Gemeenteblad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Gemeenteblad 2018, 41656 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Gemeenteblad 2018, 41656 | Beleidsregels |
Beleidsregels bijzondere bijstand beschermingsbewind
Hoofdstuk 2 – Bijzondere bijstand
Artikel 4 Familiebewindvoerder
De belanghebbende met een familiebewindvoerder heeft recht op bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind.
Voor toekenning van bijzondere bijstand geldt als voorwaarde dat belanghebbende bij de kantonrechter binnen drie maanden na de dagtekening van de toekenningsbeschikking bijzondere bijstand een verzoek indient om de huidige bewindvoerder van zijn taak te ontslaan en de gemeente Groningen als bewindvoerder te benoemen.
De belanghebbende heeft recht op bijzondere bijstand tot de dag waarop de kantonrechter uitspraak doet inzake het verzoek van de belanghebbende bedoeld in het voorgaande lid of indien dat op een eerder tijdstip het geval is, tot de eerste dag waarop de belanghebbende niet of niet meer voldoet aan de voorwaarden waaronder de bijzondere bijstand is toegekend.
De belanghebbende die in de maand maart 2018 een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind indient en ten aanzien van wie de kantonrechter het beschermingsbewind heeft uitgesproken vóór 1 april 2018, heeft tijdelijk recht op bijzondere bijstand met toepassing van artikel 5 tweede tot en met vijfde lid.
Artikel 8 Andere professioneel bewindvoerder
Ten aanzien van de belanghebbende met een andere professioneel bewindvoerder dan de gemeente Groningen die op 28 februari 2018 bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind ontving of die vóór 1 maart 2018 een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind heeft ingediend waarop na 28 februari 2018 is beslist door toekenning van bijzondere bijstand, blijven de Algemene beleidsregels die golden op 28 februari 2018 van toepassing tot de dagtekening van de wijzigingsbeschikking die hij ontvangt.
Vanaf de dagtekening van de wijzigingsbeschikking blijven de Algemene beleidsregels die golden op 28 februari 2018 van toepassing tot de dag waarop de kantonrechter uitspraak doet indien belanghebbende een verzoek als bedoeld in artikel 5, tweede of vierde lid heeft ingediend. In dat geval is artikel 5, tweede tot en met vijfde lid van overeenkomstige toepassing.
Artikel 9 Familiebewindvoerder
Ten aanzien van de belanghebbende met een familiebewindvoerder en met een inkomen hoger dan 120 procent van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, die op 28 februari 2018 bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind ontving of die vóór 1 maart 2018 een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind heeft ingediend waarop na 28 februari 2018 is beslist door toekenning van bijzondere bijstand, blijven de Algemene beleidsregels die golden op 28 februari 2018 van toepassing tot de dag waarop het beschermingsbewind eindigt of indien dat op een eerder tijdstip het geval is, tot de eerste dag waarop belanghebbende in aanmerking kan komen voor bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 4.
De gemeente verleent de dienst beschermingsbewind. De gemeente brengt bij inwoners met een inkomen dat niet hoger is dan 120 procent van de van toepassing zijnde bijstandsnorm zonder in aanmerking te nemen vermogen geen kosten in rekening voor de dienst beschermingsbewind. Het beleid ten aanzien van aanvragen om bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind is hierop afgestemd.
Artikelsgewijze toelichting (voor zover nodig)
De hoofdregel is dat geen bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind wordt verstrekt. De reden hiervoor is dat de gemeente Groningen deze dienst “gratis” verleent. Wij zien dat als een passende en toereikende voorliggende voorziening omdat de doelgroep overeenkomt met de doelgroep van het draagkrachtbeleid in dezen (zie artikel 3, derde en vierde lid). Zie ook ECLI:CRVB:2015:1654.
In enkele gevallen wordt nog wel (tijdelijk) bijzondere bijstand verstrekt. Om in aanmerking te komen voor een van deze in de artikelen 4 tot en met 7 opgesomde gevallen moet in ieder geval voldaan worden aan de eisen van artikel 3.
De inkomensgrens inzake het verstrekken van bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind ligt op 120 procent van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Dit betekent dat belanghebbenden die een inkomen hebben dat meer bedraagt dan 120 procent van de bijstandsnorm, de kosten (helemaal) zelf moeten betalen.
De kosten van beschermingsbewind voor belanghebbenden met een inkomen lager of gelijk aan 120 procent van de bijstandsnorm worden (volledig) vergoed.
De eis dat de aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind in een vroeg stadium moet worden ingediend, is in de regel niet bedoeld als afwijzingsgrond maar om aanvragers tijdig te kunnen inlichten over het bijzondere bijstandsbeleid inzake deze kosten.
