Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent kinderopvang Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie 2018

Het college van burgemeester en wethouders van Delft

 

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

 

Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

 

Gelet op artikel 1 Verordening Jeugdhulp.

 

  • 1.

    Inleiding

    De ouders kunnen voor kinderopvang gebruik maken van de reguliere kinderopvangtoeslag. De kinderopvang valt onder de huidige wet Kinderopvang en bevat tevens peuteropvang als gevolg van de harmonisatie per 1-1-2017. Er zijn gezinnen of alleenstaande ouders, die als gevolg van sociaal-medische redenen, geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Bijvoorbeeld als één van de ouders werkt, terwijl de andere ouder om sociale of gezondheidsredenen tijdelijk niet in staat is om voor de kinderen te zorgen. Voor deze gezinssituaties is de Regeling Kinderopvang op basis van een Sociaal Medische Indicatie (SMI). Het doel van deze regeling is dat kinderen ondersteund worden, die als gevolg van de thuissituatie een ontwikkelingsachterstand dreigen op te lopen. De SMI regeling biedt ouders een financiële tegemoetkoming om een tijdelijke oplossing voor kinderopvang mogelijk te maken en toe te kunnen werken naar een structurele oplossing voor de gezinssituatie.

     

    De gemeenten hebben volledige beleidsvrijheid gekregen van de Rijksoverheid om invulling te geven aan de SMI regeling. De gemeenten worden in staat gesteld om maatwerk toe te kunnen passen. Vooralsnog is het blijven bieden van maatwerk de reden om de SMI regeling niet in een wet te verankeren. Minister Asscher heeft een onderzoek uit laten voeren over het inzetten van de SMI regeling door gemeenten en heeft eind 2016 de toepassing van de regeling geëvalueerd. De uitvoering van deze maatwerk regeling verloopt over het algemeen goed, de kracht van maatwerk moet behouden blijven.

     

  • 2.

    Regeling Kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Delft;

  • b.

    Sociaal medische indicatie kinderopvang: kinderopvang waarvan de vergoeding wordt toegekend op grond van sociaal-medische factoren en waarvoor geen tegemoetkoming kan worden aangevraagd via de Belastingdienst;

  • c.

    Kind: kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot en met 10 jaar;

  • d.

    Ouder: ouder(s), gescheiden ouders, gescheiden co-ouderschap, pleegouders, verzorgers, waarvoor de definities worden gehanteerd conform de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen artikel 1.1;

  • e.

    Partner: de gehuwden, de geregistreerde partners en de ongehuwden die met een ander een gezamenlijke huishouding voeren (tenzij het gaat om een bloedverwant in de eerste graad, zijnde ouders en hun kinderen);

  • f.

    Sociaal Team: ondersteunt mensen en huishoudens met multi-problematiek

  • g.

    Team Jeugd: biedt ondersteuning bij het opvoeden en opgroeien van kinderen tot 23 jaar

Artikel 2 De doelgroep

  • 1.

    Het gaat om het kind voor wie is vastgesteld dat in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling kinderopvang noodzakelijk is en voor wie de ouder (s) geen aanspraak kan doen gelden op een tegemoetkoming op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • 2.

    De doelgroep voor de vergoeding tegemoetkoming kinderopvang zijn burgers met een sociaal medische indicatie vastgesteld door een onafhankelijk adviesorgaan ten behoeve van enkelvoudige problematiek of geïndiceerd door het Sociaal Team of Team Jeugd waar sprake is van een (complexe) situatie en waarvoor een andere voorziening geen passende oplossing biedt.

  • 3.

    De doelgroep voor de vergoeding van eigen bijdrage zijn burgers met een sociaal medische indicatie voor kinderopvang.

Artikel 3 Toetsingskader kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie

  • 1.

    Het college verstrekt een tegemoetkoming in de kosten kinderopvang aan de ouder die op grond van een sociaal medische indicatie kinderopvang nodig heeft en een aanvraag voor een tegemoetkoming bij het college heeft ingediend.

  • 2.

    Het college baseert het besluit om een tegemoetkoming toe te kennen op basis van een indicatie afgegeven door een onafhankelijk adviesorgaan, het Sociaal Team of Team Jeugd.

  • 3.

    Een indicatie wordt niet afgegeven indien er sprake is van een adequate voorliggende voorziening. Een voorliggende voorziening kan zijn opvangmogelijkheden in het eigen sociale netwerk.

  • 4.

    De geldigheidsduur van de indicatie wordt bepaald door het onafhankelijke adviesorgaan, het Sociaal Team of Team Jeugd, maar is in principe nooit langer dan 6 maanden.

  • 5.

    In afwijking van lid 4 kan bij uitzondering een indicatie tot maximaal 12 maanden worden afgegeven door het hoofd Sociaal Team of hoofd Team Jeugd met als voorwaarde medewerking aan het opgestelde plan van aanpak.

  • 6.

    Het college behandelt uitsluitend aanvragen, die zijn ingediend conform het vastgestelde en beschikbaar gestelde aanvraagformulier gemeentebijdrage SMI.

  • 7.

    Voor het verkrijgen van een tegemoetkoming moet de ouder en indien van toepassing de partner voldoen aan de volgende aanvullende voorwaarden:

    • a.

      De ouder moet gebruik maken van een kinderopvanginstelling waarmee het college prijs- en productafspraken heeft gemaakt

    • b.

