Beleidsregel tot wijziging van de beleidsregels algemene en bijzondere bijstand Participatiewet, IOAW, IOAZ en BBZ 2004

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GRONINGEN,

 

Gelet op artikel 35, eerste lid van de Participatiewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

 

vast te stellen de “Beleidsregel tot wijziging van de Beleidsregels algemene en bijzondere bijstand Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004”.

Artikel I

De Beleidsregels algemene en bijzondere bijstand Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 worden gewijzigd als volgt.

 

  • A.

    In artikel 5.3 wordt, onder vernummering van het achtste en negende lid tot negende en tiende lid, een lid ingevoegd luidende:

     

    • 8.

      In afwijking van het eerste lid geldt ten aanzien van bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind dat een belanghebbende met een inkomen hoger dan 120 procent van de van toepassing zijnde bijstandsnorm voldoende middelen heeft of over voldoende middelen wordt geacht te beschikken om in de kosten van beschermingsbewind te voorzien.

  • B.

    Artikel 5.11 komt te luiden:

    Artikel 5.11 Kosten van beschermingsbewind

    Op bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind zijn de Beleidsregels bijzondere bijstand beschermingsbewind van toepassing.

     

  • C.

    De artikelsgewijze toelichting bij de Beleidsregels algemene en bijzondere bijstand Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 worden gewijzigd als volgt.

     

    • a.

      In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 5.3 wordt de laatste alinea (die begint met “naast het inkomen”) vervangen door:

       

      Ten aanzien van de kostensoort beschermingsbewind geldt dat een belanghebbende met een inkomen hoger dan 120 procent van de van toepassing zijnde bijstandsnorm die kosten volledig zelf moet betalen (achtste lid).

      Naast het inkomen wordt ook het vermogen betrokken bij de draagkrachtberekening (negende lid). Hiervoor gelden dezelfde bepalingen als bij algemene bijstand.

      Een belanghebbende van 70 jaar of ouder krijgt een aanvullende vermogensvrijlating als hij geen of maar een beperkte uitvaartverzekering heeft afgesloten (tiende lid). Hiermee willen we voorkomen dat een oudere belanghebbende die in het verleden een spaarpotje heeft opgebouwd in plaats van een uitvaartverzekering af te sluiten, die reservering nu moet aanwenden voor bijzondere kosten.

       

    • b.

      De artikelsgewijze toelichting bij artikel 5.11 komt te luiden:

      Artikel 5.11 Kosten van beschermingsbewind

      Het beleid inzake bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind is in afzonderlijke beleidsregels neergelegd.

Artikel II

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 maart 2018.

 

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 23 januari 2018,

De burgemeester,

Peter den Oudsten

De secretaris,

Peter Teesink

Naar boven