voorwaarden (bijvoorbeeld niet weten wat onder inkomen wordt verstaan).

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

Geen toelichting nodig.

Naar boven