Artikel 4 Familiebewindvoerder
In een klein aantal gevallen is sprake van een zogenoemde familiebewindvoerder. Dit is meestal de partner, ouder of kind en ook wel een vriend of kennis van belanghebbende. Oorspronkelijk was het namelijk juist de bedoeling van de regeling van beschermingsbewind zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, dat familieleden of andere naasten van belanghebbende de taak van bewindvoering op zich zouden nemen. Wij hechten eraan dat deze mogelijkheid ten volle kan worden benut. Om die reden wordt bijzondere bijstand verstrekt aan belanghebbenden die een familiebewindvoerder hebben.
Een belanghebbende die verhuist naar de Gemeente Groningen kan tijdelijk bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind blijven ontvangen, als hij die in de gemeente van vertrek ook had. Als voorwaarde geldt dat hij binnen drie maanden een verzoek bij de kantonrechter indient om de huidige bewindvoerder van zijn taak te ontslaan op grond van artikel 1:448, eerste lid, onderdeel e van het Burgerlijk Wetboek (BW) en de gemeente Groningen vervolgens als bewindvoerder te benoemen op grond van artikel 1: 435, eerste en derde lid van het BW. In dat geval blijft het recht op bijzondere bijstand doorlopen tot en met de dag voorafgaand aan de dag waarop de kantonrechter uitspaak doet (mits belanghebbende aan alle voorwaarden blijft voldoen uiteraard). Met ingang van de dag waarop de kantonrechter uitspraak doet ontstaat immers een nieuwe situatie.
Het nieuwe beleid treedt in werking op 1 maart 2018. Teneinde belanghebbenden en bewindvoerders die in de eerste maand na inwerkingtreding te maken krijgen met het nieuwe beleid tegemoet te komen, wordt een aanvraag om bijzondere bijstand niet direct afgewezen, maar is voor hen de procedure die geldt voor verhuizers (zie artikel 5) van toepassing. Dat wil zeggen dat belanghebbenden een korte periode bijzondere bijstand ontvangen, mits zij binnen drie maanden een verzoek bij de kantonrechter indienen om de gemeente Groningen als bewindvoerder te benoemen.
Voorbeelden van toepassing van de hardheidsclausule zouden de volgende kunnen zijn. Belanghebbende is zo ernstig ziek dat van hem niet meer kan worden verwacht dat hij nog de procedure ingaat om bij de kantonrechter om een andere bewindvoerder (de gemeente Groningen) te verzoeken.
Belanghebbende heeft jarenlang ingrijpende conflicten met de gemeente. Ook in zo’n geval kan het zeer onbillijk en onredelijk zijn om van hem te vragen om de gemeente Groningen als bewindvoerder te nemen.
Artikel 8 Andere professioneel bewindvoerder
Ten aanzien van belanghebbenden met een andere professioneel bewindvoerder dan de gemeente Groningen, die onder het zogenoemde ‘oude’ beleid bijzondere bijstand van de gemeente Groningen ontvingen (of een aanvraag daartoe hadden ingediend waarop positief is beslist), geldt een overgangsregeling. Deze overgangsregeling bestaat eruit dat het oude beleid inzake bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind dat gold vóór inwerkingtreding van deze ‘nieuwe’ beleidsregels nog een bepaalde periode van kracht blijft voor belanghebbende. Deze periode valt uiteen in twee gedeelten.
Het eerste gedeelte loopt vanaf 1 maart 2018 (dit is de datum van inwerkingtreding) tot belanghebbende een (wijzigings-)beschikking over het nieuwe beleid ontvangt (als datum van ontvangst geldt de datum die boven de beschikking staat).
Het tweede gedeelte beslaat de periode die ingaat op de datum die boven de (wijzigings-)beschikking staat en doorloopt tot de dag waarop de kantonrechter uitspraak doet over het verzoek van belanghebbende. Ten aanzien van de tweede periode geldt namelijk dezelfde procedure als voor verhuizers. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 5.
Mocht belanghebbende of zijn bewindvoerder geen verzoek willen indien bij de kantonrechter om de gemeente Groningen als bewindvoerder te benoemen dan wel om het beschermingsbewind te beëindigen, dan geldt het ‘oude’ beleid nog gedurende zes maanden vanaf dagtekening (wijzigings-)beschikking.
Artikel 9 Familiebewindvoerder
Ten aanzien van belanghebbenden met een hoger inkomen dan de inkomensgrens die een familiebewindvoerder hebben, blijft het ‘oude’ beleid dat gold voor 1 februari 2018 van toepassing tot zij aan de draagkrachteisen van het nieuwe beleid voldoen of anders gedurende de gehele periode van het bewind.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-41656.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.