Verordening gemeentelijke Rekenkamer 2018

De raad van de gemeente Zandvoort:

 

gelezen het initiatief raadsvoorstel van de voorzitter van de raad, nr. 2017/06/001086; Wijziging verordeningen voor ambtelijke samenwerking;

 

overwegende dat de verordening toepasbaar moet zijn na ambtelijke samenwerking van de gemeenten Zandvoort en Haarlem;

 

gelet op de artikelen 147 lid 1 en 81k van de Gemeentewet;

besluit de volgende verordening, inclusief toelichting, vast te stellen:

 

VERORDENING GEMEENTELIJKE REKENKAMER ZANDVOORT 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    voorzitter: voorzitter tevens lid van de rekenkamer;

  • c.

    raad: gemeenteraad van Zandvoort;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    rekenkamer: de rekenkamer van de gemeente Zandvoort;

  • f.

    commissie: raadscommissie.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1.

    Er is een rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit tenminste drie en maximaal vier leden.

  • 3.

    De leden van de Rekenkamer wijzen jaarlijks uit hun midden een voorzitter aan en melden dit aan de raad.

  • 4.

    Benoembaar als leden van de rekenkamer zijn inwoners van buiten de gemeente Zandvoort, die het actieve kiesrecht genieten.

  • 5.

    De werving van de leden geschiedt door openbare kennisgeving van de vacatures van leden van de kamer.

Artikel 3 Selectiecommissie

  • 1.

    Voor het werven van de leden wordt uit de raad en rekenkamer tijdelijk een selectiecommissie samengesteld.

  • 2.

    De voorzitter van de raad kan deel uitmaken van de selectiecommissie.

  • 3.

    De selectiecommissie wordt ondersteund door de griffie.

Artikel 4 Agendering in raadsvergadering

  • 1.

    De onderzoeksrapporten van de rekenkamer worden geagendeerd voor de vergaderingen van de raadscommissie en raad.

  • 2.

    De vergaderingen van de raadscommissie zijn bedoeld voor:

    • a.

      het bespreken van de onderzoeksrapporten van de rekenkamer als genoemd in artikel 10;

    • b.

      het bespreken van alle aangelegenheden aangaande de inrichting en het functioneren van de rekenkamer;

    • c.

      het onderhouden van de contacten van de raad met de rekenkamer.

Artikel 5 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de leden van de rekenkamer op aanbeveling van de selectiecommissie.

  • 2.

    De selectiecommissie doet de aanbeveling vergezeld gaan van een verklaring van elke kandidaat bevattende:

    • a.

      de mededeling dat hij een benoeming als lid of voorzitter zal aanvaarden, en

    • b.

      een overzicht van de openbare betrekkingen die hij bekleedt.

  • 3.

    Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

  • 4.

    Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamer pleegt de selectiecommissie overleg met de rekenkamer.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De griffier bericht de raad als een van de ontslaggronden zich voordoet, bedoeld in artikel 81c, zesde of zevende lid, of van artikel 81d, eerste of tweede lid, van de wet.

  • 2.

    In de gevallen, bedoeld in artikel 81c, zevende lid, en in artikel 81d, tweede lid, van de wet adviseert de griffier de raad over de vraag of al dan niet moet worden overgegaan tot ontslag, respectievelijk het op non-activiteit stellen van het desbetreffende lid.

  • 3.

    De griffier adviseert de raad tevens met betrekking tot een beslissing tot verlenging of beëindiging van een maatregel als bedoeld in artikel 81d, eerste of tweede lid.

Artikel 7 Budget

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid van de wet.

  • 3.

    De voorzitter doet jaarlijks vóór 1 juni een voorstel aan de raad voor de nodige middelen voor een goede uitoefening van de taken.

Artikel 8 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer

  • 1.

    De leden van de rekenkamer ontvangen als vergoeding voor hun werkzaamheden een bedrag van € 226,70 per maand, alsmede de door de Gemeente Zandvoort gehanteerde tegemoetkoming in de reis- en verblijfskosten, zoals geregeld in artikel 27 van de Verordening rechtspositie wethouder, raads- en commissieleden.

  • 2.

