Reglement op het kaasdragersgilde, gemeente Alkmaar

Burgemeester en wethouders van Alkmaar maken bekend dat het College van B&W op 13 februari 2018 het volgende heeft besloten:

Het Reglement op het kaasdragersgilde vast te stellen.

Het Reglement gaan in per 1 maart 2018.

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde, wordt verstaan onder:

• a. unitmanager: de unitmanager van de unit Vergunning en Subsidieverlening.

• b. bestuur: het bestuur van het kaasdragersgilde.

• c. kaasvader: de opzichter der kaasdragers.

• d. kaasdragers: de kaasdragers en de noodhulp-kaasdragers.

• e. kaasmarktregisseur : de functionaris belast met de regeling van en het toezicht op de gang van zaken op de kaasmarkt.

Artikel 2 - Indienstneming en korpssterkte

De indienstneming van kaasdragers geschiedt op de wijze zoals in de “Rechtspositieregeling van het kaasmarktpersoneel” is geregeld.

Artikel 3 - Bestuur en leiding

• 1. Alle interne zaken van het gilde worden geregeld door het bestuur.

• 2. Dit bestuur bestaat uit de 4 overleden van het gilde onder voorzitterschap van de kaasvader.

• 3. Het gilde benoemt een overman voor de tijd van twee kalenderjaren voor en uit elk veem. Deze benoeming vereist de goedkeuring van de unitmanager. Indien deze goedkeuring niet wordt verkregen, kan het bestuur hiertegen in bezwaar gaan bij burgemeester en wethouders.

• 4. De dagelijkse leiding van het gilde berust bij het bestuur.

• 5. De kaasvader regelt de gang van zaken op de kaasmarkt, waarbij hij zich zonodig laat bijstaan door het bestuur.

Artikel 4 - Provoost en knecht

• 1. Ten behoeve van het bestuur zijn een provoost en een knecht werkzaam. Deze worden ieder jaar door en uit de vemen, bij toerbeurt voor één kalenderjaar benoemd. Op de benoeming is de goedkeuring vereist van de unitmanager.

• 2. De provoost moet zorgen dat de kamer van de kaasvader en de overlieden steeds in zindelijke toestand verkeert. De knecht moet zorgen voor de kamer van de kaasdragers. Beiden staan onder de bevelen van de kaasvader en de overlieden.

• 3. De uniformen mogen alleen worden gedragen bij de uitoefening van de functie van kaasdrager op de Alkmaarse kaasmarkt. In alle andere gevallen is voor het dragen van het uniform de goedkeuring van de unitmanager vereist.

• 4. Het is de kaasdrager verboden om zonder toestemming van de kaasmarktregisseur zijn uniform uit te lenen of te verhuren aan derden.

• 5. Het eventueel uitlenen of verhuren van de aan de kaasdragers toebehorende uniformen geschiedt door tussenkomst van de kaasmarktregisseur. De daarvoor verschuldigde huursom wordt vastgesteld door de unitmanager, in overleg met het bestuur van het gilde.

Artikel 5 - Loon

• 1. De kaasdragers ontvangen voor hun werkzaamheden een loon, zoals nader is geregeld in de "Rechtspositieregeling van het kaasmarktpersoneel".

• 2. Bij een afvaardiging van kaasdragers naar festiviteiten in binnen- of buitenland wordt de hoogte van de hiervoor te ontvangen beloning vastgesteld door de unitmanager.

Artikel 6 - Werktijden

• 1. De kaasdragers zijn verplicht om iedere vrijdag, waarop kaasmarkt wordt gehouden, dienst te doen, behalve wanneer zij hiertoe niet in staat zijn wegens ziekte of ongeval. In dit geval dienen zij het kaasmarktregisseur en de kaasvader der kaasdragers tenminste één uur voor aanvang van de kaasmarkt hiervan in kennis te stellen.

• 2. De kaasdragers zijn verplicht iedere "kaasmarkt-vrijdag" vóór 9.45 uur op de markt aanwezig te zijn en mogen hun werkzaamheden niet beëindigen alvorens alle kaas is afgevoerd en het materiaal weer is opgeborgen.

• 3. In geen geval mogen de kaasdragers eerder vertrekken dan 12.30 uur, tenzij hiervoor een dringende reden bestaat en zij na overleg met hun overman hiervoor toestemming van de kaasvader hebben verkregen.

• 4. Taslieden mogen vóór 12.45 uur hun schalen niet sluiten.

• 5. Iedere kaasdrager mag per kaasmarkt eenmaal tien minuten in de kaasdragerskamer verblijven. Op voorwaarde dat er voldoende kaasdragers op de markt blijven om het werk ongestagneerd te doen voortgaan. Eén en ander wordt geregeld door de overlieden, onder verantwoordelijkheid van de kaasvader.

Artikel 7 - Strafmaatregelen

• 1. Overtreding van een der bepalingen van dit reglement kan worden bestraft.

