Wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 en Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Financiën, Organisatie, Haven, Binnenstad en Sport van 13 februari 2018 met kenmerk: 2886134;

 

gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

besluit vast te stellen:

 

Wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 en Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016

Artikel I

Het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 wordt als volgt gewijzigd.

 

De toelichting op artikel 29 komt na de eerste alinea als volgt te luiden:

 

De verwijzing naar de fiscale wetgeving in onderdeel c betekent dat het moet gaan om een opleiding om de vakkennis actueel te houden dan wel een opleiding met als oogmerk andere betaalde arbeid te gaan verrichten.

Als het gaat om een opleiding die verplicht is gesteld door de werkgever, dienen de kosten, conform artikel 5 van de Studiefaciliteitenregeling 2009, door de werkgever betaald te worden. Als het gaat om een opleiding die een ander karakter heeft (zie artikel 7 en artikel 8 van de Studiefaciliteitenregeling 2009) en geheel of gedeeltelijk voor rekening van de medewerker komt, kan voor de financiering van dat deel dat voor rekening van de medewerker komt een beroep worden gedaan op het IKB.

Artikel II

De Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 wordt als volgt gewijzigd.

 

A

Aan artikel 24 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e.

    uitruil met de kosten van scholing, anders dan een opleiding, die niet of niet volledig door de werkgever worden vergoed.

B

Na de toelichting op artikel 29 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 29a Financieren andere scholingsactiviteiten dan een opleiding

In aanvulling op artikel 29, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 kan een medewerker, wanneer hij in het kader van het actueel houden van de vakkennis scholing volgt, zoals het bijwonen van een congres, symposium, of seminar, waarvan de kosten niet of niet volledig door de werkgever worden vergoed, het IKB aanwenden voor de financiering van dat deel van de kosten dat voor zijn rekening komt.

 

C

Na artikel 29a wordt een toelichting ingevoegd, luidende:

TOELICHTING

Het komt voor dat medewerkers scholing op hun vakgebied willen volgen, zoals cursussen, actualiteitencolleges, seminars, symposia en congressen, maar die scholing door de werkgever niet verplicht wordt gesteld en de werkgever niet de (volledige) kosten daarvoor wil dragen. Dit soort scholing valt vaak niet onder de term “opleiding”.

 

Als het niet om een “opleiding” gaat, zou dit op grond van artikel 29, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 betekenen dat de kosten die de medewerker hiervoor maakt niet uit het IKB gefinancierd kunnen worden. Terwijl de fiscale regelgeving wel een vrijstelling voor deze kosten kent.

Dat is onnodig beperkend.

 

Besloten is dat als het gaat om scholing die aantoonbaar betrekking heeft op het vakgebied van de medewerker, maar die niet verplicht is gesteld, medewerkers het IKB kunnen aanwenden voor de financiering van de kosten hiervoor die voor hun rekening komen. Dan heeft de werknemer een fiscaal voordeel ten opzichte van belaste uitbetaling van het IKB. Van dergelijke scholing is niet alleen sprake bij echte “lessen”, zoals een vakcursus of colleges op het vakgebied, maar ook bij vakgerichte actualiteitendagen, congressen, symposia en seminars.

 

Ten overvloede wordt opgemerkt dat deze mogelijkheid niet geldt voor cursussen of workshops die in het bijzonder zijn gericht op algemene verbetering van de persoonlijke uitrusting van de medewerker, ook al is dat goed voor het dagelijkse werk. Daarvoor kan geen beroep worden gedaan op een fiscale vrijstelling.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 februari 2018.

De secretaris,

C.M. Sjerps

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad 2018, nummer 21, is uitgegeven op 14 februari 2018 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven