Vaststellen uitvoeringsbesluit hulpverlenersvergunningen 2018, gemeente Amsterdam

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

 

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 16 januari 2018 hebben besloten:

 

  • I.

    Kennis te nemen van de evaluatie van het Uitvoeringsbesluit hulpverlenersparkeervergunning, met de volgende hoofdpunten:

    • het bestaande beleid kan zonder wijzigingen worden voortgezet;

    • tandartsen worden niet aan de lijst toegevoegd;

    • Het bestaande besluit moet worden aangepast aan nieuwe wetgeving; 

  • II.

    in te trekken het uitvoeringsbesluit hulpverlenersvergunning 2013;

     

  • III.

    vast te stellen het uitvoeringsbesluit hulpverlenersvergunning 2018 met de bijbehorende lijst van professionele zorg- en hulpverleningsinstellingen (bijlage 2);

     

  • IV.

    te bepalen dat het besluit onder III wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en in werking treedt op 1 februari 2018;

     

  • V.

    in te stemmen met de informatiebrief aan de commissie Infrastructuur en Duurzaamheid (bijlage 3).

   

Uitvoeringsbesluit hulpverlenersvergunning 2018 op basis van artikel 15 lid 4 Parkeerverordening 2013

 

Gelet op:

  • artikel 15 lid 4 Parkeerverordening 2013 op basis waarvan het college een lijst vaststelt van de professionele zorg- of hulpverleningsinstellingen die in aanmerking kunnen komen voor een hulpverlenersvergunning;

  • het feit dat een instelling die op deze lijst staat op grond van artikel 15, lid 2, van de Parkeerverordening 2013 per aanvraag gemotiveerd moet aangeven of sprake is van spoedeisendheid en/of regelmatig vervoer van zware goederen; 

Overwegende dat:

  • bij de herijking van het parkeerbeleid en de daarop gebaseerde beleids- en beslispunten, die de Gemeenteraad op 11 april 2001 heeft vastgesteld (Gemeenteblad 2001, afd. 1, nr. 179), is bepaald dat ten aanzien van onder meer huisartsen, verloskundigen en hulpverleners in dienst van nader aan te wijzen professionele zorg- en hulpverleningsinstellingen, binnen strakke kaders aanvullende regelingen worden getroffen;

  • de GGD Amsterdam voor zover het de spoedeisende werkzaamheden betreft verantwoordelijk is voor taken die voortvloeien uit de volgende wetten, regelingen en verordeningen: de Wet collectieve preventie volksgezondheid, de Quarantainewet, de Internationale Gezondheidsregeling, de Infectieziektewet, de Gezondheidsverordening, de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische inrichtingen en de Wet op de lijkbezorging, de Gemeenschappelijke regeling Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) Agglomeratie Amsterdam, de Wet Geneeskundige Hulp bij rampen, de Wet Rampen en Zware Ongevallen.

  • organisaties niet zijnde de GGD Amsterdam, die op grond van vorengenoemde wetten, regelingen en verordeningen ook deze taken uitvoeren, worden aan de GGD Amsterdam gelijkgesteld wat betreft het kunnen verlenen van hulpverlenersvergunningen.

  • de kraamzorginstellingen die op grond van vorengenoemde wetten, regelingen en verordeningen taken uitvoeren wat betreft het kunnen verlenen van partusassistentie, worden aan de GGD Amsterdam gelijkgesteld wat betreft het kunnen verlenen van hulpverlenersvergunningen.

  • dat de thuiszorginstellingen een hulpverlenersvergunning kan worden verleend indien zij kunnen aantonen dat er productieafspraken zijn gemaakt voor het leveren van tenminste één van de zorgfuncties uit de Wet langdurige zorg en/of gemeentelijke regelingen voor extramurale zorg. Het enkel bieden van (een combinatie van) de zorgfuncties (huishoudelijke verzorging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, behandeling en verblijf) volstaat niet voor het toekennen van een hulpverlenersvergunning;

  • nieuwe (zorg-)wetgeving van kracht is geworden, wat maakt dat het uitvoeringsbesluit Hulpverlenersvergunning moet worden geactualiseerd;

     

Vast te stellen:

 

  • I.

    de volgende lijst met professionele zorg- en hulpverleningsinstellingen: 

    • a)

      ziekenhuizen;

    • b)

      verpleeghuizen;

    • c)

      jeugdtandheelkundige zorg;

    • d)

      fysiotherapiepraktijken;

    • e)

      bloedafname- en trombosedienst;

    • f)

      instellingen voor thuiszorg;

    • g)

      de GGD, voor zover het spoedeisende werkzaamheden betreft ter uitvoering van de in de aanhef van dit besluit vermelde wettelijke taken alsmede andere organisaties op het gebied van de gezondheidszorg voor zover deze met de uitvoering van dezelfde wettelijke taken zijn belast en deze een spoedeisend karakter hebben;

    • h)

      kraamzorginstellingen ten behoeve van partusassistentie;

    • i)

      instellingen voor outreachende ambulante geestelijke gezondheidszorg (crisishulpverlening);

    • j)

      dierenambulance.

  • II.

    te bepalen dat het besluit onder I wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en in werking treedt op 1 februari 2018;

Burgemeester en wethouders voornoemd,

J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester

A.H.P. Van Gils, gemeentesecretaris

Naar boven