• 2. De opgelegde straf kan bestaan uit:

  • a. een mondelinge of schriftelijke berisping;

  • b. een boete van maximaal € 22,69;

  • c. het verbod tot uitoefenen van de functie van kaasdrager voor een periode van maximaal 1 maand;

  • d. schorsing voor een langere periode dan 1 maand;

  • e. ontslag.

• 3. De straffen genoemd onder a. tot en met c. worden opgelegd door de unitmanager, de straffen genoemd onder d. en e. worden opgelegd door Burgemeester en Wethouders.

• 4. Opgelegde boetes komen ten bate van de gemeentekas.

• 5. Indien er sprake is van een verplichte keuring op basis van artikel 2 lid 5 en lid 7 van de Rechtspositieregeling van het kaasmarktpersoneel en de persoon komt niet opdagen worden de kosten van de keuring ingehouden op het salaris.

Artikel 8 - Vemen

• 1. De kaasdragers werken in vemen, onderscheiden door de kleuren blauw, geel, rood en groen.

• 2. Voor een juiste uitvoering van de werkzaamheden van hun veem zijn de overlieden verantwoording schuldig aan de kaasvader.

• 3. De oudste in rang zijnde kaasdrager van ieder veem is tasman.

• 4. De taslieden verlenen assistentie bij het wegen van de berries met kaas. Zij zijn mede verantwoordelijk voor het geregeld wegwerken van de kaas bij de schalen.

Artikel 9 - Kaasdragers

• 1. De kaasdragers staan onder de directe bevelen van de kaasvader. Behalve met het dragen van de berries met kaas naar en van de weegschalen zijn de kaasdragers tevens belast met het klaarzetten en het opruimen van het benodigde marktmateriaal, het beladen van de handwagens en het vervoeren daarvan naar enkele afnemers in de naaste omgeving van het kaasmarktterrein.

• 2. Tijdens het verrichten van aan de kaasdragers opgedragen werkzaamheden zijn zij verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen en wettelijke aansprakelijkheid.

• 3. Het is de kaasdragers verboden op vrijdag tijdens de duur van de kaasmarkt werkzaamheden te verrichten die geen verband houden met de kaasmarkt. Ook het tijdens de markt ten verkoop aanbieden van dranken en andere artikelen en het accepteren van fooien in welke vorm dan ook voor diensten die zij in hun functie als kaasdrager verrichten, is de kaasdrager ten strengste verboden.

• 4. De kaasdragers mogen zich gedurende de werkzaamheden van de markt niet verwijderen zonder toestemming van de kaasvader, of, bij diens afwezigheid, van zijn plaatsvervanger.

• 5. Voorts is het de kaasdragers niet toegestaan om tijdens de duur van de markt cafés te bezoeken, te roken en/of al of niet alcoholhoudende dranken te nuttigen, met uitzondering echter van de tijd die zij buiten werktijd in de kaasdragerskamer doorbrengen, waarbij roken in het hele Waaggebouw niet is toegestaan.

• 6. Het in beschonken toestand verkeren is verboden.

• 7. De kaasdragers moeten zich behoorlijk gedragen tegenover elkaar, tegenover het overige marktpersoneel en tegenover het publiek. Zij zullen alle handelingen moeten nalaten die in strijd zijn met de openbare orde en/of de goede zeden. De kaasdragers zullen onverwijld alle opdrachten en bevelen moeten uitvoeren die hun door of namens de unitmanager en door of namens de kaasvader worden gegeven.

Artikel 10 - Kleding

• 1. Het kledingreglement is van toepassing.

• 2. Het uniform der kaasdragers bestaat uit een hoed volgens voorgeschreven model, geschilderd in de kleur van het veem waartoe zij behoren, een wit pak volgens voorgeschreven model, witte kousen en zwarte schoenen.

• 3. Bij ontslag wordt de kleding ingeleverd bij de kaasvader die de kleding inlevert bij de kaasmarktregisseur.

• 4. De kleding dient steeds in uitstekende staat te verkeren. Eénmaal per jaar wordt voor de aanvang van het kaasmarktseizoen een kledinginspectie gehouden, waarbij alle kaasdragers verplicht zijn hun uniform te tonen aan het bestuur van het gilde, in aanwezigheid van de directeur of diens vertegenwoordiger.

Artikel 11 - Huishoudelijk reglement

• 1. Het kaasdragersgilde is verplicht een huishoudelijk reglement samen te stellen, dat niet in strijd mag zijn met enige bepalingen van dit reglement.

• 2. Het huishoudelijk reglement en iedere wijziging daarvan behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders.

Artikel 12 - Inwerkingtreding

• 1. Dit reglement, dat kan worden aangehaald als "Reglement op het kaasdragersgilde" wordt geacht op 1 januari 1970 in werking te zijn getreden.

• 2. Met ingang van die datum wordt het "Reglement op het korps kaasdragers", vastgesteld bij besluit van 14 september 1937 (gemeenteblad nr. 1595) geacht te zijn vervallen.

• 3. Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van 7 april 1970.

• 4. Gewijzigd bij besluit van burgemeester en wethouders van 13 februari 2018