    De voorzitter van de rekenkamer ontvangt als vergoeding voor zijn werkzaamheden een bedrag van € 283,39 per maand en de door de Gemeente Zandvoort gehanteerde tegemoetkoming in de reis- en verblijfskosten, zoals geregeld in artikel 27 van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden.

  • 3.

    De in lid 1 en 2 genoemde bedragen worden jaarlijks geïndexeerd volgens het indexcijfer dat in de begroting voor het betreffende jaar is opgenomen.

Artikel 9 Verzoek

De raad kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Rapportage en terugkoppeling

  • 1.

    De rekenkamer stelt de onderzochte partij schriftelijk op de hoogte van het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Indien de bevindingen daartoe aanleiding geven kan de rekenkamer ter zake conceptaanbevelingen aan de betrokken partij opnemen.

  • 2.

    De rekenkamer stelt de betrokken partij in de gelegenheid om binnen zes weken schriftelijk te reageren op het conceptonderzoeksrapport en, indien van toepassing, de conceptaanbevelingen.

  • 3.

    Na ontvangst van de reactie(s) sluit de rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief rapport op waarin de bevindingen, conclusies en, indien van toepassing, aanbevelingen, alsmede de reacties hierop zijn opgenomen.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening gemeentelijke Rekenkamer Zandvoort 2018”.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

  • 2.

    De “Verordening gemeentelijke rekenkamer Zandvoort 2012” wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2018.

 

Zandvoort, 21 november 2017

de griffier,

de voorzitter,

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven. In deze verordening is er voor gekozen om de begrippen doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet zijn genoemd) niet in artikel 1 op te nemen. Hiermee wordt voorkomen dat gemeenten in de verordening een eigen definitie hanteren. Wel wordt ter nadere verklaring in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan.

Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt.

Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt.

Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

Artikel 2 Rekenkamer

De raad kan op grond van de Gemeentewet een gemeentelijke rekenkamer instellen. De rekenkamer bestaat echter niet ex lege; de raad moet haar uitdrukkelijk instellen (artikel 81a). Daarin voorziet het eerste lid. Verder moet de raad bepalen hoeveel leden de kamer zal hebben (artikel 81b). Voor een extra onderstreping van de onafhankelijkheid en ter vermijding van belangenverstrengeling dienen de leden van buiten Zandvoort te komen (dit geeft wel wat meer kosten op het vlak van de reiskostenvergoeding). Bij de werving kan gezocht worden naar een combinatie van specifieke deskundigheden, benodigd voor een rekenkamer.

Bij brief van 4 juni 2012 heeft de Rekenkamer voorgesteld te gaan werken met een roulerend voorzitterschap. De wetgever heeft de benoeming van de voorzitter bij de raad neergelegd (artikel 81c). Een roulerend voorzitterschap wordt door de raad in deze verordening mogelijk gemaakt, door op te nemen dat de leden jaarlijks uit hun midden een voorzitter kiezen.

Artikel 3 Selectiecommissie

De selectiecommissie wordt ad hoc ingesteld als sprake is van een vacature voor de rekenkamer. De selectiecommissie kan alleen bestaan uit de voorzitter van de raad, raadsleden en/of leden van de rekenkamer en wordt ondersteund door de griffier of een griffiemedewerker. Zij doen het voorbereidende werk, dat leidt tot een voorstel aan de raad tot benoeming van de voorzitter en leden van de rekenkamer.

Artikel 4 Agendering in raadsvergadering

De onderzoeksrapporten van de Rekenkamer zullen worden besproken in een raadsvergadering. Het is de bedoeling dat de raad een beslissing neemt over de aanbevelingen die de Rekenkamer geeft.

Artikel 5 Benoeming leden

Het eerste lid bevat, naast een herhaling van artikel 81c, eerste lid, van de wet, de bepaling dat de leden van de rekenkamer worden benoemd op de voordracht van een selectiecommissie. Gezien het belang van de rekenkamer is het zaak dat dergelijke belangrijke beslissingen door de raad zelf worden genomen.

 

Op grond van artikel 81e zullen de leden van de rekenkamer openbaar moeten maken welke andere functies dan het lidmaatschap van de rekenkamer zij vervullen.

Artikel 81f noemt de functies die onverenigbaar zijn met het lidmaatschap van de rekenkamer. Alvorens tot benoeming van een lid over te gaan, zal de raad dus zeker moeten stellen dat artikel 81f aan de benoeming niet in de weg staat. Het tweede lid van artikel 3 houdt in dat de selectiecommissie de hiervoor benodigde informatie moet verschaffen. De kandidaat-leden zullen dus via de selectiecommissie de informatie moeten verschaffen die zij op grond van artikel 81e van de wet na benoeming openbaar zullen moeten maken. Ook zal duidelijk moeten zijn dat een beoogd lid zijn kandidatuur aanvaardt.

Volgens artikel 81c, tweede lid, van de wet benoemt de raad de voorzitter van de rekenkamer in functie. Door artikel 2 van de verordening maakt de raad het roulerend voorzitterschap mogelijk en heeft daarbij bepaald dat de leden jaarlijks uit hun midden een voorzitter aanwijzen. Hiermee komt de raad tegemoet aan de wens van de Rekenkamer voor een roulerend voorzitterschap.

Het derde lid geeft in aanvulling daarop een regeling voor de vervulling van het voorzitterschap als de voorzitter zelf tijdelijk niet in de gelegenheid is zijn functie te vervullen.

Artikel 81c, vijfde lid, van de wet bevat het voorschrift dat voorafgaand aan benoemingen overleg wordt gevoerd met de rekenkamer. De wet bepaalt niets over de vorm die dat overleg moet hebben. Er zal wel vastgesteld moeten worden dat bij de te benoemen leden van de rekenkamer is voldaan aan artikel 81f van de wet, waarin de “incompatabiliteiten” worden geregeld: de “geloofsbrieven” van de kandidaten.

Artikel 6

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties. De artikelen 81c zesde en zevende lid alsmede 81d van de Gemeentewet luiden als volgt:

  • 6.

    Een lid van de rekenkamer wordt door de raad ontslagen:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap;

    • c.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

  • 7.

    Een lid van de rekenkamer kan door de raad worden ontslagen:

    • a.

      indien hij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

    • b.

      indien hij handelt in strijd met artikel 81h.

Artikel 81d

  • 1.

    De raad stelt een lid van de rekenkamer op non-activiteit indien:

    • a.

      hij zich in voorlopige hechtenis bevindt;

    • b.

      hij bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • c.

      hij onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.

  • 2.

    De raad kan een lid van de rekenkamer op non-activiteit stellen, indien tegen hem een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld of indien er een ander ernstig vermoeden is van het bestaan van feiten en omstandigheden die tot ontslag, anders dan op gronden vermeld in artikel 81c, zesde lid, onder a, en zevende lid, onder a, zouden kunnen leiden.

  • 3.

    De raad beëindigt de non-activiteit zodra de grond voor de maatregel is vervallen, met dien verstande dat in een geval als bedoeld in het tweede lid de non-activiteit in ieder geval eindigt na zes maanden. In dat geval kan de raad de maatregel telkens voor ten hoogste drie maanden verlengen.

Artikel 7

De rekenkamer is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het aan haar ter beschikking gestelde budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Deze zelfstandigheid van de rekenkamer ten opzichte van de raad is een borg voor een behoorlijke uitvoering van haar taak. De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 8

De raad dient voor de leden de vergoeding voor de werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten vast te stellen (artikel 81k Gemeentewet). Gekozen is om per lid een vaste maandvergoeding te verstrekken. Deze maandvergoeding ligt op het niveau van de bezwaarschriftencommissie, waarbij rekening is gehouden met het feit dat de bezwaarschriftencommissie wel over secretariële ondersteuning beschikt en de rekenkamer niet. Alle secretariaatswerk wordt dan ook door de leden van de rekenkamer zelf gedaan. De voorzitter krijgt een extra vergoeding, gelet op de extra taken die hij vervult.

Artikel 9

De onafhankelijkheid van de rekenkamer blijkt onder andere uit het feit dat zij zelfstandig bepaalt welke onderzoeken zullen worden ingesteld. De rekenkamer kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamer niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Rapportage

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Artikelen 11 en 12

Deze bepalingen behoeven geen toelichting.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 november 2017

De griffier,

De voorzitter,

Naar boven