Wijziging van de Verordening sociaal domein gemeente Bergen 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 december 2017;

 

gelezen het advies van de Algemene raadscommissie d.d. 11 januari 2018;

 

gelet op het bepaalde in de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, 2.3.10 en 2.6.6 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet en artikel 8.1.4 van de Jeugdwet;

besluit:

 

vast te stellen de navolgende wijziging van de Verordening sociaal domein gemeente Bergen 2017.

Artikel I

 

A

Artikel 6, zesde lid, komt te luiden:

 

  • 6.

    De hoogte van het pgb wordt vastgesteld voor:

    • a.

      huishoudelijke hulp: op basis van het toepasselijke tarief per uur dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder;

    • b.

      rolstoelen, woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen: op basis van het toepasselijke tarief dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde leverancier;

    • c.

      (begeleiding voor) zelfstandig en veilig wonen, (begeleiding bij een) zinvolle daginvulling en (respijtzorg voor een) ondersteund netwerk: op basis van het toepasselijke tarief per resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder;

    • d.

      jeugd BPV, ambulante jeugdhulp en overige jeugdhulp: op basis van het toepasselijke tarief per uur dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder.

B

Artikel 17a, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Op de bijdrage, bedoeld in het eerste lid, is een korting van toepassing waardoor de belanghebbenden voor de eerste twee uur schoonmaakondersteuning per week een eigen aandeel verschuldigd is van:

    • a.

      € 0,- per uur bij een inkomen tot 120% van de uitkering;

    • b.

      €12,37 per uur bij een inkomen boven 120% van de uitkering;

C

Artikel 19, tweede lid, onder e, komt te luiden:

 

  • e.

    aanschaf en onderhoud van een sportvoorziening bedraagt voor een periode van drie jaar: € 2.600 en;

D

Artikel 27, eerste lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    een persoon is die een uitkering ontvangt op grond van de Werkloosheidswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Ziektewet, of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, of recht heeft op arbeidsondersteuning als bedoeld in artikel 2:15 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

E

Artikel 50, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Onverminderd artikel 8.1.4 van de Jeugdwet en artikel 2.3.10 van de WMO 2015 kan het college een beslissing over een maatwerkvoorziening dan wel over een pgb herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:

    • a.

      de belanghebbende onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

    • b.

      de belanghebbende niet langer op de maatwerkvoorziening of het pgb is aangewezen;

    • c.

      de maatwerkvoorziening of het pgb niet meer toereikend is te achten;

    • d.

      de cliënt langer dan zes weken verblijft in een instelling als bedoeld in de Wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet;

    • e.

      de belanghebbende niet voldoet aan de voorwaarden van de maatwerkvoorziening of het pgb, of;

    • f.

      de belanghebbende de maatwerkvoorziening of het pgb niet of voor een ander doel gebruikt dan waarvoor het is bestemd.

F

Artikel 50, zevende lid, komt te luiden:

  • 7.

    Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de WMO 2015.

G

Aan artikel 50 wordt een achtste en negende lid toegevoegd, luidend:

  • 8.

    Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor de duur van de opname als sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 50, derde lid, onder d.

  • 9.

    Het college stelt de pgb-houder schriftelijk op de hoogte van het verzoek op grond van het zevende en achtste lid.

Artikel II
  • A.

    Artikel I, onder A, B, C, E, F en G treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • B.

    Artikel I, onder D, treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bergen in de openbare raadsvergadering van 1 februari 2018.

Mevrouw drs. M.G.J. Veeger

griffier

Mevrouw drs. H. Hafkamp

voorzitter

Naar boven