      Ingeschreven zijn in de Gemeentelijke basisadministratie (BBA/BRP) van Delft

  • 8.

    De tegemoetkoming wordt toegekend voor maximaal 2 dagen of 4 dagdelen bij enkelvoudige problematiek, bij complexe problematiek is het maximum 3 dagen of 6 dagdelen.

  • 9.

    In afwijking van lid 8 kan het hoofd Team Jeugd of hoofd Sociaal Team gemotiveerd afwijken van het gemaximaliseerde aantal dagen tot een maximum van 10 dagdelen.

  • 10.

    De tegemoetkoming wordt toegekend met ingang van de datum, waarop de aanvraag voor tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen. Als nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming toegekend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Het college weigert de tegemoetkoming op grond van sociaal medische indicatie in ieder geval indien:

  • a.

    De ouder niet behoort tot de doelgroep in artikel 2 van deze beleidsregels.

  • b.

    De ouder niet voldoet aan de aanvullende voorwaarden in artikel 3 lid 7 onder a en b van deze beleidsregels.

  • c.

    De ouder reeds een tegemoetkoming kinderopvang ontvangt of recht heeft op een tegemoetkoming en deze kan aanvragen op grond van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 5 Hoogte van de tegemoetkoming kinderopvang

Het college heeft speciale prijs- en productafspraken gemaakt met de kinderopvangorganisaties waarbij het maximum uurtarief gelijk is aan het maximale uurtarief van de Belastingdienst.

Artikel 6 Vergoeding eigen bijdrage kinderopvang

  • 1.

    Het college kan de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor de kinderopvang van ouders met een sociaal medische indicatie vergoeden.

  • 2.

    De eigen bijdrage kinderopvang wordt beoordeeld voor burgers van Delft met inkomsten volgens de Beleidsregels bijzondere bijstand.

Artikel 7 Aanvraag en betaalbaarstelling

  • 1.

    Bij de aanvraag moet worden meegestuurd:

    • a.

      Kopie van een geldig identiteitsbewijs van de aanvrager en indien van toepassing de partner;

    • b.

      Kopie bewijsstuk kinderbijslag;

    • c.

      Jaaropgave van het voorgaande jaar van de aanvrager en indien van toepassing van de partner.

  • 2.

    De tegemoetkoming wordt gezien als een vergoeding in natura waarbij de ouder/verzorger een eigen bijdrage betaald.

  • 3.

    Het college betaalt de tegemoetkoming rechtstreeks aan het kindercentrum door middel van maandelijkse facturering.

  • 4.

    In de prijs- en product afspraken heeft het college nadere voorschriften en afspraken vastgelegd over de wijze van uitbetaling.

  • 5.

    De vergoeding eigen bijdrage voor uitkeringsgerechtigde wordt ambtshalve vastgesteld.

  • 6.

    De vergoeding eigen bijdrage voor niet uitkeringsgerechtigde wordt aangevraagd conform het aanvraagformulier bijzondere bijstand.

  • 7.

    Het college neemt binnen acht weken na indiening van de aanvraag een besluit.

Artikel 8 Inhoud van de beschikking

  • 1.

    Het besluit tot verlening van de tegemoetkoming kinderopvang door het college op grond van een sociaal medische indicatie bevat in ieder geval:

    • a.

      De verwijzing naar de beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie 2018.

    • b.

      Naam, adres van de ouder(-s) / partner

    • c.

      Naam, en geboortedatum van het kind of kinderen waarop de verlening van de bijdrage betrekking heeft.

    • d.

      Het aantal dagdelen of dagen kinderopvang per week dat op grond van de sociaal medische indicatie noodzakelijk is.

    • e.

      De hoogte van de tegemoetkoming van het college.

    • f.

      Indien van toepassing de vergoeding van de eigen bijdrage.

    • g.

      De wijze waarop de vergoeding zal worden uitbetaald.

    • h.

      De periode waarover de tegemoetkoming zal worden verleend.

    • i.

      De verplichtingen van de ouder waaronder in elk geval de verplichtingen genoemd in artikel 3 van deze beleidsregels.

Artikel 9 Verlening tegemoetkoming

  • 1.

    Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens een besluit over de aanvraag. Onvolledig ingediende aanvragen schorten de beslistermijn op, mits de indiener tijdig op de hoogte gesteld wordt de aanvraag te completeren.

  • 2.

    Het college kan de termijn van het besluit met ten hoogste vier weken opschorten.

  • 3.

    Wanneer blijkt dat de tegemoetkoming onterecht is uitgekeerd, wordt het teveel betaalde bedrag teruggevorderd.

  • 4.

    Indien de aanvraag onvolledig is, en niet is hersteld door de indiener, kan de aanvraag buiten behandeling worden gesteld.

Artikel 10 Inlichtingenplicht

  • 1.

    De ouder(s) doet al het mogelijke om de inzet van de noodzakelijke kinderopvang zo beperkt mogelijk te houden.

  • 2.

    De ouder(s) doet aan het college uit eigen beweging of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een tegemoetkoming.

  • 3.

    De ouder is verplicht wanneer het college, daarnaar gevraagd, medewerking te verlenen aan de uitvoering van deze regeling.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2018. De beleidsregels SMI Kinderopvang van 3 mei 2016 vervallen per 1 januari 2018.

  • 2.

    De beleidsregels SMI Kinderopvang van 3 mei 2016 blijven van toepassing op aanvragen die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie 2018

Naar boven