Verordening tot wijziging van de algemene plaatselijke verordening Groningen 2009

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Groningen van 7 december 2017;

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

HEEFT BESLOTEN:

 

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009.

Artikel I Wijziging verordening

 

de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    aan Artikel 5:12 een lid 6 toe te voegen:

    Lid 6. Het is verboden behoudens ontheffing van het college om bedrijfsmatig fietsen voor gebruik door derden op de weg te plaatsen.

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:12 Stallen van (brom)fietsen

    1. Het is verboden op of aan de weg een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan: tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek, tegen dan wel bij een parkeermeter, tegen een op of aan een weg geplaatst monument, beeldhouwwerk of ander ter verfraaiing van het stadsschoon aangebracht werk, indien:

    a. dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw, dat portiek, dat monument of werk;

    b. daardoor die ingang versperd wordt, dan wel het gebruik van de meter wordt belem­merd of verhinderd.

     

    2. Het is verboden een (brom)fiets aan een dranghek te bevestigen waardoor het verwijderen van het dranghek wordt gehinderd of belemmerd.

     

    3. Het is verboden op door het college aangewezen op de weg gelegen plaatsen, in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, een (brom)fiets onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimtes of plaatsen te laten staan.

     

    4. Het is verboden (brom)fietsen, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in verwaarloosde toestand verkeren, op de weg te laten staan of in de voor (brom)fietsen bestemde ruimten te plaatsen.

     

    5. Het is verboden in door het college aangewezen openbare (brom)fietsstallingsgebieden, in het belang van het beheer van de openbare ruimte, een (brom)fiets langer dan twaalf dagen onafgebroken te stallen.

    Artikel 5:12 Stallen van (brom)fietsen

    1. Het is verboden op of aan de weg een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan: tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek, tegen dan wel bij een parkeermeter, tegen een op of aan een weg geplaatst monument, beeldhouwwerk of ander ter verfraaiing van het stadsschoon aangebracht werk, indien:

    a. dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw, dat portiek, dat monument of werk;

    b. daardoor die ingang versperd wordt, dan wel het gebruik van de meter wordt belem­merd of verhinderd.

     

    2. Het is verboden een (brom)fiets aan een dranghek te bevestigen waardoor het verwijderen van het dranghek wordt gehinderd of belemmerd.

     

    3. Het is verboden op door het college aangewezen op de weg gelegen plaatsen, in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, een (brom)fiets onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimtes of plaatsen te laten staan.

     

    4. Het is verboden (brom)fietsen, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in verwaarloosde toestand verkeren, op de weg te laten staan of in de voor (brom)fietsen bestemde ruimten te plaatsen.

     

    5. Het is verboden in door het college aangewezen openbare (brom)fietsstallingsgebieden, in het belang van het beheer van de openbare ruimte, een (brom)fiets langer dan twaalf dagen onafgebroken te stallen.

     

    6. Het is verboden behoudens ontheffing van het college om bedrijfsmatig fietsen voor gebruik door derden op de weg te plaatsen.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

 

Aldus besloten in de raadsvergadering van 31 januari 2018.

De voorzitter,

Peter den Oudsten

De griffier,

Toon Dashorst.

Naar boven