Verordening Individuele Studietoeslag Rotterdam 2018

De Raad van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2017 (raadsvoorstel nr. 17bb9377); raadsstuk 18bb745;

 

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c, en derde lid, en artikel 36b van de Participatiewet;

 

overwegende:

 

dat het, in verband met actualisering van de individuele studietoeslag, noodzakelijk is een nieuwe verordening met betrekking tot de individuele studietoeslag op grond van de Participatiewet vast te stellen;

besluit vast te stellen:

 

Verordening Individuele Studietoeslag Rotterdam 2018

Artikel 1 Aanvraag

  • 1.

    Het college kan op aanvraag van een persoon die voldoet aan het bepaalde in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet, een individuele studietoeslag verlenen.

  • 2.

    De aanvraag, bedoeld in het vorige lid, wordt ingediend door middel van een daartoe door het college bestemd aanvraagformulier.

Artikel 2 Hoogte

De individuele studietoeslag bedraagt per maand 13% van de bijstandsnorm voor gehuwden, genoemd in artikel 21, onderdeel b, van de Participatiewet.

Artikel 3 Frequentie van betaling

De individuele studietoeslag wordt maandelijks uitbetaald.

Artikel 4 Toekenning, beëindiging en terugvordering

  • 1.

    De individuele studietoeslag wordt verleend vanaf de eerste dag van de maand waarop de aanvraag is ingediend.

  • 2.

    De individuele studietoeslag wordt toegekend voor de (resterende) duur van het school- of studiejaar.

  • 3.

    School- of studiejaar is het tijdvak dat aanvangt op 1 augustus van enig kalenderjaar en eindigt op 31 juli daaropvolgend.

  • 4.

    Het recht op de individuele studietoeslag eindigt indien betrokkene niet langer voldoet aan het bepaalde in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald, indien strikte toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 6 Intrekking verordening

De Verordening Individuele Studietoeslag Rotterdam 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Individuele Studietoeslag Rotterdam 2018.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 februari 2018.

De griffier,

J.M. van Midden

De voorzitter,

A. Aboutaleb

Toelichting op de Verordening Individuele Studietoeslag Rotterdam 2018

Algemeen

In de Participatiewet is een individuele studietoeslag geïntroduceerd, naar analogie van de studieregeling in de Wajong. De achtergrond van de regeling is, dat jongeren met een beperking minder goed in staat zijn hun opleiding te combineren met werk. De studieregeling is bedoeld om te voorkomen dat zij hierdoor vaker en meer moeten lenen dan jongeren die naast hun opleiding wel kunnen werken. De gemeente moet bij verordening regels vaststellen voor een studietoeslag aan studerende jongeren met een arbeidsbeperking. De individuele studietoeslag wordt verstrekt in de vorm van bijzondere bijstand (art. 5, onderdeel d, van de Participatiewet).

Artikelsgewijs

Artikel 1. Aanvraag

Een verzoek om een individuele studietoeslag kan worden ingediend door personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet. Dit betreft personen die het college ondersteunt bij arbeidsinschakeling. Het college stelt voor de aanvraag een aanvraagformulier ter beschikking.

Artikel 2. Hoogte

De bijstandsnorm voor gehuwden, genoemd in artikel 21, onderdeel b, van de Participatiewet betreft een norm per kalendermaand. De individuele studietoeslag is hier van afgeleid. Dit betekent dat de hoogte wijzigt bij aanpassing van de bijstandsnormen (in principe per 1 januari en 1 juli). De hoogte van de te verlenen individuele studietoeslag wordt vastgesteld door het aantal maanden van het (resterende) school- of studiejaar te vermenigvuldigen met 13% van de bijstandsnorm voor gehuwden.

Artikel 3. Frequentie van betaling

De verleende individuele studietoeslag wordt maandelijks uitbetaald. De hoogte van een maandelijkse termijn bedraagt 13% van de bijstandsnorm voor gehuwden.

Artikel 4. Toekenning en beëindiging van de individuele studietoeslag

Er is geen recht op de individuele studietoeslag met terugwerkende kracht. Dat betekent dat het recht pas ontstaat, uiteraard mits voldaan wordt aan de voorwaarden, vanaf de eerste dag van de maand waarop de aanvraag is ingediend. De individuele studietoeslag wordt verleend voor de resterende duur van het school- of studiejaar en moet voor het volgende school- of studiejaar opnieuw worden aangevraagd.

 

Het recht op de individuele studietoeslag wordt direct beëindigd, dan wel ingetrokken, vanaf de dag dat de betrokkene die een studietoeslag ontvangt niet meer aan de voorwaarden voldoet. Eventueel teveel ontvangen individuele studietoeslag kan worden teruggevorderd.

Artikel 5. Hardheidsclausule

Bij de uitvoering van de Participatiewet is sprake van maatwerk. Dit artikel is opgenomen omdat het denkbaar is dat, gelet op het doel en de strekking van de verordening en de wet, de toepassing van de verordening kan leiden tot onbillijkheden van overwegende aard in niet precies te voorziene gevallen of groepen van gevallen. Deze hardheidsclausule dient restrictief te worden toegepast.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Aanvragen voor een individuele studietoeslag die zijn ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening en waarop op deze datum nog niet is beslist, worden afgehandeld krachtens deze verordening.

Dit gemeenteblad 2018, nummer 16, is uitgegeven op 6 februari 2018 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven